1 jaar na de oorlog in Libanon. Naar een Irakisering?

1 jaar geleden begon Israël een oorlog in Libanon. Het werd een smadelijke nederlaag voor het Israëlische leger en Hezbollah kwam versterkt uit de oorlog. Op de internationale zomerschool van het CWI spraken we met een kameraad uit Libanon over de politieke ontwikkelingen het afgelopen jaar.

“De gevolgen van de oorlog zijn nog steeds voelbaar in het dagelijkse leven in Libanon en in de politieke situatie. Clusterbommen doden nog steeds mensen en de vluchtelingencrisis is verre van opgelost.

“Het afgelopen jaar was politiek gezien erg intensief in Libanon. De regering onder leiding van de door Soennieten gecontroleerde “14 maart Beweging” van premier Sinioria probeert de macht te behouden. Deze formatie werd twee jaar geleden gevormd na de moord op de voormalige premier Hariri. Het Westen steunt deze regering omdat het termen als democratie gebruikt en omdat deze regering de neoliberale agenda van het imperialisme doorvoert.

“De oppositie wordt gecontroleerd door het Sjiietische Hezbollah en het grootste Christelijke blok van de Vrije Patriottische Beweging. Die laatste formatie kwam in de oppositie terecht door haar isolement in de regering. In het parlement is er een verdeeldheid tussen de regering en de oppositie waarbij de regering over een meerderheid beschikt.

“Op zaterdag 5 augustus zijn er in een bergregio van het land tussentijdse verkiezingen om twee vermoorde parlementsleden van de 14 Maart Beweging te vervangen: de Soennietische leider Eido van de Soennietische Toekomstbeweging en de christelijke politicus Gemayel van de extreem-rechtse Falange Partij.

“Er is een verhitte campagnestrijd tussen de Vrije Patriottische Beweging en de Falange en er wordt gevreesd dat er nog meer verdeeldheid zal ontstaan onder de christenen op basis van een machtsstrijd tussen de Falange en de Vrije Patriottische Beweging onder leiding van Aoun. De Falange hoopt haar zetel te behouden, terwijl de Vrije Patriottische Beweging hoopt om haar populariteit te testen in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van september waarin het Aoun naar voor wil schuiven.

“Het is onduidelijk hoe de politieke verhoudingen zullen verder ontwikkelen, maar de presidentsverkiezingen kunnen wellicht enkel plaatsvinden als de twee politieke blokken een akkoord vinden over de procedure. De regering wil een gewone meerderheid zodat haar kandidaat wordt verkozen, de oppositie wil een twee derden meerderheid. Een akkoord lijkt onwaarschijnlijk.

“In dat kader wordt zelfs gesproken over twee regeringen en twee presidenten, maar dat is zeer tegen de zin van de legerleiding. Het parlement heeft haar deuren gesloten sinds december 2006 nadat verschillende partijen ontslag hadden genomen uit de regering waardoor de grondwettelijke regel dat een regering alle geloofsgroepen moet omvatten, niet langer werd nagekomen.

“Toch gaat de regering gewoon verder en protesteert de oppositie onder meer met een tentenkamp in het centrum van Beiroet. Die actie kende in december een hoogtepunt toen tot 1 miljoen betogers op straat kwamen om het aftreden van de regering te eisen. Deze polarisatie was toegenomen na de oorlog van juli 2006 waarin de reactionaire Israëlische heersende elite probeerde Hezbollah te verzwakken door een groot deel van de bevolking tegen deze organisatie op te zetten. Met de steun van de VS achter de oorlog, slaagde Israël er niet in om haar doelstellingen te bereiken. De meerderheid van de bevolking steunde het verzet van voornamelijk Hezbollah.

“Velen waren niet tevreden met de Sjiietische islamitische retoriek achter het verzet van Hezbollah, maar de meesten wilden vooral een nederlaag van de Israëlische troepen. Daarbij was er een afkeer tegenover de rol van de regering tegenover de inval. De oorlog was verbonden met de situatie in het Midden-Oosten (met onder meer Palestina en Irak) en de pogingen om marionettenregimes op te zetten, zelfs indien dit leidt tot een versterking van sectaire verdeeldheid.

“Nasrallah, de leider van Hezbollah, stelde recent op Al-Jazeera dat zijn organisatie beschikt over een arsenaal aan raketten die tot in iedere hoek van Israël kunnen worden ingezet. Er werd gedreigd met aanslagen indien Israël durft aan te vallen. Met Israëlische oorlogsvliegtuigen die dagelijks over ons luchtruim vliegen, wordt dat gezien als een voorbereiding op een nieuwe oorlog. Dat is echter niet evident na de nederlaag van Israël in de oorlog vorige zomer en de interne problemen waarmee het regime wordt geconfronteerd. Een nieuwe oorlog kan echter niet uitgesloten worden, zeker nu de VN-troepen ter discussie staan na de aanslagen van Soennietische fundamentalisten zoals Fath El Islam dat in een gewapend conflict betrokken is met het leger in het Palestijnse kamp Nahr El Bared.

“Die gevechten hebben er reeds toe geleid dat 40.000 Palestijnen gevlucht zijn naar een naburig vluchtelingenkamp in Beddewe. De toekomst van deze vluchtelingen is onduidelijk, maar Nah El Bared is compleet verwoest en zal nog minstens een jaar onbewoonbaar zijn indien er nu reeds aan de heropbouw zou worden begonnen. Er zijn na 2 maanden nog steeds confrontaties met huis-aan-huis gevechten in de kern van het kamp. Er zijn ook nog steeds bombardementen waarbij naburige dorpen worden geviseerd door Fath El Islam.

“Bij dit conflict zijn er reeds meer dan 300 slachtoffers gevallen, waarvan de helft Libanese soldaten die wel de steun krijgen van de Libanese massa’s omdat het Libanese leger uit verschillende godsdienstgroepen bestaat en relatief neutraal staat tegenover de sectaire verdeeldheid. Er wordt gevreesd dat een opsplitsing van het leger of een einde van het functioneren ervan, zou leiden tot een brutale burgeroorlog.

“Alleszins is het geen toeval dat groepen die zich baseren op de ideeën van groepen als Al-Qaeda een ingang vinden in de Palestijnse vluchtelingenkampen waar de ergste economische en sociale voorwaarden van Libanon aanwezig zijn. De Palestijnse vluchtelingen zijn vaak van een tweede of derde generatie, maar ze hebben nog steeds geen basisrechten zoals het recht om te werken of om bezittingen te hebben.

Naar een Irakisering?

“In alle gemeenschappen van Libanon wordt gevreesd dat er meer bomaanslagen en moorden zullen zijn. Net zoals de inval door Israël, hebben de acties van Fath El Islam een omgekeerd effect gehad met een toename van patriottisme en gevoelens van nationale eenheid. Anderzijds is het mogelijk dat de regering van die situatie gebruik maakt om gelijk welke gewapende groep aan te vallen in een zogenaamde oorlog tegen het terrorisme.

“Er werd reeds gedreigd met het sturen van troepen naar het noorden van Libanon in de regio’s waar Fath El Islam opereert, maar ook dichter bij de Syrische grens. Dat zou immense gevolgen kunnen hebben op de situatie in Libanon en op regionaal vlak. Ook waren er reeds activiteiten van gewapende Soennietische fundamentalisten, de Takfiris, die zich keren tegen alles wat volgens hen niet islamitisch is, met inbegrip van het Sjiietische Hezbollah.

“Hezbollah is geen kleine gewapende groep, het is een organisatie met massale steun en een betrokkenheid in het aanbieden van sociale diensten en liefdadigheid. Bij afwezigheid van een degelijk uitgebouwde staat, vormt het een soort staat voor de 1 miljoen Libanese Sjiieten. Hezbollah slaagt er ook in om te mobiliseren op anti-imperialistische acties, maar ook als het sociale thema’s opneemt tegen armoede en corruptie. Maar Hezbollah biedt geen oplossingen voor de situatie van oorlog, armoede en terrorisme. Het is immers geen arbeidersbeweging en het heeft geen klassenprogramma. De mogelijkheid blijft bestaan dat haar islamitische ideologie opnieuw sterker naar voor komt, wat kan bijdragen aan de sectaire verdeeldheid in het land.

“Het probleem in Libanon is dat alle partijen vertrekken van een neoliberale agenda voor de regio met een korte termijn doelstelling van machtsdeelname. Daartoe wordt soms een linkse retoriek gebruikt, dat gebeurde bijvoorbeeld toen politieke leiders een algemene staking van de vakbonden kaapten. De vakbondsleiders zijn bureaucraten die vaak pro-Syrische standpunten in nemen en een rem zijn op de ontwikkeling van strijd.

“De afwezigheid van een georganiseerd massaal verzet van de arbeidersklasse op basis van een duidelijk programma van arbeiderseenheid, betekent dat er altijd een risico is dat het sectarisme de bovenhand haalt en leidt tot een nieuwe burgeroorlog. Het zal nodig zijn om te breken met de regimes die het Westen steunen en een neoliberaal beleid steunen. De gevolgen van dit beleid zijn duidelijk: 60% in Libanon leeft onder de armoedegrens, de officiële werkloosheidsgraad bedraagt 20%. Het minimumloon bedraagt reeds sinds 1996 zo’n 200 dollar, maar sindsdien zijn de prijzen sterk toegenomen.

“Deze regering wil de aanvallen op de arbeiders verder doorzetten, met onder meer een geplande verhoging van de BTW tot 18% in 2008. Dat zou voor veel mensen de druppel vormen die het leven onbetaalbaar maakt. Er is ook een tekort aan energie, in arbeidersbuurten wordt de elektriciteit geregeld afgesloten. In de rijkere wijken gebeurt dit niet.

“Met het CWI verzetten we ons tegen het sectarisme, tegen een uitbreiding van het conflict, tegen de situatie van de Palestijnen in de vluchtelingenkampen, tegen de politiek en methoden van groepen als Fath El Islam en gelijkaardige groepen, tegen iedere imperialistische inmenging in de regio, voor een onafhankelijke arbeidersformatie die kan breken met het kapitalisme.”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop