Your cart is currently empty!
Repressieve regime in Egypte geconfronteerd met grootste betogingen in 30 jaar
De grootste betogingen tegen de Egyptische regering in meer dan 30 jaar, hebben het repressieve regime van president Hosni Moebarak geschokt. De betogingen waren gepland op de Dag van de Politie, 25 januari, een nationale vakantiedag ter herinnering van de strijd van de politie in Ismailia in 1952 tegen de Britse bezetters. De politiediensten van Moebarak zijn vandaag het tegenovergestelde van een bevrijdingsbeweging. Ze worden ingezet om arbeiders en jongeren op gewelddadige wijze te belemmeren om te betogen en hun woede te uiten tegen de corrupte en bijzonder rijke heersende elite.
De betogers hebben inspiratie opgedaan bij de prachtige beweging van Tunesische jongeren en arbeiders. De oproepen op het internet om te betogen, kregen namen als de “Jongerenbeweging van 6 april” of de “We zijn allemaal Khaled Saeid”, naar de jonge man uit Alexandrië die in 2010 brutaal werd vermoord door de politie nadat hij corruptie bij de politie had aangeklaagd.
Er waren naar schatting 15.000 betogers in het centrum van Caïro, de betogingen begonnen in verschillende delen van de stad en kwamen samen op het Tahrir plein. Honderden betogers braken door de veiligheidscordons en warden vervoegd door omstaanders. Er betoogden ook gezinnen met kinderen. Op de spandoeken stonden slogans als “Tunesië is de oplossing”. Anderen riepen op tot tegen het Egyptische regime en voor de afzetting van de minister van binnenlandse zaken. Affiches met de afbeelding van Hosni Moebarak en zijn al even gehate zoon Gamal werden neergehaald.
Aanvankelijk was de politie onzeker over hoe ze het beste kon reageren. De politie is niet gewoon dat er duizenden betogers zijn, doorgaans zijn er op betogingen maar een paar honderd aanwezigen. Er werd alsnog overgegaan tot een repressieve aanpak met traangas en het waterkanon. De betogers vielen aan waterkanon aan, ze haalde de chauffeur uit de wagen. Honderden jongeren gingen moedig in tegen het politiegeweld, ze hielden stand en slaagden er meermaals in om de politie tot de terugtocht te dwingen.
Er waren ook confrontaties tussen betogers en veiligheidsdiensten in het noordelijke district Mattariya in Caïro. Er waren 15.000 betogers in de noordelijke stad Kafr El-Sheikh, 2.000 in al-Mahalla al-Kubra, Ard El-Lewa en Imbada. De weg naar de luchthaven Al-Goura werd geblokkeerd met auto’s en brandende banden. In Suez kwamen twee betogers om nadat de politie met rubberkogels en traangas de betogers te lijf ging.
Bij vorige betogingen die via het internet werden georganiseerd, op 6 april 2009 en 2010, waren de reacties gemengd. De politie was sterk aanwezig in de stadscentra en er waren geen grote bijeenkomsten. In Caïro werd doorgaans een uur geprotesteerd. De acties deze week duurden telkens tot een eind in de nacht, tot het plein uiteindelijk werd leeg gemaakt door de politie. Twitter en een site om videobeelden van GSM’s te verspreiden, werden geblokkeerd.
Oppositie
Een aantal oppositiepartijen steunde de oproep tot protest: de aanhangers van Nasser, al-Ghad van Ayman Nour en al-Karama. Anderen, zoals al-Wafd en de voormalige arbeiderspartij al-Tagammu, steunden het protest niet. De grootste oppositiegroep, de Moslimbroederschap, was verward over het al dan niet steunen van de beweging. Een woordvoerder verklaarde: “Het protest op het Tahrir-plein kwam spontaan tot stand… (wij) stuurden niemand. De regering weet heel goed wie achter deze betogingen zit. We hopen dat de regering de eisen van de bevolking inwilligt.”
De Koptische Kerk riep haar leden op om niet aan de betogingen deel te nemen. Drie weken geleden trokken honderden christenen van deze kerk de straten van Alexandrië op uit protest tegen de aanslag waarvan ze het slachtoffer werden op oudejaarsavond. De politie trad hardhandig op tegen deze betoging. Een bisschop stelde: “Het Heilige Boek zegt ons om onze koningen en heersers te gehoorzamen, oproepen tot protest zijn destructief en daarom bidden we voor de veiligheid van Egypte.”
De regering is uiteraard niet van plan om toe te geven aan de eisen van de betogers voor werk, een leefbaar minimumloon, een stopzetting van de corruptie, politiegeweld en repressie. De regering zal mogelijk toegevingen doen naarmate het massale protest blijft duren, maar zoals in Tunesië is gebleken, zal iedere toegeving het zelfvertrouwen van de arbeiders en jongeren aansterken.
De vastberadenheid van de arbeiders en jongeren om in te gaan tegen het regime, vormt een nieuwe ontwikkeling in Egypte. Het regime van Moebarak zal niet langer in staat zijn om haar ijzeren greep op te leggen op basis van angst. Totnutoe heeft de Egyptische arbeidersklasse haar spieren nog niet opgespannen, maar toch is er al een bijzonder gespannen sfeer.
De arbeiders hebben dringend nood aan hun eigen partij met een socialistisch programma van maatschappijverandering. Socialisten komen op voor een minimumloon van minstens LE1200, degelijke jobs voor iedereen, het recht om te staken en democratische onafhankelijke vakbonden op te zetten, een massaal programma van sociale woningbouw, onderwijs en gezondheidszorg, de stopzetting van politiegeweld en repressie, vrije verkiezingen voor een democratische grondwetgevende vergadering en voor een regering van arbeiders en kleine boeren. Dit programma moet worden verbonden met de nationalisatie van de grote bedrijven, de banken en de grootgrondbezitters om de sleutelsectoren van de economie democratisch te kunnen plannen met het oog op de behoeften van de arbeiders en armen.
De vonk van de Tunesische revolutie heeft een vuur veroorzaakt dat doorheen de Arabische wereld trekt. De gebeurtenissen in Egypte zullen de vlam van verzet tegen alle andere rotte regimes in de regio verder aanwakkeren. Het is nodig om alle corrupte regimes omver te werpen zodat de enorme middelen in de regio kunnen worden gebruikt om een einde te maken aan de armoede en de repressie waaronder de bevolking al veel te lang gebukt gaat.