Tag: Beppe Grillo

  • Italië. Europese verkiezingen tussen besparingen en onstabiliteit

    Door Giuliano (ControCorrente, Italië)

    Grillo en Renzi

    Het ontstaan van de regering-Renzi, de derde opeenvolgende niet-verkozen regering die werd aangesteld na overleg tussen de onvermoeibare binnenkort 88-jarige president Giogio Napolitano en de Europese Centrale Bank, zal het ongenoegen en de haat tegenover de gevestigde politiek enkel nog doen toenemen.

    De nieuwe premier Matteo Renzi is nog vrij jong en bouwde een succesvolle politieke loopbaan uit door in te gaan tegen de oude sociaaldemocratische garde van de Democratische Partij. Hij deed dit door zich te omgeven met figuren uit de theaterwereld en met ondernemers die een ‘nieuwe bedrijfsfilosofie’ zouden uitdragen.

    Voor het gevestigde Italiaanse en Europese establishment is Renzi de juiste man op het juiste moment. Er is immers een sterke desintegratie van het volledige politieke systeem. De strategen van het kapitaal denken dat Italië nood heeft aan hervormingen en stabiliteit, onder meer om in het najaar als voorzitter van de Europese raad en in 2015 als gastheer van de Wereldtentoonstelling in Milaan te fungeren. Renzi is een uitdrukking van de roep van de heersende klasse naar stabiliteit. Vandaag zoekt die heersende klasse naar een mooier imago na de vele schandalen rond de voormalige premier Silvio Berlusconi (1) en na het ‘technocratische’ intermezzo.

    Renzi heeft meer ambitie en steun dan zijn voorgangers en hierdoor heeft hij meer maneuvreerruimte. De aanhoudende sociale afbraak die de levensomstandigheden van de meerderheid van de bevolking ondermijnen, de politieke tegenstellingen binnen de ‘grote verantwoordelijke meerderheid’ rond Renzi en de aanhoudende politieke onstabiliteit die Italië blijven kenmerken, geven aan dat de hoop van het establishment op nieuwe stabiliteit wel eens van korte duur kan zijn.

    Bij de laatste verkiezingen in februari 2013 kwam de Vijfsterrenbeweging van Beppe Grillo sterk opzetten. Deze nieuwe beweging haalde meteen 25% van de stemmen! Het is een uitdrukking van de afkeer tegenover de gevestigde politici, het besparingsbeleid, de schandalen en de vele voorbeelden van verraad.

    De afgelopen maanden heeft het erg heterogene karakter van de beweging rond Beppe Grillo parten gespeeld. De beweging slaagde er niet in om eengemaakte standpunten in te nemen rond diverse thema’s. Ook de erg autoritaire en top-down methode om de beweging te organiseren botsen op ongenoegen. Er was een hele reeks parlementsleden die elk op individuele basis uit de beweging stapten. In verschillende regio’s werden dissidenten uitgesloten. De Vijfsterrenbeweging is de gevangene van zijn eigen karakter als virtuele beweging zonder een echt programma en met een weinig georganiseerde sociale basis. De electorale zeepbel zal onvermijdelijk leeglopen en dat zal de frustratie onder een laag van activisten enkel doen toenemen. Velen zoeken naar methoden om de strijd aan te gaan tegen de partijen van de trojka. Toch is het waarschijnlijk dat de Vijfsterrenbeweging bij de Europese verkiezingen nogmaals zal scoren, het laatste hoge resultaat voor de beweging? Een goed resultaat voor de Vijfsterrenbeweging kan de regering-Renzi verzwakken en de vele hervormingsprojecten afremmen. Beppe Grillo is zich bewust van het risico op versnippering van zijn beweging en legde hierom alle kandidaten een ‘contract’ op waarbij ze 250.000 euro aan de beweging moeten storten voor het geval ze het ‘pact’ met de kiezers niet nakomen. Grillo en Casaleggio, de informatica-goeroe en mede-oprichter en eigenaar van de beweging, proberen hun greep op de beweging te versterken door iedere dissidente stem krachtig de kop in te drukken.

    De grote traditionele partijen, de Democratische Partij, Nieuw Centrum Rechts en de heropgerichte Forza Italia, voeren campagnes die op elkaar lijken en weinig losmaken onder de rest van de bevolking. De radicale linkerzijde is niet in staat om op te komen onder de eigen naam, die is immers aangetast door decennia van tactische toegevingen en openlijk verraad. Er is daarom besloten om op te komen achter het beeld van Alexis Tsipras, de leider van het Griekse Syriza die niet erg bekend is in Italië. De ‘lijst-Tsipras’ wordt geleid door een waakcomité van zes intellectuelen, oude dinosaurussen van de radicale linkerzijde en het ‘middenveld’. Mogelijk zal dit tot een ontgoochelend resultaat leiden. In dat geval zal de radicale linkerzijde in Italië, die tot voor kort relatief sterk stond, voor de vierde keer op rij geen enkele verkozene halen bij belangrijke verkiezingen. Dat perspectief dreigt de lange doodstrijd van de Rifondazione Comunista definitief te beëindigen.

    Aan de vooravond van de verkiezingen wordt de Italiaanse politieke situatie gekenmerkt door een sterke dosis onzekerheid en een sterke politieke onstabiliteit. Op dit ogenblik ondergaat de arbeidersbeweging een lawine aan afdankingen, herstructureringen en sluitingen van productiesites. Dit komt echter niet aan bod in het politieke debat. E onvermijdelijke terugkeer van sociale conflicten zal daar verandering in brengen en zal leiden tot discussie over de noodzaak van een nieuw politiek instrument voor de jongeren en werkenden om een offensief te kunnen organiseren tegen het sociale bloedbad dat we momenteel ondergaan.

     

    (1) Berlusconi werd veroordeeld tot vier jaar wegens belastingontduiking en kan zich geen kandidaat stellen bij de verkiezingen. Zijn gevangenisstraf werd omgezet in vier uur gemeenschapsdienst per week

  • De politieke impact van het internet

    Recensie van ‘To Save Everything, Click Here’ (Evgeny Morozov) door Ben Robinson, eerder gepubliceerd in Socialism Today

    morozovDe afgelopen decennia zijn de technologie en de communicatiemiddelen sterk veranderd. Hoe heeft dit de samenleving veranderd? Dat is de fundamentele vraag die in het boek van Evgeny Morozov aan bod komt. Een thema in het boek is het idee dat de technologische ontwikkelingen een specifieke sociale en politieke agenda dragen. Maar zoals Morozov uitlegt, is de ontwikkeling en het gebruik van de technologische mogelijkheden mee bepaald door de bestaande sociale voorwaarden.

    Het boek ‘Click Here’ gaat na hoe nieuwe technologieën en de bijhorende ideologieën een impact hebben op ons dagelijkse leven en potentieel veel meer mogelijkheden hebben naarmate de technologie vooruit gaat. Er wordt een breed spectrum aan gevolgen besproken, van misdaadpreventie tot koken. Een aantal van de vaststellingen bouwt verder op het vorige boek van Morozov, ‘The Net Delusion’ (Lees hier een Engelstalige recensie van dat boek in Socialism Today, juni 2011). Voor socialisten zijn de thema’s in de eerste helft van het boek het meest relevant, namelijk de vraag wat de invloed van nieuwe technologie op politiek is.

    Morozov haalt heel wat voorbeelden aan van topmanagers van nieuwe technologische bedrijven en hun aanhangers die de regeringen verwijten dat ze niet efficiënt, ondemocratisch en een rem op vooruitgang zijn, zeker in vergelijking met de potentiële veranderingen die de nieuwe technologische mogelijkheden bieden. Mark Zuckerberg, de topman van Facebook, stelde in 2008: “We staan nu met het internet op een punt waar de vele toepassingen het mogelijk moeten maken om communicatie zo efficiënt te maken dat mensen een stem zouden hebben en dit zonder grote organisaties met miljoenen mensen die georganiseerd zijn en miljoenen dollars ophalen rond specifieke thema’s.”

    Morozov extrapoleert: “Aangezien mensen zich nu kunnen organiseren zonder organisaties – of het nu partijen of vakbonden zijn – waarom zouden we ons dan bezig houden met die trage en inefficiënte instellingen?”  Met hun aanvallen op regeringen en gevestigde politici vinden de technologiebazen en hun commentatoren een brede steun. Er is een breed gedragen ongenoegen tegenover de politici en historisch lage opkomstcijfers bij verkiezingen, dalende ledenaantallen bij partijen,… Velen zoeken alternatieven op de corrupte incompetente figuren die nu de dienst uitmaken in de parlementen. De ‘tech geeks’ werpen het idee op dat nieuwe technologie een alternatief kan vormen.

    Een van de redenen waarom dergelijke bedrijven deze agenda naar voor schuiven, is om via politieke verandering hun eigen nieuw bekomen socio-economische positie te erkennen. Het prestige van hun bedrijven staat daarbij centraal. Deze topmanagers en eigenaars van nieuwe technologische bedrijven zijn deel van een nieuwe opkomende vleugel van de heersende klasse (zie ook ons artikel ‘De nieuwe kapitalistische elite’). De vrijheid die Google en Facebook (bedrijven waarvan de waarde op 380 miljard en 150 miljard dollar wordt geschat, Telegraph 30 januari 2014) nastreven, is die om geen belastingen te betalen, grote hoeveelheden persoonlijke gegevens te verzamelen en de winsten te maximaliseren. Dat is een andere vrijheid dan deze die de overgrote meerderheid van de bevolking wil.

    Tegelijk weerspiegelen ze een oprechte frustratie tegenover het feit dat de nieuwe technologieën onderbenut worden. De enorme mogelijkheden worden absoluut niet waargemaakt. Zelfs beperkte verbeteringen – Morozov verwijst naar apps voor mobiele telefoons die meteen aangeven waar er putten in de weg zijn waarbij de autoriteiten worden verwittigd, of chips in vuilbakken die aangeven wanneer ze moeten geledigd worden – worden niet op grote schaal gebruikt.

    In Chili werd onder de linkse regering van Salvador Allende begin jaren 1970 gewerkt aan een nieuw systeem om productie- en distributiecentra met elkaar te verbinden doorheen nieuwe communicatiemethoden. Dit systeem, Cybersyn, was gericht op een sterk verbeterde communicatie en coördinatie tussen de genationaliseerde sectoren van de economie. Het systeem stond evenwel nog niet op punt ten tijde van de door de VS gesteunde staatsgreep onder Pinochet in 1973. Het werd niet verder afgewerkt. Veel bedrijven gebruiken nu ‘just in time’-technieken voor productie en distributie, maar geen enkel systeem heeft de ambitie van Cybersyn geëvenaard. Significante verbeteringen die op lange termijn alles gemakkelijker maken, zijn overigens niet  meteen te verwachten in tijden van besparingen.

    Online organiseren

    De breed gedragen woede tegenover het corrupte en inefficiënte establishment heeft de apostelen van het internet aan steun doen winnen. Twitter werd in juli 2006 gelanceerd, Facebook werd in september 2006 voor iedereen ouder dan 13 jaar met een emailadres opengesteld. De ontwikkeling van de sociale media ging samen met de eerste oprispingen van de economische crisis. Het gebruik en het massale karakter ervan ontwikkelden in de context van een groeiende radicalisering.

    De impact van beide elementen werd in de VS meteen duidelijk in de verkiezingscampagne van Barack Obama in 2008. Die campagne maakte gebruik van sociale media om de boodschap kracht bij te zetten en om lagen te bereiken die voorheen niet bij het politieke proces betrokken waren. De campagne van Obama was erg succesvol in het mobiliseren van bredere lagen, zowel voor bijeenkomsten als in het stemhokje. Dit resultaat werd neergezet door de enorme middelen van de Democratische Partij maar ook omdat de ideeën van ‘hoop’ en ‘verandering’ samen met de afkeer tegenover de uittredende president George W Bush aansloegen. De nieuwe mogelijkheden voor politieke campagnes kregen heel wat aandacht in de gevestigde media, waardoor Facebook en Twitter mee het imago kregen van agenten van verandering.

    Heel wat andere campagnes gebruikten sociale media om hun boodschap te verspreiden. Zo was er de campagne Kony2012 die erin slaagde om de rol van de Oegandese krijgsheer Joseph Kony in het daglicht te plaatsen. De campagne kreeg een grotere zichtbaarheid toen televisiester Oprah Winfrey haar steun eraan betuigde op twitter. Eens het een zekere online steun had gekregen, volgde aandacht in de traditionele media en werd Kony2012 nog verder verspreid.

    Er is een reële band tussen kranten, televisiezenders,… en het potentieel van sociale media. Dit betekent echter ook dat de vooroordelen en prioriteiten van deze mediabedrijven een impact hebben op de sociale media. Een resultaat van de campagne Kony2012 was dat de regering van Obama 100 soldaten inzette om het VS-gezinde regime van Oeganda te ondersteunen. De campagne mobiliseerde een breed gedragen hoop op vrede en een einde van de verschrikkelijke oorlogsmisdaden in Oeganda, maar het werd uiteindelijk door het establishment van de Democratische Partij gebruikt om de impact van het VS-imperialisme te versterken. Kony2012 had veel middelen voor advertenties, er werd 100.000 dollar voor uitgetrokken op een totaal campagnebudget van 3,4 miljoen dollar. Dat zijn cijfers waar andere campagnes enkel van kunnen dromen.

    Monopolie op democratie

    De wijze waarop de overgrote meerderheid van de mensen websites gebruikt, is verre van vrij en open voor iedereen. De komst van de sociale media, soms ook ‘web 2.0’ genoemd, heeft ertoe geleid dat er steeds groter aandeel van het online verkeer naar een steeds kleiner aantal website gaat. De ranking van websites door Alexa plaatst Google.com vooraan als de meest populaire website ter wereld. Google.com wordt gevolgd door Facebook en YouTube. In de top tien van Alexa zijn er vier zoeksites en twee sociale netwerksites. Andere websites krijgen een groot deel van hun bezoekers via deze online reuzen. De wijze waarop deze websites naar andere verwijzen, heeft een grote impact op hoe mensen online met elkaar omgaan. Facebook, Google, Blogspot en WordPress (de twee grootste websites voor blogs) vormen een grote component van de websites die ook activisten gebruiken. Deze websites en hoe ze andere websites inschatten hebben een grote invloed op de rest van het internet.

    Indien deze websites zouden afgesloten worden, zou dit het voor activisten in het westen wel drastisch moeilijker maken om hun online campagnes te organiseren. In november 2013 veranderde Facebook de wijze waarop artikels als prioritair werden gezien. Het aantal bezoekers van de campagnewebsite Upworthy viel op twee maanden tijd met 46% terug (Business Insider, 10 februari 2014). Andere sites in de top tien van Alexa zijn Chinese zoekmachines en sociale netwerken, websites waarvan de sterke overheidsinmenging bekend is.

    Google stelt haar zoekresultaten af op wat het van de zoeker weet. Deze ‘personalisering’ gebeurt nu ook op meer gesofisticeerde sociale media als Facebook waarbij voorrang wordt gegeven aan bijdragen die lijken op diegene waar je eerder op hebt gereageerd en waarbij andere berichten minder prioriteit krijgen. De methode van Twitter om met met trends en ‘trending topics’ te werken is gelijkaardig opgemaakt. Er wordt niet alleen rekening gehouden met het aantal tweets dat een bepaalde hashtag gebruikt, maar ook de verandering in dat aantal met vorige hoogte- en laagtepunten. Twitter maakte zijn algoritmen niet bekend, maar er wordt aangenomen dat dit een belangrijke factor vormt. Het zorgde ervoor dat #OWS, een van de hashtags van Occupy Wall Street, nooit ‘trending’ werd en de bijhorende prominente aandacht hierdoor misliep.

    De op basis van complexe algoritmen afgemeten belangrijkheid houdt enorme beperkingen in. Het baseert zich enkel op woorden en kwantitatieve data en niet op de betekenis van de woorden. Het feit dat #OWS nooit trending was, kon overigens niet tegenhouden dat de Occupybeweging in de VS de enorme woede onder de oppervlakte van de samenleving kon blootleggen en de basis legde voor toekomstige bewegingen.

    Gecodeerd debat

    De toplui van de sociale mediabedrijven vertellen graag dat hun software een weerspiegeling van de samenleving is. Wat een spiegel weergeeft, hangt echter af van de plaats waar de spiegel wordt opgehangen en van het standpunt van diegene die in de spiegel kijkt. Facebook is veruit de grootste en meest geïntegreerde sociale mediasite. Het brengt miljarden mensen dichter bij elkaar. De Arabische lente gaf tal van voorbeelden van hoe via sociale media werd gemobiliseerd. Gelijk welke campagne of politieke partij kan zich versterken door een aanwezigheid op Facebook uit te bouwen. Maar betekent dit dat politieke organisaties en campagnes hun interne structuren niet langer nodig hebben?

    Facebook haalt de meeste inkomsten uit advertenties. Adverteerders willen hun producten op Facebook promoten omdat er veel mensen op die website komen. Facebook wordt dusdanig geprogrammeerd dat het de eigen marktpositie kan behouden en verbeteren. Dat kan door gebruikers zo lang mogelijk op de website te houden en hen regelmatig te late terugkeren. Er zijn prioriteiten ingebouwd om bepaalde zaken prominenter naar voor te schuiven. Zo krijgen foto’s, waaronder ‘memes’ (beelden met een tekst erover), een grotere prioriteit. Foto’s zetten je doorgaans ook niet aan om de website te verlaten, er is geen verwijzing naar een andere website.

    Facebook analyseert ook je interacties met vrienden binnen het netwerk en de websites die je bezoekt via verwijzingen die op Facebook worden gedeeld. Hoe meer interacties met een vriend of een website, hoe prominenter deze naar voor komen. Hoe meer tijd je op Facebook doorbrengt en hoe meer interacties met vrienden, hoe prominenter je zelf wordt onder je Facebook-vrienden. Wie meer tijd aan het netwerk besteedt, wordt door Facebook beloond met een grotere prominentie.

    Deze berekeningen zijn echter niet noodzakelijk met inhoud verbonden. Zo wees de krant New York Times op het geval van DecorMyEyes.com dat een grotere zichtbaarheid in de zoekresultaten van Google kreeg alsook op de sociale media, maar dan op basis van het feit dat er zoveel klachten waren waarbij naar de website van het bedrijf werd verwezen om erover te klagen.  (A Bully Finds a Pulpit on the Web, 26 november 2010).

    Conversaties waar veel mensen bij betrokken zijn, krijgen meer prominentie waardoor er meer mensen op deze conversaties worden gewezen. Dat versterkt het belang van de discussie, los van de inhoud ervan. Timing is ook een belangrijke factor in de berekeningen van Facebook. Het volume en de snelheid van commentaren en interacties wordt ook in rekening gebracht.

    Misverstanden in de hand gewerkt

    Er is politieke discussie op Facebook aangezien mensen er tijd door brengen. Maar Facebook is niet gericht op het organiseren van politieke discussie. Heel wat van de hoger genoemde factoren kunnen een productieve discussie ondermijnen. Er is geen mogelijkheid om een onderscheid te maken tussen wat belangrijk en wat niet belangrijk is. Online discussies kunnen snel in de greep van provocaties vast komen te zitten.

    In een discussie of een interactie staat iedere gebruiker en iedere commentaar op gelijke voet. Maar in complexe discussies is er nood aan tijd en inspanningen om wel doordacht te antwoorden, zeker als je andere standpunten buiten de conversatie wil aftoetsen of feiten wil nagaan vooraleer je reageert. Als er druk is om heel snel te reageren of als een discussie snel ontwikkelt, kan een reactie zich sneller beperken tot initiële indrukken in plaats van doordachte aanvullingen. Het wordt hierdoor gemakkelijker voor anderen om een andere interpretatie te geven aan wat je wilde zeggen, wat de druk verhoogt om een meer uitgewerkt antwoord te bieden op nog kortere termijn.

    Het bijeenbrengen van mensen met erg verschillende belangen, die erg verschillende zaken zoeken en verschillende uitgangspunten hebben, maakt dat Facebook essentiële achtergrondinformatie weghaalt uit de wijze waarop mensen zich tot elkaar verhouden. Individuen hebben potentieel een veel grotere controle op hoe ze zich voorstellen en, zoals Morozov aangeeft, hebben ze de neiging om elementen van zichzelf te benadrukken en andere op de achtergrond te verbergen. Dat kan tot misverstanden leiden met verregaande gevolgen. Alles wat snel is neergeschreven kan aangepast of verwijderd worden, maar  dan is het vaak al te laat. Eens de discussie verder is gegaan, wordt het aanpassen van eerdere berichten grotendeels irrelevant.

    Facebookgroepen worden opgezet om mensen rond specifieke interesses samen te brengen. Deze groepen kunnen diegene die de groep heeft opgezet versterken en laat toe om de beheerders ervan te laten bepalen wie lid kan zijn van de groep, wie de berichten kan zien en wie zelf berichten kan plaatsen. Maar er is geen structuur voor een discussie. De enige maatregelen die kunnen genomen worden, zijn het verwijderen van berichten of leden. In snel ontwikkelende discussies moeten beslissingen van de beheerders erg snel genomen worden, waarbij er vaak geen tijd is om over de gevolgen ervan na te denken. Zonder structuren die verdergaan dan wat Facebook aanbiedt, is het afhankelijk van de grillen van de beheerders om al dan niet op te treden.

    Misverstanden, foutieve informatie,… bestonden in het dagelijkse leven natuurlijk al lang voor de opkomst van sociale media. Maar iedere communicatie verandert indien het beperkt wordt tot enkel geschreven woorden. Een mop is anders als die verteld wordt dan als die neergeschreven wordt. De toegenomen anonimiteit versterkt de verwarring en de misverstanden. Deze factoren beperken de mogelijkheden van discussies op Facebook en gelijkaardige mediums.

    Het organiseren via Facebook onderwerpt campagnes ook aan het beleid van Facebook. Dit heeft al geleid tot pogingen om rivaliserende sociale netwerken op te zetten, zoals LabourStarts UnionBook. Dit laatste project kwam echter niet van de grond, het ontbrak aan de functionaliteiten en de publiciteit van Facebook. Naarmate meer mensen politiek actief worden en nagaan hoe ze zich kunnen organiseren, zullen er ongetwijfeld alternatieven ontwikkelen.

    Partijprogramma

    Een aantal nieuwe politieke formaties zijn ontstaan op basis van online organisatie. Zo was er in Italië de snelle opkomst van de Vijfsterrenbeweging (M5S). Komiek Bepe Grillo ging in tegen de dominantie van Silvio Berlusconi op de gevestigde media. Zijn blog werd wereldwijd de zevende meest gelezen, ook al was het in het Italiaans geschreven en ook al is de verspreiding van eigen computers in Italië nog relatief beperkt in vergelijking met andere landen. De beweging van Grillo slaagde erin om in de aanloop naar de verkiezingen van 2013 tot een miljoen mensen te mobiliseren naar bijeenkomsten op pleinen. Bij de verkiezingen haalde de beweging maar liefst 25% van de stemmen.

    Roberto Casaleggio, die samen met Grillo aan de basis van M5S lag, stelde dat websites en blogs een “nieuwe realiteit, een nieuwe wereld” vertegenwoordigen en dat M5S een pionier is van een “nieuwe, directe democratie die alle grenzen tussen de burger en de staat sloopt.” De realiteit zag er anders uit. De mogelijkheid om op de blog van Grillo te reageren met commentaren – waarbij sommige berichten meer dan 10.000 reacties kregen – biedt geen antwoord op dezelfde problemen die bij Facebookdiscussies opduiken.

    M5S omschrijft zichzelf als een beweging en niet als een partij. Er zijn geen interne mechanismen om te beslissen en het partijprogramma of de leiding te veranderen. In de aanloop naar de verkiezingen van 2013 werden twee gemeenteraadsleden van M5S door Grillo uit de partij gezet. Een van hen wegens klachten over het gebrek aan interne democratie, de andere wegens een inbreuk op de regels van Grillo. Bij de online selecties van parlementskandidaten werden 20.525 stemmen uitgebracht, ook al beweert M5S dat het 255.000 leden telt.

    De Duitse Piratenpartij is wellicht de technologisch meest ontwikkelde politieke organisatie. Het heeft software ontwikkeld, het piratepad, die honderden mensen toelaten om tegelijk eenzelfde document te bewerken. De partij vraagt leden om slogans en ideeën te ontwikkelen en het zendt bijeenkomsten van parlementsleden direct uit. LiquidFeedback, de belangrijkste innovatie van de Piratenpartij inzake programmering, laat leden toe om voorstellen te doen en erover te stemmen. Het programma wordt in categorieën opgedeeld en leden kunnen hun stem voor bepaalde categorieën aan een ander lid overdragen, bijvoorbeeld indien dat lid in dat thema gespecialiseerd is.

    Dit systeem kan leiden tot intensieve en tijdrovende discussies waarbij velen niet meer betrokken zijn bij het nemen van beslissingen. Het is ook afhankelijk van hoe leden zich wensen te engageren in discussies. Zo geeft Morozov het voorbeeld van een discussie over hoe de vertegenwoordigers van de partij in een regionaal parlement zich moesten opstellen rond een voorstel om de mannelijke besnijdenis te verbieden. In de discussie binnen de Piratenpartij werden amper 20 stemmen uitgebracht. Discussies kunnen vooral gaan over thema’s die individuele leden erg belangrijk vinden, ook als dit niet direct de meest dringende thema’s zijn voor de volledige partij. De beperkingen van dit organisatiemodel wordt erkend door de Piratenpartij die LiquidFeedback enkel gebruikt als consultatiemiddel. De beslissingen worden genomen op conferenties van de partij.

    Morozov merkt op dat LiquidFeedback een uitgewerkt systeem is om leden van de partij te consulteren. Het is “allemaal goed en wel, maar het vormt geen revolutie in partij-opbouw. Lange tijd voor de blogs en wikis, bestonden er instrumenten – van partijkranten tot effectieve bijeenkomsten van lokale partijafdelingen – waar gewone partijleden tal van mogelijkheden hadden om hun standpunten naar voor te brengen.”

    Zowel de Duitse Piratenpartij als de Italiaanse M5S zagen hun stemmenaantal de hoogte inschieten en behaalden zetels in de lokale, regionale en in het geval van M5S ook de nationale parlementen. Maar beiden kenden recent een neergang en interne verdeeldheid. Bij M5S was er een reeks uitsluitingen en namen verschillende leden, waaronder parlementairen, ontslag. De partijleider van de Duitse Piraten nam een week na de electorale achteruitgang in de verkiezingen van 2013 ontslag. Beide formaties waren pioniers inzake organisatiemethoden, maar ze gingen niet over tot het ontwikkelen van een coherent politiek programma waarrond een partij kan opgebouwd worden.

    De ontwikkelingen in de communicatie via netwerken maken het mogelijk om ideeën en gedachten bijna direct te verspreiden en tegelijk feedback erop te krijgen. Waarom zou een discussie over een programma-onderdeel dan beëindigd worden en een planning voor de doorvoering ervan beginnen? Grillo ontkent soms dat hij de leider is van de M5S en de verkozen vertegenwoordigers van de Piratenpartij ontkennen soms dat ze de woordvoerders zijn. Alle leden van beide groepen zijn in principe individuen met evenveel rechten als andere leden. Dit kan ertoe leiden dat diegenen die het programma van de partij ontwikkelen geen rekenschap moeten geven. Zoals Casaleggio brutaal verklaarde, als interne critici van M5S “de regels willen veranderen, dan moeten ze maar een andere beweging opzetten.”

    Deze modellen worden uitgetest en ze blijken niet te voldoen. Dit betekent niet dat deze, of gelijkaardig gestructureerde organisaties, niet verder kunnen ontwikkelen. Het is het ontbreken van een oprecht alternatieven die ruimte laat voor dergelijke groepen om de bestaande woede deels te capteren. Morozov citeert een deelnemer aan de Egyptische revolutie: “We waren de vonk die de wereld  in vuur en vlam zette. Maar eens we een sterke entiteit vormen die op eigen voeten kan staan – als we morgen een regering kunnen vormen – dan zullen we een alternatief worden.”

     

  • Italië. Stagnatie en onstabiliteit

    Analyse door Christine Thomas, ControCorrente (CWI in Italië)

    6italieItalië kent een “dramatische sociale en economische noodsituatie”. Dat verklaarde de onderminister van Economie Stefano Fassina toen hij ontslag nam uit de coalitieregering van Enrico Letta. Eind 2013 was Italië het enige G7-land dat nog in een recessie zat en het enige Zuid-Europese land waar er geen economische verbetering wordt waargenomen. De recente wereldcrisis heeft de langdurige stagnatie van het Italiaanse kapitalisme opnieuw in de verf gezet en versterkt. Sinds 2001 was er geen reële groei en het land zet voor de afgelopen 15 jaar de slechtste resultaten van de G7 neer. De geschatte groei voor dit jaar bedraagt ongeveer 0,5%.

    Aanvankelijk reageerden veel werkenden en mensen uit de middenklasse op het massale jobverlies (meer dan een miljoen jobs gingen verloren!), de aanhoudende besparingen en de permanente economische en politieke crisis door in het stemhokje hun ongenoegen te uiten. In februari 2013 daagde een groot aantal kiezers niet op, nog meer anderen stemden voor de Vijfsterrenbeweging van de voormalige komiek Beppe Grillo die als een anti-establishment figuur werd gezien. Zijn beweging haalde 8,5 miljoen stemmen of 25%.

    Het was een uitdrukking van de enorme crisis in de politieke vertegenwoordiging van de Italiaanse kapitalistische klasse. Deze crisis is vandaag nog steeds aanwezig. Eind 2013 was er verder een vijfdaagse staking van het personeel van het openbaar vervoer in Genua dat protesteerde tegen de privatisering. De nationale media schrokken hiervan en spraken van een terugkeer van militante methoden van klassenstrijd terwijl ze dachten dat die al lang dood en begraven waren.

    De economische, politieke en sociale crises zijn met elkaar verbonden. Na de val van de laatste regering-Berlusconi eind 2011 (als gevolg van de schuldencrisis in de eurozone), ging de Italiaanse burgerij wanhopig op zoek naar een stabiele politieke stem. Er werd een onverkozen regering van de (toen nog) technocraat Mario Monti. Toen zijn regering eveneens viel en er nieuwe verkiezingen kwamen waarbij Grillo enorme scores kon neerzetten, was het risico groot dat de aanhoudende politieke crisis de economische onrust zou versterken. De enige overblijvende optie was een grote coalitie met de rechterzijde, de ‘linkerzijde’ en het centrum. Deze regering wordt geleid door Letta van de Democratische Partij (PD). Het was van bij het begin een weinig doeltreffende regering die van de ene crisis naar de andere strompelde.

    Een van deze crises leek achter de rug te liggen toen Silvio Berlusconi, die er constant mee dreigde om de regering ten val te brengen, schuldig werd bevonden aan fraude en de Senaat moest overlaten. Toen hij zijn steun aan de regering opzegde, splitste zijn eigen partij in twee. Berlusconi leidde Forza Italia naar de uitgang van de regering, terwijl zijn voormalige troonopvolger (en minister van Binnenlandse Zaken) Angelino Alfano de Nieuwe Centrum-Rechtse partij (NCD) opzette en in de regering bleef.

    De heersende klasse hoopte dat het mogelijk zou zijn om electorale en economische hervormingen door te voeren om tot een meer stabiele pro-kapitalistische regering te komen die vervolgens hardere aanvallen op de rechten, lonen en voorwaarden van de werkenden kan uitvoeren. Dat gebeurde niet, er volgde nog meer interne onrust binnen de coalitie. Nu kwam de kritiek van de nieuwe partijleider van de PD, Matteo Renzi. Hij grijpt iedere gelegenheid aan om kritiek te geven op de steeds minder populaire regering die nochtans wordt geleid door iemand van de partij van Renzi.

    De verkiezing van Renzi als partijleider was een belangrijk keerpunt voor de PD. Ondanks zijn populistische ‘verzet’ tegen de regering en het politieke establishment (zo suggereerde hij dat de grens van 3% voor het begrotingstekort moet los gelaten worden), staat hij aan de rechterkant van de partij. Zijn voorzitterschap vormt een ‘Tony Blair moment’, een beslissende overwinning van de burgerlijke vleugel op wat overbleef van sociaaldemocratische basis van de oude Communistische Partij (de PD werd opgezet als fusie van de voormalige CP en de vroegere christendemocraten).

    Renzi probeert geen concreet beleid voor te stellen, maar het is duidelijk dat hij de centrale kandidaat van de patroonsfederatie Confindustria is. Als de PD de komende verkiezingen wint, is hij bereid om de aanval op de arbeiders in te zetten waar de burgerij zo wanhopig naar uitkijkt. Maar die hoop zou wel eens ijdel kunnen zijn. In de eerste ronde van de voorzittersverkiezingen bij de PD (waarin iedereen kon stemmen, ook niet-partijleden) haalde Renzi 68%. Maar in de daaropvolgende interne stemming haalde hij slechts 46%. Het conflict tussen Letta en Renzi en het ontslag van Fassina uit de regering wijzen op de moeilijke evenwichten in de PD waarbij de conflicten tot een openlijke uitbarsting kunnen komen, wellicht als gevolg van syndicale of sociale strijd.

    Op electoraal vlak kan de PD mogelijk een beperkt ‘Renzi-effect’ genieten. Maar de sterke afkeer tegen partijen en tegen het politieke establishment, een afkeer die dominant was tijdens de verkiezingen van februari 2013, is niet afgenomen. De economische stagnatie en het gekissebis onder de politieke leiders geeft aan hoe ver die politici staan van de dagelijkse bekommernissen en behoeften van de gewone bevolking. Meer dan 41% van de jongeren zit zonder werk, de lonen namen af, de belastingen stegen en diensten worden afgebouwd.

    De Vijfsterrenbeweging haalde bij de vorige verkiezingen veel stemmen op basis van een brede woede en frustratie. De beweging kreeg steun uit alle hoeken van het politieke spectrum. De Vijfsterrenbeweging ontstond vanuit een virulente oppositie tegen de politieke ‘kaste’, maar bleek niet in staat om aan de basis te mobiliseren tegen het besparingsbeleid en rond sociale thema’s. Alle aandacht ging naar het nationale parlement en de lokale gemeenteraden, de instellingen waar Grillo net naar uithaalde in zijn grote meetings doorheen het land.

    De Vijfsterrenbeweging is een vat vol tegenstellingen. Grillo betuigde zijn solidariteit met de stakers in Genua, maar zijn partijgenoot Frederico Pizzarotti, de burgemeester van Parma, besloot zelf om het lokale openbaar vervoer te privatiseren. Er waren heel wat uitsluitingen en ontslagen uit de Vijfsterrenbeweging omwille van de autoritaire methoden van Grillo. Vijf parlementsleden hebben de beweging verlaten, twee anderen zijn eruit gezet. Er zullen rivaliserende lijsten zijn bij tal van lokale en regionale verkiezingen. Gezien het populistische karakter van de beweging en de manier waarop ze gestructureerd is, zijn nieuwe splitsingen en uitsluitingen onvermijdelijk.

    Bij de lokale verkiezingen van mei viel de score van de Vijfsterrenbeweging met gemiddeld 11% terug, in het zuiden was dat 23%. In Syracuse viel de beweging van 40,9% terug op 9,6%, in Messina van 27,7% op 2,5%. Het is echter voorbarig om het einde van de beweging uit te roepen. Grillo slaagde erin om politiek verzet te kanaliseren omdat er een groot vacuüm bestaat waarbij geen enkele linkse partij de woede van de werkenden en jongeren op nationaal vlak kan mobiliseren of er uitdrukking aan geeft. Ondanks de interne problemen kan de beweging van Grillo het vacuüm nog steeds deels opvullen. In de nationale peilingen staat de beweging nog rond de 20% en wellicht kan bij de Europese verkiezingen een sterk resultaat neergezet worden op basis van een platform dat tegen de besparingen ingaat. Mogelijk zal ook Berlusconi in die richting opschuiven.

    Voor de meeste werkenden staat het politieke theater mijlenver van het dagelijkse leven af. De grote vakbondsfederaties houden de ontwikkeling van strijd echter tegen en lijken niets in te brengen tegen het jobverlies en de fabriekssluitingen. Dat leidt tot een algemeen gebrek aan vertrouwen in de mogelijkheden om met de arbeidersbeweging de strijd aan te gaan en te winnen. Er is strijd, maar vooral op lokaal vlak en vaak op basis van betrokkenheid door kleinere vakbonden of groepen van activisten die leiding kunnen geven.

    Dat was ook het belang van de staking in Genua. Gedurende een periode kon een kleine groep van marxisten van ControCorrente een rol spelen in het opbouwen van het vertrouwen van de arbeiders in actief verzet tegen de privatisering van het openbaar vervoer en andere diensten. Er werd campagne gevoerd aan alle stelplaatsen en andere werkplaatsen van het gemeentepersoneel, er waren bijeenkomsten, petities voor een actieoproep, kleine protestacties en de gemeenteraad werd bezet waardoor de stemming over de privatisering tot drie keer toe werd uitgesteld. Het leidde uiteindelijk tot een wilde staking bij het openbaar vervoer waardoor de stad vijf dagen plat lag. Ondanks de chaotische gevolgen hiervan voor de inwoners van Genua, kregen de stakers een brede steun van de lokale werkende bevolking en zelfs van delen van de middenklasse.

    Er broeit ook strijd tegen privatiseringen in andere steden zoals Firenze en Rome. In mei begon ControCorrente met de opbouw van een nationaal netwerk voor de verdediging van het openbaar vervoer tegen privatiseringen. De vakbondsleiding slaagde erin om het initiatief te nemen en ze stemden in met een akkoord waardoor de privatisering wordt uitgesteld tot 2015. Dat is pover en nieuwe strijd zal nodig zijn. De acties in Genua hadden een nationale impact en doen het idee van collectieve en massale strijd herleven. Het gaf een beeld van hoe de arbeiders hun syndicale kracht kunnen heropbouwen en hoe strijd de basis kan zijn voor de opbouw van een politieke stem voor de werkende bevolking.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop