Kapitalisme in crisis – burgerij wanhopig op zoek naar uitweg

Op dit ogenblik vindt in Gent de Europese zomerschool van het CWI plaats. Een 350-tal linkse socialisten uit Europa en bezoekers uit onder meer Maleisië, Brazilië, VS, Israël, Libanon, Australië en Québec. In dit artikel brengen we een verslag van de inleiding van de eerste discussie over de wereldsituatie. De inleiding werd gedaan door Lynn Walsh van het Internationaal Secretariaat van het CWI.

Crisis leidt tot onstabiliteit

De afgelopen drie jaar werd het wereldkapitalisme geschokt door de ergste crisis sinds de jaren 1930. Tussen de piek van de groei, wellicht in het tweede kwartaal van 2008, en het dieptepunt midden dit jaar nam het wereldwijde productie af met 3%. De vijf jaren voor deze crisis was er een gemiddelde groei van 5% per jaar. De enorme complexiteit en verwevenheid van de economie leidt vandaag tot een ergere crisis dan de jaren 1930.

De crisis gaat gepaard met een forse toename van de werkloosheid die wellicht niet zal dalen indien er een beperkte heropleving komt. Werkloosheid en massale afdankingen zullen op de agenda blijven staan.

Deze crisis is niet enkel een economische crisis voor het kapitalisme, maar ook een politieke en sociale crisis. Ook de afgelopen weken waren er een aantal grote bewegingen. In Iran bijvoorbeeld met de revolutionaire beweging na de verkiezingsfraude door het regime. In Xinjiang was er een harde confrontatie tussen de Oeigoeren en het regime, wat gepaard ging met veel geweld. In Honduras was er een staatsgreep. In Zuid-Afrika vormt een staking van bouwvakkers een eerste test voor de regering van Zuma.

Zelfs voor de crisis volledig toesloeg, waren er al bewegingen en acties in de ex-koloniale landen. Dat was onder meer het geval met de voedselcrisis. In die periode stelde de president van Jamaica dat het een illusie is te denken dat er geen opstanden en revoluties zouden plaatsvinden.

In Europa waren er eveneens bewegingen en algemene stakingen in onder meer Frankrijk en Griekenland. In Groot-Brittannië was er een vernieuwde opgang van syndicale strijd met spontane acties en stakingen in onder meer de energiesector. Dat heeft het politieke landschap veranderd. Het heeft gevolgen op het bewustzijn van bredere lagen. Ook in landen waar er tot nu toe geen massabewegingen waren, valt te verwachten dat dit de komende periode wel het geval zal zijn.

Diepe crisis

Voor een begrip van de economische crisis is het nuttig om eens terug te gaan naar de crisis van 200-2001 toen Enron over kop ging in de VS. Een anonieme minister van financiën verklaarde toen: “We zitten in een systematische crisis van de legitimiteit. Indien er nog een bedrijf als Enron bijkomt, heb ik ook een probleem met de legitimiteit van het kapitalisme.” Na Enron volgden effectief andere bedrijven die even corrupt en rot waren. En dat was nog maar een aanloop naar de zeepbel die de afgelopen periode werd blootgelegd.

De financier Madof werd veroordeeld tot 150 jaar gevangenisstraf wegens verschillende dubieuze stelsels. Maar er waren tal van methoden en praktijken die vaak legaal waren, maar die evenzeer deel uitmaakten van de zeepbel. De overheid is tussengekomen om de financiële wereld te helpen. Dat heeft in de VS geleid tot protestacties. Toen de top van AIG zichzelf miljoenenbonussen toekende na een overheidstussenkomst van 100 miljard dollar om het bedrijf te redden, vroeg een financiële journalist zich af of er bij die top van AIG misschien werd geprobeerd om een massale anti-kapitalistische beweging uit te lokken.

De crisis is bijzonder diep. Na de verliezen in termen van miljoenen en miljarden wordt nu in termen van triljoenen dollar gesproken. Een triljoen dollar komt overeen met de totale waarde van alle arbeid in heel de wereld gedurende een week. Het is moeilijk om een exact beeld te hebben van de werkelijke verliezen, maar er is minstens een kwart van de financiële waarde verloren gegaan. Dat heeft verregaande gevolgen voor een groot deel van de wereldbevolking met armoede, werkloosheid,…

Belangrijke kenmerken van de crisis

Sommigen probeerden de verantwoordelijkheid voor de crisis bij de bankiers en speculanten te leggen. Die hebben ongetwijfeld een rol gespeeld, maar de essentie is de wijze waarop het kapitalistisch systeem is georganiseerd. Sinds het neoliberalisme van de jaren 1970 en 1980 met Thatcher en Reagan werd steeds meer overgestapt van reële productie naar financiële speculatie. De wereldeconomie werd hierop gedreven door verschillende zeepbellen van de financiële sector.

De rol van het financiekapitaal blijkt uit het aandeel van de financiële sector in alle winsten. Voor 1980 bedroeg dat aandeel 16%, de afgelopen jaren nam het toe tot 41%. Dat toont het parasitaire karakter van het financiekapitaal. De kapitalisten hadden de illusie dat ze een steeds groeiende bron van rijkdom hadden aangesneden. Het beleid van derivaten bleek absoluut niet risicoloos te zijn, integendeel. De versnelde globalisering sinds de jaren 1990 is omgeslagen in protectionisme en een afname van de wereldhandel.

Wellicht zal er de komende periode wel een vorm van herstel zijn. De vraag zal eerder zijn welke vorm en omvang van herstel we zullen zien. Wij kunnen enkel een paar grote lijnen aangeven van wat er mogelijk is in de komende periode. Voor de crisis was de discussie vooral één van hoe diep de crisis zou gaan. Dat kon natuurlijk niet exact worden voorspeld, maar onze algemene perspectieven bleken wel correct.

In de komende periode verwachten we geen krachtig herstel van de economie. Veel commentatoren gaan uit van een zwak herstel met een stagnatie. Sommigen noemen dat een O-scenario, anderen hebben het over een W-scenario met na de neergang beperkte groei die snel opnieuw kan omslaan in hernieuwde achteruitgang.

De pogingen om de crisis te stoppen door grote reddingsoperaties van de overheid kunnen de crisis hoogstens wat afremmen, maar niet tegenhouden. Deze leiden bovendien tot een groot schuldenprobleem. Het pakket van Obama was ongeveer goed voor een kleine 800 miljard dollar waarvan intussen een kwart is uitgegeven. Dat heeft niet kunnen vermijden dat er ook in juni een goede 400.000 werklozen bijkwamen in de VS. In de EU-landen zal het overheidstekort gemiddeld 7,3% van het BBP bedragen dit jaar. In 2007 was dat minder dan 1%. Tegelijk is het niet duidelijk wat het effect van de reddingspakketten op langere termijn zal zijn. In de VS, Europa en Japan is er nergens een aanduiding dat er een terugkeer naar de gang van zaken voor de crisis zal zijn, er is geen toename van de investeringen van de private bedrijven. Die zullen pas investeren als ze winstperspectieven zien en dat is vandaag niet het geval.

De kapitalistische klasse heeft geen idee hoe ze uit deze crisis kan raken. In de jaren 1980 was er een tendens om van het Keynesianisme over te stappen naar een monetarisme (Milton Friedman). Vandaag wordt een combinatie van beide voorgesteld met zowel grote overheidstussenkomsten in de banken en andere sectoren, maar anderzijds ook aanvallen op de arbeiders en hun gezinnen.

Om extra middelen te voorzien, moeten overheden steeds meer overgaan tot een politiek van “quantative easing” (geld bijdrukken). Er wordt elektronisch geld bijgemaakt om dit te kunnen investeren en het systeem draaiende te krijgen. Meteen brengt dit voor de kapitalisten ook het gevaar op inflatie met zich mee. De globale trend op dit ogenblik is nog deflatoir, maar bij een zeker herstel van de economie zal er mogelijk een sterke inflatie zijn.

Iedere optie voor de kapitalisten houdt gevaren in voor hen, maar ze hebben geen keuze. Ze moeten er alles aan doen om de neergang af te remmen en bewegingen te vermijden. Anderzijds zou een sterke inflatie mogelijk ook leiden tot acties, bewegingen en zelfs revolutionaire opstanden van de arbeider en hun gezinnen om de levensstandaard te behouden.

China

Het Chinese regime heeft schijnbaar de gevolgen van de economische crisis goed opgevangen. Het land wordt hard getroffen door een daling van de export. Het regime antwoordde daarop met een sterke toename van de overheidsinvesteringen en een makkelijke toegang tot kredietleningen. Volgens bepaalde cijfers zouden de investeringen de afgelopen twee jaar met 49% zijn toegenomen. The Economist heeft vragen bij dat cijfer, maar houdt het zelf ook op een stijging van de investeringen met 20%. Dat magazine schrijft dat 44% van het bbp van China uit investeringen bestaat, terwijl dit in de VS slechts goed is voor 18%.

De Chinese groei zou dit jaar volgens de Wereldbank ongeveer 7,2% bedragen. Dat is opvallend lager dan de 12% groei van 2007, maar het blijft een belangrijke groei tegenover de cijfers in Europa en de VS. Er zijn echter wel belangrijke politieke en sociale ontwikkelingen in het land. Miljoenen arbeiders, zeker migranten, verloren hun job en leven werkloos in de steden of trekken terug naar hun dorpen op het platteland. De lonen daalden en de arbeidsbescherming is er op achteruit gegaan, regels van de Arbeidswet worden amper toegepast.

De gebeurtenissen in Xinjiang zijn verbonden met de specifieke ontwikkelingen in dit gebied, maar de directe oorzaak lag bij een rel over arbeidscondities in het zuiden van China (Guangdong). De arbeiders van Oeigoerse afkomst werden opgezet tegen de Han-Chinezen en omgekeerd. De eerste betogingen in Xinjiang waren er op gericht om van de regering een onderzoek te eisen naar de gebeurtenissen in Guangdong. Dat leidde uiteindelijk tot een scherpe confrontatie tussen Oeigoeren en Han-Chinezen. De repressie van het Chinese regime was brutaal en genadeloos.

Het feit dat de confrontatie in Xinjiang eerder op etnische lijnen was gebaseerd, toont de nood aan van sterke onafhankelijke arbeidersorganisaties die de bevolking organiseren langs klassenbasis in de plaats van etnische basis.

Opstand in Iran

Het was pas op het einde van de verkiezingscampagne in Iran dat duidelijk werd dat er een reële kans was dat Ahmadinejad het niet zou halen. Er was massale fraude nodig om de zittende president een goede score van 63% te bezorgen. Dit was de directe aanleiding voor massale protestacties en een belangrijke beweging.

Er zijn heel wat kenmerken van een prérevolutionaire situatie aanwezig: het regime is verdeeld en de massa’s komen op straat. Mousavi is echter een toevallige leider die totaal geen richting of leiding kan geven aan deze beweging. Hij maakt deel uit van het establishment en verdedigt de nood aan meer hervormingen in het belang van de kapitalisten en grote bedrijven in het land. Hij wou een diplomatisch akkoord sluiten met de VS om op een normale manier te kunnen deelnemen aan de wereldeconomie.

De beweging leidde tot een heuse opstand die het regime onder zware druk zette. Mousavi werd bang van de beweging omdat deze dreigde in te gaan tegen het volledige establishment waar hij nog steeds deel van uitmaakt. De beweging op straat kende geen organisatie of duidelijke leiding. Veel arbeiders namen deel aan de acties, maar niet op een georganiseerde wijze als klasse.

Nieuwe politiek met Obama?

De wittebroodsweken van Obama duren niet lang. De economische crisis is daarbij een belangrijke factor maar ook op internationaal vlak staat hij meteen onder druk. De pogingen om tot een akkoord te komen met Ahmadinejad werden ondermijnd door de beweging in dat land. Met betrekking tot Irak zullen veel Amerikanen denken dat Obama zijn belofte houdt om troepen terug te trekken. De situatie in dat land is echter verre van stabiel, met de mogelijkheid van burgeroorlog tussen sjiieten, soennieten en koerden. De afgelopen weken waren er confrontaties in het noorden van Irak omwille van de vraag naar meer autonomie van de Koerden en discussie over de controle van een aantal steden. Er is nog geen overeenstemming over de verdeling van de olie-opbrengsten, wat een potentieel groot probleem is.

Het grootste probleem voor Obama en het VS-imperialisme is wellicht de situatie in Afghanistan, wat niet los kan worden gezien van de situatie in Pakistan. Obama probeert zich uit het moeras van Irak terug te trekken, maar enkel maar om dieper weg te zinken in het Afghaanse (en Pakistaanse) moeras. De mogelijkheid van een implosie van Pakistan is reëel en zou verregaande gevolgen hebben voor de regio. Het offensief tegen de Taliban in de Swatvallei leidde tot 1,5 à 2 miljoen vluchtelingen in het land. Ondanks het grootschalige offensief van het Pakistaanse leger met steun vanuit de VS, is de Taliban niet fundamenteel verzwakt.

Ook in de VS zelf neemt de druk op Obama toe. In een recente peiling haalt hij geen 50% steun meer. De meerderheid van de bevolking denkt dat Obama wel erg traag is bij het waarmaken van zijn verkiezingsbeloften. De politiek om de banken te redden, is een voortzetting van het beleid van Bush en een politiek die wordt bepaald vanuit Wall Street. Alle belangrijke financiële adviseurs van Obama komen uit die kringen. De stimulusmaatregelen hebben de werkloosheid geen halt toegeroepen. Miljoenen mensen worden uit hun huis gezet. Er is geen vooruitgang in de gezondheidszorg, nochtans een belangrijk thema in de verkiezingscampagne. De illusies en de hoop in Obama verdwijnen niet zomaar overnacht. Sommigen zullen stellen dat Obama niets aan de economische crisis kan doen of dat hij het parlement niet altijd meekrijgt. Het is bovendien niet uitgesloten dat Obama onder druk van sociale bewegingen en acties een radicalere retoriek aanneemt. Maar hij zal geen antwoord bieden op de problemen die door het kapitalisme worden veroorzaakt. Daarvoor zal er nood zijn aan onafhankelijke organisaties van de arbeidersklasse.

Openheid voor socialisme

Een peiling van Rasmussen in de VS kwam met verrassende resultaten: onder jongeren (-30) stelde 30% de voorkeur te geven aan socialisme boven kapitalisme. Onder de volledige bevolking verkoos 53% het kapitalisme boven het socialisme, maar 20% stelde socialisme te verkiezen. Dat is een minderheid, maar het toont wel het potentieel voor de opbouw van een alternatief en de openheid voor socialistische ideeën.

De kapitalisten moeten zelf instemmen met nationaliseringen. Vanuit hun oogpunt is dat een tijdelijke operatie waarbij de genationaliseerde bedrijven nadien opnieuw worden verkocht aan de privé zodra er winst wordt geboekt. Dit is een operatie om de schulden op de gemeenschap af te schuiven, terwijl de privé met de winsten gaat lopen. Maar zelfs gedeeltelijke nationaliseringen, of wat zij zijn als tijdelijke nationaliseringen, vormen een trendbreuk met het neoliberalisme.

Zelfs binnen dit systeem is er een tendens naar socialisatie van de economie. Dat vormt een voorbode van een progressievere manier van productie. Het biedt ons de gelegenheid om de discussie te voeren over socialistische nationaliseringen en een socialistische planning. We moeten dat met een overgangsprogramma doen waarbij we nadruk leggen op de gemeenschapscontrole op de genationaliseerde bedrijven. Eisen als democratische controle en beheer door de arbeiders en de gemeenschap winnen aan belang. Het is belangrijk om het onderscheid te maken met de stalinistische bureaucratie die vroeger in het Oostblok bestond. En we moeten ook benadrukken dat het nodig is om de economie wereldwijd te plannen.

Het kapitalisme bevindt zich in een diepe crisis, maar we zullen niet automatisch tot een alternatief komen. Indien er geen massaal alternatief wordt opgebouwd, dan zal het kapitalisme in staat zijn om manieren te vinden om zichzelf te vernieuwen en te overleven. Wij zullen daar de prijs voor betalen en er zullen massale acties en bewegingen van de arbeidersklasse zijn. Het zal er op aankomen om vanuit deze bewegingen een politiek verlengstuk te bouwen waarmee de groeiende radicalisering kan worden omgezet in een strijd voor een socialistisch alternatief.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop