Albert Heijn: lage lonen in zelfstandige winkels

Momenteel voert de Nederlandse supermarktketen Albert Heijn een grootschalige reclamecampagne voor de opening van haar eerste vestiging in Brasschaat. Binnenkort opent een tweede vestiging in Stabroek. Ook elders zoekt Albert Heijn naar winkels die het kan overnemen om franchisebedrijven van te maken. In totaal hoopt de groep 200 winkels te openen. Uiteraard allemaal afzonderlijke bedrijven met een eigen directie en dezelfde lage lonen.

Het feit dat een grootse reclamecampagne wordt gevoerd, maakt duidelijk dat er in de praktijk geen sprake is van een zelfstandige winkel in Brasschaat. De enige reden waarom voor een franchisestructuur met zogenaamd zelfstandige winkels wordt gekozen, moet worden gezocht bij de lonen van het personeel. In een groter geheel is het mogelijk om een vakbondswerking te organiseren en betere arbeids- en loonsvoorwaarden af te dwingen. Dan kan het personeel eisen dat het onder de voorwaarden van supermarktpersoneel valt. Nu zal het als personeel van kruidenierszaken worden beschouwd. Resultaat: lagere lonen en meer flexibiliteit (lees: meer weekendwerk dat niet meer wordt betaald).

De eerste winkels van de Albert Heijn bevinden zich niet toevallig in de buurt van Nederland (Stabroek) en in een gemeente met een groot aantal Nederlandse inwoners (Brasschaat). Beide winkels waren voordien zelfstandige supermarkten en werden opgekocht door Albert Heijn. De uitbaters blijven evenwel dezelfde, enkel de naam van de winkels en de producten veranderen.

Dat er sprake is van een bredere structuur, blijkt ook uit het feit dat logistiek alles wordt klaar gestoomd om een groter aantal winkels onder de vlag van Albert Heijn te openen. In Tilburg, vlak over de grens, is opslagruimte vrijgemaakt. In dat distributiecentrum is er maar liefst 5.000 m² uitgetrokken voor ‘Belgische producten’. Er is ook een Belgisch inkoopteam aangeworven om niet enkel Nederlandse producten aan te bieden of om namen van producten aan te passen (“jus d’orange met appel” klinkt hier eerder bizar).

In Nederland telt Albert Heijn 70.000 werknemers. Het bedrijf maakt deel uit van de groep Ahold, in 2010 goed voor een winst van 853 miljoen euro. Dat was 41 miljoen euro minder dan in 2009, maar in 2010 werd onder meer geïnvesteerd in de overname van de winkels van Ukrop. De Nederlandse Ahold-ondernemingen Albert Heijn, Etos en Gall&Gall waren samen goed voor een winst van 688 miljoen euro, 34 miljoen meer dan in 2009. CEO Dick Boer verklaarde: “Wij gaan verder met onze kostenbesparingen, waardoor we in ons productaanbod kunnen investeren om zo de klant nog meer waarde te bieden.” Kortom: het personeel moet besparen om de klanten te dienen. Dat is de manier waarop de Ahold-directie verdeeldheid probeert te zaaien.

De christelijke vakbond LBC maakte een andere vaststelling. De bond klaagt de opmars van de franchise-supermarkten aan en stelde: “Gevolg is dat steeds meer winkelpersoneel moet genoegen nemen met de minder goede loonafspraken die gelden in de zelfstandige kleinhandel. Terwijl de consument in een franchisewinkel gemiddeld meer betaalt voor zijn producten dan hij zou kwijt zijn in winkels die toebehoren aan een keten.”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop