Griekenland: linkse studentenorganisaties verenigd in de strijd tegen privatisering van het hoger onderwijs

Sinds de grote studentenbeweging van 2006 is er in Griekenland sprake van een nieuwe vereniging van linkse studentenorganisaties, namelijk AR.EN. (Linkse Unie). Deze unie gaat voorop in de strijd tegen de privatiseringen die een grote invloed hebben op het leven van de studenten en hun families. Een verslag vanuit de Griekse studentenbeweging.

Door Wouter W. vanuit Thessaloniki, Griekenland

Privatisering van het hoger onderwijs in Griekenland

De privatisering van het hoger onderwijs in Griekenland wordt gekenmerkt door twee evoluties. Vooreerst wil men de private universiteiten gelijk stellen aan de publieke universiteiten. Ten tweede wordt de privatisering van de huidig publieke universiteiten volop ingezet.

Sinds jaren nestelen private universiteiten uit andere landen zich in de Griekse steden. Ze vormen een alternatieve private markt voor het publieke hoger onderwijs. Natuurlijk dien je uitgebreid te betalen voor dit onderwijs, terwijl de kwaliteit erg laag ligt. Publieke universiteiten zijn gratis. De kwaliteit van het onderwijs en de moeilijkheidsgraad ligt er beduidend hoger.

Om toegang te krijgen tot een publieke universiteit dient door de scholieren bij het beëindigen van het secundair onderwijs een bepaald cijfer behaald te worden op een nationale, ultieme test. Dit brengt heel wat druk teweeg bij de scholieren. Elke publieke universiteitsrichting heeft immers een te behalen cijfer, bijvoorbeeld 18/20 (en hoger) voor toegang tot de rechtenfaculteit.

Wanneer je niet slaagt in het behalen van het vereiste cijfer voor toegang tot de publieke universiteit (10/20), rest enkel nog het private alternatief. Daar kan je heel gemakkelijk (zij het tegen betaling!) een diploma behalen. Dit wordt op de arbeidsmarkt echter niet gelijk gesteld aan een diploma dat werd behaald in de publieke universiteit. Het is bijna waardeloos.

Artikel 16 van de grondwet zegt dat alleen publieke universiteiten erkende diploma’s kunnen leveren. Dit laatste wil de regering van ND (rechts-conservatieven) echter ongedaan maken. Winst voor de private scholen en een heel lage kwaliteit van het hoger onderwijs zouden hiermee volledig centraal komen te staan.

Een tweede evolutie is de aantasting van het publieke karakter van de universiteiten. Er heerst een neoliberaal beleid dat reeds zaken als busvervoer, bepaalde studentenrestaurants en de boekenvoorziening een onderdeel van de private markt maakte. Er worden tevens bijna geen publieke studentenwoningen voorzien.

De gevolgen van de privatisering zijn duidelijk zichtbaar in hogere prijzen en een slechte dienstverlening. Zo werden recent de boeken niet meer gratis ter beschikking gesteld. Vanaf het tweede boek per vak dien je de volle prijs te betalen aan een private leverancier. Soms duurt het maanden vooraleer men deze boeken ontvangt.

Deze evoluties zijn tevens een onderdeel van de plannen die de EU opmaakte, namelijk in de vorm van de Bologna-akkoorden. De regering van ND versterkt dit nog om haar private belangen te behartigen.

Verzet hiertegen is noodzakelijk! Reeds in juni 2006 en begin 2007 was er een grote studentenbeweging met heel wat betogingen en bezettingen van de universiteiten. De plannen voor de privatisering werden hierdoor vertraagd, maar niet volledig gestopt. In maart 2007 werd immers een wet ter privatisering van het hoger onderwijs doorgevoerd. Een wijziging van de grondwet werd echter tot op heden onmogelijk gemaakt. Vandaar dat ND nu de private universiteiten wil gelijk stellen met de publieke universiteiten.

Het verzet via deze studentenbeweging kon een afbraak van het hoger onderwijs aldus niet tegenhouden. Welke stappen onderneemt de linkerzijde nu?

Een nieuwe vereniging ter linkerzijde: AR.EN. (Linkse Unie)

Sinds maart 2007 is er een eengemaakte linkse studentenbeweging. AR.EN. staat voor een linkse unie. Het omvat heel wat studentenorganisaties: Synaspismos Jongeren (reeds een verzameling van linkse en ecologische organisaties), Matzeta/Rogmi (de studentenorganisatie van onze sectie van CWI in Griekenland), Maoïstische groeperingen, afsplitsingen van de 4e Internationale,… Ook heel wat onafhankelijke studenten participeren in AR.EN. De afgelopen maanden nam de activiteit van deze bredere formatie toe in tal van universiteiten en faculteiten.

AR.EN. is de studentenorganisatie van SYRIZA. Deze politieke formatie groeide het afgelopen jaar uit tot een belangrijke factor op het politieke toneel in Griekenland. Voor arbeiders en studenten biedt het een perspectief op een andere samenleving en een verlossing van de uitbuiting door de huidig leidende, kapitalistische klasse. Het haalt momenteel tussen 10 en 15 % in de opiniepeilingen.

Met deze vereniging van linkse studentenorganisaties in AR.EN., zij het zonder de sectaire KKE-jeugd (Communistische Partij) en een ultra-linkse studentengroepering EAAK, wordt een verlengstuk gebreid aan de impulsen van SYRIZA aan de strijd van de arbeiders en de studenten tegen de privatiseringen en voor een nieuwe samenlevingsvorm.

Matzeta/Rogmi beoogt via AR.EN. een nieuwe studentenbeweging die verder bouwt op de restanten van de beweging in 2006 en 2007. Dit impliceert nieuwe stakingen, enorme betogingen en bezettingen van de scholen en universiteiten. Zo kunnen de eisen van de studenten en de arbeiders worden afgedwongen.

Discussies binnen AR.EN.

AR.EN. had op 7 en 8 november haar derde nationale algemene vergadering sinds haar ontstaan in 2007. Deze meeting vond plaats in Athene en telde ruim 800 aanwezigen. 110 faculteiten uit het hele land waren vertegenwoordigd. Gedurende de twee dagen namen 100 deelnemers het woord. De weken voorheen waren er overal lokale bijeenkomsten ter voorbereiding.

Momenteel handelt de discussie in AR.EN. over de privatisering van het hoger onderwijs en hoe de strijd daartegen te organiseren. Er is ongeveer eensgezindheid over de oorzaken van deze aanvallen, maar in de methode van het bestrijden daarvan, heerst nog heel wat discussie. Dat geldt ook voor de structuur van AR.EN. zelf.

Zowel het neoliberaal beleid van de regering van Griekenland en een gelijkaardig beleid vanuit Europa liggen aan de basis van de doorvoering van dergelijke privatisering. Beide zijn een veruiterlijking van dezelfde rijke, kapitalistische klasse die er alle belang bij heeft een dergelijke uitbuiting verder door te voeren. AR.EN. is zich heel bewust van deze uitbuiting. Dat zowel studenten als arbeiders slachtoffer zijn, wordt duidelijk aangegeven. Belangrijk is bij deze vaststellingen verder te kijken.

Zo dient nagedacht te worden over welke stappen AR.EN. zal ondernemen om deze privatisering te stoppen, ze terug te draaien en een alternatief aan te bieden. De discussie daaromtrent is nog niet afgelopen. Dat is ook het geval met betrekking tot de structuur van AR.EN.

Om de praktische werking te versterken, deden we het voorstel om verkozen comités te installeren. Uiteraard zouden die permanent afgezet kunnen worden, wanneer die niet degelijk handelen. Wij pleiten voor een uitvoerend orgaan onder controle van de leden en een democratische structuur. Maar dat wordt nog niet gesteund door alle organisaties en het is dan ook nog geen verworvenheid. Voorlopig wordt met een overgangsmaatregel gewerkt waarbij de helft van de stemmen voor de organisaties zijn (met maximaal 15% per organisatie afhankelijk van het aantal leden) en de andere helft voor de onafhankelijken.

Sommige studentenorganisaties, zij het dan vooral de jeugd van Synaspismos, aarzelen om concrete stappen te plannen met AR.EN. Er kan echter niet eeuwig over dezelfde vaststellingen worden gesproken. Daarom maakte onze studentenorganisatie Matzeta/Rogmi een duidelijke oproep om een concreet plan met interventies op te maken. Dit werd overeengekomen op de laatste nationale bijeenkomst.

Welke concrete stappen zal AR.EN. in de nabije toekomst zetten?

Vooreerst gaat het de studenten informeren omtrent de privatisering van het hoger onderwijs. Niet alleen het gegeven van deze privatisering, maar ook de gevolgen daarvan, staan hierbij centraal. Daarnaast dienen onze voorstellen ook kenbaar gemaakt te worden aan hen. De discussie met de studenten is een basis voor de ontwikkeling van de beweging.

Vervolgens werden concrete data voorop gesteld om tot actie over te gaan. Zo werd op de nationale vergadering overeengekomen de stakingen van de professoren en de studenten op 19 en 20 november en op 25 en 26 november ook officieel te ondersteunen en in de praktijk mee te organiseren. Ook de jaarlijkse betoging van 17 november speelt een essentiële rol. Het betreft de herdenking van het met geweld en doden neerslaan van het studentenverzet in 1973 door het dictatoriaal regime. Op deze nationale betogingsdag werd de oproep tot een nieuwe beweging luidkeels verspreid.

Noodzakelijk is dat dit gebeurt met duidelijke eisen. We spreken niet vaag over `een verbetering van het onderwijs’, maar concreet over eisen zoals: enkel en alleen publiek hoger onderwijs, het sluiten van alle private universiteiten, een overgangsmaatregel voor de studenten en personeelsleden van die private universiteiten naar een degelijk statuut binnen de publieke universiteiten, een verhoging van de financiële middelen voor hoger onderwijs door een stijging van 2,7% naar minimum 5% van het BBP, een beleid dat gestuurd en gecontroleerd wordt door de werknemers en de studenten, een vrije toegang tot de universiteiten in plaats van een discriminerende 10/20-regel,…

Naar een nieuwe beweging?

Er zijn verschillende signalen voor een mogelijke nieuwe beweging: de stakingen van studenten en professoren, hun betogingen (soms met enkele duizenden deelnemers), enkele schoolbezettingen door scholieren,… De komende weken zijn echter essentieel om over te gaan tot een nieuwe beweging. Studenten worden hierin ontmoedigd door bijvoorbeeld uitgestelde examens, waardoor men een jaar langer dient te studeren.

Niettegenstaande kan AR.EN. een belangrijke rol spelen in het vormen van een nieuwe beweging. Dit kan enkel door zelf met een democratische en werkbare structuur te functioneren, door de beweging ook in die richting te structureren en door heel concrete socialistische eisen voorop te stellen.

Op die wijze dient ook het verzet in België en andere landen georganiseerd te worden. De huidige massabeweging in Italië geeft het potentieel van een krachtige beweging aan, zij het dat dit zonder degelijke invulling en organisatie onbenut kan blijven. Daardoor zou de uitbuiting van studenten, werknemers en hun families niet gestopt worden. Laten we dit voorkomen en gezamenlijk internationaal de strijd aangaan!

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop