Neoliberaal wanbeleid
De crisis van het neoliberalisme sleurt de hele wereld mee in een destructieve economische en sociale crisis. Ook de Belgen bereiden zich voor op moeilijke jaren. België behoort volgens het Duits instituut Ifo tot de negatieve uitschieters. Niet zo volgens onze regering.
Bart Vandersteene
De regering rekent voor haar budget 2009 op een economische groei van 1,2%. Ook al beweren alle internationale instellingen dat 2009 een recessiejaar wordt voor de volledige EU en ons land zich in een bijzonder ongunstige situatie bevindt. Dit onverantwoord uitgangspunt is niet het enige. In datzelfde budget worden inkomsten overschat of uitgevonden en uitgaven onderschat. Een verkiezingsbegroting noemt men dit, ofwel het voorliegen van de bevolking. De factuur van vele miljarden euro zal worden afgeleverd nadat het bolletje is gekleurd in juni.
De meest nuchtere commentaren spreken over de crisis in termen van: “we staan nog maar aan het begin, het ergste moet nog komen”. Niet Vlaams minister-president Kris Peeters. Zijn optimisme kon niet stuk toen hij op televisie verklaarde dat volgens hem eind februari 2009 het ergste achter de rug zal zijn. Wat proberen de politici ons wijs te maken? Blijkt nu ook dat de Belgische regering Fortis niet heeft gered zoals Leterme graag pochte. Ze hebben het ontmanteld en voor een appel en ei verkocht.
Ondertussen wordt de catastrofe die zich in Oost-Congo afspeelt, misbruikt in een politiek spel. De Gucht probeert de aandacht af te leiden van zijn aandelenschandaal. De andere partijen proberen de VLD in moeilijkheden te brengen, wat na de schandalen rond Dewael, Slangen en De Gucht niet zo moelijk is. Weinigen wijzen op de verpletterende verantwoordelijkheid van de Belgische elite in het drama dat zich in Oost-Congo afspeelt. De plundering van de bodemrijkdommen door Westerse bedrijven, is de basis van de strijd tussen verschillende groepen. Dat VLD-kopstukken actief deelnamen aan die plundering (Chevalier) en de hele politieke klasse de Belgische “ondernemers” in Congo de hand boven het hoofd houdt, is niet minder dan crimineel.
De Vlaams Progressieven mogen nu definitief de boeken dichtdoen na het aftreden van Bettina Geysen. Tot op vandaag realiseert ze zich nog altijd niet wat er fout was aan haar luxueus leventje op kosten van de belastingbetaler. Het rijkelijk leven van managers in privé-bedrijven wekte jaloersheid op in de publieke sector. De lonen zou men weliswaar niet op een gelijk niveau krijgen, maar via de onkostenvergoedingen kon men toch een gelijkaardige luxueuze levensstijl aannemen. Dit soort “managers” werden door de politieke partijen aangetrokken om leiding te geven: Slangen bij VLD, Janssens en co bij SP.a, Bettina bij VL.Pro,… Alle partijen zijn in hetzelfde bedje ziek. Het zijn allen partijen die worden gefinancierd en geleid door de kapitalistische klasse. Ze verdedigen hun belangen, gebruiken hun methodes van misleiden, bedriegen, oplichten – door sommigen ook wel perceptie genoemd – en eisen natuurlijk ook een rijkelijk leventje als tegenprestatie.
De crisis van het neoliberalisme zal meer dan ooit de maskers doen vallen. Zowel de economische als politieke elite en hun broodschrijvers in de media en “specialisten” als Paul D’Hoore hebben op een basis van de grootste leugen hun zakken gevuld, namelijk de voorspoed die het neoliberalisme iedereen zou brengen.
Wij vinden dat de verantwoordelijken voor het neoliberale fiasco de rekening moet worden gepresenteerd. Dat kan enkel door het bannen van hun winstsysteem uit de banksector, onze gezondheidszorg en onderwijs, onze sociale zekerheid en pensioenen,… kortom uit ons bestaan. Alle politieke varianten van het neoliberalisme, de (donker) blauwe, roze, paarse, groene,… zijn mee verantwoordelijk en hebben geen alternatief.
De arbeidersbeweging mag niet in de val trappen dat er een aanvaardbare vorm van neoliberalisme en vrije marktsysteem zou bestaan zoals de SP.a en met haar belangrijke delen van de vakbondsleiding beweren. We zullen moeten bouwen aan een eigen partij die de syndicale eisen voor koopkracht en werk verdedigt. Met en rond de syndicale basis is een nieuwe arbeiderspartij nodig. Een dergelijke syndicale partij zal een belangrijk instrument zijn in de uitbouw van een alternatief.