Your cart is currently empty!
Tag: betoging 29 september 2016
-
Massale betoging! Woede tegen asociaal beleid blijft

Foto: Liesbeth Goblet (ABVV) heeft gelijk: nieuwe algemene staking nodig
De voorbije dagen leek het alsof de regering er gerust op was: de vakbondsbetoging zou kleiner zijn en zou nieuwe harde besparingen niet tegenhouden. Op de ochtend van de betoging klonk het in de kranten nog dat een tweede indexsprong bediscussieerd wordt. De agressieve opstelling van de neoliberale regering heeft de mobilisatie versterkt.
We waren opnieuw met meer dan vooraf gedacht. Het cijfer van de vakbonden was 70.000 deelnemers. Zoals we in ons pamflet op de betoging opmerkten, hadden het er een pak meer kunnen zijn “als de vakbondsleiders even goed geluisterd hadden naar de achterban als de achterban naar hen. Dan hadden we misschien één ordewoord gehad in plaats van veel verschillende en misschien ook een strategie om te winnen.”
De samenstelling van de betoging toonde dat het ongenoegen overal groot is. Er waren grote delegaties uit de metaalsector, met een groep van het met sluiten bedreigde Caterpillar die voorop liep. Maar ook andere bedrijven zijn met collectieve afdankingen bedreigd: Douwe Egberts, Axa, Makro, MS Mode, … Daarnaast ligt het opvoeren van de flexibiliteit met de wet-Peeters erg gevoelig in de metaal en de voedingssectoren die massaal aanwezig waren, sommige jonge arbeiders namen voor het eerst aan een vakbondsbetoging deel. Ook de openbare diensten lieten zich niet onbetuigd, zo zagen we grote delegaties uit onder meer het onderwijs. De Antwerpse sociale sector die uitverkocht dreigt te worden, zo wil het N-VA-bestuur de daklozenopvang aan G4S toekennen, vormde een delegatie met de slogan ‘Sociaal werk is niet te koop.’ Ook was er net als op vorige vakbondsbetogingen een delegatie mensen-zonder-papieren. Vlamingen, Brusselaars en Walen liepen dooreen, alle drie de grote vakbonden hadden veel volk bijeengebracht.
In zijn toespraak herhaalde Marc Goblet (ABVV) dat er een nieuwe algemene staking nodig is. Die van 7 oktober werd afgeblazen, maar er zullen toch acties zijn met ook stakingen. Deze acties kunnen we goed gebruiken om terug op te bouwen naar een algemene staking zoals Goblet voorstelt. De omvang van de betoging zorgde ervoor dat ook ABVV-voorzitter De Leeuw verklaarde: “We hebben het idee van een nationale staking nog niet begraven. Als de regering doof blijft voor al onze vragen, behoort die tot de mogelijkheden.” Dat die regering doof zal blijven, staat buiten twijfel. Een ‘Thatcheriaanse’ regering heeft niet het DNA om te luisteren naar de gewone werkmens. Een algemene staking moet goed voorbereid worden, de omvang en diversiteit van de betoging toont het potentieel hiervoor.
Tegen de achtergrond van de Bahama’s Leaks die amper enkele maanden na de Panama Papers, LuxLeaks en SwissLeaks komen, is het inderdaad schandalig dat de gewone werkenden en uitkeringstrekkers opnieuw moeten opdraaien voor de tekorten. Het huidige beleid van cadeaus aan de rijken om de economie te stimuleren faalt (zie ons artikel op pagina 2-3 in ons maandblad van oktober: ‘Het Leugenpaleis van Michel’). ACV-voorzitter Leemans stelde terecht: “Waar is ons geld naartoe? Naar het zwart gat van de regering.” Toch blijft die regering herhalen dat de rijken buiten schot moeten blijven en dat onze lonen te hoog zouden zijn of dat wie pech heeft en zonder werk valt een profiteur is wiens uitkering zo snel mogelijk naar beneden moet.
Rudy De Leeuw riep op tot een “Coucke- en Hutstaks” om de rijken te laten betalen. Een terechte eis, maar van deze regering moeten we geen enkele vermogensbelasting verwachten. Ze kijkt integendeel uit naar een verlaging van de vennootschapsbelasting. Tegelijk wordt de discussie al gevoerd over een nieuwe indexsprong of een uitstel van de indexaanpassing om het gat van 4,2 miljard euro dicht te rijden.
Zoals we in ons pamflet opmerkten: “De regering-Michel met rationele argumenten overtuigen haar beleid om te gooien, is een illusie. Haar doen matigen tot aan de verkiezingen binnen twee jaar eveneens. Voor deze regering is het erop of eronder. Aan de top van de vakbonden heeft helaas alleen Marc Goblet dat begrepen. Hij moest zelfs Tamellini daarover corrigeren. Goblet is ook de enige op dat niveau die nog expliciet zegt dat als de regering niet plooit, ze dan maar moet vallen en hij plaatst ook meteen opnieuw de kwestie van de algemene staking op de agenda “nog voor het einde van het jaar”. Dat mag geen loze belofte blijven, maar moet vanaf vandaag ernstig voorbereid worden. We kunnen de acties van 7 oktober daarvoor goed gebruiken.”
De regering mag dan al arrogant nieuwe proefballonnetjes oplaten over hoe ze onze levensstandaard naar beneden wil trekken, zo sterk staat ze helemaal niet. De recente peiling gaf aan dat alle regeringspartijen fors verliezen tegenover de verkiezingen van mei 2014. Zowel die van de federale als die van de regionale regeringen verliezen. Federaal (MR, N-VA, CD&V en Open VLD) met bijna 14%, Vlaams (N-VA, CD&V en Open VLD) met 11,5%, in Wallonië (PS en CDH) met 9,9% en in Brussel (PS, Défi, CDH, Open VLD, SPa en CD&V) met 8,5%. Het zijn bijna uitsluitend de “extremen” die vooruit gaan: in Wallonië wordt de PTB met bijna 15% de derde partij en in Vlaanderen kent het Vlaams Belang een gelukkig iets minder steile opmars tot 13%. Dat illustreert dat velen de platgelopen paden verlaten in hun zoektocht naar een alternatief.
In ons pamflet merkten we op: “Datzelfde fenomeen deed zich voor in het referendum over Schotse onafhankelijkheid of ook nog in de stemming over de Brexit. Ze drukken een sluimerende revolte tegen het establishment uit, net zoals de massale betogingen tegen TTIP. In de VS werd die revolte politiek vertaald door Sanders, in Groot-Brittannië niet door Farage van UKIP, maar door Corbyn in Labour. Elders gebeurt dat via nieuwe formaties zoals Podemos in Spanje en Syriza in Griekenland. Het toont een enorm potentieel, maar kan ook, zoals onder meer werd aangetoond in het geval van Syriza, snel instuiken als blijkt dat de nieuwe formatie dan toch de oude politiek voortzet.
“Goblet en veel anderen pleiten begrijpelijk voor een centrumlinkse coalitie van sociaaldemocraten, groenen en PVDA. Een breuk met het winstsysteem zal echter niet gebeuren door coalities met gediscrediteerde politici, maar door alle krachten ter linkerzijde samen te brengen met de vele duizenden syndicalisten om een brede linkse strijdpartij te vormen. Goblet zou daaraan een enorme bijdrage kunnen leveren, net zoals de PVDA en andere consequent linkse formaties.
“We kunnen het aantal uitnodigingen van LSP aan de radicale linkerzijde, ook de PVDA, om gesprekken daarover aan te gaan, niet meer tellen. We waren betrokken bij alle initiatieven in die richting, van Jef Sleeckx tot Daniël Piron. Telkens weer zijn die helaas gestrand op allerlei politieke berekeningen, maar de objectieve omstandigheden zullen die kwestie systematisch blijven opwerpen. Aan de oever gaan zitten en wachten tot de kansen voorbij drijven, is niet onze stijl. Het verdedigen van een strijdbaar socialistisch programma als antwoord op de kapitalistische crisis kan niet wachten tot er een brede strijdformatie bestaat, maar kan er juist toe bijdragen om de nood eraan op te helderen. Dat programma telkens weer op de agenda plaatsen en verdedigen, is wat LSP doet en waarvoor we ieders hulp kunnen gebruiken.”
Fotoreportages: (klik op de foto om de reeks te zien)
-
LSP-pamflet op betoging van 29 september. Nog twee jaar Michel? Onaanvaardbaar!

Klik op de afbeelding voor een PDF van dit pamflet In de jongste peilingen krijgen de regeringspartijen op elk niveau flink klappen. Vooral de grootste moeten fors inleveren in vergelijking met de verkiezingen van 2014, de PS 5 à 6% en de N-VA zelfs 6 à 7%. Dat weerspiegelt de afkeer van een beleid dat steeds meer begrepen wordt als uitsluitend in dienst van de rijken. Geen wonder dat we hier vandaag opnieuw zo talrijk zijn. Het had nog veel meer kunnen zijn, als de vakbondsleiders even goed geluisterd hadden naar de achterban als de achterban naar hen. Dan hadden we misschien één ordewoord gehad in plaats van veel verschillende en misschien ook een strategie om te winnen.
Dat dit ons nog zuur zou opbreken, was te verwachten. Over niets is er een akkoord: niet over de Wet-Peeters, niet over de herziening van de loonnorm, niet over de lijst van de zware beroepen en niet over de ‘hervorming’ van de vennootschapsbelasting. Daar komen nog een reeks recente bedrijfssluitingen en herstructureringen bij, steeds door fors winstgevende multinationals als Caterpillar, Axa, Douwe Egberts, Makro etc. Tot daar Michels’ jobs, jobs, jobs. Wat is er nog meer vereist om een algemene staking die al in april met grote trom werd aangekondigd door te laten gaan? Uitstel met een week, zelfs twee, tot na de begrotingsverklaring van de regering op 11 oktober, hadden we nog begrepen, maar de staking van 7 oktober gewoon afblazen? “Blaffende honden bijten niet,” moet Michel gedacht hebben en binnen de week bleek het begrotingstekort voor dit en volgend jaar niet 2,4 maar 4,2 miljard euro.
“Een regering van veel woorden en weinig daden”?
Patroons en economieprofessoren die nog hopen op een bijverdienste als consultant bij die patroons, creëren al volop de setting om er nog eens stevig in te hakken. “Deze regering is er één van veel woorden, maar weinig daden” luidt hun oordeel. Het optrekken van de pensioenleeftijd, het afschaffen van de brugpensioenen, de schorsing van werklozen, de gemeenschapsdienst, de indexsprong, de jacht op zieken en invaliden, de besparingen op het onderwijs, de onhoudbare werkdruk, de prijsstijgingen, … dat vinden ze maar ‘woorden’.
Welke daden ze dan wel willen, zullen ze nooit expliciet zeggen, maar neem het van ons aan: zoveel mogelijk. Als je aan 4,2 miljard wil geraken dreigt een indexsprong, een algemene BTW-verhoging, een frontale aanval op de gewestelijke ambtenaren en komt de sociale zekerheid in het vizier. Deze regering nog twee jaar uitzitten in de hoop dat er dan een alternatieve meerderheid kan gevormd worden, is onaanvaardbaar. Wie weet wat er dan nog allemaal op ons afkomt. Misschien dat we tegen dan zo murw geslagen zijn dat rechts nog herkozen raakt ook.
Wat met 7 oktober?
Van Overtveldt zat er de voorbije twee jaar telkens kilometers naast bij het ‘berekenen’ van de begroting. Iedere student zou gebuisd zijn, iedere werknemer zou de laan uitvliegen, maar Van Overtveldt komt daar allemaal mee weg. Waarom? Omdat hij een absolute topper is in iets veel belangrijkers: een gigantische verschuiving van welvaart naar de rijken. Dat is waar het deze regering echt om te doen is.
De regering-Michel met rationele argumenten overtuigen haar beleid om te gooien, is een illusie. Haar doen matigen tot aan de verkiezingen binnen twee jaar eveneens. Voor deze regering is het erop of eronder. Aan de top van de vakbonden heeft helaas alleen Marc Goblet dat begrepen. Hij moest zelfs Tamellini daarover corrigeren. Goblet is ook de enige op dat niveau die nog expliciet zegt dat als de regering niet plooit, ze dan maar moet vallen en hij plaatst ook meteen opnieuw de kwestie van de algemene staking op de agenda “nog voor het einde van het jaar”. Dat mag geen loze belofte blijven, maar moet vanaf vandaag ernstig voorbereid worden. We kunnen de acties van 7 oktober daarvoor goed gebruiken.
Centrumlinkse coalitie of massale strijdpartij?
Terecht wijst Goblet erop dat de regering “niet zo sterk” is. Alle regeringspartijen donderen achteruit ten opzichte van de verkiezingen in mei 2014. Federaal (MR, N-VA, CD&V en Open VLD) met bijna 14%, Vlaams (N-VA, CD&V en Open VLD) met 11,5%, in Wallonië (PS en CDH) met 9,9% en in Brussel (PS, Défi, CDH, Open VLD, SPa en CD&V) met 8,5%. Het zijn bijna uitsluitend de “extremen” die vooruit gaan: in Wallonië wordt de PTB met bijna 15% de derde partij en in Vlaanderen kent het Vlaams Belang een gelukkig iets minder steile opmars tot 13%. Dat illustreert dat velen de platgelopen paden verlaten in hun zoektocht naar een alternatief.
Datzelfde fenomeen deed zich voor in het referendum over Schotse onafhankelijkheid of ook nog in de stemming over de Brexit. Ze drukken een sluimerende revolte tegen het establishment uit, net zoals de massale betogingen tegen TTIP. In de VS werd die revolte politiek vertaald door Sanders, in Groot-Brittannië niet door Farage van UKIP, maar door Corbyn in Labour. Elders gebeurt dat via nieuwe formaties zoals Podemos in Spanje en Syriza in Griekenland. Het toont een enorm potentieel, maar kan ook, zoals onder meer werd aangetoond in het geval van Syriza, snel instuiken als blijkt dat de nieuwe formatie dan toch de oude politiek voortzet.
Goblet en veel anderen pleiten begrijpelijk voor een centrumlinkse coalitie van sociaaldemocraten, groenen en PVDA. Een breuk met het winstsysteem zal echter niet gebeuren door coalities met gediscrediteerde politici, maar door alle krachten ter linkerzijde samen te brengen met de vele duizenden syndicalisten om een brede linkse strijdpartij te vormen. Goblet zou daaraan een enorme bijdrage kunnen leveren, net zoals de PVDA en andere consequent linkse formaties.
Sluit aan bij LSP!
We kunnen het aantal uitnodigingen van LSP aan de radicale linkerzijde, ook de PVDA, om gesprekken daarover aan te gaan, niet meer tellen. We waren betrokken bij alle initiatieven in die richting, van Jef Sleeckx tot Daniël Piron. Telkens weer zijn die helaas gestrand op allerlei politieke berekeningen, maar de objectieve omstandigheden zullen die kwestie systematisch blijven opwerpen. Aan de oever gaan zitten en wachten tot de kansen voorbij drijven, is niet onze stijl. Het verdedigen van een strijdbaar socialistisch programma als antwoord op de kapitalistische crisis kan niet wachten tot er een brede strijdformatie bestaat, maar kan er juist toe bijdragen om de nood eraan op te helderen. Dat programma telkens weer op de agenda plaatsen en verdedigen, is wat LSP doet en waarvoor we ieders hulp kunnen gebruiken.
-
Nog twee jaar Michel? Onaanvaardbaar!
Het uitzitten van deze regering mag geen optie zijn, het verzet moet opnieuw opgebouwd en georganiseerd worden

De oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’ komt op de betoging van donderdag uit. Koop deze krant op de betoging of neem meteen een abonnement. Een ontslag-tsunami trekt over het land, maar De Wever is tevreden over het sociaaleconomische beleid van zijn regering (De Tijd 14 september). Het is waar: met de resultaten van de begroting was hij minder gelukkig. Het liefst had hij nog meer en dieper bespaard op de overheidsuitgaven voor sociale zekerheid en gezondheidszorg.
Artikel door Els Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Aan de boodschap van een verpleegster deze zomer over de lamentabele toestand in de bejaardentehuizen of de verontwaardiging van de koks die maaltijden moeten serveren voor 3 euro per dag, heeft hij duidelijk lak. Ook aan de verontwaardiging die er leeft bij het spoorpersoneel, de calltakers, sociaal werkers of onderwijzers. Het personeelstekort is overal zo nijpend en de vermarkting zo verregaand dat het steeds meer een menselijke dienst- en hulpverlening in de weg staat. Een jongeman in Gent ‘vond zijn weg naar aangepaste hulp niet’ en stierf van honger en dorst. Maar De Wever is tevreden en zou het liefst nog verdergaan in de afbouw van het sociale vangnet en na de verkiezingen met de huidige formule, zeg maar Michel 2, voortregeren.
Het protest tegen Michel 1 was dan wel legendarisch, het heeft de regeringspartijen nauwelijks op andere gedachten gebracht. Integendeel. Voor de regering is deze jobcrisis alleen maar een opportuniteit om verdere loonmatiging door te drukken. We zijn dus gewaarschuwd. Als we deze regering haar termijn laten uitzitten, staat ons nog veel meer te wachten. Zo moet er, bovenop wat we reeds ingeleverd hebben, nog een paar miljard bespaard worden. Over hoeveel wordt nog gekibbeld. Net zoals er nog aanvallen gepland zijn op ons recht om ons tegen hun beleid te verzetten. Bij Open VLD willen ze de sociale bescherming van syndicaal afgevaardigden afbouwen en bij de MR bereidt men tegen december een aanval voor op stakingsrecht bij het spoor.
Het uitzitten van deze regering mag dan ook geen optie zijn. Het verzet moet opnieuw opgebouwd en georganiseerd worden.
Het enthousiasme om op straat te blijven komen om ons protest te laten horen neemt af. Nochtans tonen alle peilingen dat de regering aan steun inboet. Een strategie om alle verzet bijeen te brengen met als doel deze regering te stoppen, zou de beweging opnieuw perspectief geven. De regering is immers maar zo sterk als haar oppositie toelaat. Het zou tegelijk onze beste kans zijn om te vermijden dat de rechtse regering herkozen raakt op basis van een zekere teleurstelling in het falen van de strijd ertegen. Dit verzet zou op haar beurt de basis kunnen vormen voor de opbouw van breed gedragen anti-besparingspartij die niet slechts wacht op verkiezingen, maar de strijd mee organiseert en richting geeft en zo de nodige stappen zet om de arbeidersbeweging ook politiek aan zet te brengen.
-
Het groeiende gat in de begroting. Of waarom dit beleid faalt
Nieuw besparingsoffensief op komst, nieuw offensief van sociaal verzet noodzakelijk!

Betoging 24 mei 2016. Foto: PPICS De vakbondsleiders zien niet meteen redenen om de geplande staking van 7 oktober te laten doorgaan, met uitzondering van ACV Metea en de Franstalige metaalbond van het ABVV. Alsof het harde besparingsbeleid van de voorbije jaren geen tientallen redenen tot protest oplevert. En het is nog niet gedaan.
De komende weken zijn er nieuwe begrotingsonderhandelingen waarbij ‘knopen’ zullen doorgehakt worden over hoe er miljarden kunnen bespaard worden. Over de cijfers en de maatregelen is er nog onduidelijkheid, maar het resultaat ervan kunnen we met een grote zekerheid nu al aankondigen: de gewone werkmens zal er weer voor opdraaien. Bij de grote bedrijven en individuen die nu weer in Bahama’s Leaks betrokken zijn, zal het niet gezocht worden. Die Bahama’s Leaks geven aan dat de schaal van fiscale ontduiking wel erg groot is, groot genoeg om tegenwoordig jaarlijks maar dan één schandaal zoals Panama Papers, SwissLeaks en LuxLeaks op te leveren.
Vandaag raakte bekend dat de regering voor 2017 niet op zoek moet naar 2,4 miljard euro zoals eerst gezegd. Het gat in de begroting kende door enkele andere parameters in de becijfering een plotse groei tot 4,2 miljard euro. Het geeft te denken over de rekentalenten van de ministers en hun entourage.
De reden die voor de plotse groei van het gat in de begroting wordt gegeven, is de tegenvallende economische groei. Die zou volgens het Planbureau slechts 1,2% bedragen in plaats van 1,5%. Ook een reden daarvoor werd makkelijk gevonden: de Brexit. Niet dat die Brexit al erg concreet op de agenda staat, maar het klinkt toch aangenamer om de verantwoordelijkheid voor de haperende groei elders te kunnen leggen. De afgelopen jaren werd aan de werkenden gevraagd om de broekriem aan te halen omdat dit jobs en economische groei zou opleveren. Vandaag merken we dat daar niets van in huis komt. Het besparingsbeleid van de afgelopen jaren heeft duidelijk niet gewerkt. En toch zal de regering-Michel op het ingeslagen doodlopende pad van de besparingen verdergaan.
Een ander element dat de tegenvallende belastinginkomsten verklaart, is het feit dat er ook bij economische groei minder belastingen binnenkomen door de genomen fiscale maatregelen. De cadeaus aan de werkgevers wegen door en nu zal de regering nagaan hoe ze ons daarvoor kan laten betalen. De eerder genomen maatregelen, zoals de verhoging van BTW op elektriciteit, volstaan blijkbaar niet. Het beleid van cadeaus aan de grote bedrijven geven die zich nadien zouden terugbetalen in aanwervingen en groei, blijkt een illusie te zijn. Ook op dit vlak faalt het neoliberale beleid.
Volgens de berekeningen van de regering is er een tekort van bijna 700 miljoen euro in de sociale zekerheid. Dit wordt toegeschreven aan de vroeger dan verwachte indexaanpassing. Die vroegere indexaanpassing is dan weer het gevolg van de stijgende belastingen en accijnzen, onder meer op elektriciteit. Hierdoor kent België zowat het hoogste inflatiecijfer van de hele Europese Unie. Een indexaanpassing wordt nu voorgesteld als een ‘gunst’ voor de uitkeringstrekkers en werkenden, terwijl het slechts een (gedeeltelijke) aanpassing is aan de stijgende levensduurte. Als Kris Peeters vandaag verklaart dat de begrotingsopmaak een “erg zware opdracht” wordt, dan weten we al dat maatregelen als een nieuwe indexsprong niet uitgesloten zijn.
Terwijl zij langs hun kant bezig zijn met de ‘erg zware opdracht’ om te bepalen hoe ze ons willen laten opdraaien voor hun asociale beleid, staan wij langs onze kant ook voor een zware opdracht. Het afzwakken of afblazen van het actieplan met de staking van 7 oktober die door de meeste vakbondscentrales geschrapt werd, ondermijnt ook de mobilisatie naar de betoging van 29 september. Een eenmalige wandeling door Brussel is immers iets anders dan een betoging in het kader van een opbouwend actieplan met algemene staking(en).
De regering bereidt een nieuw offensief op onze levensstandaard voor. Deze zomer bleek nog dat het ongenoegen als gevolg van de vorige offensieven heel groot is. Zoals we eerder deze week op socialisme.be opmerkten, kan elke vonk tot een nieuwe sociale explosie leiden. Laten we de betoging van 29 september aangrijpen om zo goed als we kunnen te mobiliseren en door een grote opkomst onze vakbondsleiders tot verdere acties te dwingen. Deze regering uitzitten is geen optie voor onze levensstandaard, de gok om tot volgende verkiezingen te wachten (zonder garantie op beter resultaat bij die verkiezingen) is te gewaagd voor onze portemonnee. Tegen het offensief van de overkant, moeten wij eveneens offensief in actie komen. De aanval is de beste verdediging en een aanvallende ploeg kan op een groeiende groep supporters rekenen. Die voetbalwijsheid geldt ook voor onze strijd.
-
Elke vonk kan tot nieuwe explosie leiden
Afblazen of afzwakken actieplan neemt ongenoegen niet weg

Betoging 6 november 2014. Foto: Jean-Marie De staking van 7 oktober, op de tweede verjaardag van de rechtse regering, werd deze zomer geleidelijk van tafel geveegd door de vakbondsleidingen. ACLVB-voorzitter Mario Coppens was het duidelijkst: “Tenzij de regering plots enkele maatregelen aankondigt die onaanvaardbaar zijn, zie ik weinig redenen om te staken.”
Standpunt dat zal verschijnen in de oktobereditie van maandblad ‘De Linkse Socialist’ (die uitkomt op de vakbondsbetoging van 29 september)
Is Coppens de open brief van die verpleegster over het tekort aan collega’s om een menswaardige zorg aan bejaarden te bieden al vergeten? Of de klachten van koks die voor 3 euro per dag drie maaltijden op tafel moeten toveren in de bejaardenzorg? De postbodes die de toenemende flexibiliteit van de georoutes niet aankunnen waardoor naar nog goedkopere vluchtelingen uitgekeken wordt om de post te bezorgen? Erg ‘werkbaar’ is het werk in de praktijk niet. Voor de zomer kookte het ongenoegen al over met spontane acties bij onder meer de cipiers en het spoorpersoneel. Zelfs de magistraten klaagden over een tekort aan middelen. Na de zomer werd de retoriek van ‘jobs, jobs, jobs’ op pijnlijke wijze doorprikt met collectieve afdankingen bij Caterpillar, Axa, P&V verzekeringen, Douwe Egberts, … Voor gewone werkenden zijn er veel onaanvaardbare maatregelen.
Een vaak voorkomend argument is dat we ons best kunnen klaarhouden voor nog ergere maatregelen, waarna iedereen wel in actie zal schieten. Zonder voortrekkers die meteen de toon zetten en met een actieplan het verzet opbouwen, is er het gevaar dat het wachten op zich een vastgeroeste strategie wordt. Ondertussen worden onze levensstandaard en arbeidsvoorwaarden steeds verder uitgehold. Gebrek aan actie van onze kant, zal de arrogantie van de regering en werkgevers enkel versterken. Elke zwakheid langs onze kant zet immers aan tot agressie van de andere kant.
Met deze rechtse regering zitten de werkgevers in een zetel en volgen de aanvallen elkaar in snel tempo op: verhoging pensioenleeftijd, indexsprong, BTW-verhogingen, verlenging arbeidsweek, … Vakbondsleiders die nog de illusie hebben dat deze Thatcherianen zullen matigen of dat er ernstig mee kan onderhandel worden, vergissen zich over het karakter van de regering. De scherpste kantjes afveilen, lukt niet met deze regering.
Wachten tot volgende verkiezingen biedt evenmin een garantie op succes. Dat zagen we in Groot-Brittannië. Door het stopzetten van de acties na 2011 kon rechts het publieke debat domineren waarna Cameron zichzelf in 2015 opvolgde. De conservatieve Britse regering is erin geslaagd om de lonen met 10% naar beneden te duwen en de vakbondsrechten verder te beknotten.
Indien de vakbondsleiding de acties niet of niet ernstig organiseert, zal het ongenoegen niet verdwijnen. Hier en daar zal het tot frustratie leiden, elders ook tot spontane acties waarmee de leiding voorbijgestoken wordt. Elke vonk kan tot een explosie leiden. Het ontbreekt momenteel vooral aan een leiding met een programma dat breekt met het besparingsbeleid.
Elke strijdbare syndicalist en linkse socialist heeft een grote rol te spelen: strijd organiseren, collega’s betrekken, richting geven met suggesties inzake programma en methoden, collectief evalueren, … kortom in de opbouw van een krachtsverhouding waarmee we de rechtse regering en haar besparingsbeleid wegkrijgen.
Groeiende ruimte voor consequent links : PTB op 15% in peilingen
Het actieplan eind 2014 toonde het aan: met eengemaakte en goed georganiseerde opbouwende acties kunnen we de regering doen wankelen. Laat ons op die ervaring verderbouwen, te beginnen met de groeiende groep voortrekkers binnen de arbeidersbeweging waarmee we elke opening kunnen aangrijpen om zoveel mogelijk collega’s actief te betrekken. Het potentieel voor acties blijft groot, het ongenoegen neemt toe en zal opnieuw tot uitbarstingen leiden.
Ook op politiek vlak groeit de ruimte voor consequent links. Wie was er niet onder de indruk van de recente peiling waarin de PTB, de Franstalige PVDA, op 14,6% staat en de derde partij wordt, nog voor Ecolo en CdH? Ook in Brussel wordt een mooi resultaat neergezet en in Vlaanderen wordt de kiesdrempel genomen. Volgens deze peiling zouden de 2 huidige PVDA-verkozenen er na de volgende verkiezingen 10 worden. LSP juicht deze vooruitgang toe.
Beeld je in wat 10 federale parlementsleden en een veelvoud daarvan op regionaal vlak zouden kunnen betekenen voor de arbeidersbeweging? Het zou onze bekommernissen en onze eisen tot in het parlement brengen. Het zou het parlement verplichten daar niet zomaar over te stappen. De media zouden niet anders kunnen dan onze stem mee aan bod laten komen. Het zou de mogelijkheid bieden om niet alleen de ongelijkheid aan te klagen, maar ook maatschappijverandering en socialisme te populariseren. Gedurfde initiatieven, niet enkel op gericht op de verkiezingen maar ook en vooral op strijd, kunnen onze standpunten en voorstellen centraal op de politieke agenda plaatsen.
Verkiezingen zijn belangrijk, maar het is door bewegingen op straat dat de arbeidersbeweging verworvenheden afdwingt. Dat is hoe de sociale zekerheid of nog het stakingsrecht werden bekomen. Een sterkere electorale positie kan strijd op straat versterken door deze te populariseren en door het grotere platform te gebruiken om ordewoorden te verspreiden.
Een grotere electorale steun is op zich niet voldoende om tot verandering te komen. Er waren grotere linkse krachten dan de PVDA die het spijtig genoeg niet waarmaakten. Kijk maar naar Syriza in Griekenland dat gecapituleerd heeft en nu zelf het besparingsbeleid van de trojka uitvoert. Of Bernie Sanders die zijn politieke revolutie niet doorzet maar probeert te laten stranden bij de Democraten van Hillary Clinton, de establishmentkandidate bij uitstek. Aan goede bedoelingen ontbrak het niet, wel aan een consistent programma en een methode om een krachtsverhouding mogelijk te maken waarmee we effectief breken met het besparingsbeleid.
We hopen dat de PVDA daar ook lessen uit trekt en niet in dezelfde vallen trapt. Coalities, zelfs op het lokale terrein van de gemeenteraden, met de ‘linkerzijde’ van het besparingsestablishment, lijken ons bijzonder gevaarlijk. De tactische oproep tot een kartel met SP.a en Groen in Antwerpen – wellicht in de wetenschap dat beide partijen daar niet tot bereid zijn – geeft aan dat PVDA bereid is om heel ver te gaan om tot coalities te komen. De eisen en het programma waarmee de PVDA naar buiten komt, worden nu al aangepast aan wat voor de toekomstige coalitiepartners aanvaardbaar is. Op termijn kan dit de weerstand ondermijnen tegen de druk van het establishment om in de logica van dit systeem te stappen.
LSP is voorstander van een brede linkse strijdpartij die meer te bieden heeft dan ‘stem volgende keer voor mij’. De volledige radicale linkerzijde, de PVDA in de eerste plaats, heeft daar een rol in te spelen. Een brede linkse strijdpartij waarin al wie zich tegen het besparingsbeleid verzet een plaats vindt, gekoppeld aan een gedurfd programma dat resoluut breekt met de logica van dit systeem, is de beste garantie om tot echte verandering te komen. Wil je dit idee versterken en ons programma ondersteunen? Sluit dan aan bij LSP.
[divider]
Dit artikel zal in de oktobereditie van maandblad ‘De Linkse Socialist’ verschijnen. Steun socialistische media zoals socialisme.be en maandblad ‘De Linkse Socialist’ door je te abonneren op ons maandblad.
-
Regering kon arbeidersbeweging niet breken. Welke strategie om te winnen?

Foto: socialisme.be Van bij haar aantreden twee jaar geleden, wou Michel I doen wat de vorige rechtse regeringen Martens-Gol-Verhofstadt in de jaren ’80 nooit konden: de ruggengraat van de arbeidersbeweging breken zoals Thatcher toen in Groot-Brittannië. We zijn intussen talloze vakbondsmeetings en -concentraties verder. We hebben de voorbije twee jaar massaal betoogd, trokken sociale lagen mee die doorgaans moeilijk in beweging komen. Veel bedrijven en sectoren hebben dagen- tot soms maandenlang gestaakt. Na de algemene staking van 15 december 2014 bleef de regering amper overeind. Aan strijdbaarheid geen gebrek, maar winnen vereist ook een juiste inschatting van de situatie, een methode en een programma.
dossier door Eric Byl uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Voor de vakbondsleidingen was de vorming van een homogeen rechtse regering in oktober 2014 een echte schok. Ze hadden het niet zien aankomen. Tot enkele maanden tevoren waren alleen Vlaamse patroons ervoor gewonnen. Zelfs het verbond van de grote Belgische patroons (VBO) stond weigerachtig tegenover die flamingante avonturiers die het land willen besturen zoals men een frietkot beheert. Maar dat was voor de verkiezingen van mei 2014. N-VA werd daarin de grote overwinnaar en vooral… een tripartite behaalde voldoende zetels voor een federale meerderheid. Dat was een unieke opportuniteit voor de Belgische burgerij. Ooit zou ze met de N-VA opgescheept zitten. Haar in de regering opnemen – in ruil voor het bevriezen van het nationale vraagstuk – stond garant voor een lucratief ultra-liberaal beleid, maar zou mogelijk de arbeidersbeweging haar duivels doen ontbinden. Met een klassieke tripartite achter de hand, die desnoods zonder nieuwe verkiezingen kon overnemen, werd N-VA plots wel een optie.
Als ‘kracht van de verandering’ kan N-VA zich geen half werk veroorloven. Dat geldt ook voor Michel. In een regering kruipen met slechts 1 op de 5 Franstalige kiezers, heeft enkel zin als de lat hoog ligt. Michel wil ons “DNA wijzigen”, ons zonder protest lijdzaam langer en harder doen werken. Als dat niet lukt, kan zijn partij gedurende decennia een kruis maken over machtsdeelname en is het hoogtepunt van zijn carrière voorbij. Open VLD wil haar rechtse kiezers die de voorbije jaren overliepen naar N-VA terug winnen door zich zo rechts mogelijk op te stellen. N-VA moet dan mee, maar dreigt meteen een deel van haar bredere achterban te verliezen. CD&V tenslotte weet dat ze in Vlaanderen voor een centrum-linkse coalitie onmisbaar is, maar niet voor een rechtse.
Correcte inschatting onontbeerlijk
Een correcte inschatting van de situatie is onontbeerlijk in sociale strijd. Inbinden strookt niet met de bestaansreden van deze regering. Bovendien heeft iedere coalitiepartner haar eigen redenen om niet toe te geven. Als deze regering niet valt, zal ze met nieuwe anti-sociale maatregelen blijven komen. Aanvankelijk leek dat duidelijk voor de vakbondsleidingen. Nog voor de regering in het zadel zat, begon een eerste actieplan te lopen. LSP waarschuwde toen al niet in de val te trappen van verdeeldheid tussen rode en groene syndicalisten en evenmin tussen Vlamingen, Walen, Brusselaars en migranten. Dat bleek toen nog voorbarig. De militanten werden op 23 september 2014 opgewarmd met een concentratie in gemeenschappelijk vakbondsfront in Brussel en dat front hield stand gedurende heel het eerste actieplan dat liep tot en met 15 december en de regering uiteindelijk deed wankelen.
Hebben de vakbondsleidingen toen beseft welke kracht ze hadden opgewekt en deinsden ze terug voor de gevolgen? Kreeg de ACV-leiding beloftes in het Arco-dossier? Was het de schrik om de schijnheilige nationale éénheid na de aanslagen op Charlie Hebdo te breken? Wellicht speelde dat allemaal mee toen het ACV met een zeer nipte meerderheid op haar nationale raad in februari 2015 een schandalig loonakkoord tekende. Eigenlijk herzag de ACV-top haar inschatting van de situatie. Voortaan werd geen actie meer gevoerd tegen de regering, maar voor een evenwichtiger beleid. De indexsprong en het optrekken van de pensioenleeftijd werden niet officieel aanvaard, maar het verzet ertegen ingeruild voor een zogenaamde taxshift. Het ACV was daar al tijdens het eerste actieplan fors op beginnen hameren, bijgetreden door een deel van de linkerzijde. LSP waarschuwde toen al om rechtvaardiger fiscaliteit niet als pasmunt te gebruiken voor het opgeven van ons verzet tegen de andere maatregelen van Michel I. We wezen er ook op dat een taxshift uitgewerkt door de rechtse regering wellicht het omgekeerde van een rechtvaardiger fiscaliteit zou opleveren.
De ABVV-leiding beging de fout om niet direct na 15 december het actieplan te evalueren op interprofessionele militantenvergaderingen en algemene vergaderingen op de werkvloer. Door de onverzettelijkheid van de regering zou dat wellicht tot een nieuw harder actieplan of zelfs direct een 48-urenstaking hebben geleid. Het zou de ACV-top onder druk hebben gezet om mee te gaan. Maar de ABVV-leiding liet de regering tijd om te herstellen en ook om de ACV-top te bewerken. Die greep de kans, met het vuur van de acties wat verderaf, om haar achterban in de pas te doen lopen. De ABVV-leiding slaagde er wel nog in een nieuwe vakbondsconcentratie op 11 maart 2015 af te dwingen, maar intussen waren er ook in het ABVV steeds meer stemmen die er openlijk voor uit kwamen dat ze geen zin hadden in actie.
Was het dan een maat voor niets? Die vraag werd op de betoging van 7 oktober 2015 beantwoord. Er heerste toen zeker geen groot enthousiasme. De frustratie over de kloof tussen de mogelijkheden van het eerste actieplan en wat de vakbondsleidingen er maar uit haalden, zat nog hoog. Toch werden velen verrast door de massale toeloop van 100.000 hoofdzakelijk militanten die tot de actieve vakbondskernen waren toegetreden in de loop van het actieplan een jaar eerder. Het werd nadien bevestigd in peilingen waarin ruime meerderheden de nood aan vakbonden erkenden, in de toename van het aantal vakbondsleden en het aantal kandidaten in de sociale verkiezingen. De regering heeft veel binnengehaald, maar de ruggengraat van de arbeidersbeweging heeft ze niet gebroken en dat zal ze vroeg of laat ondervinden. Heeft dat ermee te maken dat ze de doelstelling van een begrotingsevenwicht tegen 2018 laat varen?
Afwezigheid methode en programma verzwakt en verdeelt
De talloze interprofessionele vergaderingen, zeker die met tussenkomsten van de militanten, en de algemene personeelsvergaderingen op de werkvloer die helaas nog te weinig georganiseerd werden, waren beslissend voor het succes van het eerste actieplan. Heel af en toe vormden delegaties van verschillende bedrijven op eenzelfde industrieterrein een stakerscomité. Dat maakt allemaal deel uit van een traditie die de voorbije decennia grotendeels verloren is gegaan en op heel wat nieuwe werkplaatsen nooit bestaan heeft. Dat herstellen en er een automatisme van maken, zal tijd en vindingrijkheid vergen. Maar waar het gebeurde, bevorderde het de deelname, zorgde het voor een toestroom van nieuwe militanten, ook op de piketten. Het dwong de vakbondsleidingen tot concrete ordewoorden: intrekken van de indexsprong en vrije loonsonderhandelingen, een sterke sociale zekerheid en het behoud van brugpensioenen, een relancepolitiek van creatieve investeringen, het behoud van de openbare diensten en het ambtenarenstatuut, en tenslotte rechtvaardige belastingen door een evenwichtige bijdrage uit kapitaal.
Dat is nog heel ver verwijderd van wat nodig is, maar veel beter dan de oproep voor de nationale betoging van het gemeenschappelijk vakbondsfront op 29 september. Dan gaan we officieel de regering ‘geen gelukkige verjaardag’ wensen en politici en werkgevers oproepen tot ‘een serieus engagement’. Hoe zijn we daar aanbeland? Er worden geen of nauwelijks nog interprofessionele militantenvergaderingen gehouden en indien wel, worden ze genegeerd of zelfs geboycot door centrales die er al lang van uit gaan dat we de regering maar best uitzitten. Denken ze dat mensen dan anders zullen stemmen? Dat zou flink tegen kunnen zitten, fatalisme is zelden een game-changer.
Intussen is van democratische besluitvorming geen sprake meer. Dat heeft ook andere gevolgen. Op de werkvloer, vooral tijdens personeelsvergaderingen is de druk voor eenheid groot, sectarisme tegen andere bonden en niet-gesyndiceerden wordt er snel afgestraft, maar hoe verder van de werkvloer verwijderd, hoe groter de verdeeldheid. Op 9 oktober 2015 staakte CGSP-Cheminots alleen tegen het protocolakkoord bij de NMBS, zonder ACV-transcom, maar ook zonder ACOD-Spoor dat voor het eerst ooit openlijk afstand nam van haar federale structuur en dat zonder de achterban te raadplegen. Door het gekibbel van de bonden, zagen de spoordirecties de kans om het stakingsrecht met deurwaarders en dwangsommen aan banden te leggen. We vrezen dat ze strafdossiers aanleggen tegen strijdbare militanten om die zonodig met ontslag af te dreigen.
Bij de start van het tweede actieplan in april dit jaar, was omzeggens niets meer gemeenschappelijk. Het ACV betoogde de dag na drie verschillende militantenconcentraties van het ABVV in Brussel, Luik en Charleroi. Op 31 mei betoogde de openbare dienstencentrale van het ACV in Brussel, terwijl de tegenhanger bij het ABVV in verspreide slagorde actie voerde in Gent, Waver en Namen. Dat de ACOD-voorzitster Chris Reniers enkele dagen voordien in de media de deur op een kier zette voor sancties tegen de stakende penitentiaire agenten in Wallonië en Brussel, zal er niet vreemd aan zijn. Met lede ogen zien strijdbare militanten hun vakbondsleidingen vooral elkaar, in plaats van de regering en de patroons, bekampen en dat terwijl de aanvallen maar blijven komen.
Vakbondsleiding ingehaald door spontane acties
Het is niet meer dan logisch dat werknemers ten einde raad zelf het initiatief nemen. Meestal springen de vakbonden dan wel bij, maar helaas niet altijd. De staking van de bagage-afhandelaars op Zaventem werd aanvankelijk in de media, door patroons en politici, afgebrand als “die teveel”. Maar toen hun vakbonden publiek maakten dat de patroon weigerde de overuren die gepresteerd werden na de aanslagen van 22 maart correct uit te betalen, sloeg de stemming om. Hun collega’s luchtverkeersleiders die net tevoren in actie gingen omdat hun patroon de nasleep van de aanslagen trachtte te misbruiken om hun pensioenregeling inderhaast overboord te gooien, stonden echter alleen. Ze werden afgeschilderd als gepriviligieerden, corporatisten en van alle kanten bedreigd. Op de eigenlijke reden van de staking werd nauwelijks ingegaan, helaas ook niet door de vakbonden.
Liefst 55 dagen staakten de penitentiaire agenten in Wallonië en Brussel. De regering zette de politie in, dan het leger en lanceerde een mediacampagne over de erbarmelijke condities waarin gevangenen moeten leven, alsof ze dat nu pas ontdekt had. Niets leek te werken. Tot de regering er met communautair onevenwichtige voorstellen in slaagde de Vlaamse bonden af te kopen en de staking in Wallonië en Brussel dood te laten bloeden. Vlaamse penitentiaire agenten zouden moeten weten dat ze die toegevingen nooit gekregen hadden zonder de strijd van hun Brusselse en Waalse collega’s. Bij het spoor was het afnemen van een bijkomende kredietdag en het optrekken van de productiviteit met nog eens tien procent de druppel die de emmer deed overlopen. Een spontane staking, waarbij ook veel personeelsleden betrokken waren die nooit eerder deelnamen, overspoelde het land. Uiteindelijk erkenden de vakbonden de staking, maar om ze zo snel mogelijk te doen landen op een akkoord waarin de directie vrijwel alles binnenrijfde en de werknemers het moeten stellen met vage beloftes.
Als de vakbondsleidingen geen initiatief nemen, terwijl aanvallen blijven komen in een situatie die nu al ondraaglijk is, zal dat onvermijdelijk tot nieuwe spontane acties leiden. Het is een kwestie van tijd voor de eerste bedrijfsbezettingen er komen. De regering ziet de bui hangen. Ze wil het stakingsrecht inkapselen in het sociaal overleg en spontane – zij noemt het “wilde” – stakingen zo goed als onmogelijk maken en onderwerpen aan allerlei sancties. Dat kan de arbeidersbeweging een tijdlang intimideren. De vakbondsleidingen hadden dat gemakkelijk kunnen keren, door net zoals delen van het FGTB, de stakende penitentiaire agenten en spoormannen ter hulp te snellen. In plaats daarvan werd de timing van het actieplan misbruikt als excuus om afzijdig te blijven. Het doel van een actieplan is: geen acties zonder vervolg en systematisch krachtsverhoudingen opbouwen. Het is absurd om van de stakers te eisen dat ze zich aanpassen aan de opgestelde kalender: als de concrete situatie het vereist, moet de kalender aangepast. Dat gebeurt trouwens al. Sinds de regering haar beleidsverklaring uitstelde tot ten vroegste 9 oktober, wordt met geen woord meer gepiept over de aangekondigde algemene staking op 7 oktober. De agenda aanpassen aan de regering kan blijkbaar wel.
Geen enkel ordewoord, hoe toepasselijk het in bepaalde omstandigheden ook mag zijn, is dat altijd in alle omstandigheden. In 1997, tijdens de sluiting van Renault-Vilvoorde, had de leiding van de metaalbond het correcte verlangen naar ‘internationale solidariteit’ misbruikt om de aandacht af te leiden naar Frankrijk, weg van een mogelijk front van Renault-arbeiders met die van het bezette staalbedrijf in Clabecq. Sinds de trojka neerstreek in Griekenland ‘organiseerden’ de vakbonden maar liefst 42 algemene stakingen, sommige waren heel sterk, maar andere hadden als voornaamste resultaat de totale uitputting van de beweging. Strijdbare syndicalisten mogen zich daardoor niet laten ontmoedigen. De arbeidersbeweging heeft een enorm incasseringsvermogen, juist omdat ze zo’n kolossale productieve kracht is. Zelfs na oorlog, wanneer ze zo goed als met de grond gelijk gemaakt is, slaagt ze er telkens weer in om zich op verrassend korte termijn te herstellen. Op 29 september en andere mobilisaties, moeten we net zoals in 2014 gebruik maken van iedere opening om zoveel mogelijk collega’s actief te betrekken. We weten nu wat het potentieel is, hebben de voorbije jaren wellicht een stuk naïviteit verloren, die ervaring moeten we delen onder elkaar en met de talloze collega’s die de komende weken, maanden en jaren eveneens gedwongen zullen worden om in actie te gaan.
-
Besparingsmachine draaide ook in de zomer op volle toeren, dit najaar de strijd ertegen organiseren

Foto: MediActivista De regering verklaarde tot voor kort dat ze tegen 2018 een begroting in evenwicht wilde bereiken. Volgens het Planbureau is daar 8 miljard euro voor nodig. De regering stelde dat ze in 2016 en 2017 samen voor 2,4 miljard euro aan maatregelen wil nemen. Er was maandenlang verwarring over de cijfers.
Artikel door Baptiste (Henegouwen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
De grote verschillen in de cijfers zijn deels toe te schrijven aan verschillende boekhoudkundige inschattingen die verbonden zijn aan de eerste tax shift en de gevolgen van de besparingsmaatregelen die al genomen zijn: negatieve gevolgen voor de koopkracht, het gewicht van de cadeaus aan de werkgevers op de tekorten, …
Achter de cijferdiscussie zit een ander debat. Er wordt een politieke keuze gemaakt om de vermindering van het begrotingstekort over een langere termijn te spreiden om meer nadruk te kunnen leggen op ‘structurele’ hervormingen. Anders gezegd: het besparingsbeleid heeft niet het gewenste effect, maar toch gaat de regering verder op het ingeslagen pad.
Pogingen om het beleid goed te praten falen. De cijfers van de economische groei zijn positief, maar blijven onder de inflatie. De consumptie door gezinnen volgt bovendien niet, deze zomer raakte bekend dat de kleinhandel in België in de eerste zes maanden van dit jaar 2,4% minder verkocht. Enkel in België en Griekenland was er een terugloop.
Kris Peeters wil nog flexibelere en goedkopere arbeid
Kris Peeters maakte van de op sociaal vlak rustige zomerperiode gebruik om zijn voorstellen over ‘werkbaar werk, wendbaar werk’ in een wetsvoorstel te gieten. Sinds begin dit jaar zorgen deze voorstellen al voor heel wat ongenoegen. Terecht: ze betekenen het einde van de 8-urendag en de 38-urenweek en zetten de deur open voor werkweken tot 45 of zelfs 50 uur. Deze maatregelen gaven aanleiding tot het tweede actieplan met de betoging van 29 september en de staking van 7 oktober.
De arbeidsvoorwaarden afbreken volstaat niet voor Kris Peeters. Hij wil ook de lonen aanpakken. Daartoe werkt Peeters aan een wetsvoorstel om de wet van 1996 over het concurrentievermogen aan te passen. Die wet stelt dat de tweejaarlijkse loonnorm die in het Interprofessioneel Akkoord vastgelegd wordt moet vergeleken worden met de loonontwikkelingen in de buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland). Het doel is collectieve onderhandelingen over loonsverhogingen aan banden te leggen. Sinds 2009 is er in de praktijk sprake van een loonbevriezing. Maar ook dat volstaat niet voor deze regering! Ze wil de berekeningswijze verder aanpassen om de onderhandelingsruimte nog meer te beperken. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de vermindering van sociale bijdragen van de werkgevers. De regering wil fors hogere sancties indien bedrijven of sectoren de loonnorm overschrijden.
Waarom worden deze ‘structurele’ hervormingen voorgesteld? De regering heeft het over de concurrentiekracht en de loonhandicap in vergelijking met de buurlanden. Met onder meer de indexsprong en de invoering van een minimumloon in Duitsland is de zogenaamde loonhandicap verdwenen. Maar de neerwaartse spiraal moet uiteraard verdergaan en dus wordt een herziening van de berekening van de loonhandicap voorgesteld.
Het gaat om regelrechte aanvallen op onze sociale verworvenheden en onze levensstandaard om een steeds grotere transfer van rijkdom naar de elite te organiseren. Terwijl er voor ons een eeuwige loonstop wordt bepleit, eist N-VA dat het loonplafond van 650.000 euro per jaar voor topmanagers in publieke bedrijven wordt afgeschaft. Ondertussen maken de grootste bedrijven in ons land grote winsten en kunnen ze gebruik maken van fiscale spitstechnologie om amper belastingen te betalen. Deze regering verdedigt de belangen van de kleine minderheid van superrijken tegenover die van de overgrote meerderheid van de bevolking.
Werkgevers vragen nog meer inspanningen van hun regering
De aankondiging van de wetsvoorstellen over flexibiliteit en de loonstop leidde tot ontevredenheid bij het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Topman Pieter Timmermans vond het allemaal onvoldoende: de flexibiliteit is niet flexibel genoeg en de lonen worden nog niet genoeg aan banden gelegd. De werkgevers willen dat deze regering verder gaat, ze willen zoveel mogelijk binnenhalen.
De inflatie is dit jaar opgelopen tot 1,6% in België, dat is veel meer dan alle buurlanden. Het leidt ertoe dat de indexering van de lonen opnieuw in het vizier komt te liggen. Kris Peeters vroeg een studie om de oorzaken van de inflatie te onderzoeken. Wat een hypocrisie! Het is het beleid van de regering-Michel zelf dat verantwoordelijk is voor deze inflatie. Denk maar aan de verhoging van BTW op elektriciteit van 6 tot 21% of de Turteltaks waardoor de elektriciteitsprijzen met 40,6% verhoogd zijn. De verhoging van het inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs draagt ertoe bij dat onderwijs 29% duurder werd. De verhoging van de accijnzen op alcohol en tabak zorgden voor een prijsstijging met 7%.
De regering zal wellicht nog niet meteen overgaan tot de volledige afschaffing van de indexering van de lonen. Er wordt eerst gezocht naar methoden om die indexering verder uit te hollen. Zo stelde de N-VA voor om de prijsverhogingen als gevolg van regeringsbeslissingen uit de index te halen, hierdoor zouden de accijnsverhogingen en BTW-verhogingen niet meegerekend worden. Agoria, de werkgeversfederatie in de technologische industrie stelde voor om de lonen met 30 euro te verhogen in plaats van een indexering. Dit zou betekenen dat alle lonen het moeten stellen met de indexering van het minimumloon. Voor een gemiddeld loon komt dit neer op een verlies van 384 euro op jaarbasis!
Er wordt ook onderhandeld over een verlaging van de vennootschapsbelasting tot 20% waarbij de enige discussie onder de rechtse partijen beperkt lijkt te zijn tot de vraag hoe wij dit miljardencadeau zullen betalen. De verlaging van de vennootschapsbelasting moet de afschaffing van onder meer de excess profit rulings en de notionele intrestaftrek opvangen. Die fiscale cadeaus gaan immers zelfs voor de Europese Commissie te ver. In plaats van de cadeaus af te schaffen, wil de regering ze nu veralgemenen voor alle werkgevers. De miljardenkost wil werkgeversfederatie VOKA opvangen met BTW-verhogingen: werkenden en uitkeringstrekkers moeten er dus voor opdraaien.
Nieuw actieplan uitbouwen
In september worden de acties tegen het asociale beleid hernomen. Deze tweede fase van het actieplan heeft als voordeel dat er een gemeenschappelijk vakbondsfront is. Dit kan de mobilisatie naar zowel de nationale betoging als de algemene staking van 7 oktober versterken. Die acties vormen een kans om een krachtsverhouding tegenover deze regering op te bouwen. Een mobilisatie- en informatiecampagne op de werkvloer met personeelsvergaderingen is nodig om van de acties een succes te maken en de strijd tegen de rechtse regering op te voeren.
Wat moet het doel van onze acties zijn? Een teken van leven geven naar aanleiding van de tweede verjaardag van de rechtse regering? Dat is wel heel beperkt. De regering tot onderhandelingen dwingen? Dat is utopisch, het DNA van deze regering bestaat uit sociale afbraak. Kwamen er toegevingen na de betoging van eind mei en de staking van 24 juni? Niet bepaald. Kris Peeters kwam integendeel met zijn wetsvoorstellen voor meer flexibiliteit en lagere lonen. Moeten we wachten tot in 2019 om tot verandering te komen? Dat betekent dat we de regering nog eens bijna drie jaar van harde besparingen laten doorvoeren. Na de verhoging van de pensioenleeftijd, de indexsprong, de tax shift, … zal deze regering niet inbinden.
We moeten met het actieplan de regering doen vallen en het momentum gebruiken om eindelijk te bouwen aan een politieke vertaling van onze eisen en bekommernissen. Het idee dat de vakbonden zich moeten beperken tot een sociale tegenmacht die lobbyt bij de historische politieke partners botst op de realiteit dat alle gevestigde partijen het neoliberalisme verdedigen. Deze strategie kon enkel een zeker effect hebben in een periode van economische groei. Dit model van een ‘sociaal pact’ is door de crisis van het kapitalisme beëindigd om plaats te maken voor een confrontatiemodel. We moeten breken met de gevestigde politieke partijen om de impasse te doorbreken en een politiek alternatief op te bouwen. Zo’n alternatief moet de productie en distributie in dienst stellen van de behoeften van de bevolking in plaats van de inhaligheid van een kleine minderheid van superrijken.
-
Allemaal samen tegen Michel op 29 september!
Op 29 september betoogt het gemeenschappelijk vakbondsfront. Waarom? Als we Michel en co moeten geloven is onze koopkracht toegenomen, zijn onze diensten efficiënter geworden, onze uurroosters beter afgestemd op het gezinsleven en staan de bazen in de rij om ons aan te werven. In werkelijkheid draait de begroting in de soep, is de arbeidsdruk onhoudbaar, valt de dienstverlening uit, en sta je er door de regeringspolitiek op het einde van elke maand slechter voor dan de vorige. Ook jobs, jobs, jobs, de laatste strohalm van de regering, is met de sluiting van Caterpillar en de herstructureringen bij Axa en Makro – helaas – onderuit gehaald.LSP-pamflet in aanloop naar 29 september. PDF
Deze zomer was het personeel van de noodcentrales bijna de pineut. Iemand overleed na drie keer vruchteloos het noodnummer bellen. Uiteindelijk was dat te wijten aan schrijnend personeelstekort. Hoeveel doden…? Kort daarna bleek uit het relaas van een jonge verpleegster dat de werkdruk en de hygiëne in het zorghotel waar ze werkte, net als de levensomstandigheden van de bejaarden, onaanvaardbaar zijn. Negen koks uit bejaardentehuizen klaagden aan dat hun op winst beluste werkgevers eisen dat ze voor 3 euro 3 maaltijden/dag verzorgen. Een enquête van de christelijke onderwijsbond toonde dat leraars in het kleuter en lager onderwijs zelf lesmateriaal aankopen omdat scholen geen budget hebben. Steeds meer ouders kunnen het ‘gratis’ leerplichtonderwijs niet meer betalen. Bpost wil vluchtelingen als postbode omdat gewone stervelingen het na enkele generaties georoute niet meer aankunnen. Een treinbegeleider voelt er zich slecht bij oudere reizigers die niet met de automaten overweg kunnen een toeslag van 7 euro te moeten aanrekenen. We zijn er zeker van dat dit slechts het topje van de ijsberg is.
Toch vindt de regering het ongehoord dat de overheidsuitgaven meer dan 50% van het BBP belopen. Denkt ze dat we nog in de 19de eeuw leven? Geen patroon wil nog ongeschoolde werknemers, onverharde wegen, met paarden voortgesleepte boten en een communicatie gebaseerd op telegrafie. Allen willen supersnel internet, hooggeschoolde werknemers, wegen met het oppervlak van een biljarttafel en havens waar de grootste megatankers kunnen aanmeren. Dat vergt geld, veel geld en degelijke administratie. Maar de regering geeft dat liever aan bevriende patroons, aan Caterpillar, Makro en AXA die vandaag schaamteloos duizenden gezinnen broodroven. Omdat ze verlies maken? Omdat ze minder winst maken? Neen, omdat de aandeelhouders die met moeite weten wat daar nu juist geproduceerd wordt, steeds hogere dividenden eisen.
We hadden Michel in 2014 moeten wegstaken
De vakbondsleiders begingen in 2014 een fout. Ze hadden de regering moeten wegstaken. Ze hadden kunnen vermijden dat die in beroep ging tegen Europa om 940 miljoen euro onterechte overheidssteun van een handvol multinationals NIET terug te eisen. Ze hadden kunnen voorkomen dat ze zou weigeren het belastingverlies van Apple – door de Ierse vluchtweg – juridisch op te eisen. Door haar niet ten val te brengen, hebben ze de zwakke, onderling verdeelde regering de kans geboden om het besparingsbeleid op te drijven. Werkbaar werk om tot 67 door te kunnen gaan, werd daardoor wendbaar werk met meer flexibiliteit, een einde aan de 8-urendag en de 38-urenweek en meer overuren. Er komt geen lijst meer van zware beroepen, maar van bezwarende omstandigheden, werknemer per werknemer te beoordelen. De loonnorm wordt strikter, met hogere boetes bij overschrijding en compenseerbaar bij een volgend akkoord. De daling van de vennootschapsbelasting daarentegen wordt een gigantisch Sinterklaasfeest.
Het is geen toeval dat de deelname aan officiële vakbondsacties afneemt, terwijl spontane stakingen beter opgevolgd worden. Dat een aantal vakbondsleiders spontane stakingen in het beste geval met duidelijke tegenzin ondersteunden en in het slechtste botweg lieten doodbloeden, is onaanvaardbaar. Dat ze zoveel energie verspillen aan onderling gekibbel en meegaan in communautair gestook, is triest. Het scepticisme aan de basis over de actiebereidheid van de vakbondsleidingen is begrijpelijk, maar er zijn ook veel militanten, delegees en secretarissen die hun uiterste best doen. Hen versterken we niet door afwezig te blijven, maar door zo massaal mogelijk te mobiliseren naar de betoging van 29 september. Als we met veel zijn, kan de vakbondsleiding moeilijk terug en zal de regering haar toon moeten milderen. Zijn we met weinig, dan zal de regering daaruit zelfvertrouwen putten voor nog driestere aanvallen.
Hoe mobiliseren? Spreek je collega’s aan, maak een afspraak om samen naar de betoging te gaan. Vraag je syndicale afgevaardigde om een pamflet te verdelen of een personeelsvergadering te organiseren. Stel je vrienden en familie voor om mee te gaan betogen. Hang een affiche aan je raam of bij handelaars in de buurt. Op school kan een mobilisatiecomité opgezet worden onder jongeren om met het personeel naar de betoging te gaan.
Maar is er wel een alternatief?
Neem Caterpillar. Die wil capaciteit afbouwen en de dividenden optrekken. Politici laten wat krokodillentranen, maken een selfie, zijn kwaad over de vele fiscale geschenken die verloren gaan, maar leggen zich vlot neer bij ‘een beslissing die aan de andere kant van de Oceaan werd genomen’. Systemische banken werden genationaliseerd, maar is Caterpillar ook niet systemisch? Bedreigt die sluiting niet een hele gemeenschap? Sleurt die niet talloze toeleveranciers, onderaannemers en zelfstandigen mee in haar val? Caterpillar wil capaciteit afbouwen, geen concurrent creëren. Eens zien welke site zou sluiten als Caterpillar wist dat daar ergens een overheid zit die de productiecapaciteit niet zomaar bij het schroot wil zetten. Betaald is er al, met talloze fiscale geschenken.
Wou Michel bovendien niet investeren in infrastructuur? De machines staan voor het grijpen. Terwijl we daarmee onze infrastructuur oplappen, kan Michel de creativiteit van onze universiteiten bundelen om een ‘duurzaam project’ uit te dokteren voor een ‘multifunctionele machinefabriek’ als die in Gosselies. Hij kan meteen het genationaliseerde Belfius op zoek laten gaan naar vers geld in plaats van gezinnen aan te porren tot risico’s op de kapitaalmarkt. Dat zou pas een ‘geïntegreerd industrieel beleid’ zijn. Democratische inspraak en beheer door de arbeiders en de gemeenschap zouden een rem zetten op snel gewin door eigenaars voor wie de regio geen betekenis heeft, maar integendeel een langetermijnvisie garanderen.
Gaan we daarvoor wachten tot de volgende verkiezingen? Tegen dan zitten de arbeiders van Caterpillar verbitterd thuis. Een goed deel van de vertrekpremie zal door de overheid afgeroomd zijn. Sinds eind 2013 is een ontslagpremie immers niet meer cumuleerbaar met een werkloosheidsuitkering en ook de fiscus zal ons weten te vinden. In plaats van de grote kiesverschuiving zou fatalisme van links, rechts opnieuw aan een overwinning kunnen helpen. Het bedrijf bezetten, de regio mobiliseren om het gewest en de federale regering voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen en vanaf 29 september met heel de Belgische arbeidersbeweging een vuist maken voor een totaal ander economisch, politiek en sociaal beleid, dat zou pas de krachtsverhoudingen keren.
LSP ontkent het belang van verkiezingen niet, maar die zijn onlosmakelijk verbonden met de sociale strijd en die kan niet altijd wachten tot de verkiezingsdatum. De arbeidersbeweging heeft een strijdpartij nodig. Dat is wat velen hopen dat Corbyn van Labour zal maken in Groot-Brittannië, wat veel Grieken hoopten dat Tsipras van Syriza zou maken, wat veel kiezers van Sanders hoopten dat hij in de VS zou doen en wat veel Spanjaarden hopen dat Podemos zal worden. Vind jij ook dat een linkse partij een strijdpartij moet zijn en meer moet bieden dan ‘stem volgende keer voor mij’? Sluit dan aan bij LSP en help ons dit inzicht verspreiden.
-
Allemaal samen naar de betoging van 29 september
Twee jaar Michel 1: de rijken ontvangen, de rest betaalt
Je merkt het in je portemonnee: alles wordt duurder. Van voeding over telecom tot elektriciteit. De inflatie in België is opgelopen tot 1,6%, het hoogste niveau in heel Europa. De stijgende levensduurte is het gevolg van het regeringsbeleid met de verhoging van de BTW op elektriciteit, accijnzen en tal van taksen voor de bevolking.Artikel door Boris (Brussel)
De vermindering van onze lonen heeft de zogenaamde ‘loonhandicap’ tegenover de buurlanden weggewerkt. Maar voor deze regering volstaat dit niet. Ze wil nu ook de ‘wet van 1996 op het concurrentievermogen’ herzien om de lonen de komende tien jaar op dieet te zetten. De hervorming van de arbeidsmarkt, de wet-Peeters, had aanvankelijk tot doel om het werk haalbaar te maken ter compensatie van de verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar. Maar dat is omgevormd tot een voorstel om een einde te maken aan de 38-urenweek waardoor straks werkweken van 45 of zelfs 50 uur mogelijk worden.
Langs de andere kant heeft de regering maar liefst 12 miljard euro cadeau gedaan aan de grote bedrijven via allerhande fiscale voordelen. Voor multinationals is België een fiscaal paradijs. Het gaat zo ver dat een aantal technieken om belastingen te ontwijken onaanvaardbaar zijn voor de OESO en de Europese Commissie. De excess profit rulings en de notionele intrestaftrek moeten hierom herzien worden. In plaats van de grote bedrijven te laten bijdragen, wil de regering de vennootschapsbelasting verlagen en ondertussen de besparingen doorzetten waarbij de sociale zekerheid wellicht opnieuw in het vizier komt te liggen.
Twee jaar Michel, twee jaar besparen. Betoging op 29 september
In het kader van het tweede actieplan tegen het asociale beleid organiseren de vakbonden een nieuwe nationale betoging in Brussel op 29 september. Die betoging is gericht tegen alle asociale maatregelen die de regering de afgelopen twee jaar nam. In het actieplan werd dit gekoppeld aan een nationale algemene staking op 7 oktober, de verjaardag van het aantreden van de regering.
Heeft het zin om te betogen en actie te voeren? Als we met weinig zijn, zal de regering daar zelfvertrouwen uit halen om de aanvallen verder te zetten. Als we echter weer met 100.000 of meer zijn, zal de regering een andere toon moeten zoeken en kunnen we het klimaat creëren om meer mensen mee te trekken in de staking van 7 oktober en in de opbouw van de druk na die staking.
Redenen om te protesteren zijn er genoeg. De vele voorbeelden van sociale wantoestanden in de zorgsector, het onderwijs, de noodcentrales, de sociale sector, … bevestigen dit. Blijf niet aan de kant staan en doe mee. Iedereen kan een actieve rol spelen. Spreek over de betoging met je collega’s, vraag aan je syndicale afvaardiging om een personeelsvergadering te organiseren indien dit nog niet voorzien is. Stel aan vrienden of familieleden voor om mee te betogen. Hang een affiche aan je raam of bij handelaars in de buurt. Op school kan een klein mobilisatiecomité opgezet worden onder jongeren om samen met het personeel naar de betoging te gaan.
De regering-Michel staat op geen enkel vlak sterk. De arbeidersbeweging heeft de mogelijkheid om deze regering ten val te brengen. Maar dan is er ook nood aan eigen politieke stemmen. Als de vakbonden hun banden met de traditionele politieke partners breken en een kordaat initiatief nemen dat openstaat voor nieuwe sociale bewegingen, de PVDA en andere linkse organisaties zoals LSP, dan kan het politieke landschap van dit land hertekend worden. LSP wil daaraan meewerken en tegelijk zal het blijven opkomen voor een perspectief van socialistische maatschappijverandering.

Foto: PPICS
