Haïti een half jaar na de aardbeving. Loze beloften tot hulp leiden tot woede

Begin dit jaar waren er na de verschrikkelijke aardbeving in Haïti mediagenieke beloften tot steun. Een half jaar later blijkt dat er heel wat loze beloften tussen zaten. Er zijn geen exacte cijfers bekend, maar het lijkt er op dat slechts twee landen hun beloften zijn nagekomen (Noorwegen en Brazilië). Wel duidelijk is dat de ‘hulp’ die vanuit de imperialistische landen wordt gestuurd zowat de volledige Haïtiaanse regering vervangt in dossiers over de heropbouw. Daarbij worden beslissingen genomen die de buitenlandse bedrijven goed in de markt moeten plaatsen voor de heropbouw en de toekomstige privatiseringen.

Door Virginie Prégny

[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

Pakistan: internationale solidariteit

20 miljoen Pakistanen warden getroffen door de overstromingen, naar schatting 6 miljoen mensen zijn dakloos. De omvang van de ramp in Pakistan is enorm. Toch komt de hulpverlening maar traag op gang en de media hadden het over een onverschillige reactie. Geleidelijk aan wordt wel geld opgehaald door NGO’s en er komt ook een nationale campagne. De campagne van LSP verschilt van alle andere. Wij vragen geen liefddadigheid, maar wel solidariteit vanuit de arbeidersbeweging.

> Meer info en praktische gegevens
[/box]

Land onder voogdijschap?.

Om de heropbouw te organiseren, werd in juni een Voorlopige Commissie voor de Heropbouw van Haïti opgezet onder leiding van Bill Clinton en de huidige premier Jean-Max Bellerive. Deze commissie bestaat voor de helft uit Haïtiaanse politici en voor de helft uit vertegenwoordigers van de landen die hulp hebben aangeboden, naast enkele NGO’s die wel in de commissie zitten maar geen stemrecht hebben. Het eerste doel van de commissie is om “sociale onrust te vermijden”. Eén van de eerste beslissingen van de president was om de noodtoestand gedurende 18 maanden te behouden. Dit betekent dat alle betogingen zijn verboden en dat er een avondklok is. Dat geldt in het bijzonder in de vluchtelingenkampen. De macht van de president wordt uitgebreid, onder meer met betrekking tot het geld en de grond.

De middelen van de Voorlopige Commissie staan onder de directe verantwoordelijkheid van de Wereldbank. President Prévail heeft een vetorecht, maar het is weinig waarschijnlijk dat hij zich zal verzetten tegen de beslissingen van de imperialisten. Na de vernietiging van de helft van de infrastructuur van het land en het wegvallen van tienduizenden ambtenaren, is de regering immers sterk verzwakt. Er wordt gezegd dat het waarschijnlijk is dat Prévail een akkoord heeft dat hij zijn positie als president kan behouden (bij de voorziene verkiezingen in november, de wet werd al aangepast opdat Prévail opnieuw zou kunnen opkomen). Prévail heeft onderhandeld over zijn eigen politieke toekomst. De imperialisten hebben nood aan een politieke marionet die de ware economische motivatie van hun interventie in het land kan verbergen.

Om de huidige manier van werken te behouden, is reeds beslist om op termijn het mandaat van de Voorlopige Commissie over te laten aan een “Agentschap voor de ontwikkeling van Haïti” met een mandaat dat verschillende jaren blijft duren en een samenstelling die gelijkaardig is als de Voorlopige Commissie.

Haïtiaans protest

Er waren al protestacties om het aftreden van de president te eisen, maar ook tegen de levensduurte. Telkens opnieuw werden betogingen gewelddadig onderdrukt door VN-troepen die de noodtoestand inriepen om hun geweld te rechtvaardigen. De zogenaamde ‘oppositie’ is even corrupt als de regering waardoor het defaitisme en de wanhoop onder grote delen van de arbeiders toeneemt. Sommigen stellen dat het dan nog beter is dat het land onder buitenlands voogdijschap wordt geplaatst in de plaats van de incompetente corrupte leiders die vandaag enkel oog hebben voor de eigen persoonlijke belangen.

De situatie wordt er niet beter op en veel Haïtianen zijn geen uitweg. De heropbouw is verre van vervolledigd en het regenseizoen brengt nieuwe problemen met zich mee.

In het kader van “cash for work” contracten, krijgt iedere arbeider een dagloon van 200 gourde (zowat 5 VS-dollar): 60% in geld en 40% in voedingsmiddelen. Dat is een pak onder het minimumloon en het is onvoldoende om rond te komen tegen de achtergrond van sterk gestegen prijzen: rijst ging 15% omhoog en bonen 30%. Dat is het basisvoedsel voor de bevolking. De vele onbetaalde lonen, zeker bij overheidspersoneel, en de corruptie in de regering zetten veel kwaad bloed.

De protestacties die er al waren, werden de kop ingedrukt door de imperialisten die niet willen dat de arbeiders en armen voor hun eigen lot opkomen. Alle onderdrukten kunnen enkel op hun eigen krachten rekenen en hun eigen capaciteiten om zich te organiseren in de strijd tegen de imperialistische houdgreep over het land en om de corrupte elite van de macht te verdrijven. Het gaat niet enkel om een materiële heropbouw van het land, ook de arbeidersbeweging moet worden heropgebouwd.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop