Your cart is currently empty!
5 jaar oorlog om olie en prestige
Vijf jaar oorlog in Irak en het is ondertussen geen geheim meer dat de geallieerde bezetter uit was op de olierijkdommen. Alles lijkt nu wel al gezegd. Is een debat over de oorlog nog nodig?
Ja, want niet alles is al gezegd. Ondanks de gruwelijke beelden op de televisie, ondanks een hele reeks onthullende films en documentaires, ondanks de continue stroom van rapporten, die treffend de daar heersende barbarij beschrijven, is nog niet alles gezegd. Deze oorlog is niet enkel een oorlog om olie. Staten belagen elkaar niet zomaar om goedkope grondstoffen. Waarom de chaos terwijl de VS de rijkste economie ter wereld is? Olie kopen van Sadam was toch goedkoper dan de honderden miljarden die nu in de oorlog worden gestopt. Waarom wordt deze oorlog anders uitgevochten dan de eerste Golfoorlog? Het probleem bevindt zich in de middelpuntvliedende kracht van het kapitalisme.
De Koude Oorlog hield de kapitalistische naties bijeen. De Sovjet-Unie was anders dan verwacht versterkt uit de oorlog gekomen. Weliswaar was het een reus op lemen voeten, toch kende het een enorm groot leger en kon het relatief snel deelnemen aan de wedloop in atoomwapens. Indien het Westen verdeeld zou hebben gereageerd, dan had het zwak gestaan tegenover de Sovjet-Unie.
De onderlinge samenwerking liep niet van een leien dakje. Heel wat afspraken liepen spaak en de crisis die zich aan het einde van de jaren ’60 begon te ontplooien, maakte het er niet bepaald gemakkelijker op. Denk maar aan mei ’68 en de crisis van de jaren ’70. De val van de muur was een welgekomen afleiding en het bood de VS de kans om zich opnieuw te profileren. Een snelle, succesvolle oorlog in een strategische regio als het Midden-Oosten was het ideale middel om de wereld te tonen dat de VS de enige supermacht van de wereld was.
Een opmars naar Bagdad tijdens deze Koeweitoorlog was zinloos. Het imperialisme, vertegenwoordigd door het Westerse bondgenootschap, zou nooit een regering op de been kunnen brengen die door de bevolking werd gesteund. Bovendien wilden de imperialisten geen kolonie, maar juist een statement maken. De oorlog was één grote show om de wereld duidelijk te maken wie de supermacht was.
Na de implosie van de Sovjet-Unie veranderde de situatie. De externe vijand viel weg. De middelpuntvliedende krachten, dus ieder voor zich in de concurrentiestrijd, dreven het oude Westerse bondgenootschap uiteen. Voortaan zouden de Europese Unie, de VS, Japan, China en wat later ook Rusland strijden om grondstoffen en markten.
Wat de situatie enkel maar erger maakte, was de acute dreiging van een recessie. De VS mag dan wel de sterkste economie hebben, ze heeft ook de grootste schuldenberg. De economische motor van de VS sputterde. Een nieuwe crisis diende zich aan. Deze sombere vooruitzichten waren in 2003 de beweegreden voor de conservatieven in de VS om ten oorlog te trekken. De gedachte dat Irak hen goedkoop de olie zou geven, die ze zo broodnodig hadden dat ze het niet meer wilden kopen, was elke prijs waard.
Deze prijs is 5 jaar oorlog in Irak. Deze oorlog zal wellicht 3.000 miljard dollar kosten (volgens Stiglitz, voormalig hoofeconoom van de Wereldbank). Er vielen minstens 700.000 Irakese doden (naast zo’n 4.000 Amerikaanse doden), 2 miljoen mensen zijn het land ontvlucht en ook in Irak zelf zijn er nog eens 2 miljoen vluchtelingen. In plaats van “democratie” en “stabiliteit” kwam er religieuze en etnische verdeeldheid.
Het alternatief ligt niet in een verkiezingsoverwinning voor de Democraten. Zij hebben zich nooit kunnen distantiëren van het imperialisme. Een partij die opkomt voor de gewone mens, daar ligt het alternatief. Een partij die durft breken met het oorlogszuchtige kapitalisme. En dit niet enkel voor de VS, maar voor alle landen waar zo’n partij ontbreekt.