Tweede Latijns-Amerikaanse vormingsweek van het CWI

Dit jaar is er de tweede vormingsweek van het CWI in Latijns-Amerika met deelnemers uit heel het continent. Van 12 tot en met 16 februari werd bijeengekomen door meer dan 100 leden en sympathisanten uit verschillende landen. De bijeenkomst vond plaats in Brazilië en er waren CWI-leden uit Brazilië, Chili, Bolivia en Venezuela naast internationale bezoekers.

De dag voor de school hield Socialismo Revolucionario, de Braziliaanse afdeling van het CWI, een algemene vergadering waarbij het onder meer discussieerde over de politieke situatie in het land en de verdere werking van de organisatie.

Dit werd gevolgd door de tweede Latijns-Amerikaanse vormingsweek met aanwezigen uit Brazilië, Chili, Bolivia en Venezuela naast bezoekers uit België, Duitsland, Griekenland, de VS en een vertegenwoordiger van het Internationaal Uitvoerend Bestuur van het CWI. De discussies gingen onder meer over de wereldcrisis van het kapitalisme, de politieke situatie op het continent, de revolutionaire opvattingen van Che Guevara en Mariátegui (een Peruviaanse revolutionair) en de opbouw van het CWI.

Brazilië

De regering-Lula wordt geconfronteerd met een economische vertraging die mogelijk zal overgaan in een recessie. De steun voor Lula is nog vrij hoog, hoofdzakelijk omwille van de voorbije periode van economische groei en zijn imago van voormalige fabrieksarbeider en vakbondsleider. Toch bevindt de heersende PT (Arbeiderspartij) zich in een moeilijke positie in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2010. Lula werkt zijn tweede termijn af en zijn partij moet bijgevolg op zoek naar een nieuwe kandidaat. Mogelijk wordt dat Dilma Rousseff, wiens populariteit in de peilingen nog erg laag is. Mogelijk zal de regering een aantal scherpere aanvallen proberen uit te stellen tot na de verkiezingen. Dat zal echter afhangen van de economische ontwikkelingen.

De PSOL (Partij voor socialisme en vrijheid) kwam tot stand als afsplitsing van de PT in een reactie op het neoliberaal beleid van die partij. Wellicht zal de PSOL opkomen met Heloisa Helena, een voormalige PT-senatrice. Er is wel enige discussie in de partij rond het idee om Heloisa Helena eventueel opnieuw voor de senaat te laten opkomen. In de peilingen krijgt Helena tussen 14% en 27% van de stemmen, een uitdrukking van een breed verspreid ongenoegen tegenover het pro-kapitalistische beleid van de regering-Lula. De PSOL is een belangrijke factor in het bijeenbrengen van socialistische krachten, maar heeft het volledige potentieel voor een nieuwe socialistische partij niet benut. De partij heeft de arbeidersbeweging, vakbondsstrijd en jongerenbewegingen niet centraal gesteld. De partijleiding heeft zich veeleer geconcentreerd op electorale campagnes en het werk in de parlementen.

SR is actief binnen de PSOL en vormt daar een blok (“Resistancia Socialista”) met andere marxistische krachten binnen de PSOL. Eén daarvan, Colectivo Liberdade Socialista (CLS), bereidt zich voor op een fusie met SR na een reeks discussies. Samen hopen we een sterke revolutionaire kracht op te bouwen om deel te nemen aan de strijd van arbeiders en jongeren. In Sao Paulo speelde de CLS een belangrijke rol in de lerarenvakbond Apeoesp. In de vallei van Paraíba groeit het verzet tegen de afdankingen en speelt de alternatieve vakbondsfederatie Conlutas een belangrijke rol. CLS-leden hebben ook een sterke positie onder de arbeiders van de openbare sector (water en energie) in Sao Paulo.

Wereld in crisis

De vormingsweek werd geopend met een discussie over de politieke gevolgen van de wereldwijde economische crisis. Sascha Stanicic leidde deze discussie in. Hij verwees naar een kameraad die hem had gezegd dat “alles veranderd is”. Daarmee werd verwezen naar de ergste crisis van het wereldkapitalisme sinds de jaren 1930. Dit zal enorme gevolgen hebben voor het leven van de arbeiders. De kapitalisten proberen een depressie zoals in de jaren 1930 te vermijden door de banken te redden en enorme sommen gemeenschapsmiddelen in de economie te pompen. Dat kan de omvang van de huidige crisis beperken, maar dat kan ook de basis vormen voor een lange periode van stagnatie van de wereldeconomie vergelijkbaar met de situatie in Japan in de jaren 1990. De enorme staatsinterventies zullen echter uiteindelijk betaald worden door de arbeiders.

Jesse Lessinger van Socialist Alternative (Amerikaanse afdeling van het CWI) sprak over de gevolgen van acht jaar Bush op internationaal en nationaal vlak. Het kapitalisme moest hierna op zoek naar een nieuw gezicht en een andere toon. Obama werd de uitdrukking van de hoop op verandering, maar nam in zijn regering meteen figuren op die worden geïdentificeerd met de vorige regeringen van Bush en Clinton. Hij wil wel troepen uit Irak weghalen, maar enkel om ze naar Afghanistan te sturen of zelfs om Pakistan te bombarderen. Dimitri Silveira uit Brazilië stelde in de discussie: “Obama wordt door velen gezien als een oplossing voor alle problemen. Maar zijn wittebroodsweken zullen ten einde komen en dan zullen velen beseffen dat Obama hen lucht had verkocht.”

Kameraden uit Venezuela maakten duidelijk dat de gevolgen van de crisis ook daar voelbaar zijn. Chavez stelde op het begin van de crisis dat de crisis van het kapitalisme geen effect zou hebben op het “socialisme van de 21ste eeuw” in Venezuela, maar de dalende olieprijzen hebben wel degelijk gevolgen.

Bewustzijn en arbeidersverzet

De gevolgen van de crisis zijn erg groot. Het kapitalisme raakt bij steeds meer mensen gediscrediteerd, wat openingen biedt voor socialisten en marxisten en bovendien leidt tot de mogelijkheid van klassenstrijd op een grotere schaal. In verschillende tussenkomsten werd gewezen op het feit dat het bewustzijn begint te veranderen, zelfs in landen waar er nog geen grote bewegingen waren. De verkoop van marxistische en linkse literatuur neemt wereldwijd toe en ook onze ideeën worden steeds beter onthaald.

Tegelijk moet worden opgemerkt dat de crisis niet automatisch zal leiden tot het einde van het kapitalisme of een rechtlijnige ontwikkeling naar een socialistisch bewustzijn onder de massa’s. Dat werd vooral door de Braziliaanse kameraden benadrukt, zij moeten dikwijls ingaan tegen de veronderstelling van andere linkse krachten die stellen dat de crisis een open boulevard naar het socialisme zal vormen. Het idee dat een diepere crisis beter zou zijn, wordt verworpen. Eerst en vooral omdat de arbeidersklasse de gevolgen ervan moet dragen, maar anderzijds ook omdat een diepe crisis een tijdelijk verlammend effect kan hebben op de arbeidersklasse.

In de discussie werd sterk de nadruk gelegd op de vele protestacties en bewegingen die ontwikkelen als gevolg van de crisis. Er werd ingegaan op de bewegingen in IJsland en Griekenland, Letland en Frankrijk. Overal zagen we hoe jongeren en arbeiders op straat kwamen om hun levensstandaard en jobs te verdedigen. Nikos Anastasiadis, een lid van de Griekse CWI-afdeling Xekinima en van het nationale secretariaat van Syriza, bracht een verslag van de jongerenopstand die Griekenland schokte in december 2008.

De terugkeer van marxistische opvattingen versterkt het zelfvertrouwen van het CWI om te bouwen aan een sterkere internationale marxistische organisatie die in staat is om een politiek alternatief aan te bieden op het wereldkapitalisme en de samenleving op socialistische basis kan veranderen.

Lees meer:

  • Bolivia and Venezuela. Where are they going?
  • CWI School – Sunday report. Discussions on capitalist oppression and the socialist alternative
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop