Your cart is currently empty!
Zuid-Afrikaanse verkiezingen. ANC blijft aan de macht, maar steun begint af te brokkelen
De Zuid-Afrikaanse verkiezingen van 22 april kenden een record opkomst: 17,9 miljoen kiezers namen deel aan de stembusslag, een record sinds de eerste democratische verkiezingen van 1994. Het African National Congress (ANC) blijft aan de macht en haalde bijna een twee derde meerderheid. De Democratische Alliantie, een voornamelijk blanke en rechtse partij, haalde 16%. De derde formatie was een afsplitsing van het ANC, COPE (Congress of the People), dat 7,5% haalde.
De beelden deden wat denken aan de eerste democratische verkiezingen in 1994 toen zich lange rijen wachtenden vormden aan de kiesbureau’s. De stemlokalen moesten toen open blijven tot na het officiële sluitingsuur (21u) zodat iedereen kon stemmen. Bij de verkiezingen van 1999 en 2004 was er een afname van het aantal kiezers. Voor deze verkiezingen was er opnieuw een grote opkomst.
Het ANC verdedigde haar meerderheid, maar zag toch een belangrijke afname van haar steun na de afsplitsing in december 2008 van de groep rond voormalige COSATU-voorzitter Gauteng en ANC-leiders Shilowa en Mosiuoa Lekota. Zij vormden COPE: Congress of the People. Deze afsplitsing was een direct gevolg van het afzetten van Mbeki als president.
Voor het eerst won het ANC een absolute meerderheid in de provincie Kwa Zulu Natal. De partij was voor het eerst niet de grootste in de Westkaap, maar de Democratische Alliantie slaagde er in die provincie niet in om een absolute meerderheid te behalen. In de provincies waar COPE goed kon scoren (de provincies van Mbeki, Shilowa en Lekota) haalde het ANC respectievelijk 69%, 85% en 71%.
De ANC-leiding stelde na de verkiezingen uiteraard dat haar overwinning het resultaat is van het vertrouwen van een meerderheid van de bevolking in haar beleid, verkiezingscampagne, geschiedenis en loyauteit tegenover de bevrijdingspartij. Jacob Zuma triomfeerde na de aanhoudende kritiek van de media, commentatoren en oppositiepartijen. Het ANC stelde dat de bevolking heeft begrepen wat de partij naar voor brengt. Nochtans zijn er ernstige problemen voor het ANC. De partij kende de ergste meningsverschillen sinds haar oprichting in 1912 en het interne conflict in de oudste bevrijdingsbeweging op het continent ging erg diep.
Redenen voor de splitsing
In juni 2005 keerde Mbeki zich tegen de positie van Zuma als vice-president van de partij. Dat leidde tot een rebellie aan de basis van het ANC waardoor Zuma terug in zijn functie werd hersteld. Deze machtsstrijd zorgde er uiteindelijk voor dat Mbeki zelf onder vuur kwam te liggen als president. Mbeki probeerde tevergeefs om een derde ambtstermijn voor zichzelf mogelijk te maken. Dat was olie op het vuur en het leidde tot de belangrijkste afsplitsing van het ANC sinds het vertrekt van het PAC in 1958. Het ontslag van Mbeki bevestigde de splitsing en leidde tot het ontstaan van COPE.
Het ANC vreesde een aantal provincies te verliezen en ook niet langer een twee derde meerderheid te hebben. De spanningen namen toe in de jongerenbeweging, de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij (dat deel uitmaakt van het ANC) en Cosatu. De interne discussies dreigden te overheersen en COPE leek daar gebruik van te maken. Volledige afdelingen van het ANC stapten over en de nieuwe formatie beweerde al snel dat het 500.000 leden telde.
Hoewel het ANC geen twee derde meerderheid haalde, telde de partij 3,5 meer kiezers dan alle oppositiepartijen samen en bijna vier keer zoveel als de eerste rivaal (DA). De poging van COPE om de ANC-greep op de macht te ondermijnen, is mislukt. Maar betekent dit dat brede lagen van de bevolking vertrouwen hebben in het ANC van Zuma?
Steun voor ANC brokkelt af
Een gedetailleerde analyse van het verkiezingsresultaat maakt duidelijk dat de relatieve afname van ANC-steun zich blijft verderzetten. De partij blijft natuurlijk de grootste, maar in stemmenaantal is het ANC van 69,2% naar 65,9% gegaan op nationaal vlak. De DA beweerde dat het ANC een twee derde meerderheid wou om de grondwet te veranderen. Dat was vooral bedoeld voor de blanke achterban van DA. De afgelopen jaren had het ANC telkens een twee derde meerderheid en werd niet aan de grondwet geraakt. Het feit dat de partij nu wel onder die drempel komt, is symbolisch.
Bij de provinciale verkiezingen nam de steun voor het ANC af in acht van de negen provincies. In vier provincies zelfs met meer dan 10%. In de Westkaap slaagde de DA er voor het eerst in om het ANC te verslagen waarbij de Democratische Alliantie zelfs dicht bij een absolute meerderheid kwam. De enige provincie waar het ANC won, was Kwa Zulu Natal. Dat had vooral te maken met de historische neergang van de Inkatha Freedom Party (IFP), een partij die met het apartheidsregime samenwerkte en berucht was voor haar geweld tegen andere zwarten. Zuma speelde zijn eigen Zulu-afkomst uit om te scoren onder de Zulu-bevolking, zeker de landelijke kiezers kozen nu massaal voor Zuma terwijl ze voorheen voor de IFP kozen.
Bij de verkiezingen van 2004 haalde het ANC 10,8 miljoen stemmen wat goed was voor 70% van de parlementszetels. Nu haalde de partij 11,6 miljoen stemmen, maar geen twee derde meerderheid. Voorheen bleef het ANC hoge scores halen omdat de opkomst telkens lager was. Gezien de bevolkingstoename de afgelopen vijf jaar zal het relatieve aandeel van ANC-stemmen tegenover de totale bevolking afgenomen zijn.
Het belang van deze verkiezingen
Deze verkiezingen waren de meest gepolariseerde sinds 1994. Dat kwam door het afzetten van Mbeki als president en de eerste oppositie die voortkwam vanuit het ANC zelf. Dit zorgde ervoor dat velen de noodzaak voelden om deel te nemen aan de verkiezingen. De leiding van COPE had de verwachtingen voor de eigen partij overschat, ook al is het uiteindelijk de derde partij geworden en klopt het dat dit niet evident was voor een partij die op het ogenblik van de verkiezingen exact 128 dagen bestond.
De ANC-leiding zal wellicht tevreden zijn met het slechte resultaat van COPE, maar het verdwijnen van Mbeki werd wel gevolgd door een aanzienlijke minderheid binnen het ANC. Dat leidde tot angst en achterdocht binnen het ANC. De leiding van Zuma reageerde verward en niet eenduidig. Enerzijds waren er pogingen tot verzoening, anderzijds uitsluitingen van wie nog maar verdacht werd van enige sympathie voor COPE.
Waarom COPE niet meer stemmen haalde
De steun van heel wat voormalige ANC-militanten, waaronder verschillende ministers, en de snelle groei tot 500.000 leden volstonden niet om van COPE een partij te maken die echt kon doorbreken. De reden hiervoor is dat het ANC kan terugvallen op haar historische rol, terwijl COPE niet echt fundamenteel verschillend is van het ANC. Als de partij al steun kreeg, was het vooral uit de hoop dat er een alternatief op het ANC zou kunnen ontstaan. Op het vlak van programma kon de partij zich niet onderscheiden van het ANC. Veel kiezers besloten dan maar om bij het ANC te blijven.
Bovendien waren er een reeks blunders bij de leiding van COPE met onder meer interne conflicten. Het feit dat Mvume Dandala als presidentskandidaat naar voor werd geschoven en niet COPE-voorzitter Lekota, leidde tot geruchten over een dominantie door de Xhosa-bevolkingsgroep. Lekota was ontgoocheld en gaf toe dat hij via de media moest vernemen dat Mvume de presidentskandidaat was. Hij werd in een krant aangehaald met de stelling dat COPE “niet de partij van zijn dromen” was.
Verder was er onduidelijkheid over de houding van de partij tegenover Mbeki. Enerzijds kwam er kritiek op Mbeki door onder meer Mvume Dandala. Anderzijds nam Shilowa mee het voortouw in een publieke kritiek op Fikile Mbalula van het ANC omdat hij Mbeki had aangevallen in een open brief. De verkiezingsmeeting van COPE in de Oostelijke Kaapprovincie werd opgedragen aan Mbeki en zijn familie. Mbeki zelf hield zich verborgen achter het kiesgeheim om geen kleur te bekennen. Hij weigerde bekend te maken voor wie hij had gestemd.
De belangrijkste reden voor het beperkte succes van COPE was het feit dat snel duidelijk werd dat de partij ideologisch en programmatorisch eigenlijk een rechtse afsplitsing vormde van het ANC. Dat is op zich niet evident aangezien het economisch beleid van het ANC de afgelopen jaren behoorlijk rechts was, en dat ondanks de prominente rol van de Zuid-Afrikaanse “Communistische” Partij (SACP) en de vakbondsfederatie Cosatu in de Zuma-fractie.
Sociale polarisering – de basis voor de splitsing in het ANC
Het drama van de splitsing in het ANC werd overschaduwd door twee dominante figuren: Mbeki en Zuma. De materiële basis is echter de sociale polarisering in de samenleving. Die werd aangewakkerd door het neoliberale beleid dat het ANC de afgelopen jaren voerde. De winsten van de nog steeds voornamelijk blanke kapitalisten namen spectaculair toe, terwijl de arbeiders en hun gezinnen met moeite overleefden.
In zijn eerste toespraak als ANC-president stelde Zuma nog dat zijn partij verantwoordelijk was voor de “langste periode van economische groei in de geschiedenis van Zuid-Afrika.” Die economische groei – die 40 opeenvolgende kwartalen duurde – legde mee de basis voor de splitsing in het ANC waarbij de fractie van Zuma Mbeki naar de uitgang begeleidde. De economische groei leidde tot ongenoegen onder brede lagen van de bevolking die niet konden meeprofiteren van de groei. Het aantal syndicale acties nam de afgelopen jaren toe, met onder meer een grote staking van de openbare diensten in 2007. Dat was de langste, grootste en wellicht meest politieke staking tegen een ANC-regering sinds deze partij aan de macht kwam.
Zuma probeert zichzelf voor te stellen als een verdediger van de armen, hij rekent daarbij op de steun van Cosatu en de SACP. COPE vertegenwoordigde eerder een fractie van pro-kapitalistische topfiguren die de partij wilden voorstellen als een normale burgerlijke partij, net zoals het beleid dat het voert. De COPE-leiders wilden dat het ANC de moed had om openlijk naar buiten te komen met haar ware aard. In die zin is COPE een eerlijkere versie van het ANC dat nog steeds probeert om zichzelf als revolutionaire organisatie voor te stellen. Mluleki George, voormalig defensieminister en nu COPE-kopstuk, verklaarde: “De Alliantie werkte altijd, maar nu wil de SACP de controle verwerven… We moeten het taalgebruik van het stalinisme en de nationaal-democratische revolutie achterwege laten en buiten deze beperkingen treden. Linkse mensen, waaronder de communistische partij, zijn welkom. Maar als ze de revolutie naar een tweede stadium willen brengen, moeten ze maar vertrekken.”
Regering-Zuma zal beloften niet inlossen
Zuma komt aan de macht op een moeilijk ogenblik. De wereldeconomie kent haar ergste crisis sinds de Grote Depressie van de jaren 1930. De economische boom waar Zuma de verantwoordelijkheid voor claimt, is ten einde gekomen. De economie in het land is de afgelopen jaren sterker geïntegreerd in de wereldeconomie waardoor de internationale crisis nog harder aankomt. De werkloosheid zou dit jaar nog met een half miljoen toenemen.
De discussie rond de positie van Zuma was onderdeel van een rebellie tegen het neoliberale beleid van het ANC. Beide fracties waren daar echter mee verantwoordelijk voor en bieden er geen antwoord op. De partij werd historisch gecreëerd om de belangen van de opkomende zwarte kapitalistische klasse te verdedigen en staat vandaag opnieuw op die positie.
Zuma heeft de grote bedrijven en het imperialisme gerust gesteld: er komen geen fundamentele veranderingen in het economisch beleid. De gevolgen zullen er naar zijn: in een periode van economische groei was het al niet mogelijk om aan de basisbehoeften van de zwarte arbeidersklasse tegemoet te komen, in een recessie zal dat nog minder het geval zijn. De kapitalisten willen de arbeiders de crisis laten betalen. Zuma zal onder druk staan om een harder asociaal beleid te voeren.
Het ANC haalde vooral stemmen onder de arbeiders en zal intern geconfronteerd worden met de polarisering in de samenleving. De verkiezingen van 2009 vormden een verderzetting van de rebellie binnen het ANC tegen het neoliberale beleid. De druk op de regering-Zuma vanuit de hoek van de kapitalisten zal gepaard gaan met druk vanuit de arbeidersbeweging. De leiding van Cosatu heeft veel energie en middelen in de campagne van Zuma gestoken en zal voor haar leden ook resultaten moeten voorleggen van die investeringen.
Nog voor de nieuwe regering haar posten heeft ingenomen, waren er al spanningen over minder belangrijke zaken als het aanstellen van verantwoordelijken binnen de tripartite alliantie van ANC, SACP en Cosatu. Dat is een vroege uitdrukking van de tegengestelde klassendruk die er op de regering zal uitgaan. De verkiezingen van 2009 vormden een politiek keerpunt in het post-apartheidstijdperk. Het ANC haalde opnieuw veel stemmen, maar dit is geen uitdrukking van onvoorwaardelijke steun. Velen wilden de partij nog één kans geven. Als het ANC de belangen van de arbeiders niet zal verdedigen, zullen er nieuwe splitsingen optreden.
Nu kwamen de uitdagers van het ANC van de rechterzijde: DA en COPE. De objectieve situatie vraagt naar een links alternatief. De creatie van een massaal anti-kapitalistisch alternatief wordt nu geblokkeerd door de “officiële” linkerzijde van Cosatu en de SACP. Heel wat leden van Cosatu willen dat de vakbond breekt met de Tripartite Alliantie. In september 1998 gaf een peiling aan dat 30% van de Cosatu-leden wilde breken met die Alliantie, in 2008 was dat al 90%!
Op een ogenblik dat het kapitalisme een wereldwijde crisis kent, blijft de “Communistische” Partij vasthouden aan het kapitalisme. In een analyse van de wereldwijde crisis door Nzimande en de vice-algemeen secretaris van de SACP, Jeremy Cronin, wordt niet eens verwezen naar het socialisme. Cronin stelde in een debat met de Coetzee van de DA dat de partij zich niet verzet tegen de kapitalistische markt en dat deze zelfs efficiënter is dan de centrale planning in Sovjet-stijl. De SACP heeft vertrouwen in het kapitalisme op een ogenblik dat kapitalistische regeringen wereldwijd verplicht zijn over te gaan tot een massale golf van nationalisaties.
De Democratic Socialist Movement (DSM) verdedigt de nood van een massale arbeiderspartij op een socialistisch programma. De objectieve basis voor zo’n beweging is al aanwezig onder de arbeiders en hun gezinnen. Er zijn steeds meer acties van de studenten alsook van arbeiders op de werkvloer. Deze acties moeten samenkomen in één sterke anti-kapitalistische stroom.