Militantenvergadering van ABVV in Antwerpen als voorbereiding op koopkrachtweek

In de aanloop naar de actieweek rond koopkracht haalt het patronaat nog eens al haar argumenten boven. Zo meldt VBO-voorzitter Rudi Thomaes vandaag in een opiniestuk in De Morgen dat er geen koopkrachtprobleem is. Op een militantenvergadering van het ABVV in Antwerpen afgelopen maandag werd aangetoond dat dit wel het geval is en dat er een actiebereidheid is om op te komen voor meer koopkracht.

Geert Cool

[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]

Doe mee met de actieweek!

  • maandag 9 juni in Antwerpen (10u Leopold De Waelplaats, aan het museum) en Luik (10u Aux Terrasses)
  • dinsdag 10 juni in Gent (19u, park aan het Zuid: optredens en toespraken) en Bergen (9u45, Place Léopold)
  • woensdag 11 juni in Hasselt (9u30, Kolonel Dussartplein). Kortrijk (16-17u, voor het shoppingcentrum in Kuurne) en Brugge (16-17u, shoppingcenter Maalsesteenweg). Ook betoging in Namen (9 uur achter het station aan de zetel van Electrabel) en Arlon (10 u Plaine des manoevres)
  • donderdag 12 juni in Brussel (10u Anneessensplein)
    [/box]

    De militantenbijeenkomst werd aangekondigd ter voorbereiding van de actieweek van 9 tot en met 12 juni. Op de agenda stonden een reeks sprekers en ook nationaal voorzitter Rudi De Leeuw nam het woord. Jammer genoeg was het wel eerder een vorming zonder enige mogelijkheid tot interventie van de aanwezigen. Ook was het duidelijk dat de mobilisatie voor deze bijeenkomst beperkt was, sommige centrales bleven volledig afwezig. Toch waren er zo’n 150 aanwezigen.

    Dirk Schoeters, algemeen secretaris ABVV-Antwerpen, opende de avond en haalde daarbij de resultaten van de sociale verkiezingen aan waarbij het ABVV langs Vlaamse kant vooruitging en zeker in de social profit belangrijke stappen voorwaarts heeft gemaakt. Daarna werd plaats geruimd voor de militantenbijeenkomst, meer een informatieavond.

    Er werden drie grote thema’s aangehaald tijdens de informatieavond. Deze werden telkens met een powerpointpresentatie ingeleid en met cijfers onderbouwd. Het ging om de prijsstijgingen, fiscaliteit en het behoud van de federale sociale zekerheid. Deze drie thema’s werden telkens toegelicht door enkele secretarissen of militanten.

    Verlies aan koopkracht

    Het probleem van de koopkracht wordt ontkend door het VBO, maar daar gaat de top wellicht niet zelf winkelen. Of is het inkomen voldoende groot om niet op de prijzen te moeten letten. Op vier jaar tijd werd energie echter 30% duurder, voeding 25% en huur gemiddeld 8%. Uit een studie die door het ABVV werd besteld, bleek dat meer dan 50% denkt dat de koopkracht sterk ondermijnd is waardoor ze moeite hebben om de touwtjes aan elkaar te knopen.

    Dit punt werd kracht bijgezet door een militant van de voedingscentrale die als alleenstaande arbeider in een vleesfabriek met zo’n 1.200 euro netto in de maand voorheen probeerde om maandelijks zo’n 200 euro opzij te zetten, maar daar al enkele maanden niet meer in slaagt. Yvan De Jonge, gewestelijk secretaris voeding-horeca-tuinbouw Antwerpen, legde de vinger op de wonde toen hij stelde dat het beleid van liberaliseringen niet heeft geleid tot prijsdalingen. De vrijmaking van de broodprijs heeft ervoor gezorgd dat de prijs al met 19% is gestegen. Op het vlak van energie zijn de stijgingen gekend, maar komen er ook bijkomende elementen bij zoals de toename van de taksen. Het patronaat dreigt steeds dat hogere lonen jobs zullen kosten, maar in de horeca is er een akkoord met een loonsverhoging van 1,5 euro per uur op 3 jaar. We zullen moeten opkomen om onze belangen te verdedigen en duidelijk te maken dat er niet aan de index mag worden geraakt.

    De middelen zijn er

    In het stukje over fiscaliteit werd duidelijk gemaakt dat de middelen voor een ander beleid wel degelijk aanwezig zijn. De notionele intrestaftrek kost de gemeenschap 3,5 miljard euro. Dat cijfer werd althans gebruikt door Rudi De Leeuw in zijn slottoespraak. Het neoliberale beleid zorgt ervoor dat steeds meer lasten op de kleinste schouders terecht komen.

    Bruno Verlaeckt van de Algemene Centrale maakte dit duidelijk in een tussenkomst die op heel wat bijval in de zaal kon rekenen. Verlaeckt verwees naar de militanten van financiën die pleiten voor een afschaffing van de notionele intrestaftrek en vroeg aan De Leeuw om het vakbondsstandpunt niet te beperken tot “correcties” aan het stelsel van notionele intrestaftrek, maar de volledige afschaffing ervan te eisen. Dit punt werd onderstreept met applaus vanuit de zaal.

    Verlaeckt haalde ook enkele cijfers aan om duidelijk te maken dat de patronale retoriek over de notionele intrestaftrek hypocriet is. Hij gaf het cijfer van Lanxess dat 100 miljoen euro aan financiële middelen in Antwerpen kwam parkeren om een vrijstelling te kunnen genieten op 3,42 miljoen euro winst. Zusterbedrijf Bayer deed nog beter en bracht 1 miljard euro over waardoor het op een schijf van 34 miljoen euro winst geen belastingen was verschuldigd. Reynders had beloofd dat de notionele intrestaftrek jobs zou opleveren, maar een week na de bekendmaking van de resultaten van de Bayer-groep werd aangekondigd dat 375 jobs zouden verdwijnen. Nu moet zelfs de regering toegeven dat deze maatregel veel geld kost en geen jobs oplevert. Of het zouden jobs moeten zijn bij dure accountants of advocaten die geld verdienen met het uitleggen van de manieren waarop je belastingen kan ontduiken…

    De afgelopen jaren zijn de middelen voor fiscale controles afgebouwd, wat een politieke beslissing is, en zijn er steeds meer cadeaus gegeven aan het patronaat. Als de notionele intrestaftrek zou geschrapt worden, kan dit ruimte creëren om 600 euro per jaar per gezin te geven.

    Tenslotte stelde Verlaeckt dat de campagne rond koopkracht ook aan tankstations en supermarkten zou moeten worden gevoerd. Dat is een terechte opmerking: de mobilisatie zou breder moeten gebeuren met een informatiecampagne naar een breder publiek dan enkel de georganiseerde vakbondsmilitanten.

    Voor het behoud van de federale solidariteit

    Een laatste discussiepunt was het behoud van de solidariteit en de verdediging van de sociale zekerheid. Dat punt werd duidelijk gemaakt met een getuigenis van een werkloze militant die op oudere leeftijd werd ontslagen bij een herstructurering en sindsdien niet meer aan de bak komt wegens te oud. De militant viel terug van een loon van rond de 2.000 euro per maand tot 900 euro als werkloze.

    Georges Seclef, secretaris BBTK Handel Antwerpen, ontkrachtte eerst het argument van onder meer het VBO dat er geen probleem zou zijn met de koopkracht. Hij stelde dat ook het patronaat in de handel steen en been klaagt over het verlies aan koopkracht en de impact daarvan op hun omzet. Seclef sprak zich ook uit tegen het idee van regionale of provinciale CAO’s. Hij stelde terecht dat er nu al ingespeeld wordt op tegenstellingen tussen Belgische, Duitse, Nederlandse en Franse werknemers. Wat zou er gebeuren indien ook Vlaamse, Brusselse en Waalse werknemers tegen elkaar worden opgezet? Het enige resultaat zou een afbrokkeling van de solidariteit zijn en pogingen van het patronaat om te besparen op het personeel op basis van de verdeeldheid. Onze voorgangers hebben gestreden voor solidariteit, wij moeten dit blijven verdedigen door onze solidariteit tussen Vlaamse, Waalse en Brusselse werknemers.

    De Leeuw: rood alarm

    Rudi De Leeuw hield een strijdbare toespraak. Hij stelde dat de koopkracht voor het VBO pas een probleem zal zijn indien zelfs basisgoederen onbetaalbaar zijn. Voor 90% van de werkenden is er wel een koopkrachtprobleem en dienen zaken als eindejaarspremie en vakantiegeld steeds meer om de gaten dicht te rijden. De werkenden moeten meer krijgen, aldus De Leeuw. “We eisen ons deel van de koek en willen ook meebeslissen over hoe er wordt geproduceerd.”

    De middelen om het ABVV-programma te realiseren, zijn aanwezig. Dat stelde De Leeuw en verwees daarbij naar de cadeaus aan het patronaat met onder meer 3,5 miljard euro via de notionele intrestaftrek. Of ook naar de grote winsten van de bedrijven waarbij in 2006 een derde van de winst werd uitgekeerd aan de aandeelhouders, in 2007 was dat al de helft.

    Op het vlak van het ABVV-programma zelf bleef De Leeuw meer op de vlakte. Hij beantwoordde de vraag van de militanten van financiën om de afschaffing van de notionele intrestaftrek te eisen (een vraag die op het podium werd vertolkt door Bruno Verlaeckt) niet echt. De Leeuw verklaarde dat het ABVV de discussie over de notionele intrestaftrek niet zal loslaten. Op zich is dat belangrijk, maar wat zal De Leeuw dan concreet voorstellen: een hervorming van het stelsel of de afschaffing ervan? Ook op andere programmapunten was er onduidelijkheid. Zo stelde hij dat er prijzencontroles nodig zijn voor energie aangezien de markt nu niet vrij is. Pleit De Leeuw dan voor meer markt in de energiesector? Denkt hij echt dat dit een stap vooruit zou betekenen?

    De Leeuw pleitte wel terecht voor echte loonsverhogingen en stijgingen voor de uitkeringen. Dat werd gekoppeld aan een oproep om jacht te maken op de werkloosheid in plaats van op de werklozen en dit door te voorzien in meer en degelijke jobs voor iedereen. De toename van interimarbeid toont aan dat dit steeds meer wordt misbruikt. Om hiertegen in het verzet te gaan, moeten we ons baseren op solidariteit. Dat is ons wapen dat werd afgedwongen door onze voorgangers.

    Conclusie

    De militantenbijeenkomst in Antwerpen was een positief gegeven. Het is nuttig om de militanten voor te bereiden op de actieweek van volgende week. Alleen was het meer een vorming dan een militantenvergadering waardoor er geen ruimte was voor interventies vanuit de zaal. Ook werd niets gezegd over een verder actieplan na de actieweek. Er werden algemene ideeën daarover aangehaald, onder meer het voorstel om campagne te voeren aan supermarkten en tankstations. Dat idee zou verder moeten worden opgenomen en georganiseerd.

    Een ander minder aspect was de mobilisatie die duidelijk beperkt was verlopen. Sommige centrales bleven volledig afwezig, ook al is het duidelijk dat de koopkracht te belangrijk is om deze actieweek aan te grijpen om machtsspelletjes in de vakbond zelf een rol te laten spelen. Een belangrijke les uit de sociale verkiezingen is de nood aan meer betrokkenheid, zeker ook onder jongeren, om op die manier de vakbondswerking te versterken. Een militantenbijeenkomst kan daar een rol inspelen als het goed georganiseerd gebeurt en er voldoende ruimte is voor inspraak van de basis door hen aan het woord te laten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop