Pakistan. PPP versterkt haar greep op de macht tegen achtergrond van crisis

Enkele maanden nadat de nieuwe Pakistaanse regering aan de macht is gekomen, kent het land reeds een nieuwe crisis. Pakistan is economisch failliet en moet naar het IMF trekken voor een lening. Er zijn ieder uur wel stroomonderbrekingen. De inflatie neemt sterk toe, net zoals de werkloosheid. Aan de grens met Afghanistan wordt een wrede oorlog uitgevochten. Dat alles maakt dat het land op de rand van de instorting en desintegratie staat.

Door Khalid Bhatti vanuit Lahore (Pakistan)

Asif Zardari, de medevoorzitter van de PPP (Pakistani People’s Party), won op 6 september de presidentsverkiezingen. Hij versloeg zijn belangrijkste rivaal die door de PML-N (de partij van Nawaz Sharif) werd gesteund. Zardari haalde 482 van de 732 stemmen (enkel de parlementsleden hadden stemrecht). De kandidaat van de PML-N haalde 152 stemmen en deze van de PML-Q (de partij van voormalig president Musharraf) 34. Zardari haalde meerderheden onder de parlementsleden van Sindh, North West Frontier Province (NWFP) en Balochistan. Hij haalde geen meerderheid in de provincie met het grootste aantal inwoners, Punjab. De leiding van de PPP probeerde ervoor te zorgen dat er geen tegenkandidaat kwam, maar de PML-N weigerde haar kandidaat terug te trekken. Dit leidde tot een breuk in de regeringscoalitie waardoor de PML-N terug op de oppositiebanken terecht kwam. De PPP controleert nu alle belangrijke politieke en administratieve posities in de regering en het staatsapparaat.

Zardari is rustig opgeklommen tot de hoogste positie in het land. Dit was geen plotse zet, maar een wel overwogen en goed geplande klim die maandenlang werd voorbereid. Zardari stemde in met een procedure om Musharaf af te zetten nadat hij van internationale machten de garantie kreeg dat hij zelf aanvaardbaar was als nieuwe president. Asif Zardari beloofde aan dezelfde internationale machten dat hij het beleid van het regime onder Musharaf zou verderzetten.

Machtigste burgerlijke president

Formeel gezien zal Zardari de machtigste burgerlijke president zijn sinds het opstellen van een grondwet in 1973. Hij zal beschikken over alle macht die generaal Musharraf in de Grondwet liet toevoegen aan de bevoegdheden van de president. Hij kan legerleiders benoemen en afzetten, naast de top van het gerecht en de verkiezingscommissie. Hij kan het parlement ontbinden en beschikt ook over andere legale machten. Het is duidelijk dat hij na de parlementsverkiezingen de vraag van de PPP om premier te worden enkel naast zich neerlegde omdat hij geen machteloze premier wou zijn. Hij had toen reeds een positie op het oog.

Heel wat commentatoren stelden toen dat Zardari door het leger niet zou worden aanvaard als president en uiteindelijk zijn kandidatuur zou moeten intrekken. Al deze commentatoren gingen voorbij aan het feit dat het militaire establishment op dit ogenblik niet in staat is om haar politieke eisen op directe wijze op te leggen. Het leger zal zich tijdelijk onthouden van directe tussenkomsten op het politieke front. Het lange militaire bewind van Musharaf leidde tot heel wat verzet tegenover directe militaire tussenkomsten in de politiek. Bij iedere vorige overgang van een militair naar een burgerlijk regime, hielden de generaals zich een tijdlang afzijdig en gaven ze de indruk geen politieke ambities na te streven. Na een korte periode is het mogelijk dat ze zich opnieuw meer op het politieke terrein begeven, aanvankelijk wellicht achter de schermen. Ze weten dat een burgerlijk regime er niet in zal slagen om de verwachtingen van de massa’s in te lossen. Het leger rekent er op dat het nadien gewoon terug zelf kan tussenkomen. Deze opeenvolging van burgerlijke en militaire regimes is een constante in de geschiedenis van Pakistan.

Zardari maakte gebruik van de situatie en liet zich verkiezen tot de post van een op papier erg machtige president. Het is niet waarschijnlijk dat Zardari macht zal afstaan aan de premier en een afzijdige rol zou spelen als president. Hij zal de regering en het presidentschap invullen zoals generaal Musharaf dat deed. Hij zal zonder uniform doen wat Musharaf in uniform deed. Hij zal net als Musharaf een marionet zijn van het VS-imperialisme.

Alhoewel Zardari verkozen werd als burgerlijk president, raakte hij erg snel bijna even onpopulair als Musharaf na negen jaar van militair bewind. Hij weigerde om de top van het gerechtelijk apparaat, dat werd afgedankt door Musharaf, terug aan te stellen. Zardari brak alle eerdere beloften in die zin en ging ook in tegen een geschreven akkoord met Nawaz Sharif rond deze kwestie.

Oude wijn in nieuwe vaten

De regering onder leiding van de PPP zet het beleid dat onder Musharaf werd opgestart gewoon verder. De regering is actief betrokken in de oorlog tegen het terrorisme en zet ook de militaire operaties in de stammengebieden en de NWFP gewoon verder. De regering gaat verder met het door het IMF opgelegde neoliberale economische beleid van privatiseringen, structurele aanpassingen en een verdere liberalisering van de economie. Armoede, inflatie, werkloosheid en honger winnen snel terrein als gevolg van dit economisch beleid. Er zijn amper zichtbare veranderingen in het beleid. De PPP-regering heeft geen enkele strategie om de belangrijkste problemen van de arbeiders en armen aan te pakken.

De leiding van de PPP beweert nog steeds dat het de moord op Benazir Bhutto wil wreken en dat het huidige systeem volledig zal veranderen. De eerste zeven maanden van PPP-bewind maken duidelijk dat dit niet het geval is. Het enige dat veranderde, was dat de aanhangers van Musharaf werden vervangen door aanhangers van de PPP. De regering benoemde vrienden en verwanten van de partijleiders op alle centrale postjes. De PPP-leiders zeggen nu dat de democratie hersteld is. Hetzelfde rotte, repressieve en brutale regime met hetzelfde sociale systeem wordt gewoon verder gezet. Dat leidt tot woede onder de arme massa’s die zien dat deze regering, net als de vorige, enkel de belangen van de heersende klasse dient.

Een beperkte verandering

Deze “overgang naar democratie” was wel erg beperkt voor de Pakistaanse massa’s. De PPP-gezinde intellectuelen en zogenaamde onafhankelijken, progressieve schrijvers en commentatoren, doen allen hun best om de machtsovername door een burgerlijk regime voor te stellen als een overgang van een militair regime naar een democratie. Deze intellectuelen en schrijvers proberen ook aan te tonen dat Zardari de enige hoop op een democratische toekomst is. Iedere kritiek op de regering en Zardari wordt gezien als pro-militair. Wie zich tegen de PPP-regering richt, zou een bondgenoot van Musharaf zijn. Deze hysterische reactie van de intellectuelen is het resultaat van een groeiende kritiek op een regering die het beleid van het vorige regime gewoon verder zet.

De zogenaamde democratische overgang is in de praktijk een machtsdeling tussen het militaire establishment en de burgerlijke politici. Het werd bekrachtigd door het Amerikaanse en Britse imperialisme. Bij dergelijke akkoorden proberen de imperialistische machten en de legerleiding garanties te krijgen van de Pakistaanse politieke leiders dat ze een beleid zullen voeren dat het beste hun belangen verdedigt. Het militaire establishment wil dat er geen vervolgingen komen van wie betrokken was bij het militaire regime. In naam van het pragmatisme wordt geprobeerd een status quo te bereiken. Het is niet de eerste keer dat de PPP-leiding het op een akkoord gooit met de legerleiding. In 1988 was er een gelijkaardig akkoord tussen de generals en Benazir Bhutto. Zij zette ook toen het economisch en buitenlands beleid van het militaire regime verder. Daarbij werd ook verder tussengekomen in Afghanistan. In het zogenaamde “democratische decennium”, de jaren 1990, controleerde het leger de politiek maar dan zonder aanwezig te zijn in de frontlinie. De burgerlijke regeringen hadden geen macht om het buitenlands beleid of de interne politiek te wijzigen zonder goedkeuring of toestemming van het establishment.

Er is in Pakistan geen nood aan een beperkte democratische verandering, maar aan een revolutionair socialistische omvorming van de staat, de economie en de samenleving. Het bestaande politieke systeem wordt gekenmerkt door tegenstellingen en is niet in staat om de belangen van de arbeiders en armen te verdedigen.

Enorme desillusies

Door de dominante rol van het leger te aanvaarden en slechts beperkte veranderingen door te voeren, zal de PPP er niet in slagen om de hoop van de massa’s in te lossen. Dat zal leiden tot een ontgoocheling in de politiek. Iedere militaire dictatuur in Pakistan heeft steeds geprobeerd om de samenleving te “depolitiseren” en heeft mensen steeds ontmoedigd om actief aan politiek te doen. De militaire dictatuur van generaal Zia-ul-Haq (tussen 1977 en 1988) was het meest brutale en repressieve voorbeeld daarvan. Het probeerde iedere stem voor democratische rechten, sociale rechtvaardigheid en fundamentele rechten het zwijgen op te leggen. Al de brutaliteiten en repressie volstonden niet om de politieke cultuur en partijen in het land te vernietigen. Duizenden activisten en vakbondsmilitanten werden gemarteld of gevangen gezet. De militaire dictatuur slaagde niet in haar doelstelling, maar na de machtsovername door de PPP-regering in 1988 was de ontgoocheling zo groot dat er minder politiek activisme was. De desillusies bereikten een nieuw hoogtepunt in 1999 toen de militaire staatsgreep tegen de verkozen regering amper enige tegenstand kende. De afkeer tegenover de politici was daar te groot voor.

De afgelopen maanden was er opnieuw de illusie en hoop onder een laag van de samenleving dat partijen als de PPP en PML-N zouden zorgen voor een echte verandering. De verkiezingen van 18 februari toonden die hoop aan. Enkele maanden later is die al grotendeels verdwenen omwille van het beleid van de PPP-regering. Er is een groeiende afkeer tegenover de politici, hun partijen en het volledige politieke proces. De steun voor de regering bevindt zich op een historisch dieptepunt.

De politieke partijen hebben hun programma’s, ideeën en principes opgegeven om toch maar aan de vetpotten van de macht te kunnen deelnemen. Programma’s en principes werden een grap onder de gevestigde politici. De meeste partijen zijn verworden tot het persoonlijke territorium van de leiders. Zolang er geen massale partij van de arbeiders en armen is, zullen de desillusies zich blijven richten tegen politiek in het algemeen. Er is nood aan een massale arbeiderspartij met een duidelijk programma en een strategie om de massa’s te organiseren in de strijd tegen dit rotte systeem.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop