De lange kijk op de geschiedenis. Brochure door George Novack (deel 4 – slot)

In het laatste deel van de brochure "De lange kijk op de geschiedenis" door George Novack wordt een bijzonder interessant beeld gegeven van de opkomst van het kapitalisme in de VS en de achterliggende opvattingen die daarmee gepaard gingen. De opkomst van het kapitalisme in de VS zou het verdere verloop van de wereldgeschiedenis op beslissende wijze beïnvloeden, kijk maar naar de actuele wereldsituatie. Om de actuele situatie beter te begrijpen, is het nuttig om onze kennis over de opkomst en de geschiedenis van het kapitalisme in de VS aan te scherpen. George Novack doet een aanzet.

Deel 4 – slot – van de brochure "De lange kijk op de geschiedenis"

Ik wil nu enkele opmerkingen maken over de economische en politieke ontwikkeling van de Amerikaanse samenleving sinds 1492 tot aan de overwinning van de kapitalistische klasse. Zoals eerder reeds gesteld, was het privaat bezit van de productiemiddelen zo goed als onbestaande op dit continent tot in de vijftiende eeuw. Hierna kwamen de blanke kolonialisten waarbij de dominante trend eruit bestond dat alle productiemiddelen in private handen terecht kwamen en ook zo werden gebruikt. De grond bijvoorbeeld werd voordien door stammen gecontroleerd, de blanken kenden de eigendomsrechten toe aan individuen of bedrijven uit heel het land.

Na de overwinning van de Noordelijke bankiers, handelaars en ondernemers in het midden van de negentiende eeuw, kwam dit proces nog op een hoger niveau terecht. De productiemiddelen in privaat bezit kwamen steeds meer geconcentreerd terecht in de handen van bedrijven. Vandaag kan een individu in staat zijn om een auto of vliegtuig te bouwen, maar zonder vele miljoenen dollars is hij niet in staat om de concurreren met General Motors of Ford. Zelfs een grote magnaat als Henry J Kaiser heeft dat ondervonden.

Vandaag is er amper nog een lapje grond over dat niet iemands bezit is. De burgeroorlog heeft dit proces versneld door de Homestead Act dat 160 acres (zo’n 70 hectare) grond aan private individuen toekende, en door andere beslissingen van het Congress waarbij miljoenen hectaren grond werden verdeeld onder spoorbedrijven. De verdeling van de grond onder kleine boeren was progressief aangezien dit de enige manier was om de ontwikkeling van de landbouw onder deze condities te versnellen.

Het is onmogelijk om gedetailleerd in te gaan op de wijze waarop de kolonialisten zich vestigden in de Midwest en het Westen, maar een aantal gevolgen van de kapitalistische expansie moeten toch worden vermeld. Ten eerste heeft deze kapitalistische expansie het bewustzijn van de gemiddelde Amerikaan sterk bepaald. In tegenstelling tot de Indianen is de instelling van privaat bezit zo sterk doorgedrongen, dat het slechts met moeite kan worden verlaten. De Europeanen trokken het Amerika van de Indianen binnen en hun afstammelingen zitten nu zelfs al in de ruimte. Een extreme, zelfs absurde, maar wel leerrijke illustratie van de effecten van de kapitalistische expansie op het Amerikaanse bewustzijn, zagen we in een krantenartikel in Illinois onder de titel: “Wie bezit de ruimte? Inwoner van Chicago beweert dat hij dit is”. Dit artikel stelde onder meer:

    “Met de plannen om vanop de aarde eigen satellieten rond te sturen, werd de vraag onvermijdelijk [althans onvermijdelijk voor Amerikanen die heilig geloven in het privaat bezit]: wie bezit de ruimte? De meeste experts gaan ermee akkoord dat deze kwestie zich boen hun hoofden afspeelt. De wetenschappers stelden dat dit een probleem was voor de experten van het internationale recht. De advocaten stelden dat ze geen precedenten hadden om zich op te baseren. Enkel James T Mangan, een sneldenkende journalist uit Chicago, heeft een duidelijk antwoord op de vraag wie de ruimte bezit. Mangan verklaart dat hij de ruimte bezit. Om deze bewering te ondersteunen, heeft hij een akte laten registreren bij het registratiebureau van Cook County. In de akte, die werd aanvaard nadat de advocaat van de overheid de eis plechtig ondersteunde, werd gesteld dat “alle ruimte in alle richtingen van de aarde” vanaf 20 december 1948 aan Mangan toekwamen. Hij verklaarde dat het tot 20 december 1955 mogelijk was om de akte te betwisten en voegde er aan toe: “De regering heeft geen legaal recht op de ruimte zonder mijn toelating.”

Dit mag dan al waanzin zijn, er zit wel een methode achter. Die methode komt voort uit de kapitalistische levenswijze. Deze gentleman, Mangan, probeerde slechts bij de buitenaardse ruimte een zelfde veroveringsdrang aan de dag te leggen als onze voorgangers die aan de basis lagen van de overname van het Amerikaanse continent. Deze specifieke fanatieke invulling van privaat bezit zou inhouden dat we in de toekomst heel ver in de ruimte zouden kunnen vliegen. Deze invulling verschilt slechts qua gedurfdheid en consistentie van andere aanhangers van de logica van het private bezit.

Het tweede punt dat ik wil maken, handelt over het onderling verband tussen evolutie en revolutie. Deze twee fasen van sociale ontwikkeling worden vaak tegenover elkaar geplaatst als tegengestelde en onverzoenbare alternatieven. Wat leert de Amerikaanse geschiedenis ons hierover? De Amerikaanse bevolking heeft al twee revolutionaire perioden gekend in haar nationale geschiedenis. Beiden vormden de basis voor een lange periode van sociale vooruitgang op basis van eerdere verwezenlijkingen.

In de periode tussen revoluties zijn er steeds kleine veranderingen die plaatsgrijpen in het leven van mensen. Ze nemen het kader van hun leven voor normaal aan en zien het als iets vaststaand en finaal. Het is moeilijk om iets anders in te beelden. Het idee van revolutionaire verandering in hun eigen leven of tijdperk wordt gezien als fantasievol of toch minstens onrelevant. Het was nochtans tijdens zo’n periodes van evolutionaire vooruitgang dat vaak amper opgemerkte opeenstapelingen van veranderingen meer drastische wijzigingen voorbereiden.

De nieuwe klassenbelangen die machtig werden, maar niet volledig ontwikkelden, de sociale en politieke conflicten die optraden maar niet werden opgelost, de veranderingen in de belangrijkste sociale krachten leidden tot storingen tot het een acuut stadium bereikte. De mensen in dit land waren niet roekeloos. Ze probeerden alles uit om tot een redelijk compromis te komen tussen de tegengestelde krachten en vaak kwamen ze ook tot akkoorden. Maar na een tijdje werden deze bestanden onefficiënt en van erg korte duur. Het conflict tussen de verschillende sociale krachten was niet te stoppen en brak effectief uit op een hoger niveau tot een breekpunt werd bereikt.

Kijk maar naar de Amerikaanse kolonisten van 1763. Zij waren – aan de zijde van moeder Engeland – opgekomen uit een succesvolle oorlog tegen de Fransen en de Indianen. Ze hadden niet verwacht dat ze tien jaar later de strijd zouden aangaan met de Engelsen om hun eigen vrijheid af te dwingen. Bovendien kregen ze daarbij steun van Frankrijk. Dat zou in 1763 als fantasie zijn afgedaan. En toch gebeurde het minder dan een decennium later. Dr. Benjamin Rush, één van de ondertekenaars van de Onafhankelijkheidsverklaring, stelde in zijn autobiografie:

    “Op 1000 mensen was er in 1774 niet één die opkwam voor of wenste dat er onafhankelijkheid zou komen. Van de weinige voorstanders had niemand de immense invloed van de onafhankelijkheidsstrijd voorzien op het nationale en individuele karakter van de Amerikanen.”

Voor de meerderheid van de Noordelijke Amerikanen, die profiteerden van de economische groei van 1851-1857 (de grootste economische groei in de negentiende eeuw voor de Burgeroorlog), was het absoluut niet duidelijk dat als gevolg van de processen in eigen land (die versterkt werden door de welvaart), het land zou opgesplitst worden rond de slavenkwestie. Dat gebeurde nochtans vier jaar na de depressie van 1857. In de plaats daarvan dachten ze: was er geen compromis met de slavenhouders in 1850 en kunnen er geen nieuwe compromissen volgen? Er waren inderdaad pogingen om tot een compromis te komen en dat tot aan het begin van de Burgeroorlog en zelfs erna.

De voorstanders van afschaffing van de slavernij, de Abolitionisten, en de Zuidelijke extreme slavenhouders anderzijds voorzagen elk vanuit hun standpunt een ander verloop van de ontwikkelingen en probeerden zich voor te bereiden op de komende revolutie. Maar deze radicale stemmen stonden nog niet sterk.

Deze cruciale episodes in de Amerikaanse geschiedenis tonen aan dat onder de voorwaarden van een klassensamenleving perioden van graduele sociale evolutie een voorbereiding vormen op de revolutionaire oplossing van de opeengestapelde en onopgeloste problemen van volkeren en naties. Deze revolutionaire opkuis creëert op haar beurt de voorwaarden voor een nieuwer en hoger stadium van evolutionaire vooruitgang. Deze afwisseling wordt bijzonder scherp aangetoond in de Amerikaanse geschiedenis van de achttiende en negentiende eeuw.

Het is belangrijk om als derde punt over de gevolgen van de kapitalistische ontwikkeling in de Verenigde Staten op te merken dat onze nationale revoluties direct verbonden waren met de omstandigheden in eigen land. Er was geen sprake van het importeren van standpunten door “buitenlandse agitatoren”, ook al speelden sommige van die agitatoren (zoals Tom Paine) een belangrijke rol. De revoluties kwamen voort uit het rijpen van conflicten tussen interne sociale krachten. Maar dat was slechts één kant van de medaille. De strijd in eigen land waren verbonden en werden bepaald door economische en sociale ontwikkelingen op wereldvlak.

We hebben al eerder gewezen op de rol van overzeese migratie waardoor het gezicht van Amerika zou veranderen en op het feit dat die migratie mee veroorzaakt werd door de antifeodale burgerlijke revoluties die Europa veranderden. De verovering van ons continent was verbonden met deze revoluties. De eerste Amerikaanse revolutie vond plaats tijdens een periode van handelskapitalisme, het eerste stadium van de ontwikkeling van een wereldkapitalisme. Historisch gezien maakt het deel uit van een reeks van burgerlijk-democratische revoluties die de kapitalistische klasse internationaal aan de macht zouden brengen. De eerste Amerikaanse revolutie kan gezien worden als een kind van de Engelse burgerlijke revolutie van het midden van de zeventiende eeuw. Tegelijk is het een soort van ouder van de Franse burgerlijk-democratische revolutie van het einde van de achttiende eeuw.

De handel in deze periode, niet alleen de Amerikaanse maar ook de wereldhandel, leidde tot het ontstaan van een machtige handelsklasse in het Noorden, waarbij deze werd ondersteund door maritieme arbeiders en ambachtslieden in de kuststeden en vrije boeren op het platteland. Zij vormden de stoottroepen van de “Sons of Liberty”. Het is geen toeval dat de bruisende havenstad Boston – waar veel rijke handelaars die van het Britse juk af wilden, robuuste arbeiders in de haven, scheepspersoneel,… woonden – vooraan stond in de strijd tegen de Britten en dat de revolutionaire oorlog zelf uitbrak na een Britse poging om Boston klein te krijgen.

De Tweede Amerikaanse revolutie vond plaats op een ogenblik dat het industriële kapitalisme een sterke groei kende langs beide kanten van de Atlantische Oceaan. De periode van 1848 tot 1871 werden gekenmerkt door oorlogen en revoluties. Deze conflicten leidden niet tot een desintegratie van het wereldkapitalisme, zoals dit vandaag het geval is, maar zorgden ze voor een onbetwiste macht van de kapitalistische klasse in Amerika en een aantal Europese landen.

Het tweede stadium van de burgerlijk-democratische revolutie in de Verenigde Staten, de Burgeroorlog, zorgde ervoor dat de Noordelijke industriëlen in het zadel werden gelicht. Dat was een belangrijke revolutionaire gebeurtenis voor de periode van 1848 tot 1871, een periode die begon met de mislukte Franse en Duitse revoluties van 1848 en eindigde met de Frans-Pruissische oorlog en de Commune van Parijs in 1871. De belangrijkste gebeurtenis in deze periode van de wereldgeschiedenis was de overwinning van de Amerikaanse kapitalisten in dit land, dit zou de basis vormen voor hun opmars naar de wereldmacht.

* * *

Met deze lessen in het achterhoofd, kunnen we nu eens een blik werpen op de opkomst van de Amerikaanse samenleving na het einde van de burgeroorlog tot vandaag. De kapitalisten konden de vruchten plukken van twee succesvolle revoluties. Voor hen was revolutie in Amerika iets van het verleden, de VS zouden nu vooruitgaan met kleine stapjes. Er is inderdaad een belangrijke evolutie van de kapitalistische samenleving geweest bovenop de fundamenten van de verwezenlijkingen van vroegere revoluties. Maar in de dialectiek van onze nationale ontwikkeling heeft de uitzonderlijke expansie van de kapitalistische productiekrachten de elementen voorbereid voor een andere revolutie met een beslissende confrontatie tussen klassenkrachten.

Sinds 1878 waren er twee belangrijke trends in dit land. Het belangrijkste was de groeiende concentratie van economische, politieke en culturele macht in de handen van de monopolisten. Ze werden af en toe uitgedaagd, maar nooit ten val gebracht. Ze zijn open over hun machtsuitoefening. Zoals de heer Wilson van het grootste monopolie en van het departement van defensie stelde: “Wat goed is voor General Motors, is goed voor het land”.

Dit is een echo van een eerdere verklaring van de absolute monarch Lodewijk XIV die stelde: “L’état, c’est moi” (De staat, dat ben ik). Het oude regime in Frankrijk werd begraven in 1789. Alles op deze wereld – en dat geldt in het bijzonder voor de politieke regimes en sociale systemen onder de klassensamenleving – bevat haar eigen tegengestelden, haar eigen fatale oppositie. Dat is zeker het geval voor de macht van het kapitalisme dat zich volledig baseert op de productieve en politieke capaciteiten van de loonarbeid.

De ironie is dat naarmate de rijkdom van de kapitalisten toeneemt, de sociale positie van de uitgebuite arbeiders die aan de basis van deze rijkdom liggen eveneens sterker wordt. De Verenigde Staten hebben samen met de opkomst van het monopoliekapitalisme ook de opkomst gezien van een sterker georganiseerde, gecentraliseerde en verenigde arbeidersbeweging. Van zodra de kapitalisten en loonarbeiders bestonden, waren er spanningen, conflicten, stakingen, lock-outs, tussen delen van deze twee klassen. Deze komen voort uit de natuur zelf van hun onderlinge relatie die gebaseerd is op een tegenstelling.

Deze conflicten zijn tot nu toe voor het grootste deel niet voorbij de grenzen van de politieke en economische structuren die werden vastgelegd door de Burgeroorlog gegaan. De conflicten werden afgezwakt, onderworpen aan compromissen,… Ondanks al die verstoringen, hebben de monopolistische heersers zich ingegraven in hun posities en hebben ze zich verder versterkt. Een dichtere kijk op de ontwikkelingen geeft echter aan dat de arbeidersklasse een steeds meer invloedrijke, maar noch steeds onderworpen, plaats in het nationaal leven inneemt.

De vraag die zich met vernieuwde krachten opwerpt, is dan ook: zal deze situatie van impasse voor de klassenstrijd – met de arbeiders in een tweederangspositie – oneindig blijven duren? De kapitalisten antwoorden natuurlijk dat dit inderdaad kan en zelfs moet blijven duren. Ze doen er verder alles aan om het voortbestaan van het status quo te behouden, van hetgeen op school wordt aangeleerd tot antivakbondswetten. De vakbondsleiding gaat grotendeels mee met deze algemene ontwikkeling.

Noch de kapitalistische woordvoerders, noch de leiders van de AFL-CIO (vakbondsfederatie) kunnen zich baseren op gelijk welk precedent in de Amerikaanse geschiedenis om hun verwachting van een oneindig behoud van het status quo te rechtvaardigen. Dat is één les van ons nationale verleden dat door de “lange kijk” van het socialisme wordt benadrukt. Gedurende vele jaren schoten de Amerikaanse kolonisten, ondanks occasionele oprispingen, goed op met het moederland en werd deze band zelfs gekoesterd. Deze verhouding werd snel en erg radicaal omgekeerd. Hetzelfde zagen we bij de lange periode van vreedzaam samenleven van de Noordelijke vrijstaten en de Zuidelijke slavernij.

Gedurende zestig jaar speelden de Noorderlingen de tweede viool na de slavenaristocraten uit het zuiden. De meerderheid dacht zelfs dat deze situatie eeuwig zou blijven duren. De slavenhouders, net als de kapitalisten vandaag, stelden dat hun “Amerikaanse way of life” de kers op de beschavingstaart vormde. Maar een nieuwe combinatie van progressieve krachten moest zichzelf laten gelden, de groeiende tegenstellingen kwamen tot uiting in een burgeroorlog waarbij de oude orde werd omver geworpen. Politieke bondgenoten van vandaag blijken morgen onverzoenbare krachten te zijn.

De verdedigers van het status quo in dit land vinden vandaag geen argumenten in de belangrijkste ontwikkelingen van de wereldgeschiedenis in onze tijd. In 1848, op een ogenblik dat de kapitalistische klassen langs beide kanten van de Atlantische Oceaan een einde maakten aan monarchieën en feodale aristocratieën, kwamen de communistische pioniers naar buiten met hun ideeën en begonnen ze een beweging van wetenschappelijk socialisme op te bouwen die een gids zou worden in de emancipatiestrijd van de arbeidersklasse. In 1917, negenenzestig jaar later, werd de eerste arbeidersstaat opgezet in de Sovjetunie. Er volgde geen enkele nieuwe arbeidersstaat gedurende bijna drie decennia.

En dan was er de Tweede Wereldoorlog, waarna het domein van het collectief bezit in Oost-Europa werd uitgebreid, en de Chinese revolutie waarbij het kapitalisme werd omvergeworpen in een belangrijke macht van het oosten.

Dat alles vormt een beeld van de kolossale stappen vooruit in de wereldgeschiedenis. De essentie van het nieuwe stadium is dat de beweging voor de vooruitgang van het kapitalisme, dat de wereldgeschiedenis van de zestiende tot de negentiende eeuw heeft gedomineerd, in de twintigste eeuw werd opgevolgd door een antikapitalistische beweging van de socialistische arbeidersklasse en haar koloniale bondgenoten.

De huidige kapitalistische heersers proberen natuurlijk om de verworvenheden en opvattingen van deze revolutionaire beweging van de arbeiders en de neokoloniale volkeren voor te stellen als beperkt tot andere delen van de wereld terwijl ze hier worden neergeslagen. De machthebbers proberen ten allen prijze om hun invloed te behouden. Ze doen dit net als de Britse heersers of de Zuidelijke slavenhouders die elk in hun periode alle middelen gebruikten om de opkomende revolutionaire krachten tegen te houden. De agenten van de Amerikaanse plutocratie doen vandaag exact hetzelfde. Zullen de monopolisten slagen waar hun voorgangers hebben gefaald? Laat ons even op die vraag ingaan.

Het hoogtepunt van een revolutionaire proces bestaat uit de overgang van de opperste macht van de ene klasse naar de andere. Wat zijn de dominante machtsverhoudingen in de Verenigde Staten? Alle belangrijke beslissingen over het buitenlands en binnenlands beleid worden gemaakt door het milieu van topkapitalisten die hun belangen en doelstellingen voorop stellen. De arbeiders kunnen hier en daar een beslissing of een beleid wat bijsturen, maar de invloed hiervan is bijzonder beperkt tegenover de politieke macht van de monopolisten.

Er is echter een opmerkelijke tegenstelling in deze krachtsverhouding. De verenigde vakbeweging heeft zeventien miljoen leden. Met hun families, aanhangers en vrienden, kan deze beweging voldoende stemmen verzamelen om politieke vertegenwoordigers van de georganiseerde arbeidersbeweging een meerderheid te bieden in de steden, deelstaten en in Washington. Dit betekent dat de kapitalisten hun heerschappij eigenlijk enkel door het falen van de arbeidersbeweging kunnen verderzetten. Het gaat om een aanhoudend falen van de arbeidersbeweging om een onafhankelijke politieke koers te varen op het vlak van acties en organisaties. Correcter gesteld ligt het probleem vooral bij de actuele leiders van de arbeidersbeweging. Zij slagen er niet in om de enorme kracht van hun beweging te gebruiken en de potentiële macht effectief te benutten.

De georganiseerde arbeidersbeweging heeft potentieel voldoende politieke sterkte, naast haar economische en sociale mogelijkheden, om de leidinggevende kracht van dit land te worden. Dat is waarom iedere stap in de richting van een onafhankelijke arbeiderspartij op basis van de vakbonden verregaande gevolgen zou hebben tegenover de actuele situatie, los van de bedoelingen of het programma van de organisatoren van deze partij. Elke stap in een dergelijke richting zou een machtsverschuiving betekenen waarbij de beslissingsmacht van de kapitalisten in de VS zou worden betwist, net zoals de opkomst van de Republikeinse Partij in Washington in 1860 een teken was van de machtsverschuiving van de slavenhouders naar de Noordelijke industriëlen.

De Republikeinse leiders van 1861 hadden geen revolutionaire bedoelingen. Ze leidden een reformistische partij. Ze wilden de macht van de slavenhouders beperken. Maar om dat te bereiken, werd de gevestigde machtsbalans tussen de klassen verstoord. De slavenhouders erkenden dat hun suprematie werd bedreigd en ze waren zich daar veel bewuster van dan dat de Noordelijke Republikeinse leiders beseften wat hun impact was. Dat is waarom de slavenhouders een contrarevolutionaire aanval inzetten in een poging om hun vroegere macht te behouden.

De vergelijking met iedere poging van de arbeidersbeweging om in een land de politieke macht in te nemen, zelfs op een reformistische wijze, is duidelijk. Is een dergelijke overgang van de macht mogelijk? Een opeenvolging van veranderingen in de machtsverhoudingen heeft de opkomst van de Verenigde Staten gekenmerkt: van het Britse kolonialisme tot en de handelaars en plantagehouders van de 18de eeuw tot de industriëlen van de 19de eeuw. Vandaag gaan we in de richting van een nieuwe belangrijke verandering in de machtsverhoudingen, van de heersende plutocratie naar de opkomende arbeidersklasse en haar bondgenoten bij de onderdrukte minderheden.

Het hele verloop van de economische, sociale en politieke ontwikkelingen in dit land en in deze eeuw wijzen in die richting. Natuurlijk is de positie van de arbeidersklasse nog verre van dominant, en ze is zich nog minder bewust van haar historische rol. Maar vanuit een lange kijk op de geschiedenis, is het belangrijk om te wijzen op de verschillende groeiritmes in het economisch, sociaal en politiek potentieel van de verschillende tegengestelde krachten in de samenleving. Als we terugkijken naar de geschiedenis van dit land van 1876 tot 1957 zien we dat de balans overhelt naar de macht van de arbeidersbeweging, ondanks alle complicaties die er zijn. Niets was in staat de opkomst van de arbeidersbeweging te stoppen, niet de imperialistische oorlog, noch het McCartyisme,…

De belangrijkste verdienste van het wetenschappelijk socialisme is dat het ons toelaat om aan dit proces deel te nemen op basis van een begrip ervan, waarbij we proberen om het te beïnvloeden in iedere fase van het proces door er richting aan te geven en het proces te versnellen zodat de grootse doelstellingen zo economisch en efficiënt mogelijk kunnen worden bereikt. Die taak kan op een georganiseerde wijze worden vervuld met een revolutionaire leiding en een marxistische partij die in staat is om haar broodnodige vormende en organiserende functies in het proces te begrijpen.

* * *

Laat ons nu eens terugkeren naar Vincent Sheean die de frase “de lange kijk op de geschiedenis” populariseerde en met wie we deze tekst hebben aangevat. Jammer genoeg heeft die schrijver slechts een heel korte tijd vastgehouden aan de lange kijk. Hij werd geënthousiasmeerd door de revolutionaire gebeurtenissen van de jaren 1920, onderging de veranderingen van het radicalisme van de jaren 1930 en werd zo een aanhanger van een socialistische omvorming van de samenleving en van de anti-imperialistische zaak. Hij werd zelfs een sympathisant van het leninisme. In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog was er echter een stap achteruit op het vlak van het politieke bewustzijn en van gebeurtenissen. Sheean sloot zich aan bij de intellectuelen die de aftocht bliezen. Hij gleed af van de socialistische wetenschap van Marx en Lenin naar het mysticisme van Mahatma Ghandi. We kunnen hem beter laten dromen over de mogelijkheden van het passief verzet tegen het kwade, zolang hij maar niemand anders aansteekt en probeert achteruit te trekken.

Toen de eerste wezens een ruggengraat kregen, was dat een beslissende stap in het proces van de evolutie. Er waren doorheen de geschiedenis meermaals stappen achteruit, dat zagen we zeker in belangrijke strijdbewegingen van onze generatie. Heel wat mensen werden afgeschrikt door de immense taken die voor de arbeidersbeweging staan of werden na nederlagen zodanig gedemoraliseerd of verloren het zicht op de richting van de sociale evolutie. Dat zagen we de afgelopen jaren in kringen van arbeiders en intellectuelen bij heel wat meer mensen dan Vincent Sheean.

Deze “verloren generatie” heeft de belangrijkste les van zowel de wereldgeschiedenis als de Amerikaanse geschiedenis vergeten, voor zover het deze ooit heeft begrepen. Die les is immers dat de krachten die de vooruitgang van de mensheid bewerkstelligen de meest omvangrijke obstakels hebben overwonnen en uiteindelijk toch aan het langste eind hebben getrokken. Anders zouden wij niet in staat zijn om over de geschiedenis te praten of om een bijdrage te leveren in het volgende hoofdstuk van die geschiedenis.

Onze dierlijke voorlopers gingen vooruit van de vis tot de aap, onze menselijke voorlopers gingen van de aap tot de Republikeinse president Eisenhower van de Verenigde Staten en de conservatieve voorzitter Meany van de vakbondsfederatie AFL-CIO. Langs deze weg maakte de mens een einde aan de heerschappij van tal van heersende klassen die, net als de monopolisten vandaag, dachten dat hun heerschappij nooit zou eindigen. Is het rationeel om te denken dat het soort figuren als Meany de ultieme vertegenwoordigers zijn van de Amerikaanse arbeidersklasse en dat het reactionair beleid nog decennia lang zal standhouden?

Het Amerikaanse volk zal op de voorgrond komen in de toekomst, net zoals ze dit op cruciale ogenblikken in het verleden heeft gedaan. Er zullen meer vooruitziende mannen en vrouwen opstaan die een beeld hebben van de nieuwe wereld die nodig is. Deze strijdbare leiders en leidende strijders zullen, gewapend met de “lange kijk” van het marxisme, in de praktijk bewijzen dat het socialistisch vooruitzicht van de mensheid, en van de Amerikaanse natie, niet zo ver af staat als het vandaag misschien kan lijken.


Lees ook de vorige delen:

> Deel 1

> Deel 2

> Deel 3

> De volledige brochure

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop