Neen aan de aanvallen op de index!

Het is niet nieuw dat er aanvallen worden gelanceerd op de index. Maar het ritme van de standpunten rond het omzeilen of zelfs afschaffen van de indexatie van de lonen wordt wel opgedreven. Guy Quaden van de Nationale Bank lanceerde nogmaals een oproep om de index te herzien. Eerder deed Trichet van de Europese Centrale Bank hetzelfde.

De indexatie van de lonen zorgt ervoor dat de stijgende prijzen minstens gedeeltelijk een impact hebben op onze lonen. Die index is nu reeds ondermijnd, onder meer door de samenstelling van de productenkorf die als basis dient voor de becijfering van de index. Daarin wordt de rol van olieproducten of bijvoorbeeld huur- of huizenprijzen zwaar onderschat. Net die producten namen sterk in prijs toe.

Maar zelfs een ondermijnde index gaat blijkbaar al te ver voor sommige neoliberale bankiers. Er wordt verwacht dat de spilindex in april zal worden overschreden waardoor er een loonsverhoging zal komen. De stijging van de lonen loopt dus achter op de stijging van de prijzen. Voor de regering betekent een overschrijding van de spilindex een extra kost van enkele miljoenen euro.

De Nationale Bank stelde dat de index ter discussie moet kunnen staan. Het patronaat en de banken zijn niet happig op loonsverhogingen, ook al betekent dit geen reële loonsverhoging. Met een pleidooi tegen de index wordt eigenlijk gesteld dat men wil dat wij minder verdienen. Pleiten voor loonsverlagingen zijn natuurlijk niet populair, maar een discussie over het ondermijnen van de index is eigenlijk net hetzelfde als een pleidooi om onze lonen aan te pakken.

Voor de topmanagers is het makkelijk om dat soort argumenten naar voor te brengen. Vanuit hun veilige luxepositie met riante vergoedingen kijken ze blijkbaar neer op het werkvolk dat enkel goed genoeg is om hard te werken om zo de winsten op te drijven die vervolgens aan de aandeelhouders en topmanagers worden uitgedeeld. Een aantal patroons stelt dat het beter zou zijn om de toplonen iets beperkter te houden, maar inhaligheid domineert nog steeds de cijfers van de toplonen. Deze lonen stegen het afgelopen jaar overigens heel wat meer dan de index. Voor de topmanagers geldt er duidelijk geen loonnorm. Of zoals Gilbert De Swert het schrijft in De Morgen: “Ondernemingen weten vandaag wel niet wat met hun vele geld gedaan, maar 1 eurocent meer loonkost, dat kost hen naar hun zeggen hun hele concurrentiekracht en onze werkgelegenheid.”

Volgens de neoliberalen zou een behoud van ons reëel loon bijzonder negatief zijn voor de economie. Onze inkomens moeten volgens hen omlaag om zo de prijzen te drukken. Marc De Vos vatte het als volgt samen: “Automatische indexering in tijden van inflatie versterkt de inflatie. De prijzen gaan omhoog, als gevolg daarvan gaan de lonen omhoog, waardoor even later de prijzen opnieuw omhoog gaan. Zo kun je in een spiraal terechtkomen. Als de lonen niet meteen stijgen, gaan de mensen minder uitgeven, daalt de vraag en bijgevolg ook de prijzen.” Dat is een verdoken manier om te zeggen dat we het met minder zouden moeten doen, als het van De Vos en co afhangt.

Indien een afschaffing van de indexatie niet lukt, is er nog altijd het argument van een indexsprong: het wachten met het toekennen van een loonsverhoging of het overslagen van een stijging. In beide gevallen is het resultaat hetzelfde: een daling van het reële loon en dus van de koopkracht. Op een ogenblik dat tal van spontane acties hebben plaatsgevonden voor meer koopkracht, is dat natuurlijk een provocatie.

Gilbert De Swert (gepensioneerd ACV-topman die nog drie maanden bijkluste op het kabinet van CDH-minister van werk Josly Piette) heeft een punt als hij stelt dat de discussie niet zal gaan over het behoud van de index, maar wel over de prijs die de werknemers en uitkeringstrekkers zullen moeten betalen voor het behoud ervan. Eén van de prijzen die het patronaat zeker wil binnenhalen, is deze van de all-in akkoorden: loonsovereenkomsten waarin een toekomstige ontwikkeling van de index reeds vervat zit. Bij een te sterke stijging van de prijzen (en de index) is het dan zelfs mogelijk dat de lonen minder sterk stijgen dan de index. Resultaat: een verlies aan koopkracht.

De index is reeds sterk ondermijnd door tal van maatregelen die de afgelopen decennia zijn genomen door diverse coalities van de grote traditionele partijen. Ze hebben allemaal een verantwoordelijkheid in de ondermijning van de index en het blijft bijzonder stil van hun kant als de Europese Centrale Bank of de Nationale Bank (Guy Quaden behoort tot de PS…) hun aanvallen op de index nogmaals lanceren.

Tegenover die aanvallen is verzet nodig. Bij de onderhandelingen voor een Interprofessioneel Akkoord (IPA) in het najaar zal de ruimte voor de vakbondsleidingen beperkt zijn na de spontane acties voor meer koopkracht. De eisen van het patronaat rond de index zullen niet aanvaard worden, maar ook de all-in akkoorden in de sectoren zullen steeds meer in vraag gesteld worden door vakbondsleden.

Als de vakbondsleiding iets wil binnenhalen met de IPA-onderhandelingen dit najaar, zal het nu al moeten beginnen met een actieplan om onze koopkracht te verdedigen. Het patronaat haalt haar geschut boven om haar winsten veilig te stellen, waarop wachten we om daar iets tegenover te zetten en in het offensief te gaan voor meer koopkracht?

Afbeelding vanop marxisten.blogspot.com

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop