Your cart is currently empty!
Peru: massaal protest tegen brutale repressie door regering van Alan Garcia
De voorbije dagen vonden er in heel Peru protesten plaats tegen de brutale repressie van een wegblokkade van indiaanse militanten nabij de stad Bagua in het Peruaanse deel van het Amazonegebied. Bij deze repressie vielen tientallen doden. Donderdag werd opgeroepen voor een nationale dag van protest: in Iquitos, Arequipa en Lima vonden grote betogingen plaats tegen het optreden van de regering.
Vorige vrijdag viel de militaire politie een blokkade aan van Indianen die sinds begin april protesteren tegen een wet waarbij de regering gronden probeert in te palmen die onder controle staan van de inheemse bevolking. Het geweld brak los toen de politie vanuit helikopters traangas en rookbommen afschoot naar de manifestanten. De politie schoot ook met scherp op betogers die zich verdedigden met speren en pijl en boog. Politiehelikopters volgden vluchtende betogers tot in de dorpen, en schoot vanuit de lucht nog tientallen mensen neer met mitrailleurs. Minstens 22 manifestanten en 11 politieagenten kwamen om. Zaterdag kwamen nogmaals 11 agenten om toen de militaire politie een bezetting van een kantoor van een oliebedrijf wou ontzetten. Over het precieze aantal doden bij de Indiaanse manifestanten lopen de cijfers uiteen. De regering spreekt over 35 doden, waaronder 22 agenten, maar intussen staat vast dat bij de Indiaanse activisten minstens 40 tot 50 doden vielen. Bovendien doken de voorbije dagen steeds meer verhalen op over politieagenten die lijken van manifestanten zouden verbrand hebben, of vanuit helikopters in een rivier zouden gedumpt hebben, in een poging het werkelijke aantal slachtoffers te verbergen. Bovendien zou vlakbij de plaats waar het conflict plaatsvond een massagraf zijn ontdekt, met een onbekend aantal lijken.
De Peruviaanse regering van president Alan García heeft geprobeerd om de volledige verantwoordelijkheid voor het geweld te leggen bij de Indiaanse manifestanten. Vlak na de gebeurtenissen verspreidde de regering een video (http://www.youtube.com/watch?v=JDVgw4pbHEk) waarin gesteld wordt dat de dode politiemannen ongewapend waren toen ze de keel werden overgesneden door “barbaarse” manifestanten. De verspreiding van deze propagandaspot heeft de protesten tegen het regeringsoptreden enkel nog maar verder aangewakkerd. Minister voor Vrouwenrechten Carmen Valdoso stapte op uit de regering García als protest tegen de leugens die werden verspreid in de bewuste propagandafilm.
Het conflict dat aan de basis ligt van het geweld van vorig weekend begon toen de regering eind vorig jaar enkele nieuwe wetten goedkeurde die een ernstige inbreuk vormen op het zelfbeschikkingsrecht dat de inheemse bevolking geniet in het noordoosten van het land. Eén van deze wetten is het bewuste “Decreto 1090”, of de “Fauna en Florawet”, waarbij de regering zich het recht toemeet om zonder raadpleging van de inheemse bevolking stukken grond in het Amazonewoud te verkopen aan buitenlandse bedrijven wanneer deze verkoop van “nationaal belang” is. Deze wet is een gevolg van een vrijhandelsverdrag dat Peru in 2006 afsloot met de Verenigde Staten. Amerikaanse oliebedrijven willen al langer boringen kunnen verrichten in natuurreservaten en gebieden die toebehoren aan de inheemse bevolking in de noordoostelijke provincie Amazonas, en Decreto 1090 moet hiervoor een wettelijke basis bieden.
Sinds begin april voert de inheemse bevolking een massale campagne tegen deze nieuwe wetten. Ze eisen respect voor hun land en tradities, en willen niet dat buitenlandse bedrijven zonder hun toestemming stukken grond opeisen in hun zoektocht naar winst. Eén van de actiemiddelen is het blokkeren van toegangswegen in het oerwoud, zodat regeringsverantwoordelijken en vertegenwoordigers van de bewuste bedrijven geen toegang zouden krijgen tot de gebieden. Het protest is zeer goed georganiseerd, en kan op brede steun rekenen onder arbeiders en boeren over het hele land. De populariteit van Alan Garcìa staat op een historisch dieptepunt, en de regering vreesde dan ook dat een overwinning voor deze beweging ook andere groepen in de maatschappij zou kunnen aanzetten om actief in verzet te gaan.
Daarom hanteerde de regering vanaf het begin van het conflict een ongemeen harde aanpak. De Peruviaanse eerste minister Yehude Simon verklaarde onder geen enkele voorwaarde te willen onderhandelen met de protesterende bevolking. Bovendien bleef de regering nieuwe troepen sturen naar het gebied, duidelijk met de bedoeling aan te sturen op een gewapend conflict. Eind mei verhoogde de regering de druk nog meer door een staat van beleg af te kondigen in de hele provincie Amazonas, en de militaire politie de opdracht te geven alle wegblokkades op te heffen, desnoods met geweld. Het gewapend conflict van het voorbije weekend is een rechtstreeks gevolg van deze beslissing.
Ondertussen keert een groot deel van de Peruviaanse bevolking zich sterk af van de aanpak van de regering. President García verdedigt Decreto 1090 door te stellen dat deze wet een einde zal maken aan de armoede en de achtergesteldheid in het oostelijke deel van het land, maar de vraag is wie er iets te winnen heeft bij olie-exploitaties door buitenlandse multinationals in die regio.
De politiek van de regering van Garcìa is de voorbije jaren geweest om Peru naast Columbia aan te bieden als een “veilige haven” voor buitenlandse multinationals en voor het Amerikaanse imperialisme. Dit vertaalde zich in een politiek van privatiseringen van onder meer de telefoonmaatschappij, en besparingen in openbare diensten. Tegelijkertijd leeft een steeds groter deel van de bevolking in extreme armoede. De onvrede met de corrupte politieke elite is bijzonder groot, maar dit werd tot nog toe niet vertaald in een veralgemeende beweging tegen het neoliberale beleid van de regering, vooral door een latent gebrek aan politieke wil bij de vakbonden om de strijd te organiseren.
Een politieke uitdrukking van dit ongenoegen is wel de steun voor de Partido Nacionalista Peruano PNP van Ollanta Humala, een linkse oud-kolonel die vaak vergeleken wordt met Hugo Chavez in Venezuela of Evo Morales in Bolivië. De PNP geniet vooral veel steun bij de armsten onder de inheemse plattelandbevolking. Humala en de PNP hebben echter ook hun beperkingen: bij de vorige verkiezingen verloor Humala nipt van huidig president Garcìa, maar zijn partij werd wel veruit de grootste in het Peruaanse parlement. In woorden is de PNP sterk gekant tegen de privatiseringen en het neoliberale beleid van president Garcìa, maar dit protest beperkt zich vaak tot een parlementaire oppositie. Zo werden gisteren 7 parlementsleden van de PNP voor 120 dagen geschorst omdat ze via affiches en strijdkreten protesteerden tegen de moorden in Bagua, maar van een partij die zegt de arbeiders en armen in Peru te vertegenwoordigen zou een meer actievere rol in de strijd kunnen verwacht worden. Humala wil echter vooral zijn kansen op het presidentschap in de verkiezingen van 2011 heel houden, en wil zich voorstellen als een links en antineoliberaal doch “aanvaardbaar” politicus.
Ondertussen heeft de regering onder druk van de beweging de omstreden wetten tijdelijk in de koelkast gestoken, maar toch blijven de indianen en arbeiders mobiliseren. In verschillende delen van het land werden reeds vestigingen van oliebedrijven, mijnbouwbedrijven en multinationals bezet, en wordt het ontslag van de regering Garcìa gevraagd. De enorme schaal waarop in het hele land wordt gemobiliseerd tonen aan wat de potentiële kracht is van de arbeiders en inheemse boeren in Peru. Wat ontbreekt is een partij die deze spontane bewegingen van arbeiders en armen kan omzetten in een bewuste politieke beweging met als doel de regering ten val te brengen, en een regering aan de macht te brengen die gebaseerd is op de georganiseerde arbeidersklasse en inheemse bevolking. Deze regering zou een programma moeten doorvoeren van het nationaliseren van de natuurlijke rijkdommen en de sleutelsectoren van de economie. Enkel zo kunnen de enorme rijkdommen die in Peru aanwezig zijn worden gebruikt voor het optrekken van de levensomstandigheden van de hele bevolking, van de achterbuurten in Lima tot de uitgestrekte wouden in Amazonas.