De niet zo “groene” Olympische Spelen in Peking

De niet zo “groene” Olympische Spelen in Peking

Het Chinese regime had de Olympische Spelen in Peking aangekondigd als de “Groene Olympische Spelen”. Dat werd gekoppeld aan ambitieuze doelstellingen om de lucht- en waterkwaliteit in de Chinese hoofdstad te verbeteren. Nu is Peking één van de meest vervuilde steden ter wereld.

Vincent Kolo en Chen Lizhi, Chinaworker.info

In plaats van de reële problemen aan te pakken, hebben de Chinese autoriteiten ervoor gekozen om een aantal maatregelen op korte termijn te nemen waarbij het vooral gaat om grotendeels kosmetische ingrepen die slechts van toepassing zullen zijn tijdens de Spelen.

Peking heeft zowat 17 miljard dollar uitgegeven voor verbeteringen aan het milieu tijdens de Olympische Spelen. Toch heeft dat weinig verschil gemaakt. De aanhoudende bouwwoede en toenemend autogebruik hebben de inspanningen om de luchtkwaliteit te verbeteren volledig teniet gedaan.

Van 20 juli tot in september (als de Olympische en de Paralympische Spelen zijn afgelopen) is er voor zo’n 1,5 miljoen auto’s een verbod om op de weg te komen. Daarmee hoopt het regime de luchtkwaliteit te verbeteren.

Zowat 200 staal, cement en chemische bedrijven moeten de deuren sluiten of verhuisden naar een lokatie buiten de stad. Heel wat arbeiders werden afgedankt, anderen werden verplicht om “Olympische vakantie” op te nemen met een al even Olympische loondaling die daarmee gepaard gaat.

Tot 70% van de luchtvervuiling in Peking komt van de omringende provincies. Dat verklaart ook waarom de pogingen om de stad zelf verbeteringen aan te brengen niet volstaan tegen de achtergrond van een breder probleem. De Verenigde Naties stelde in een rapport uit 2006 reeds dat de aanwezigheid van fijn stof in Peking acht keer hoger lag dan de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie.

De 17 miljoen inwoners van Peking moeten deze lucht iedere dag inademen, niet enkel tijdens het drie weken durende sportspektakel. Voor een kind is het inademen van zo’n vervuilde lucht gelijkwaardig aan het roken van 40 sigaretten per dag.

De luchtvervuiling wordt ook versterkt door de groeiende aanwezigheid van auto’s in de Chinese hoofdstad. Nu zijn er zo’n 3,3 miljoen auto’s en iedere dag komen er nog meer dan duizend bij. China is zich aan het omvormen van het “koninkrijk van de fiets” tot de tweede grootste en snelst groeiende automarkt ter wereld. De blinde zoektocht naar winst wordt daarbij duidelijk. Vanuit een ecologisch standpunt is het waanzin om het Westerse kapitalistische model van autobezit door te voeren in China met zijn 1,3 miljard inwoners.

De grote automultinationals worden echter met open armen ontvangen door de regering die haar uiterste best doet om de ingeslagen weg verder te zetten. Deze bedrijven investeren grote sommen en hebben hun hoop op China gesteld om tegenvallende verkoop in andere landen op te vangen. De marktleider, General Motors, verkoopt nu meer dan een miljoen auto’s per jaar in China. Volkswagen verkoopt meer auto’s in China dan in Duitsland.

Tegelijk zijn de investeringen in het spoorvervoer, ongetwijfeld de meest ecologische wijze van massatransport, drastisch afgenomen ten voordele van een uitgebreid programma van wegenbouw. Eén van de redenen hiervoor is dat zowat alle grote wegen in China tolwegen zijn die worden aangelegd door private bedrijven die contracten aangaan met provinciale regeringen.

China is wereldwijd de tweede grootste importeur van olie en auto’s zijn nu goed voor ongeveer de helft van de ingevoerde olie. China koopt nu meer olie van Saoedi-Arabië dan de VS en het is de belangrijkste buitenlandse investeerder in Iran in Soedan. Zowel geopolitiek als ecologisch is de ontwikkeling van een autocultuur in China een belangrijke verandering die zal leiden tot tegenstellingen tussen de oudere imperialistische machten en het opkomende China.

Socialistisch alternatief

Er is momenteel geen alternatief op massaal autogebruik. Nochtans is dat dringend in China en op internationaal vlak. Een socialistisch alternatief gaat uit van een democratische controle en planning van de economische ontwikkeling om middelen te heroriënteren van het destructieve naar het sociaal noodzakelijke en een ecologisch houdbare productie.

In plaats van de vervuiling en de strijd tussen de 120 Chinese autobouwers, zouden de middelen en kennis van deze industrie kunnen worden ingezet om te werken aan een massaal programma van veilig, goedkoop en degelijk openbaar vervoer. Als de huidige trends aanhouden, zal de productie van uitstootgassen in China vele keren groter zijn dan alle inspanningen van oudere geïndustrialiseerde landen samen om deze uitstoot te beperken.

Het regime in China is niet in staat om het land (en de planeet) te stoppen in de wedren naar een ecologische ramp. Enkel door de controle over de industriële productie uit de handen van de huidige elite van kapitalisten en niet verkozen vertegenwoordigers te nemen en de volledige bevolking in te schakelen in een democratische planning voor een ecologische economische ontwikkeling, kan de huidige koers worden veranderd.

Lees ook:

> The Olympics, big business and dictatorship

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop