Category: sociale verkiezingen 2024

  • Sociale verkiezingen: Luc, kandidaat voor ACOD bij De Lijn in Antwerpen

    Begin mei zijn er sociale verkiezingen in honderden bedrijven. Duizenden werkenden zijn kandidaat. We stelden enkelen van hen volgende vragen.

    1. Welke thema’s en eisen staan vooraan in jouw bedrijf of sector en hoe kunnen die eisen gerealiseerd worden? 
    2. Wat vind jij belangrijk bij de organisatie van de vakbonden op de werkvloer en hoe maak je van de vakbond een instrument van strijd? 
    3. Hoe kan je die vakbondswerking politiseren en versterken?

    Luc, kandidaat voor ACOD bij De Lijn in Antwerpen

    1/ “De Lijn en het openbaar vervoer in het algemeen lijden enorm onder de gevolgen van 15 jaar besparingsbeleid.  Dit terwijl openbaar vervoer cruciaal is als deel van de oplossing van de klimaatcrisis.  We hebben een enorme investering en uitbreiding nodig. Andere thema’s zijn de strijd tegen de privatisering, maar ook voor werkbaar werk. Bus- en tramchauffeurs zijn hyperflexibel. Ze starten of eindigen hun shiften op de meest onmogelijke uren, hebben onderbroken shiften …  De Lijn wil nog verder gaan in die flexibilisering onder het mom van productiviteitsverhogende maatregelen. Ze willen zelfs flexijobs invoeren! Arbeidsduurvermindering met bijvoorbeeld een 32-urenweek zonder loonverlies kan hier een antwoord zijn of het afschaffen van het laagste loonbarema bij techniek als het om lonen gaat. Om echt stappen vooruit te zetten, zal er strijd nodig zijn. We moeten leren zelf eisen en een plan naar voren te schuiven en uiteraard de hand te reiken aan de reizigers.” 

    2/ “Misschien wel het belangrijkste is het betrekken van zoveel mogelijk collega’s. Momenteel hebben wij een enorm grote doorstroom en is het een uitdaging om alle nieuwe collega’s het belang van een sterke vakbond uit te leggen. Dat betrekken proberen we ook te doen door simpelweg al verslagen (liefst van het gemeenschappelijk vakbondsfront) van ons werk in de overlegorganen te delen, maar evengoed door te werken met o.a. whatsappgroepen en een sterke aanwezigheid op de werkvloer. Algemene vergaderingen organiseren is een uitdaging, aangezien we allemaal in onze bus of tram zitten, maar zeker op actiedagen proberen we dit wel te doen om met iedereen de situatie te bespreken.”

     3/ “Bij een overheidsbedrijf als De Lijn is het moeilijk om vakbond en politiek te scheiden, aangezien het wel heel duidelijk is dat we van politieke beslissingen en keuzes afhangen. Tegelijk kan het de illusie wekken dat we beter samenwerken met partijen die aan het beleid deelnemen om op die manier toch iets te veranderen. Vaak wordt er gewezen naar ‘de politiek’ die voor oplossingen moet zorgen, waarbij we maar ‘juist’ moeten stemmen. We mogen ons hier niet aan laten vangen. Om stappen vooruit te zetten, moeten we zelf strijd voeren en eisen verdedigen die ‘politiek’ zijn, zoals een nood- en investeringsplan voor openbaar vervoer of arbeidsduurvermindering naar een 32u/week.”

  • Sociale verkiezingen: Peter, kandidaat in een IT-bedrijf

    Begin mei zijn er sociale verkiezingen in honderden bedrijven. Duizenden werkenden zijn kandidaat. We stelden enkelen van hen volgende vragen.

    1. Welke thema’s en eisen staan vooraan in jouw bedrijf of sector en hoe kunnen die eisen gerealiseerd worden? 
    2. Wat vind jij belangrijk bij de organisatie van de vakbonden op de werkvloer en hoe maak je van de vakbond een instrument van strijd? 
    3. Hoe kan je die vakbondswerking politiseren en versterken?

    Peter, kandidaat voor de BBTK in een IT-bedrijf

    1/ “Ik werk bij een IT-bedrijf en bij ons willen we de volgende centrale eisen naar voren brengen in de campagne: behoud van jobs in  België tegen de trend in van outsourcing, wat naast jobverlies dikwijls kwaliteitsproblemen met zich meebrengt; een indexering van de voordelen van de werknemers (lump sum thuiswerk, budget voor gsm, bureaumateriaal, bijdrage aan het internetabonnement …); voor sommige teams het optrekken van het budget voor de nu elektrische bedrijfswagens (die veel duurder zijn dan andere wagens. 

    “Een sterk BBTK kan meer gewicht in de schaal werpen hiervoor. De technologiesector kende de laatste 15 jaar meer groei dan de hele economie. Als we deze eisen rond jobbehoud en voordelen willen realiseren zullen we solidair en strijdbaar moeten zijn. We hebben de laatste jaren gelukkig wel een traditie van personeelsvergaderingen ingevoerd in het bedrijf.”

    2/ “Je moet een klankbord zijn van de wensen en verzuchtingen van je collega’s en consequent hun belangen verdedigen. Het is belangrijk dat mensen zien dat je soms op de rem durft te gaan staan met de vakbonden en dat je je als afgevaardigde uitspreekt tegen bepaalde voorstellen. Het is een permanent werk van discussie en bewustmaking rond hoe onze belangen als loontrekkenden te verdedigen. Personeelsvergaderingen zijn zeker een uitgelezen instrument voor het betrekken van personeel en om stappen in de richting van meer syndicale democratie te zetten. Maar je hebt ook consequente en strijdbare vakbonden nodig om reëel een impact te hebben om jobs te behouden en de lonen en arbeidscondities te verbeteren.” 

    3/ “Politiseren is een grote uitdaging omdat de algemene depolitisering – ook van veel vakbonden – mensen naar het pure bedrijfsniveau trekt. Syndicale strijd is altijd ook politiek, anders strijden we met een hand op onze rug. We moeten strijdpartijen opbouwen als syndicalisten. De PVDA levert goed werk in het parlement om de besparingen aan te klagen en een klassenbewustzijn te creëren. Maar doordat ze een erg strikte scheiding maakt tussen politiek en het syndicale en de vakbondsleidingen ontziet, is haar syndicale rol veel beperkter dan wat die zou kunnen zijn als ze haar eigen en andere strijdbare syndicalisten daadwerkelijk zou proberen te organiseren rond eisen en condities op de werkplaats.”

  • Sociale verkiezingen: Julien, kandidaat in een farmabedrijf

    Begin mei zijn er sociale verkiezingen in honderden bedrijven. Duizenden werkenden zijn kandidaat. We stelden enkelen van hen volgende vragen.

    1. Welke thema’s en eisen staan vooraan in jouw bedrijf of sector en hoe kunnen die eisen gerealiseerd worden? 
    2. Wat vind jij belangrijk bij de organisatie van de vakbonden op de werkvloer en hoe maak je van de vakbond een instrument van strijd? 
    3. Hoe kan je die vakbondswerking politiseren en versterken?

    Julien, kandidaat voor het ABVV in een groot farmaceutisch bedrijf

    1/ “In de industrie is werkdruk een groot probleem. Op basis van een advies van McKinsey heeft het management een reeks projecten geïmplementeerd om de productiviteit met 15% te verhogen. Naast deze projecten wordt er drastisch minder personeel aangeworven. Dit zorgt voor veel ontevredenheid op de werkvloer. Om tegen de strategie van het bedrijf in te gaan, hebben we een ambitieus strijdplan nodig dat alle afdelingen mobiliseert: productie, laboratoria, verpakking, onderhoud, enz.”

    2/ “In contact blijven met de collega’s is cruciaal. Vergaderingen met het management en zijn verschillende lagen kunnen erg tijdrovend zijn en worden door het management ook gebruikt om afgevaardigden te beïnvloeden. Het is noodzakelijk om in gesprek te blijven met collega’s door bijvoorbeeld naar de ruimtes te gaan waar ze tijdens hun pauzes bijeenkomen. Dit maakt het mogelijk om komende mobilisaties uit te leggen, maar ook om te praten over wat er in andere gebouwen gebeurt en de problemen die zich daar voordoen. Dit geeft werknemers een beter beeld van de situatie in het volledige bedrijf en maakt duidelijk dat de problemen waar zij mee te maken hebben dezelfde zijn als die van collega’s in andere afdelingen.”

    3/ “De strijd beperken tot het niveau van de werkplek komt enkel de directie ten goede. De automatische indexering van de lonen is een historische verwezenlijking van de Belgische arbeidersbeweging. De bazen hebben dit drastisch beperkt door een reeks aanpassingen, maar ook door de loonwet van 1996 die een rem zet op onze lonen. Voor de periode 2023-24 zijn er slechts in een handvol bedrijven, voornamelijk in de industrie, schuchtere overschrijdingen van de loonnorm. We zouden veel meer kunnen afdwingen als we in heel het land collectief de strijd tegen de loonwet aangaan.”

    “We stevenen af op een periode van zware besparingen in heel Europa, en natuurlijk ook in België. Onze openbare diensten zullen nog meer onder druk staan. Die maken deel uit van onze koopkracht. Meer publieke middelen voor de openbare diensten in functie van de behoeften zou ons in staat stellen om sociale woningen te bouwen en het aantal crèches, scholen, ziekenhuizen, enz. te verhogen. Het geld hiervoor moeten we zoeken in de zakken van het patronaat.”

  • Sociale verkiezingen: de stem van de werkende klasse op de werkplaats

    Van 13 tot 26 mei zijn er sociale verkiezingen in meer dan 7000 bedrijven. In elk bedrijf met meer dan 50 werknemers is er een procedure om een comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW) op te zetten, in bedrijven met meer dan 100 werknemers ook voor een ondernemingsraad (OR). Dit zijn de verkiezingen met het grootste aantal kandidaten, in 2016 waren het er 132.750 of ongeveer dubbel zoveel als bij alle gemeenteraadsverkiezingen samen. Wat is het belang van sociale verkiezingen en hoe kunnen strijdbare syndicalisten deze aangrijpen om een sterkere krachtsverhouding uit te bouwen? 

    Waarom zijn sociale verkiezingen belangrijk?

    De arbeidersbeweging heeft door strijd afgedwongen dat het eigen vertegenwoordigers in enkele controle- en toezichtsorganen verkiest, vertegenwoordigers die bescherming genieten tegen patronale willekeur als gevolg van hun rol als afgevaardigde. Het is belangrijk voor alle werkenden dat ze over vertegenwoordigers beschikken die hun belangen verdedigen en de grieven en zorgen van het personeel naar voren kunnen brengen. 

    Doordat deze vertegenwoordigers verkozen worden, genieten ze een zekere autoriteit onder hun collega’s. Ze zijn geen verantwoording verschuldigd aan de bazen, maar aan wie hen verkoos. De organisatie van de werkende klasse wordt versterkt als ze over voortrekkers beschikt die zicht hebben op het reilen en zeilen van de onderneming. Zo combineren ze kennis van hoe het er op de werkvloer aan toe gaat met toegang tot gegevens die de baas moet voorleggen. 

    Sociale verkiezingen zijn een gelegenheid om een evaluatie te maken van afgevaardigden. Strijdbare delegees kunnen dit aangrijpen om een bredere visie op het bedrijf en de noden van het personeel uit te werken en daarmee aan de slag te gaan onder de collega’s. Zo kan gebouwd worden aan een krachtsverhouding waarmee gemakkelijker tot actie kan overgegaan worden. Het gaat dus niet alleen om het laten horen van de stem van de werkende klasse, maar ook om de organisatie van de collega’s doorheen voorstellen en strijd voor verbetering en vooruitgang.

    Hoe zijn deze verkiezingen ontstaan? 

    Sociale verkiezingen zijn zelf het resultaat van klassenstrijd. Na een opstandige protestgolf van de werkende klasse in 1886 werd de Nijverheids- en Arbeidsraad opgericht, die in 1892 werd opgevolgd door de Hoge Arbeidsraad. Dat was een adviesorgaan voor de regering om sociale conflicten te voorkomen. Het stelde nog heel weinig voor, maar stilaan werd het organisatieniveau van de Belgische arbeidersbeweging verhoogd en was er vooruitgang met collectieve arbeidsovereenkomsten in enkele sectoren, zelfs indien deze aanvankelijk geen wettelijk statuut hadden.

    De Eerste Wereldoorlog eindigde in revoluties, onder meer in Rusland en de Duitse revolutie die halverwege bleef steken. In België was het sociaal onrustig en werden de vakbonden in dat protest voor het eerst echt grote massa-organisaties. Deze dynamiek leidde tot de oprichting van collectieve organen. De algemene staking van 1936 leidde tot het eerste sociaal overleg op nationaal niveau. De radicalisering onder de werkenden tijdens en na de Tweede Wereldoorlog bracht het naoorlogs sociaal compromis voort waarbij in 1948 de eerste sociale verkiezingen werden gehouden.

    Het terugdringen van de patronale willekeur was een echte overwinning voor de arbeidersbeweging. Het instellen van elementen van controle en inspraak van de werkenden is een waardevol instrument voor strijdbare vakbondsdelegaties. Maar er zijn tegelijk grote beperkingen: de verkiezingen hebben enkel betrekking op een klein aantal bedrijven. Bovendien wordt geprobeerd om de inspraak erg technisch te maken, om bredere conclusies te vermijden. 

    Wat leveren sociale verkiezingen op?

    Wie eraan deelneemt, geniet een grotere bescherming tegen ontslag. Wie het mandaat ernstig neemt en onverzettelijk opkomt voor de belangen van de collega’s, loopt tegelijk ook meer gevaar op patronale represailles. Voor kandidaten en verkozenen betekenen sociale verkiezingen vooral extra engagement en inzet. 

    Voor de werkende klasse is een sterke organisatiegraad bijzonder nuttig. Het behoud van de indexering van onze lonen, is een direct resultaat van deze organisatiegraad. Zelfs indien de index ondermijnd is door gepruts aan de samenstelling van de productenkorf en andere maatregelen, zoals de indexsprong onder de rechtse regering-Michel, blijft deze cruciaal voor het behoud van onze koopkracht. Zelfs de Nationale Bank moet toegeven dat de index ervoor zorgt dat de consumptie op peil blijft en de economie niet helemaal in het slop geraakte in 2023.

    De organisatie van de arbeidersbeweging speelde ook een rol in het tegenhouden van asociale maatregelen, zoals het puntenpensioen of het betogingsverbod.  

    Dit alles is natuurlijk niet voldoende om iedereen degelijke werk- en levensomstandigheden aan te bieden. Uiteindelijk blijft de eigendom van de productiemiddelen in handen van de kapitalisten die enkel uit zijn op de winsten. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van verworvenheden van de arbeidersbeweging, zoals het sociaal overleg, om asociale voorstellen te bespreken en op te leggen. De loonwet van 1996 of het uitbreiden van flexi-jobs naar heel wat sectoren zijn voorbeelden van wat het patronaat via sociaal overleg kon doordrukken. 

    Het overleg wordt ook uitgespeeld als alternatief voor strijd. Verantwoordelijk zijn, betekent voor het patronaat deelnemen aan ‘overleg’ waar de patronale willekeur heerst. Strijdsyndicalisme sluit overleg uiteraard niet uit, maar vertrekt van een krachtsverhouding onder de collega’s en de werkende klasse om in het overleg sterker te staan. De baas zal sneller toegevingen doen als hij anders meer dreigt te verliezen door acties, waaronder stakingen.

    Zijn er dit jaar specifieke uitdagingen?

    Het verdedigen van het recht op collectieve actie en op syndicale organisatie zijn ongetwijfeld centrale uitdagingen. Die rechten liggen onder vuur, zoals we zagen met de eenzijdige verzoekschriften, deurwaarders en gerechtelijke veroordelingen wegens vakbondsacties. De burgerij merkt dat de arbeidersbeweging nog steeds een groot mobilisatievermogen heeft en wil het protest inperken. Dat beperkt zich niet tot de arbeidersbeweging. Vaak wordt op andere bewegingen uitgetest hoe ver de repressie kan gaan. Het politiegeweld tegen de klimaatactivisten van Code Rood in december was indicatief en werd luid toegejuicht door Antwerps burgemeester De Wever (N-VA) en door het VB.

    Als de rechterzijde ertoe in staat is, legt het democratische rechten op collectief protest steeds aan banden. Het is onder De Wever dat met politiegeweld en een gerechtelijke vervolging een einde werd gesteld aan stakersposten die de volledige Scheldelaan blokkeerden. Wat zou er gebeuren indien de N-VA op Vlaams niveau of in de gemeenten een coalitie vormt met het Vlaams Belang? Straks is het recht op collectieve actie helemaal ondermijnd! 

    Er is een toename van repressie. Dat zagen we in de reacties van de overheden op het protest tegen de franchisering van Delhaize-vestigingen. Het personeel werd als criminelen voorgesteld. Met die franchisering zelf beoogt men overigens ook het breken van de syndicale tegenmacht in het bedrijf. Door alle winkels als ‘zelfstandige’ bedrijven voor te stellen – zelfs indien ze voor zowat alles afhankelijk zijn van het moederbedrijf – worden de banden tussen het personeel van de vestigingen doorgeknipt en wordt vaak een einde gemaakt aan vakbondsvertegenwoordiging. Het doel is om meer winst te maken.

    We hebben offensieve eisen nodig. Waarop wordt gewacht om het recht op vakbondsvertegenwoordiging te eisen in alle bedrijven vanaf 20 werknemers? Of om campagnes te starten met eisen zoals het samenvoegen van alle supermarkten in het best bestaande paritair comité om de race naar de bodem eindelijk te stoppen? 

    Het breken van de loonwet van 1996, die maakt dat een ernstige loonsverhoging wettelijk zo goed als onmogelijk is, wordt ook belangrijk. Het is duidelijk dat we daarvoor niet kunnen vertrouwen op de traditionele partijen die vandaag aan de macht zijn. In plaats van naar de PS en de groenen te kijken, zouden we sterker staan met een actieplan van onderuit.

    Hoe meer de arbeidersbeweging toegeeft, hoe zwakker ze staat. Het geeft rechts en extreemrechts munitie om de vakbonden af te doen als onderdeel van het ‘linkse establishment’ – ook al zitten ze zelf vooral in kringen van managers en andere uitbuiters. Het volstaat niet om enkel defensieve eisen te stellen voor het bestaande personeel. Dat leidt immers tot een opgang van slechtere voorwaarden, minder bescherming en een zwakkere arbeidersbeweging. Het organiseren van voorheen nog niet-georganiseerde werkenden is broodnodig. De keten van de arbeidersbeweging is maar zo sterk als de zwakste schakels ervan. Ervoor zorgen dat de ‘verworpenen der aarde’ effectief ‘ontwaken’, is een cruciale uitdaging die we doorheen strijd en solidariteit aangaan.  

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop