De afgelopen weken lag de Israëlische regering onder vuur met een nooit geziene massabeweging. In alle steden van Israël wordt betoogd en opgekomen voor “sociale rechtvaardigheid”. De beweging begon met enkele studenten die in Tel Aviv een tentenkamp hadden opgezet, maar al snel werd het een massabeweging. Op 6 augustus waren er bijna 300.000 betogers in Tel Aviv. Premier Netanyahu wordt in het defensief geduwd en probeert de aandacht af te leiden met het opdrijven van het conflict in de Gazastrook. Eind juli spraken we op de internationale zomerschool van het CWI met Suheir, een Palestijnse die lid is van Maavak Sotsyalisti / Nidal Eshteraki (Socialistische Strijdbeweging). De tentenbeweging zat toen nog in haar beginfase.
Wat versta jij onder Palestina?
“Het gaat uiteraard om de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Maar daarnaast wonen er ook honderdduizenden Palestijnen in Israël. Ik beschouw mezelf als een Palestijnse die in Israël woont. Op mijn identiteitskaart staat wel dat ik Israëlisch ben. Een aantal Palestijnen, in het bijzonder in Oost-Jeruzalem, hebben papieren die noch Palestijns noch Israëlisch zijn. Ze kregen Jordaanse papieren, waardoor de regering ze op ieder moment kan uitwijzen.”
Wat is de impact van de revoluties in Noord-Afrika en het Midden-Oosten in Palestina?
“Die revoluties hebben de Palestijnen geïnspireerd. Dat blijkt uit de vele solidariteitsbetogingen, zeker met de Egyptische revolutie. Het regime van Fatah heeft de betogingen op de Westelijke Jordaanoever vervolgd en er werd geprobeerd om pro-Moebarak betogingen te houden, maar die acties hadden weinig succes. Tijdens de Egyptische revolutie organiseerde Hamas de controle op de grens tussen Gaza en Egypte.
“Een tweede gevolg van de revoluties op de situatie in Palestina zien we in de beweging van 15 maart. Het gaat niet om een beweging voor Hamas of Fatah, maar het is een uitdrukking van de wil van de Palestijnse bevolking om een eengemaakte vertegenwoordiging te hebben in de strijd tegen de bezetting. De betogers riepen vanaf 15 maart op tot een regering van nationale eenheid van Hamas en Fatah omdat dit de organisaties zijn die ons nu vertegenwoordigen, maar aan de basis van de roep naar eenheid ligt het idee van eenheid in de strijd. Er wordt geëist dat er een einde komt aan de verdeeldheid onder de Palestijnen. Er waren duizenden betogers op de Gazastrook en ook op de Westelijke Jordaanoever.
“Een derde gevolg van de revoluties zien we in het veranderende zelfvertrouwen van de Palestijnen. Enkele maanden geleden was er geen vertrouwen onder de bevolking om zelf een revolutie door te voeren, maar dat is veranderd. Zeker nu er in september bij de Verenigde Naties een discussie zal worden gevoerd over de kwestie van een Palestijnse staat, is er de mogelijkheid van een revolutionaire golf. Naarmate de discussie bij de VN dichterbij komt, kan dat leiden tot nieuwe massastrijd.
“De acties van 15 mei vormden ook een belangrijk keerpunt. Op die dag werd de catastrofe of de ‘Nakba’ herdacht door de Palestijnen. Het is de herdenking van de creatie van de Israëlische staat en het begin van de uitwijzingen van Palestijnen. Onder druk van de revoluties in de regio waren deze betogingen bijzonder belangrijk. Er waren overal betogingen, maar de belangrijkste was wellicht deze van Palestijnse vluchtelingen in het zuiden van Syrië. Deze betogers slaagden er in om de grens tussen Syrië en Israël over te steken. Het Israëlische leger beantwoordde dit met geweld. Er werd op de betogers geschoten waarbij een twintigtal doden vielen. Er waren ook gelijkaardige acties in Libanon en meer algemeen in de Palestijnse gebieden. Er waren ook betogingen in Israël, in Tel Aviv en Jaffna. Daaraan werd deelgenomen door de linkse socialisten van Maavak Sotsyalisti / Nidal Eshteraki. Deze acties maakten een einde aan het gevoel van frustratie waarbij zelfmoordaanslagen in de plaats van massastrijd kwamen. Een nieuwe generatie van Palestijnen is in actie gegaan. Zeker in Ramallah waren het de jongeren die vooraan stonden in het organiseren van het protest en bij het opzetten van een meeting met een discussie over de noodzaak van een vreedzame massabeweging.
“Een andere belangrijke datum was 5 juni, de herdenking van de Zesdaagse Oorlog, de Naksa-dag. Op die dag vielen er opnieuw heel wat doden. Naar aanleiding van de betogingen in de buurt en over de grens tussen Palestijns gebied en Israël, vroeg een Israëlische journalist recent aan een legerverantwoordelijke: ‘Wat zouden jullie doen als duizenden Palestijnen de grens proberen over te steken?’. De legerverantwoordelijke moest toegeven: ‘Daar kunnen we niets tegen doen’.”
Heeft de revolutionaire golf ook gevolgen in Israël?
“De Palestijnen in Israël zijn bijzonder opgezet dat er revoluties plaatsvinden. De reactie van de Israëlische arbeiders is meer gemengd. Een deel staat onder de invloed van de Israëlische propaganda dat het om islamitische revoluties gaat. Ze vrezen dat er harde islamitische regimes tot stand zullen komen. Een ander deel van de Israëlische arbeiders, zeker diegenen die nu in strijd gaan zoals de sociale werkers, neemt de slogans vanuit Tunesië en Egypte over. Er was bijvoorbeeld een spoorstaking die onwettelijk werd verklaard door een rechtbank. Op een betoging aan de vooravond van de staking werden negen spoorarbeiders opgepakt, allemaal leden van het stakerscomité. De vakbondsleiding werd eveneens opgepakt. Toch werd verder actie gevoerd, de arbeiders stelden dat ze doorgingen met de acties naar het voorbeeld van de massastrijd in de rest van de regio.
“Met de kameraden van de Israëlische afdeling van het CWI voeren we sinds januari 2011 een campagne tegen de prijsverhogingen. Onze slogan is: ‘de prijzen zijn hoog, de lonen laag, we zullen strijden, we zullen vechten zoals in Egypte’ (bij ons rijmt dat…). De slogan kreeg heel wat aandacht, ook in de media.”
Van waar komt die tentenbeweging en hoe zal dit verder ontwikkelen?
“Twee weken geleden begon erg spontaan een actie die gelijkaardig is met wat gebeurde in Griekenland en Spanje. De tentenactie ging vooral uit van jonge joodse arbeiders die revolteren tegen de stijgende prijzen voor huisvesting. De eisen zijn niet altijd duidelijk, ook al is er duidelijk een anti-kapitalistisch bewustzijn. Het is een uitdrukking van dezelfde woede als in Spanje. Er kwam een beperkte deelname van Palestijnse Israëli’s aan de acties, maar dat bleef erg beperkt. Belangrijk is wel dat deze beweging niet rond de nationale kwestie draait. Het centrale thema is de noodzaak van betaalbare huisvesting.
“De verdere ontwikkeling van de beweging zal afhangen van de respons van bredere lagen van de bevolking. Maar er worden al banden gelegd, onder meer met de sociale werkers die actie voerden. Er was een solidariteitsverklaring van de strijdbare vakbondsverantwoordelijken van de sociale werkers. De organisatie van de beweging doet denken aan Spanje. Er zijn algemene vergaderingen waaraan we deelnemen en waarbij we heel wat steun krijgen. In Tel Aviv sprak onze kameraad Omen en hij had het over de noodzaak om de beweging te verbinden met arbeidersstrijd, zoals deze van de sociale werkers. We werden goed onthaald en onze ideeën werden overgenomen, onder meer het idee van een algemene staking of van de noodzaak van gezamenlijke strijd van Palestijnen en Israëli’s. Er zijn ook banden gelegd met de beweging van dokters die al meer dan 100 dagen actie voeren. Die beweging heeft op zijn beurt solidariteit betuigd met de tentenbeweging. Voorts zijn er solidariteitsbanden met de strijd van de chemiearbeiders van Haifa. Ook de grootste vakbond, Histadrut, betuigde in woorden solidariteit maar deed niets in de praktijk.”