Your cart is currently empty!
Nieuwe stakingsgolf in Egypte
Acht maanden na de omverwerping van Moebarak worden de arbeiders en jongeren nog steeds geconfronteerd met armoede, werkloosheid, corruptie en repressie. Een groeiend aantal arbeiders gaat opnieuw over tot stakingsacties om daartegen te protesteren. Op hetzelfde ogenblik vindt ook het proces plaats tegen Moebarak, zijn zonen Gamal en Alaa alsook enkele naasten van de voormalige dictator.
Ahmed Ezz controleert 70% van de ijzer- en staalproductie en 50% van de keramiek in Egypte. Hij kocht zijn economische belangen voor een prijsje op toen de staatsbedrijven geprivatiseerd werden. Ezz was een leidinggevend lid van de Nationaal Democratische Partij van Moebarak, gedurende lange tijd lid van het parlement en een persoonlijke vriend van Gamal Moebarak. Op 14 september werd hij tot een gevangenisstraf van 10 jaar en een boete van 111 miljoen dollar veroordeeld en dit wegens corruptie. De man was in 2008 goed voor een fortuin van 1,5 miljard dollar, de boete is dus vrij beperkt. Alle geprivatiseerde industrieën moeten terug worden genationaliseerd zonder compensaties voor de eigenaars die deze bedrijven als melkkoe hebben gebruikt om zichzelf te verrijken.
Er wordt geschat dat corruptie – met onder meer fraude, diefstal,… – de economie in 2007-2008 tot 57 miljard dollar heeft gekost. Dat komt overeen met een jaarlijks gemiddelde van 6,4 miljard dollar of zowat 800 dollar per inwoner van het land. Ondertussen leeft 40% van de bevolking met minder dan één dollar per dag!
Werkloosheid neemt toe
De economie werd hard geraakt door de ineenstorting van het toerisme, een belangrijke sector op het vlak van jobs en inkomsten. Egypt Air verloor 56% van haar personenvervoer. Dat is deels het resultaat van de angst voor onveiligheid omdat het oude regime aan de macht probeert vast te houden, maar ook de wereldwijde financiële crisis laat zich voelen met in heel wat landen een dalende levensstandaard.
In de zes maanden sinds het begin van de revolutie werd voor 16 miljard dollar buitenlands geld uit het land weg gehaald. In het eerste kwartaal van dit jaar was er een negatieve groei van het bbp met -7%, dat komt overeen met een verlies van 30 miljard dollar voor de economie. Deze factoren hebben geleid tot een verdere stijging van de werkloosheid. De stijgende prijzen zorgen ervoor dat het leven steeds moeilijker wordt.
In april was er een peiling waaruit bleek dat 63% van de bevolking werkloosheid het belangrijkste discussiepunt voor de samenleving vond. 80% verwachtte dat de financiële situatie van hun gezin binnen een jaar beter zou worden. 75% vertrouwde erop dat de nieuwe regering de centrale problemen in de samenleving zou aanpakken. Onder de deelnemers aan de protestacties werd gepeild naar de belangrijkste redenen om op straat te komen: 64% stelde dat werkloosheid en een lage levensstandaard doorslaggevend waren, 19% bracht het gebrek aan democratie en politieke hervormingen aan.
Nu het steeds duidelijker wordt dat de economische situatie verslechtert en dat de regering niet in staat is om de levensstandaard op te trekken, zijn er ook opnieuw stakingsacties. Veel arbeiders beseffen dat dit de enige manier is om hun omstandigheden te verbeteren en dat ze daartoe niet op de regering kunnen vertrouwen.
Er zijn nu ongeveer 150 onafhankelijke vakbonden, voor de revolutie waren dat er slechts drie. De afgelopen drie weken was er een toename van het aantal stakingen, na een rustiger periode tijdens de Ramadan. In de eerste week van september kondigden 22.000 textielarbeiders in Mahalla een staking aan. Hun staking in 2007 vormde een inspiratie voor de arbeiders en jongeren die nadien in actie gingen. De minister van arbeid moest met de arbeiders onderhandelen en toegevingen doen. Zo werd een bonus van 200% beloofd. Hierna werd de staking afgeblazen. Indien de beloften niet worden nagekomen, kan het snel tot een effectieve staking komen.
Nationale staking van de leraars
Op 18 september was er een nationale onderwijsstaking, de eerste dergelijke nationale staking sinds 1951. De oproep voor de stakingsdag kwam van de nieuwe onafhankelijke lerarenvakbond. Naar schatting 70% van de leraars nam deel aan de actie rond de eis van een minimumloon. “Ik werk al 16 jaar, heb een familie en kinderen, maar verdien slechts 900LE [110 euro]. Iedereen weet dat je in Egypte niet kunt rondkomen met minder dan 1200-1500 LE per maand”, aldus een leraar (Ahram, 19 september). De leraars eisen ook kleinere klassen (nu zijn er soms 60 tot 100 leerlingen per klas!), een andere beoordelingswijze en het ontslag van de minister van binnenlandse zaken. “Ze zeggen dat het land en het ministerie geen geld hebben, maar we weten allemaal hoeveel geld ze hebben en wat ze ermee doen”, aldus een wiskundeleraar (Ahram, 20 september).
Het overgrote deel van de 62.000 arbeiders van het openbaar vervoer in de regio van Caïro zijn in staking gegaan. Ook zij eisen een verhoging van het minimumloon tot 1.200 Egyptische ponden. In juli stemde de minister van financiën in met een verdubbeling van het loon voor het personeel van het openbaar vervoer, maar die belofte werd nooit uitgevoerd.
De dokters staken voor een betere gezondheidsdienst, ze eisen dat het aandeel van het overheidsbudget voor gezondheidszorg omhoog gaat van 3,5% van het bbp tot 15%. Ook eisen ze een hervorming van de lonen.
In de fabriek Ideal gingen op 14 september 1.200 arbeiders in staking. De fabriek was eigendom van Saad Sallam. Die kocht het bedrijf bij de privatisering voor 315 miljoen pond, maar verkocht het nu aan het Zweedse Electrolux voor 2,7 miljard pond. Bij de privatisering werd aan Sallam opgelegd dat hij 1% van de verkoopsprijs aan de arbeiders zou betalen, maar Sallam weigert.
Duizenden arbeiders uit suikerraffinaderijen zijn zes dagen lang in staking gegaan naar aanleiding van eisen inzake lonen, arbeidsvoorwaarden en het afzetten van het management dat nog onder Moebarak werd aangesteld. Docenten aan de universiteiten dreigen met stakingsacties. In de luchtvaartsector en de post werden geplande stakingen afgeblazen na beloften van de regering om de eisen van het personeel in te willigen. De arbeiders eisen hogere lonen, maar ook het afzetten van topmanagers die nog onder Moebarak werden aangesteld.
Studenten van de Amerikaanse Universiteit van Cairo staakten tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld met 9%. Zij kregen steun van het personeel, waaronder ook het kuispersoneel en het veiligheidspersoneel, dat hogere lonen en een kortere werkweek eist.
Dreiging van repressie
De regering deed toegevingen aan de stakers, maar gaat tegelijk ook steeds meer tot repressie over. In maart werd een stakingsverbod afgekondigd. Dit verbod werd niet volledig toegepast, er werden nog maar vijf arbeiders veroordeeld. Maar op 16 september besloot de Hoge Raad van Gewapende Krachten om de noodwetten van Moebarak te versterken. Het ‘nieuwe’ regime had eerder aangekondigd dat de noodwetten tegen eind september zouden verdwijnen. Nu wordt de wetgeving uitgebreid om in te gaan tegen wie “het werk verstoort” (lees: staakt), wegblokkades opwerpt bij betogingen, ‘valse’ informatie verspreidt (waarbij militaire rechtbanken beslissen wat de ‘waarheid’ is). Sinds de val van Moebarak moesten meer dan 10.000 mensen zich voor militaire rechtbanken verantwoorden.
Het ‘nieuwe’ regime gebruikt het excuus van de bestorming van de Israëlische ambassade in Cairo om de repressiemogelijkheden op te drijven. Het regime heeft ook opgemerkt dat het aantal betogers op de wekelijkse vrijdagprotesten is verminderd. Bij de acties op vrijdag 16 september waren er slechts een 1.000-tal betogers op het Tahrirplein.
Na acht maanden van wekelijkse betogingen is er een zekere vermoeidheid. Maar tegelijk is er een groeiend besef dat betogingen op zich niet zullen volstaan om tot verandering te komen. Arbeiderssolidariteit en strijd zoals stakingsacties en soms ook bedrijfsbezettingen, kennen een steeds grotere steun. Met dergelijke methoden is het mogelijk om toegevingen van de regering en het patronaat af te dwingen. Er moet worden gebouwd aan een momentum naar een algemene staking om alle arbeiders en jongeren te verenigen in de strijd voor verandering. Daartoe is het noodzakelijk dat de basis van onderuit democratische controle heeft over de massale acties. Dat kan door massale actiecomités op te zetten op de werkvloer, in de wijken en op de scholen waarbij deze comités op lokaal, regionaal en nationaal niveau met elkaar worden verbonden.
Democratisch socialistisch programma
De loonsverhogingen zullen geen oplossing bieden als de prijzen blijven stijgen. Bovendien blijven er enorme problemen voor de werklozen, arme boeren en andere armen. Het kapitalistische systeem zal steeds proberen om toegevingen teniet te doen, zolang dit systeem stand houdt zullen toegevingen slechts tijdelijk zijn. Het is de taak van actieve vakbondsmilitanten, jongeren en socialisten om het idee van een regering van arbeiders en armen naar voor te brengen om hiermee de revolutie die op 25 januari begon te vervolledigen.
De stakingsgolf stelt de noodzaak voor de arbeiders van de verschillende sectoren, zowel de publieke als de private sector, om een eigen massale arbeiderspartij op te zetten. Activisten uit verschillende strijdbewegingen moeten samenkomen. Jongeren en studenten die opkomen voor democratische rechten en ook andere campagnes moeten zich verenigen met de georganiseerde arbeidersbeweging.
Een democratisch socialistisch programma zou onder meer opkomen voor een degelijk minimumloon van minstens 1200 Egyptische ponden waarbij het minimumloon aan de prijsstijgingen wordt gekoppeld, degelijk onderwijs en goede gezondheidszorg, een massaal programma van bouw van sociale woningen, een kortere werkweek om de werklozen aan het werk te helpen. Dit moet gekoppeld worden aan de nationalisatie onder arbeiderscontrole en –beheer van alle grote bedrijven en banken. De economie kan dan worden gepland om de noden van de meerderheid van de bevolking te dienen in de plaats van de winsten van een kleine minderheid.
Met een dergelijk strijdbaar programma kan een onafhankelijke stem voor de arbeiders en jongeren worden opgebouwd, ook bij de verkiezingen (het ziet er naar uit dat de verkiezingen naar maart 2012 worden uitgesteld). Een socialistisch alternatief zou ingaan tegen de rijke pro-kapitalistische partijen en de Moslim Broederschap. Een oproep voor een regering van arbeiders en armen zou ingaan tegen alle andere partijen die het recht van de grote bedrijven om de uitbuiting van de meerderheid van de bevolking voort te zetten verdedigen.