Faillissement Lehman: zwarte zondag op Wall Street

Een jaar geleden gaven de vijf grote investeringsbanken op Wall Street, met een gezamenlijke marktwaarde van honderden miljarden dollar, opmerkingen en bevelen inzake het economisch beleid aan regeringen over heel de wereld. Na de “zwarte zondag” zijn er al drie van de vijf ten onder gegaan. Lehman Brothers ging ten onder en Merril Lynch werd opgekocht. Dit zal immense en langdurige gevolgen hebben.

Per-Åke Westerlund

“Dit is een schokkende gebeurtenis, zoals een tektonische plaat die begint te bewegen”, stelde Thomas Priore, topman van Institutional Credit Partners, een hedgefund actief op de kredietmarkt. “Een nieuwe Zwarte Maandag” titelde de International Herald Tribune met een verwijzing naar de crash van 1987 op Wall Street.

Dit is de ergste financiële crisis sinds 1929 en de daaropvolgende jaren. Ook in de vroege jaren 1930 stelden de toenmalige traditionele politici dat het niet erger kon worden. Ook nu duikt dit argument telkens opnieuw op. Vijf maanden geleden ondernam de Amerikaanse Centrale Bank, de Federal Reserve, een reddingsoperatie voor Bear Stears. Dat was de eerste van de vijf grote investeringsbanken die in moeilijkheden kwam. Richard Fuld van Lehman Brothers verklaarde toen dat “het ergste achter de rug” was voor de kredietcrisis.

Lehman Brothers is een grote instelling met ongeveer 26.000 werknemers in 61 kantoren. De jaarbalans van het bedrijf bereikte drie kwart van een triljoen dollar, 748 miljard dollar. Zoals andere investeringsbanken speelde het een rol in het verhandelen van financiële diensten. Lehman werkte aanvankelijk vooral met grote instellingen. Later begon Lehman een centrale rol te spelen in de markt van financieel afgeleide producten, een markt van 450 triljoen dollar waarin voorheen nooit een grote speler in gebreke bleef om zijn verplichtingen na te komen.

“Blijf kalm”

Afgelopen weekend probeerden het Witte Huis en de Federal Reserve een nieuwe tactiek. Na het akkoord inzake Bear Stearns en de nationalisering van Fannie Mae en Freddie Mac, wilde de overheid niet dat het overkwam alsof ze alle financiële instellingen zou redden. Bij uitputtende en doorlopende onderhandelingen werden de leiders van de belangrijkste financiële bedrijven bijeengebracht in een poging om hen collectief te laten optreden om zo een paniekreactie te voorkomen. De bedrijven waren echter vooral bezorgd om hun eigen kapitaal. Ze waren bang voor hun eigen toekomst en zijn al hun vroegere overdreven zelfvertrouwen verloren. Ook dit aspect doet denken aan de onderhandelingen tijdens de crash van 1929 en nadien. Het kapitalisme is immers een systeem dat zich baseert op het principe van ieder voor zich. Bij iedere financiële crisis wordt de bevolking opgeroepen om kalm te blijven, terwijl de kapitalisten zich haasten om zoveel mogelijk te redden van de ineenstortende markten.

Zonder de garanties vanuit Washington besloten de potentiële kopers van Lehman, Barclays Bank en Bank of America, om de onderhandelingen te verlaten. In het geval van Barclays lijkt het erop dat de Britse Financiële Autoriteit heeft gepleit tegen een akkoord. Bank of America besloot om Merril Lynch op te kopen. Die laatste was erg hard geraakt door het verlies van 52 miljard dollar het afgelopen jaar. Toen Lehman Brothers vorige donderdag en vrijdag nog eens 50% van haar resterende aandelenwaarde verloor, werd ook Merril Lynch getroffen. Het huidige overnamebod op Merril Lynch bedraagt 44 miljard dollar, minder dan een derde van de waarde van Merril Lynch op haar hoogtepunt.

Zal het dramatische signaal van de “zwarte zondag” leiden tot een nieuwe houding van de Amerikaanse overheid waarbij het niet langer overgaat tot reddingsoperaties? Dat is erg onwaarschijnlijk. Er kan een golf van faillissementen volgen. Andere grote instellingen staan in de rij om gered te worden. Daaronder vinden we onder meer de grote verzekeraar American International Group en het grootste spaar- en leenbedrijf, Washington Mutual. De reddingsoperaties voor Bear Stearns, Fannie en Freddie waren er niet in de eerste plaats op gericht om deze specifieke bedrijven te redden. Het doel was om het volledige financiële systeem te redden van een ineenstorting. Met de dreiging van een volledige ineenstorting zullen de Fed en de regering geen keuze hebben en wel opnieuw moeten tussenkomen. Zo zijn er al onderhandelingen tussen AIG en de Fed.

Dit weekend reeds werden de kredietregels opnieuw aangepast om gemakkelijker krediet te geven aan banken en financiële bedrijven. Zelfs bij de overname van Merril Lynch door Bank of America werden de regels inzake de kapitaalreserves niet nageleefd, de overheid bracht echter geen bezwaren naar voor.

Tegelijk gingen tien grote globale banken akkoord om een massaal fonds van 70 miljard dollar te verzamelen als veiligheidsnet. Als één van de tien in crisis komt, kan deze bank een derde van het totale bedrag lenen. Dit is een uitdrukking van de angst die heerst, maar tegelijk vormt het geen echte oplossing. Het is eerder een poging om de investeerders gerust te stellen en verdere paniek te vermijden. Bij nieuwe turbulentie zullen de banken echter niet in staat blijken te zijn om collectief op te treden. Dat zagen we afgelopen weekend reeds in New York.

“Motor in achteruit”

Er is momenteel geen enkele instelling die een overzicht of inzicht heeft over de echte staat van de kredietwereld in de VS of op wereldvlak. Dat feit versterkt op zich het pessimisme en de paniek onder speculanten die wijzen op een diepe en lange crisis. Kenneth Rogoff, voormalig hoofdeconoom van het IMF, stelde in augustus dat de huidige crisis nog maar halfweg was in haar neergang.

Het nieuwsagentschap Bloomberg vatte de val van de helden van de kapitalistische globalisering samen: “De motoren die het afgelopen decennium de kracht leverden voor een recordgroei in de financiële industrie – goedkoop krediet en een stijging van de waarde van eigendommen – staan nu op achteruit. Bedrijven die ooit bloeiden op basis van leningen in de huizenmarkt en operaties op de immobiliënmarkt op basis van geleend geld, liggen nu onder vuur. Diegenen die het minst afhankelijk waren van leningen lijken er het sterkst uit te komen.”

Alles wijst op een dieper wordende crisis in de VS. Het aantal bouwvergunningen blijft afnemen, in juli was er een daling met 17,7% op jaarbasis. Er werden 32,4% minder gezinswoningen gebouwd. In september gingen er al 84.000 jobs verloren en steeg de werkloosheid tot 6,1%. Het effect van de staatshulp die de consumptie in de lente moest stimuleren bleek van wel erg korte duur te zijn.

We zien pas het begin van de gevolgen van “zwarte zondag”. De meeste beurzen in Azië waren gesloten wegens vakantie, maar in Europa verloren de beurzen fors terrein. De financiële crisis is een vernederende nederlaag voor het neoliberalisme en het kapitalisme. De kapitalistische speculanten kregen de vrije hand en hebben gefaald. Zelfs Martin Wolf in de Financial Times stelde dat het akkoord rond Freddie en Fannie “een preek uitspaart over de heilige rol van de vrije financiële markt”. Overheden moeten tussen komen om de kapitalisten te redden. Het is aan de arbeidersbeweging en aan arbeiderspartijen om een programma naar voor te brengen dat niet enkel ingaat tegen de kapitalistische propaganda, maar ook een einde maakt aan het kapitalistisch systeem zelf.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop