Irak. VN-conferentie moet het imago van de VS oppoetsen

De recente conferentie van de Verenigde Naties over de toekomst van Irak, een conferentie gehouden in Stockholm, was een propagandastunt voor het VS-imperialisme en de regering in Bagdad. De boodschap was dat de veiligheid erop vooruit gegaan was. De miljoenen vluchtelingen zouden terugkeren en de grote bedrijven kunnen opnieuw zaken doen in Irak.

Per-Åke Westerlund

De premier van Irak, Nouri al-Maliki, kwam met zes ministers naar Stockholm. Hij beloofde dat de volgende VN-conferentie over Irak met 500 afgevaardigden uit 100 landen in Bagdad zal kunnen plaatsvinden. Dezelfde dag nog toonde de Zweedse televisie hoe al-Maliki zelf de “groene zone” van Bagdad moest ontvluchten in een konvooi met 30 identieke gepantserde wagens.

Geweld

Op de dag van de conferentie kwamen 32 Irakezen om en vielen er 65 gewonden. Dat is boven het gemiddelde aantal slachtoffers dit jaar en ongeveer de helft van het gemiddelde aantal vorig jaar. Maar het gemiddelde dit jaar blijft wel boven dat van 2005. De “surge” (het hernieuwde Irak-beleid) van George Bush in januari 2007 lijkt een zeker effect te hebben gehad. Zo kwam het op 11 mei in Sadr City, Bagdad, tot een akkoord na zeven weken van bloedige gevechten tussen Moqtada al-Sadr’s Mehdi Leger en de door de VS geleide Amerikaanse troepen. Bij de gevechten vielen honderden doden en werden delen van Sadr city verwoest toen de Amerikaanse troepen raketten, tanks en sterk bewapende helikopters. De zuidelijke delen van Sadr City werden afgesloten om de aanhoudende aanvallen op de groene zoen te stoppen. In die groene zone bevinden zich de Amerikaanse ambassade en de regering.

Het bestand is nog fragiel en leidde al tot kritiek van commandanten van het Mehdi Leger die protesteerden tegen de arrestatie van hun strijders door de regeringsgtroepen. Moqtada al-Sadr ging akkoord met het bestand, net zoals hij eerder een akkoord sloot in Basra in het zuiden van Irak in april van dit jaar. Het Mehdi Leger ging de strijd aan, maar trok zich terug voor een beslissend gevecht. Het Amerikaanse magazine Time stelde hierover: “Het Mehdi Leger kan net zoals Hezbollah in Libanon na de Israëlische invasie in 2006, de overwinning claimen door een aanval van het Iraakse leger uit te zitten.” Er zit ook een akkoord aan te komen waardoor Iran officieel de regering in Irak zou steunen met een oproep om de gewapende troepen te integreren in het leger van Irak. Hierdoor zouden troepen onder Iraanse invloed een officiële status hebben in Irak.

De Sjiiet al-Maliki wordt vreemd genoeg gesteund door zowel de VS als Iran. Als het Mehdi Leger het vredesbestand zou breken, zullen de confrontaties opnieuw vooral sjiieten tegenover andere sjiieten plaatsen. De Amerikanen hebben ook geprobeerd akkoorden te sluiten met lokale Soennitische leiders die werden omgekocht om zich te keren tegen groepen die al-Qaeda steunen. Deze akkoorden kunnen echter erg tijdelijk zijn. Al-Maliki is er ook niet in geslaagd om Soennitische leiders in de regering te krijgen.

Verbetering

De conferentie van 29 mei werd in Stockholm gehouden, wat niet echt in de buurt van Irak is. Er was een strikte veiligheidsoperatie met 1700 Zweedse agenten en honderden buitenlandse veiligheidsagenten. Er werd een nieuwe muur gebouwd om sluipschutters tegen te gaan. Achter die muur vonden verschillende leiders elkaar. Zo was er de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Condoleezza Rice, maar even goed haar Iraanse collega Manouchehr Mottaki. Dat is één van de meest brutale onderdrukkers van arbeiders, vrouwen en revolutionairen in Iran.

De pogingen om een rooskleurig beeld te geven van de situatie in Irak, botsten met de feiten:

  • Sinds de Amerikaanse inval vijf jaar geleden kwamen meer dan 500.000 Irakezen om
  • Meer dan 4,5 miljoen mensen sloegen op de vlucht – zowat één of de vijf in Irak
  • Elektriciteit en water zijn nog steeds schaars, in Bagdad is er maar enkele uren per dag toegang tot elektriciteit en water
  • Ook puur financieel is de oorlog een ramp. Nobelprijswinnaar Stiglitz schat de totale kost van de oorlog op meer dan 3000 miljard dollar

Grote bedrijven

De olieproductie in Irak bedraagt vandaag 2,6 miljoen vaten per dag, dat is nog steeds minder dan het niveau in 1990 toen 3,5 miljoen vaten per dag werden opgepompt. Met de huidige olieprijzen zou het inkomen van Irak dit jaar 70 miljard dollar bedragen. Dat geld was één van de centrale redenen waarom er een VN-conferentie werd gehouden.

Al-Maliki benadrukte: “Irak staat open voor alle Zweedse bedrijven die willen investeren in deze beloftevolle markt.” De (rechtse) Zweedse minister van handel, Eva Björling, gaf aan dat de handel van Zweden met het Midden-Oosten in januari en februari al toenam met zo’n 36%. De minister wil in de herfst op bezoek gaan in Irak met een delegatie van vertegenwoordigers van 22 Zweedse bedrijven, “om voordeel te halen uit de grote kansen voor een toename van de handel”.

Volvo en Scania staan voorop bij de Zweedse bedrijven. Zij willen trucks leveren. De Iraakse regering wil dat Scania haar assemblagebedrijf voor trucks heropstart in Irak. Voor de Golfoorlog van 1991 was er een dergelijke fabriek in Irak. Maar ook andere bedrijven kijken hoopvol uit naar de winsten die ze uit Irak kunnen halen.

Het belangrijkste argument voor de grote bedrijven is natuurlijk de aanwezigheid van olie. De arbeiders uit de oliesector hielden met protestacties een wet tegen die de olie zou uit handen geven aan bedrijven als Shell en Exxon. De Financial Times bracht een artikel waarin het beschreef dat Shell maandelijkse bijeenkomsten in Jordanië heeft met de Iraakse olieminister. Er zijn ook wekelijkse contacten met een videoverbinding. Het wetsvoorstel in Irak zou ertoe leiden dat dit land “één van de weinige landen in de regio wordt, waar het de bedrijven zijn die de beweerde reserves kunnen claimen.” (FT, 20 maart)

Vluchtelingen

Een ander aspect voor de VN-conferentie was de eis van Zweden en andere Westerse machten om niet langer vluchtelingen uit Irak te erkennen. Svenska Dagbladet stelde op 29 mei: “De Iraakse premier al-Maliki staat onder grote druk… De Verenigde Naties en verschillende regeringen, waaronder de Zweedse, hopen dat hij een terugkeer van Iraakse vluchtelingen zal helpen organiseren.”

In 2007 waren er 18.559 Iraakse vluchtelingen in Zweden, wat veel meer is dan in de VS (734) of Groot-Brittannië (1.260). Maar er zijn 1,3 miljoen vluchtelingen in Syrië, een half miljoen in Jordanië en meer dan 2,5 miljoen in Irak zelf. Voor de Zweedse migratieminister en de EU is het echter belangrijker dat er geen vluchtelingen meer naar Zweden en Europa komen. Daartoe was er afgelopen winter zelfs een bezoek van de migratieminister aan Bagdad.

De regering van Irak beloofde (of beter gezegd: moest beloven) om 200.000 dollar vrij te maken om de terugkeer van vluchtelingen te begeleiden. Nochtans stelde de VN-vertegenwoordiger Staffan de Mistura in Irak dat een terugkeer niet aangewezen is omwille van het tekort aan huisvesting en scholen. Bovendien is 200.000 dollar niet veel geld als je het vergelijkt met de 3,5 miljard die werd uitgegeven aan de afbetaling van rente op de overheidsschulden.

Welke toekomst?

Op dit ogenblik zijn er onderhandelingen over de aanwezigheid van de Amerikaanse troepen in Irak. Het bestaande VN-mandaat loopt af op 31 december. Wie er ook de Amerikaanse presidentsverkiezingen van november zal winnen, de bevolking rekent erop dat er Amerikaanse troepen zullen worden teruggetrokken. Vandaag zijn er 155.000 Amerikaanse soldaten in Irak. De andere landen hebben hun troepenaantal al beperkt tot 10.000 en nu beginnen ook Australië en Polen hun troepen terug te trekken.

De strategie van het Witte Huis was om in Irak te blijven met een aantal militaire bases om zo de controle te behouden over de olie en de regering. De enorme publieke tegenstand tegenover de bezetters in Irak, maken het voor al-Maliki moeilijk om zomaar in te stemmen met de Amerikaanse eisen. Er waren al tekenen dat de regering zich zou verzetten. Bovendien wordt door de regering ook rekening gehouden met de populariteit van Moqtada al-Sadr die vooral populair is door zijn verzet tegen de bezetting.

De propagandastunt van de conferentie heeft nieuwe mogelijkheden geopend voor de grote bedrijven en heeft moed gegeven aan de tegenstanders van vluchtelingen. De conferentie werd echter geleid door diegenen die verantwoordelijk waren voor de oorlog sinds 2003. Er werd niets beslist om de positie van de bevolking in Irak te verbeteren. En zelfs op het punt van de heropbouw en de winsten blijft de vraag bestaan of het gebrek aan veiligheid geen bedreiging vormt.

De onstabiliteit en onveiligheid in Irak en het volledige Midden-Oosten worden veroorzaakt door oorlog en uitbuiting door het kapitalisme en imperialisme. Om daar tegen in te gaan, is er nood aan massale strijd van de arbeiders waarin de verschillende etnische en religieuze groepen kunnen worden verenigd tegen de bezetters en de lokale heersers. Irak en het Midden-Oosten hebben nood aan democratische revolutionaire massale socialistische partijen.


Protestacties

Tijdens de VN-conferentie nam Rättvisepartiet Socialisterna (RS) deel aan twee protestacties. De eerste was een actie overdag. Er waren zo’n 100 aanwezigen, voornamelijk van Iraanse groepen in ballingschap. RS was uitgenodigd en had een spreker op de actie. ’s Avonds was er een grote betoging met 1500 aanwezigen in het centrum van Stockholm. We verkochten tijdens deze actiedag 110 exemplaren van ons weekblad.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop