Zomerschool. Latijns-Amerika, een continent in opstand

De strijd tussen de arbeiders en armen enerzijds en de kapitalisten en grote grondbezitters anderzijds, een strijd tussen revolutie en contrarevolutie, was een belangrijk thema in de discussie over Latijns-Amerika op onze Europese zomerschool eind juli. In dit verslag brengen we een samenvatting van de discussie.

Verslag door Cian Prendiville

De discussie werd ingeleid door Aron Amm van de Duitse afdeling, de afronding werd gedaan door Tony Saunois. Er kwamen heel wat thema’s, landen en strijdbewegingen aan bod in de discussie. Er werd ingegaan op de recente staatsgreep in Honduras, het revolutionaire proces in Bolivia en Venezuela, de potentieel explosieve situatie in Mexico en de ontwikkelingen in Brazilië.

Latijns-Amerika: een voorbode van wat komt

Aron stelde dat Latijns-Amerika steeds vooraan heeft gestaan in de internationale strijd tegen het kapitalisme. Het was sinds de jaren 1970 een testlaboratorium voor neoliberale ideeën. Het was ook het eerste continent met massale strijdbewegingen tegen het neoliberalisme en kapitalisme met een sterke opmars van socialistische opvattingen.

Deze strijd zal scherper worden als gevolg van de internationale economische crisis. Aron stelde dat we vandaag slechts in de eerste fasen van de ergste depressie sinds de jaren 1930 zitten. Daarbij is Latijns-Amerika misschien nog niet zo hard geraakt als andere landen en regio’s. Dat komt deels omdat het continent een relatief kleinere financiële sector kent. De regio is anderzijds grotendeels afhankelijk van buitenlandse investeringen en die nemen fors af. Ook de export is sterk aan het afnemen. Dit is de basis voor stormachtige gebeurtenissen in de komende periode.

Brazilië

Brazilië is één van de Latijns-Amerikaanse landen die het hardste werd geraakt door de economische crisis. Aron stelde dat er een proces van desindustrialisering was in Brazilië met bedrijven die verhuisden naar China wat gepaard ging met massale afdankingen.

Een belangrijk thema in de discussie ging over de politieke perspectieven. Dat is belangrijk met het oog op de presidentsverkiezingen van komend jaar. De grondwet verbiedt Lula om nog eens op te komen om zijn ambt te verlengen. Maar zijn partij, de Arbeiderspartij (PT), heeft geen andere kandidaat met een zelfde profiel en populariteit. In deze context kan het anti-PT gevoel sterker worden en ruimte bieden voor de nieuwe linkse partij P-SOL. De mogelijkheden daartoe worden beperkt door de pogingen van de leiding van de P-SOL om het programma van de partij af te zwakken. Sommigen stellen zelfs dat de partij “flexibel” moet zijn met betrekking tot een mogelijke coalitie met rechtse partijen.

Het CWI in Brazilië is erg actief in de strijd tegen de rechtse bocht van de leiding van P-SOL. We werken samen met andere linkse oppositiegroepen in de partij. Er zijn vier belangrijke punten die door onze Braziliaanse kameraden naar voor worden gebracht: 1) de nood aan een socialistisch programma, 2) P-SOL moet zich baseren op strijd van de arbeiders en armen, 3) de nood aan echte interne democratie en 4) een verzet tegen iedere coalitie met burgerlijke partijen.

Het principiële standpunt van onze Braziliaanse afdeling heeft geleid tot groei van onze organisatie. Recent was er een fusie met een andere groep waarbij een nieuwe formatie werd opgezet: “Vrijheid, socialisme en revolutie”.

Venezuela en Bolivië op een keerpunt

De scherpste strijd tussen revolutie en contrarevolutie zien we momenteel ongetwijfeld in Venezuela en Bolivië. Er is daar een sterke politisering en discussie over socialisme. Dit proces is al enkele jaren bezig. De links-populistische regimes van Chavez en Morales hebben een aantal maatregelen genomen voor de armen en ze spreken vaak over socialisme. Dat is een belangrijk aspect in het proces van politisering.

Er is tegelijk echter een toename van de bureaucratisering van de staat en van corruptie in deze landen. Dat leidt samen met het trage ritme van de hervormingen tot een groeiend ongeduld onder bredere lagen. Nu bovendien het geld van de hoge olieprijzen deels dreigt op te drogen, kan dit de hervormingen onder druk zetten.

In zowel Venezuela als Bolivië is de rechterzijde zich aan het hergroeperen. In Venezuela toonden de nederlaag van het referendum van Chavez en de slechte score van zijn partij bij de lokale verkiezingen vorig jaar aan dat de contrarevolutie het initiatief kan nemen als het revolutionaire proces niet wordt verder gezet. In Bolivië waren er in september pogingen tot een rechtse staatsgreep in Santa Cruz. Dat toont het gevaar voor de arbeiders en armen.

In Venezuela en Bolivië moeten de arbeiders de strijd aangaan om de revolutie vooruit te stuwen. De macht van het kapitalistische staatsapparaat moet worden beëindigd, de arbeiders en armen moeten de democratische controle en beheer over de economie in handen nemen om echte arbeidersdemocratie en socialisme te vestigen.

Honduras

De staatsgreep van 5 juli in Honduras is een waarschuwing voor de revolutie in Venezuela en Bolivië. President Zelaya werd in 2005 verkozen voor de centrum-rechtse Liberale Partij. Eens hij aan de macht was, kwam hij onder druk van de arbeiders en kleine boeren en moest hij toegevingen doen. Zo werd het minimumloon met 60% opgetrokken. De helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens en de werkloosheid bedraagt 28%. De beslissing van Zelaya om toe te treden tot het Bolivariaanse Alternatief voor Amerika (ALBA) en zijn plan om handelsakkoorden te sluiten met Venezuela werden aangegrepen om hem aan de kant te schuiven. Deze beslissingen zouden de dominantie van de multinationals onder druk zetten en dat bleek onaanvaardbaar te zijn voor de heersende klasse in Honduras. De militairen bestormden het huis van Zelaya, zetten hem op een vliegtuig naar Costa Rica en riepen een nieuwe “regering” uit.

In de discussie stelde Hannah Sell (Engeland) dat er historisch een sterke band is tussen het leger van Honduras en de Verenigde Staten. Het is echter niet duidelijk hoe sterk de VS en de CIA op de hoogte waren en deelnamen aan het optreden van het leger van Honduras. Het is onwaarschijnlijk dat de gebeurtenissen in Honduras een volledige verrassing waren voor het volledige staatsapparaat van de VS. Toch is het duidelijk dat de VS wat verveeld zit met de situatie in Honduras, zeker omwille van het enorme verzet met protestacties en de oproepen voor een algemene staking. Die oproep moeten we steunen en moet verbonden worden aan eisen rond het opzetten van strijdcomités in heel het land om te komen tot een revolutionaire grondwetgevende vergadering en een regering van arbeiders en boeren.

Mexico

In zijn afronding wees Tony Saunois van het Internationaal Secretariaat van het CWI op het feit dat Mexico aan de vooravond staat van een massale sociale explosie. Mexico kent een economische krimp van zowat 8% en wordt hard geraakt omwille van de afhankelijkheid van de VS voor handel en geld dat wordt opgestuurd door Mexicaanse migranten in de VS. Bij de recente verkiezingen ging slechts 43% stemmen en daarvan waren er nog eens 6% blanco of ongeldige stemmen. Er is een enorme woede tegenover de regering van de PAN-partij, maar ook de oppositie (PRI) is verdeeld met een interne machtsstrijd. Met een sterke geschiedenis en traditie van revolutionaire strijd en opstanden, kan Mexico een voortrekkersrol spelen in de Latijns-Amerikaanse revolutie.

In de discussie werd ook ingegaan op de situatie in Cuba, Chili en Argentinië. Cuba staat voor een scherpe keuze: ofwel een terugkeer naar het kapitalisme met alle armoede en crisis dat daarbij gepaard gaan, of een nieuwe revolutie waarbij een echte socialistische arbeidersdemocratie wordt gevestigd.

Zowel in Chili als in Argentinië was er de afgelopen jaren een opleving van arbeidersstrijd. De “progressieve” partijen raakten gediscrediteerd: dat is zowel het geval voor de Peronisten in Argentinië en de “socialisten” in Chili.

Uit de discussie bleek dat Latijns-Amerika een continent is dat aan de vooravond staat van belangrijke politieke gebeurtenissen en strijdbewegingen. De komende weken en maanden zullen we een opgang van deze strijd zien, waarbij de strijd zal worden aangewakkerd door de internationale crisis van het kapitalisme. De krachten van het CWI zijn nog steeds beperkt, maar kunnen snel uitgroeien tot belangrijke factoren in het continent. De arbeidersklasse en armen hebben het potentieel om de samenleving te veranderen en de basis te leggen voor de wereldrevolutie.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop