Your cart is currently empty!
Shanghai 1927: de verplettering van de Chinese revolutie
Uit de archieven van de klassenstrijd – 100 jaar CCP, deel 2

In de vorige krant heb ik kort China aan het begin van de 20e eeuw geschetst: een semi-koloniaal land met een economie waar de boerenmassa’s uitgebuit werden door grootgrondbezitters. De Qing-dynastie, verbonden met de landadel, leefde teruggetrokken in de Verboden Stad, delegeerde de macht in de provincies aan plaatselijke gouverneurs en gaf de grote imperialistische machten (Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Rusland, Japan …) territoriale “concessies” waar de industriële ontwikkeling geconcentreerd was.
door Guy Van Sinoy
De Kwomintang en de CCP
De Kwomintang (KMT) was een nationalistische republikeinse partij die in 1905 was opgericht door Sun Yat-Sen, een verwesterde intellectueel. De partij gaf uitdrukking aan de aspiraties van de middenlaag in de samenleving. De KMT leidde een door het officierskorps geïnitieerde opstand en de republiek werd in 1911 uitgeroepen. Noord-China bleef in handen van de krijgsheren, terwijl de invloed van de KMT zich verspreidde naar de zuidelijke steden waar de industrie was geconcentreerd: Kanton, Shanghai, Hongkong, Wuhan.
Toen zij in 1921 werd opgericht, telde de Chinese Communistische Partij (CCP) slechts enkele tientallen leden. Op aanraden van Comintern-gezanten moesten de leden van de CCP zich individueel aansluiten bij de KMT in een poging haar richting te geven. Toen Sun Yat-sen in 1925 stierf, nam de beroepsofficier Chiang Kai-shek de leiding van de KMT over. Tegen die tijd was de CCP een massapartij geworden met 60.000 leden. De rechtervleugel van de KMT werd bang en besloot, met instemming van Chiang Kai-shek, de communisten te bestrijden.
Na de mislukking van de Duitse revolutie in 1923 vestigden de leiders van de Comintern hun revolutionaire hoop op China om het isolement van Sovjet-Rusland te doorbreken. In Moskou steunden Stalin en Boecharin de deelname van de CCP aan de KMT, in het kader van de pseudo-theorie van het ‘vier-klassen-blok’ (nationale burgerij, kleinburgerij, arbeidersklasse, boeren). Gealarmeerd door de volgzame houding van de CCP ten aanzien van de KMT, luidden Trotski en Zinoviev (die in 1926 als voorzitter van de Comintern werd vervangen door Boecharin) de noodklok. Ze raadden de CCP aan om met de KMT te breken. “We zeggen aan de Chinese boeren dat de KMT-leiders hen onherstelbaar zullen bedriegen als ze de regering in Wuhan gehoorzamen en afzien van het opzetten van eigen onafhankelijke raden,” verklaarde Trotski op 24 mei in 1927 in een toespraak voor de leiding van de Comintern.
Kanton 1926, Shanghai 1927
In Kanton was in 1926 bijna alle macht in handen van het stakerscomité dat sinds juni 1925 de arbeiders had georganiseerd en over gewapende milities beschikte. Op 20 maart 1926 kondigde Chiang Kai-shek de staat van beleg af, liet de piketten ontwapenen en arresteerde de communisten die de staking leidden. De CCP, verlamd door de instructies van de Comintern, reageerde niet.
Shanghai huisvestte de helft van de fabrieksarbeiders van het land. Gesteund door de krijgsheren nam Chiang Kai-shek contact op met de imperialistische mogendheden om hun steun te verkrijgen. Op 12 april 1927 vielen de troepen van Chiang Kai-shek de vakbonden en alle arbeidersorganisaties in de stad aan. Duizenden communisten werden geëxecuteerd (doodgeschoten, onthoofd, of levend verbrand in de ketels van de locomotieven). Deze tragische episode van klassenstrijd betekende het einde van de massale invloed van de CCP in de Chinese arbeidersklasse. De Chinese revolutie die decennia later onder leiding van Mao Tse-tung zou plaatsvinden, steunde op het platteland.
Na afloop gaf de Comintern Chen Du-xiu, secretaris van de CCP, de schuld van de nederlaag. Chen Du-xiu werd uit de leiding gezet. Hij sloot zich aan bij Trotski en de Linkse Oppositie. In 1932 werd Chen Du-xiu door de KMT veroordeeld tot 13 jaar gevangenisstraf. Hij stierf in de gevangenis. Peng Shu-zhi, de rechterhand van Chen Du-xiu, had verscheidene malen voorgesteld om met de KMT te breken. Uitgesloten uit de leiding en vervolgens uit de CCP, sloot Peng Shu-zhi zich met Chen Du-xiu aan bij de Linkse Oppositie en vervolgens in ballingschap bij de Vierde Internationale waar hij actief bleef tot aan zijn dood in 1983.