Vooruitblik op historische verjaardagen in 2012
- 100 jaar “Brood en Rozen”. De Lawrence-staking van 1912
- De Ierse burgeroorlog (1922-23)
- 1952: overlijden Alexandra Kollontai
- De Cubaanse rakettencrisis van 1962
- 1972: Bloody Sunday in Noord-Ierland
- 1972: Watergate-schandaal in de VS
De wereld staat dichter bij een nucleaire oorlog dan tijdens de Cubaanse rakettencrisis in 1962. De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie kwamen dichtbij het gebruik van kernwapens toen Chroetjsev met kernkoppen uitgeruste raketten op een Cubaanse basis wou plaatsen. Gelukkig vonden het Amerikaanse Imperialisme en de Sovjetbureaucratie, ondanks de druk van het Amerikaanse militaire apparaat om Cuba aan te vallen, een onderhandelde uitweg uit de crisis. Die confrontatie was er één tussen twee stabiele regimes met een uitgewerkte militaire strategie en regimes die duidelijk begrepen welk belang ze hadden. Voor het India en Pakistan van vandaag geld dit niet. Beide zijn onstabiele crisisregimes. Musharraf leidt een wankele militaire dictatuur terwijl de Vajpayee-regering geleid wordt door de uiterst-rechtse, Hindoe-nationalistische BJP.
Eens te meer staat Kasjmir centraal in het conflict. De controle over Kasjmir is reeds 55 jaar een twistpunt, een gevolg van het verdeel-en-heers spelletje van het Britse Imperialisme toen ze de onafhankelijkheid in 1947 toeliet. De heersende Pakistaanse klasse beschouwde Kasjmir, waar de moslimbevolking in de meerderheid is, als een legitiem deel van Pakistan. De Maharadja van Kasjmir, op de troon dankzij de opvolging van vader op zoon, was Hindoe en koos voor de aansluiting bij India. Allesbehalve begaan met het lot van de mensen in Kasjmir onthielden Pakistan en India de inwoners het recht op zelfbeschikking en democratie. India en Pakistan willen de controle over de staat Kasjmir verwerven om hun prestige, macht en grondgebied uit te breiden.
Kasjmir was al het onderwerp van twee oorlogen, veel meer crisissen, herhaaldelijke militaire mobilisaties en bedreigingen en reacties op bedreigingen tussen India en Pakistan. Desalniettemin zou het een fout zijn te denken dat de huidige crisis een zoveelste aflevering is in de spanningen tussen de twee kernmachten. Meer dan een miljoen soldaten, uitgerust met het meest gesofistikeerde wapentuig, worden gemobiliseerd langs de Indisch-Pakistaanse grens. Dit is de meest duidelijke uitdrukking van de diepe crisis waarin de beide regimes zich bevinden. Geen van de twee is erin geslaagd economische vooruitgang, democratie of veiligheid te verzekeren. Aan beide zijden van de grens sterven miljoenen mensen in vreselijk armoedige omstandigheden gekenmerkt door een chronisch gebrek aan basisgezondheidszorg en onderwijs. Beide landen worden verscheurd door nationale, etnische en religieuze conflicten.
Een aaneenschakeling van gebeurtenissen heeft beide regimes in de richting van een frontale botsing geduwd. India mobiliseerde haar grenstroepen na een aanslag, op 13 december, op het Indische parlement door Islamitische paramilitairen, de ‘Jihadis’. India hield het Pakistaanse regime verantwoordelijk en riep Musharraf op de kampen van de ‘Jihadis’ de sluiten en de verantwoordelijken uit te leveren. Er volgden echter meer incidenten. In Mei vielen Islamitische militanten een Indische legerbasis aan in Jammu. 34 mensen, Indische soldaten en hun familieleden, kwamen om het leven.
Tijdens een toespraak tot de troepen in Kasjmir sprak de Indische premier Vajpayee over de komende oorlog: “India wordt verplicht een oorlog te voeren, vertrouw erop dat we die zullen winnen….het is tijd voor een beslissend gevecht.” Voor de BJP-regering is deze oorlogsmobilisatie een wanhopige poging electorale steun terug te winnen na een aantal recente verkiezingsnederlagen. In Gujarat, de enige door de BJP gecontroleerde deelstaat, namen BJP-vertegenwoordigers deel aan een bloeddorstige anti-moslim pogrom. Er vielen 2000 doden in één van de ergste uitspattingen van religieus geweld sinds 1947. De oorlogszucht weerspiegelt de echte ambities van de Indische heersende klasse. Onder het mom van de Amerikaanse “oorlog tegen het terrorisme” grijpen ze de recente terroristische aanslagen aan om de kwestie Kasjmir eens en voor goed ‘te regelen’.
Musharraf, die onder enorme Amerikaanse druk staat, beloofde de bestandslijn, die het door Pakistaan gecontroleerde van het door India gecontroleerde deel van Kasjmir scheidt, te respecteren en elke grensoverschrijdende tegen te gaan. Toch hield Pakistan een nieuwe reeks nucleaire tests. Terwijl Musharraf ontkent dat hij de islamitische invallen in Indiaas Kasjmir steunt verklaarde hij dat “omdat er in Kasjmir een bevrijdingsstrijd plaatsvindt Pakistan niet verantwoordelijk kan gesteld worden voor acties tegen de Indische onderdrukking”.
Musharraf balanceert op het scherp van de snee. Zijn steun aan het VS offensief tegen het Talibanregime en de Al Queda strijders een golf van oppositie uitgelokt in Pakistan. Hij joeg een deel van de militairen en de sterke inlichtingendienst ISI tegen hem in het harnas. Musharraf liet een deel van de militante Islamitische leiders oppakken maar liet de meeste van hen weer vrij. Hij heeft herhaaldelijk de oorlog verklaard aan terroristische organisaties in Pakistan maar hij heeft een deel van het leger, die deze organisaties actief steunen, duidelijk niet onder controle.
Na de klopjacht op Taliban en Al Quada strijders in Afghanistan door de VS keerden velen onder hen terug naar Pakistan. De VS-overwinning in Afghanistan (die er allesbehalve stabiliteit en vrede bracht) lokte een nieuw ‘Jihad’ offensief uit in Kasjmir. In Pakistan kan dit offensief kan op een enorme sympathie rekenen. De Islamitische paramilitairen hebben niet enkel een aanval op India als doel, ze rekenen er ook op dat ze de steun voor Musharraf in Pakistan zelf kunnen ondermijnen. Dat is de reden voor de evenwichtsoefening van Musharraf. Hij probeert om op hetzelfde moment de VS gerust te stellen, en zijn steun uit te spreken voor het bevrijden van Indisch bezet Kasjmir.
Alle ingrediënten voor een oorlog zijn aanwezig. Het bezoek van de VS-minister van Defensie, Donald Rumsfeld, aan Pakistan werd pas op 29 mei aangekondigd (na de nutteloze bezoeken van VS-vertegenwoordiger Christine Rocca en even onproductieve bezoeken van Jack Straw en Chris Patten voor de EU). De VS zijn voornamelijk bezorgd over het terugtrekken van Pakistaanse troepen aan de Afghaanse grens. Men wil verhinderen dat de oorlog tegen het terrorisme, zoals de VS het ziet, verzwakt wordt. In realiteit is het conflict tussen India en Pakistan veel ernstiger dan de klopjachten aan de Afghaanse grens. Een oorlog zou een ernstige crisis in beide landen uitlokken. Het zou de hele Zuid-Aziatische regio destabiliseren met nog verder reikende gevolgen in de toekomst. Elke schijn van een nieuwe wereldorde onder de voogdij van de supermacht Verenigde Staten zou als sneeuw voor de zon smelten.
Oorlog is niet onvermijdelijk – hij kan voor een bepaalde tijd uitgesteld worden. Maar als een oorlog uitbreekt is een aanval met kernwapens mogelijk. Het is meer waarschijnlijk dan tijdens de Cubaanse rakettencrisis.
Een beperkte oorlog?
Een ernstig incident kan leiden tot oorlog. In deze gespannen situatie, na de verklaringen van Vajpayee dat India een beslissend gevecht zal leveren, is het lanceren van een aanval over de bestandslijn, politiek, de enige geloofwaardige optie voor de Indische eerste minister. Veel commentatoren troosten zichzelf met de gedachte dat dit slechts tot een ‘beperkte’ oorlog zou leiden. De redenering is dat voorbij gevechten tussen India en Pakistan in de bezette regio tot het grondgebied van Kasjmir beperkt bleven. Andere stemmen waarschuwen voor andere scenario’s. Christopher Hitchins, een in Washington gestationeerde commentator, schrijft (Daily Mirror, 23 mei) dat Pakistan, tijdens de eerste ambtstermijn van Bill Clinton, “minuten verwijderd was van een eerste gebruik van kernwapens na het verkeerd interpreteren van Indische legermanoeuvres bij de grens (nabij Zarb-i-Momin). Hoge ambtenaren van de VS-administratie, die deze crisis van nabij meemaakten, worden nog bleek als ze eraan terug denken. Het gevaar was veel reëler dan tijdens de Cubaanse rakettencrisis.”
In 1999 begon een conflict nabij Kargil, in het bergachtige noordelijke grensgebied, toen de Pakistaanse strijdkrachten een strook land wilden heroveren dat India bezet had in een eerder treffen. De lont werd slechts op het nippertje uit het kruitvat gehaald toen Mawaz Sharif, de toenmalige Pakistaanse eerste minister, na immense druk van de VS, zijn troepen terug trok.
De huidige situatie is veel gevaarlijker. Het is meer dan waarschijnlijk dat India een mogelijk incident zal beantwoorden met het lanceren van een militaire aanval. Zelfs als dit als een eerder beperkte symbolische actie werd opgevat is niets zeker. De les die de geschiedenis ons leert is dat gewapende conflicten zelden volgens een vooraf bepaald plan verlopen. Zij volgen een aparte logica en ‘ongelukken’ kunnen een beslissende rol spelen.
Hoe beperkt een Indische aanval ook is, hij zal beantwoord worden door een Pakistaanse tegenaanval. Musharraf heeft al gewaarschuwd dat zijn troepen het offensief zullen doordrijven tot op Indisch grondgebied. Hij noemt het Pakistaanse politiek ter zake “ een offensieve defensie”. De partij die aan de verliezende kant blijkt te zijn zal waarschijnlijk op een escalatie aansturen.
India heeft drie maal meer conventionele wapens dan Pakistan en heeft een politiek om niet als eerste kernwapens te gebruiken. Anderzijds, heeft Pakistan duidelijk verklaard dat het niet zal terugschrikken om als eerste kernwapens te gebruiken om zo haar zwakke positie wat de conventionele wapens betreft te compenseren. Amin Saikal (International Herald Tribune, 23 mei) schrijft dat “het probleem zich stelt dat dit zeer snel een uitgebreide oorlog kan worden als Pakistan de Punjab-regio; een dichtbewoonde, rijke landbouwstreek in het hart van India; aanvalt. De mogelijkheid van een volledige oorlog, inclusief het gebruik van kernwapens valt dan niet meer uit te sluiten…”.
Het is onwaarschijnlijk dat India bij een aanval de internationale grens (in tegenstelling tot de bestandslijn) met Pakistan overschrijdt. Het tegenovergestelde is zeer goed mogelijk.
Het is ook mogelijk dat één van de bevelhebbers van het leger zelf beslist een nucleaire aanval te starten. Sommige commentatoren beweren dat er al aanvallen met kernwapens hebben plaatsgevonden. Noch Pakistan, noch India hebben de gesofistikeerde systemen, die het westen wel heeft, om de veiligheid en de controle over het nucleair arsenaal te verzekeren in condities van oorlog.
Bush en de andere wereldleiders reageren schijnbaar rustig op de dreiging van een mogelijke kernoorlog. Achter de schermen is de leiding van het militair en inlichtingenapparaat enorm ongerust. David Ignatius, redacteur van de International Herald Tribune, schrijft “Hoge Europese en Amerikaanse ambtenaren zijn meer en meer bezorgd over wat er zou kunnen gebeuren…Ze waarschuwen dat alle elementen aanwezig zijn die zouden kunnen leiden tot een afschuwelijke ketting van misrekeningen te vergelijken met de gebeurtenissen in Augustus 1914 toen overbewapende Europese staten blunderend in WOI rolden.” (IHT, 11 mei)
Bij de voorstelling van het laatste inlichtingenrapport over de regio waarschuwden woordvoerders van het Pentagon en het State Department “dat ze de valse perceptie wilden ontkrachten dat India en Pakistan zich bezighielden met een goed voorbereid spel van dreigement en tegendreigement.” “We weten niet meer waar de ‘rode lijnen’ liggen, zei een belangrijk ambtenaar en hij voegde eraan toe dat president Bush en zijn raadgevers niet zeker waren of de Indiërs en Pakistani dit zelf nog wel wisten.” (New York Times, 28 mei)
Op hetzelfde moment “vrezen bronnen binnen de Britse veiligheidsdienst dat de twee landen de weg ingeslagen waren naar de eerste wederzijdse aanval met kernwapens.” (The Times, 24 mei). “Britse commandanten ontwerpen plannen om met de gevolgen van een nucleaire oorlog om te gaan. Ze geloven dat dit een ‘reële mogelijkheid’ is”.
Indien Pakistan als eerste toeslaat is het zeer waarschijnlijk dat India terugslaat. Een ervaren Westerse diplomaat reageerde hierop: "Als er een nucleaire aanval komt, en een deel van het Indisch kernarsenaal blijft intact, denk je dan niet dat de Indiërs zeker zullen reageren?" (Financial Times, 27 mei)
Nucleaire vernietiging
Volgens een recente schatting door het Pentagon (New York Times, 28 mei) zou een volledige nucleaire oorlog tussen India en Pakistan het leven van 12 miljoen mensen eisen en daarbovenop nog eens 7 miljoen gewonden maken. Zelfs een beperkt nucleair treffen, waarbij slechts enkele kernkoppen tot ontploffing worden gebracht, zou een aardverschuiving veroorzaken. De ontploffing van één kernkop heeft de kracht van 20.000 ton TNT. Dit is vergelijkbaar met de kracht van de bom op Hirosjima in 1945. Specialisten van het militair tijdschrift, Jane’s Defence Review schatten dat Pakistan over 150 kernkoppen beschikt en India over 250. Het International Peace Recearch Instituut in Stockholm schat het Pakistaans arsenaal op 20 bommen en de Indische voorraad op 40 stuks. Deze kernkoppen kunnen zowel door vliegtuigen als door rakketen gedropt worden.
Het effect van om het even welke nucleaire uitwisseling zou catastrofale gevolgen hebben. Boven op de miljoenen slachtoffers zou er zich een sociale ramp ontwikkelen met hongersnood en epidemieën. Medische en andere noodhulp zou nooit aan de behoefte kunnen voldoen. De radioactieve besmetting zou zich over de hele regio verspreiden, steeds meer slachtoffers eisen en, op lange termijn, onvoorzienbare gevolgen hebben voor de gezondheid van de wereldbevolking. Kamal Chenoy, leider van de Indische coalitie voor nucleaire ontwapening, drukt het zo uit: "Ik ben bang dat onze politieke elite niet begrijpt dat een aanval op Lahore slachtoffers zal maken in Armitsar zodra de wind van richting verandert".(Daily Telegraph, 30 mei)
De wapenwinkel
Kort nadat India haar eerste ondergrondse kernproeven hield begon Pakistan met een eigen nucleair programma. Zulfiqar Bhutto, de op dat moment Pakistaanse eerste minister, verklaarde dat "Pakistan de status van kernmogendheid moet bereiken, zelfs al betekend dit dat we er gras voor moeten eten." Sindsdien zijn twee van de armste landen ter wereld betrokken in, een zich steeds versnellende, nucleaire en conventionele, wapenwedloop. Tussen 1998 en 2000 was groeiden de uitgaven voor wapens met 23%. India geeft 13,94 miljard dollar (of 2,5 % van het BBP) aan militaire uitgaven. Pakistan, met een veel kleinere economie, spendeert 3,3 miljard of 4,2% van haar BBP. Het Indisch subcontinent is de grootste wapenmarkt van de wereld. De VS, Groot-Brittannië, Rusland, Frankrijk en andere machten snellen ernaar toe om wapens te verkopen. Tussen 1992 en 2001 importeerde India voor 8,2 miljard $ aan wapens. Pakistan kocht voor 5,5 miljard $. De Blair-regering onderhandelt momenteel met India over de verkoop van Hawk gevechtsvliegtuigen. Volgens de ‘Campaign against Arms Trade’ zou de prijs van één enkel Hawk-gevechtsvliegtuig volstaan om 1,5 miljoen mensen levenslang te voorzien van drinkbaar water.
Conclusie
De dreiging van een nucleaire oorlog in Zuid-Azië is het meest dreigende aspect van de huidige crisis van de Imperialistische wereldoverheersing en het kapitalisme. De kapitalisten en de grootgrondbezitters, vertegenwoordigd door corrupte, nationalistische politieke leiders, hebben geen oplossing – met de oorlogsdreiging als resultaat. De keuze voor de mensheid is in werkelijkheid de keuze tussen socialisme of barbarij.
De Indische arbeidersklasse is machtig. Op de Indische onafhankelijkheidsdag namen meer dan 10 miljoen arbeiders deel aan de algemene staking van de openbare diensten tegen privatiseringen.
Spijtig genoeg brengt geen enkele van de Communistische Partijen, CPI (M) en de CPI, een onafhankelijk socialistisch arbeidersalternatief naar voor. Beiden hebben ze het kapitalisme aanvaard en steunen ze in de huidige crisis niet enkel de regering in haar ‘gevecht tegen terrorisme’, men rekent ook op het VS-imperialisme om politiek tussen te komen. Deze partijen zijn onbekwaam gebleken en slagen er niet in de chauvinistische onderdrukking door de BJP van minderheden en het nationalistische offensief in Kasjmir te keren.
Een massapartij met een socialistische politiek zou de situatie in het Indisch subcontinent beslissend kunnen beïnvloeden. Een socialistische tussenkomst zou op wereldwijde arbeiderssteun kunnen rekenen.
Socialisten in India, Pakistan en Kasjmir zouden de oproep voor massabetogingen van de arbeiders, boeren en jongeren in de drie landen steunen. Zij zouden de eersten zijn om banden tussen de massa’s in de regio aan te halen, en met de opbouw van een socialistisch arbeidersalternatief op kapitalisme en oorlog uit te bouwen in de regio te beginnen.
De kernpunten van een socialistisch programma voor de regio zijn: het terugtrekken van het VS-imperialisme en andere Westerse machten die nu tussenkomen onder het mom van ‘de oorlog tegen het terrorisme’. De vernietiging van alle nucleaire wapens. De drastische vermindering van wapenuitgaven en het aanwenden van de middelen voor economische ontwikkeling en de uitbouw van sociale voorzieningen voor de bevolking.
Op hetzelfde moment is er een mobilisatie nodig tegen de etnische en religieuze pogroms – tegen de interne oorlog tegen Moslims en andere minderheden.
Socialisten in Pakistan staan voor het omverwerpen van de militaire dictatuur en het herstel van alle democratische en arbeidersrechten.
Het conflict met als inzet Kasjmir kan noch door India, noch door Pakistan, op basis van het kapitalisme opgelost worden. De bevolking van Kasjmir moet het democratisch recht op zelfbeschikking hebben. Het stichten van een onafhankelijk socialistisch Kasjmir, samen met een socialistisch India en Pakistan – in het kader van een vrijwillige socialistische confederatie in de regio – is de enige manier om deze crisis op te lossen en de rechten van alle volkeren in de regio te verdedigen.
De overheersing van de grootgrondbezitters en kapitalisten is de bron van alle uitbuiting, repressie en corruptie. Socialisten zijn voor het omverwerpen van de heersende elites in India en Pakistan en voor het opbouwen van democratische socialistische staten.
Nationale conflicten tussen India en Pakistan kunnen enkel opgelost worden op basis van het vormen van een vrijwillige socialistische confederatie op het subcontinent.