“Meer nationaliseren en minder werken”

Onder de titel “meer nationaliseren en minder werken” stelt de website deredactie.be van VRT onze partij voor. Het is een goede poging om een voorstelling van LSP te brengen, maar uiteraard zijn we het niet met alles in het artikel eens. We publiceren het artikel en brengen ook enkele opmerkingen. Het belangrijkste daarbij is uiteraard ons programma, we willen van deze media-aandacht gebruik maken om een socialistisch antwoord op de crisis te populariseren.

> Artikel van VRT

Meer nationaliseren en minder werken

Net zoals de meeste radicaal-linkse partijen hoopt ook de Linkse Socialistische Partij (LSP) munt te slaan uit de economische crisis. De partij biedt een aantal oplossingen aan. Een gekozene halen is wellicht te hoog gegrepen.

De LSP is grotendeels ontstaan vanuit de Jongsocialisten, de jongerenafdeling van de SP. Vanaf de jaren zeventig en tachtig begonnen bepaalde delen binnen de Jongsocialisten te radicaliseren. Bewegingen zoals Vonk ijverden voor een (neo)marxistische koers. Zolang de SP in de oppositie zat, liet de partijtop ze min of meer begaan. Maar toen de SP vanaf 1988 weer in de regering zat, werd de roep binnen de Jongsocialisten naar een linksere koers alleen maar luider.

De val van de muur en het uiteenvallen van de Sovjetunie leek de ultieme triomf van de vrije markt in te houden. Het deed zowat alle sociaaldemocratische partijen -en dus ook de SP- naar het centrum opschuiven. Bepaalde delen van de Jongsocialisten bleven echter hameren op een marxistische koers en het radicaal verdedigen van de belangen van de arbeiders. Echt veel invloed op de koers van de SP had het echter niet. Een deel verkoos om binnen de partij te blijven, anderen hadden het over "verraad" en keerden de partij de rug toe.

Zij vormden meestal ook de ruggengraat van de linkse studentenorganisatie Actief Linkse Studenten (ALS) en van Blokbuster, dat actie voerde tegen het Vlaams Blok, dat in 1991 definitief doorbrak. Ze besloten een onafhankelijke koers te voeren onder de naam "De Militant", die vanaf 1995 een echte "open beweging" werd onder de naam Militant Links. Een aantal Franstaligen uit vakbondsmilieus sloten zich aan bij de beweging.

Van LSP naar CAP en terug

In 1999 werd in een aantal kieskringen deelgenomen aan de federale verkiezingen van dat jaar, maar het resultaat bleef zeer bescheiden. Twee jaar later besloot Militant Links zich om te vormen tot een echte partij. Er werd gekozen voor Linkse Socialistische Partij (LSP) in het noorden en voor Mouvement pour une Alternative Socialiste (MAS) in het zuiden van het land.

De meeste dynamiek van de partij bleef echter uitgaan van studentenacties van ALS en aanverwante organisaties zoals Internationaal Verzet. De massale antiglobaliseringsprotesten van een paar jaar geleden, gekoppeld met de nasleep van 11 september en de Amerikaanse invasie van Irak kregen heel wat (jong) volk op de straat. Maar dit resulteerde niet echt in steun vanuit het stemhokje. Ook in 2003 en 2004 nam LSP/MAS deel aan de verkiezingen, maar haalde niet meer dan een paar duizend stemmen.

De electorale vijver van radicaal-linkse kiezers is eenmaal niet bijster groot en met de Socialistische Arbeiders Partij en PVDA waren er nog eens meerdere vissers. Met de betogingen tegen het Generatiepact in 2005 bleek dat er toch een behoefte was aan een radicaal-linkse partij die de belangen van de arbeiders verdedigt. Oud-parlementslid van de SP.A Jef Sleeckx liet weten aan zo’n partij te willen werken. LSP toonde meteen interesse, in tegenstelling tot de PVDA. Het Comité voor een Andere Politiek (CAP) zag een jaar later het levenslicht, met als Franstalige tegenhanger Une Autre Gauche (UAG). Maar er ontstonden al snel discussies over strategie en organisatie. CAP -zonder Jef Sleeckx op een lijst- nam deel aan de verkiezingen, maar haalde nog minder stemmen dan de LSP in 2004 behaalde.

LSP besloot dan maar om opnieuw op eigen kracht naar de kiezer te trekken. De samenwerking van radicaal-links bleek van dus van zeer korte duur. Eind vorig jaar veranderde de Franstalige vleugel van naam en heet nu voortaan Parti Socialiste de Lutte. Begin vorige maand stelde de LSP/PSL haar programma voor. "De tijd is rijp voor een socialistische samenleving", liet lijsttrekker voor het Europees Parlement Bart Vandersteene verstaan.

Hoe liggen de kaarten?

De economische crisis biedt meer dan ooit kansen voor de LSP. De voorbije maanden zijn duizenden arbeiders op straat komen te staan en de traditionele arbeiderspartij SP.A zit eens te meer in een crisis. Een (radicaal-)links gat in de markt is er dus zeker.

De LSP komt trouwens met een aantal opmerkelijke eisen, meestal met een (neo)marxistische motivatie. Zo moet er een herverdeling komen van arbeid door een 32-urenwerkweek in te voeren. Door met zijn allen minder te gaan werken, komen er meer arbeidsplaatsen vrij en hoeft men dus niet massaal te ontslaan. Minder werk betekent ook minder stress en meer tijd om kinderen op te voeden. Ook sleutelsectoren in de economie zoals energie en voeding worden best genationaliseerd. De overheid neemt best ook alle banken in handen.

Wie het programma naast dat van PVDA+ legt zal weinig verschil zien wat betreft de hoofdlijnen. En dat is nu net het probleem. Zolang radicaal-links in verdeelde slagorde naar de kiezer trekt blijft de kiesdrempel ongenadig hoog voor kleine partijtjes. LSP had naar eigen zeggen voorgesteld aan PVDA+ om samen te werken, maar "blijkbaar waren daar niet alle geesten rijp", aldus Bart Vandersteene. Zelfs niet wanneer de werkloosheid stijgt, de beurzen dalen en iedereen het erover eens dat ons huidige economisch stelsel hervormd moet worden. De kans dat we na 7 juni maar 32 uren zullen werken is dus bovengemiddeld klein.

Een socialistisch antwoord op de crisis

De vaststelling dat er ruimte is voor een consequent linkse formatie is wellicht het belangrijkste punt in deze voorstelling van de VRT-redactie. Het is een terechte vaststelling en in de buurlanden zien we effectief een electorale groei van linkse formaties als Die Linke in Duitsland, de NPA in Frankrijk of de SP in Nederland.

LSP neemt aan deze verkiezingen deel om een socialistisch antwoord op de crisis naar voor te brengen. Op een ogenblik dat grote delen van de bevolking worden geconfronteerd met (al dan niet gedeeltelijke) werkloosheid, zou het toch logisch zijn om het beschikbare werk te herverdelen? De afgelopen jaren werd de productiviteit steeds verder opgedreven waardoor vandaag een steeds kleiner deel van de bevolking harder en flexibeler moet werken, terwijl een groeiend deel uit de boot valt. Onlogisch vinden wij, maar die vaststelling botst wel meteen met de logica van dit systeem waarin enkel de winsten van een kleine minderheid tellen.

Wij pleiten ervoor om de sleutelsectoren van de economie te nationaliseren. Dat betekent niet dat deze zomaar onder overheidscontrole moeten worden geplaatst, maar wel dat de gemeenschap de controle en het beheer over deze sectoren uitoefent. Wij pleiten niet voor een bureaucratische toplaag die de beslissingen in onze plaats neemt of voor overheidsdiensten die enkel tot doel hebben om postjes uit te delen aan bevriende jobhoppers. Voor ons is de vroegere ASLK geen voorbeeld. Wij pleiten voor nationalisaties onder democratische arbeiderscontrole en beheer. Is dat opmerkelijk? Als we van de logica van dit systeem uitgaan wel. Als we evenwel vertrekken van de behoeften van de meerderheid van de bevolking is dat niet “opmerkelijk” maar volstrekt logisch. Waarom zouden we ons leven niet in eigen handen mogen nemen? Waarom heeft een handvol kapitalisten vandaag het recht om ons leven te domineren? Dat vinden wij opmerkelijk.

Onze geschiedenis

Het artikel van de VRT gaat wel een beetje kort door de bocht als enkele aspecten uit ons verleden worden aangehaald. Het klopt dat de voorloper van LSP actief was binnen de SP en vooral binnen de Jongsocialisten. De reden waarom wij vanaf de jaren 1990 deze partij de rug toekeerden, was niet zozeer omdat de partijleiding “verraad” pleegde. Dat deed deze leiding voordien ook al. Het verschil vanaf eind jaren 1980 en begin jaren 1990 was het steeds meer verdwijnen van de actieve basis van de SP. Er wordt uiteraard wel nog voor deze partij gestemd, maar waar is het interne politieke leven van deze partij heen? Toen wij actief waren binnen de SP was dit omdat de meest bewuste en strijdbare arbeiders zich op deze partij richtten en er zelf een actieve rol in speelden. Wij wilden samen met hen door ervaringen gaan. Dat element is steeds meer weggevallen, partijvergaderingen worden zeldzaam en trekken amper nog arbeiders aan. (Hier kan je meer lezen over onze geschiedenis).

Linkse eenheid

Recenter nam LSP deel aan het initiatief CAP (Comité voor een Andere Politiek) dat werd gelanceerd door voormalig parlementslid Jef Sleeckx. LSP nam hieraan deel omdat het openingen bood om met een bredere laag samen te werken. Die samenwerking verliep in heel wat gevallen erg positief. De verkiezingscampagne van CAP kende enkele beperkingen zoals het gebrek aan een inhoudelijk profiel (“een andere politiek is nodig” is een bijzonder vage stelling die evengoed door een formatie als LDD kan worden gesteld), de afwezigheid van de initiatiefnemers,… Het gebrek aan duidelijke tussenkomsten in de beweging voor koopkracht deed ons besluiten om een stap terug te zetten in ons engagement. (Hier kan je onze analyse van CAP lezen).

Het feit dat we nu alleen opkomen, betekent niet dat we ons willen afsluiten van andere radicaal-linkse krachten. Het klopt dat radicaal-links vandaag nergens de kiesdrempel zal halen. In Knack stelt Karl van den Broeck deze week dat de verdeeldheid “leidde tot de electorale verschrompeling van klein links.” Dat klopt maar gedeeltelijk, het ideologisch offensief van de burgerij na de val van het Oostblok was wellicht een belangrijkere factor. Maar het klopt dat er vraag is naar een krachtige linkse factor waarbij een eenheidslijst sterker zou staan.

LSP is het met die vaststelling eens. Wij denken dat er nood is aan een nieuwe arbeiderspartij, een brede formatie die de eisen van de arbeiders en hun gezinnen opneemt en een politieke stem bezorgt. Binnen een dergelijke formatie zouden de verschillende radicaal-linkse stromingen uiteraard hun plaats moeten kunnen vinden zonder de meningsverschillen onder tafel te vegen. In afwachting van een dergelijk initiatief pleit LSP voor samenwerking tussen radicaal-linkse krachten. Afgelopen zomer schreven we de PVDA aan met een voorstel om te praten over samenwerking bij verkiezingen. Er kwam geen antwoord. Ook met SP.a-Rood waren we bereid om te praten. In Brussel en langs Franstalige kant zijn er – op aandringen van LSP – wel twee eenheidsinitiatieven. Voor de Europese verkiezingen komen we er op in het kartel LCR-PSL. In Brussel is er de lijst PC-PSL-LCR-PH. We betreuren dat er niet meer eenheid is en blijven bereid om met anderen samen te werken. Het klopt dat de meningsverschillen tussen radicaal-linkse krachten relatief beperkt zijn in vergelijking met de traditionele partijen. Dat betekent niet dat er geen belangrijke verschillen zijn, maar bij verkiezingen moet het mogelijk zijn om samen naar buiten te treden.

We denken dat op 7 juni een stem voor LSP een nuttige stem is. Het versterkt de opbouw van een linkse oppositiekracht die op een duidelijke ideologische basis socialistische antwoorden op de crisis naar voor brengt. Een stem voor LSP is ook nuttig om de roep naar een politieke vertegenwoordiging van de arbeidersbeweging kracht bij te zetten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop