Man die GAS-boetes in Antwerpen introduceerde straks voorzitter SP.a?

SP.a op de 1 mei optocht in Antwerpen. Foto: Jente
SP.a op de 1 mei optocht in Antwerpen. Foto: Jente

Voor de media is het al beklonken, enkel de leden van SP.a moeten in een stemming begin oktober nog goedkeuren wat ze via de media vernamen: Tom Meeuws wordt de nieuwe voorzitter van SP.a-Antwerpen. Dat is geen onbelangrijke functie: SP.a hoopt in 2018 als grootste oppositiepartij De Wever van zijn troon te stoten.

In de zoektocht naar een nieuw kopstuk komt de SP.a-leiding terecht bij een kopie van Patrick Janssens, de laatste burgemeester van SP.a in Antwerpen. De verschillen zijn beperkt: waar Janssens in de privé actief was als manager, ging het bij Meeuws om de publieke sector. Maar het gaat telkens om managers die voorheen niet bij de partijwerking betrokken waren. Janssens benadrukte steevast een discours van ‘rechten en plichten’ (denk aan zijn boekje ‘Voor wat hoort wat’, zie onze kritiek daarop). Meeuws was als topman bij de stad Antwerpen verantwoordelijk voor het invoeren van de beruchte GAS-boetes die hij blijft verdedigen.

Als bezieler van het Antwerpse GAS-beleid stelde Tom Meeuws destijds: “Steden zoals Antwerpen ontvangen de komende jaren meer volk dan ooit. De spanning tussen arm en rijk, nooddruft en welstand, zal alleen maar toenemen en daarmee ook de vraag naar ordehandhaving en overlastbeteugeling.” Meeuws was ook voorstander van het verlagen van de leeftijd voor GAS-boetes tot 12 jaar.

De ongelijkheid bestrijden met repressie zal niet lukken. Dit is de methode die onder Janssens gestart werd met Tom Meeuws in een belangrijke functie. Het is dezelfde methode die vervolgens onder De Wever werd voortgezet. Die continuïteit in het beleid waarbij elke onpopulaire of betwiste maatregel van het stadsbestuur onder De Wever meteen kon verbonden worden met gelijkaardige maatregelen onder het vorige bestuur, is overigens een van de redenen waarom SP.a zoveel moeite heeft om zich als geloofwaardige oppositiepartij op te werpen.

Een offensief socialistisch antwoord is niet wat we van Meeuws moeten verwachten. Hij is geen Antwerpse variant van Corbyn, maar een kopie van Janssens die verloor van De Wever. In een uitgebreid interview met Knack deze week heeft Meeuws het welgeteld éénmaal over socialisme: “Ik hou niet van afgunstsocialisme.” Doorgaans is dat een dooddoener om het neoliberale status quo te verdedigen of te verbloemen. Alleszins biedt het geen antwoord op de vele bestaande sociale problemen.

Een krachtig links beleid zou niet vertrekken van een door managers uitgetekend repressief beleid of een politieke koers die de neoliberale dogma’s steeds minder in vraag stelt (wat ook bij Groen het geval is). Er zijn heel wat sociale tekorten in de stad Antwerpen en enorme uitdagingen: van kinderopvang over onderwijs, mobiliteit, ontspanningsmogelijkheden, werkgelegenheid en huisvesting tot gezondheidszorg en bejaardenopvang. Er is nood aan een programma van massale publieke investeringen in openbare diensten. Dit zou meteen bijkomende jobs creëren, eveneens een belangrijk probleem in Antwerpen waar de werkloosheidscijfers ook onder Vlaams-nationalistisch bewind meer aanleunen bij de cijfers in Waalse steden dan bij die van de rest van Vlaanderen.

Voor SP.a lijkt de kwestie van de Antwerpse oppositie tegen De Wever vooral een probleem van figuren te zijn. De interne strubbelingen waardoor Yasmine Kherbache plaats moest ruimen, maakten dat er een nieuwe voortrekker nodig was. Hiervoor werd eens te meer gezocht in het kringetje van ‘ons kent ons’ binnen het establishment. Over inhoud wordt amper gepraat, tenzij in electorale termen. Dat Meeuws tegen het hoofddoekenverbod is, moet extra stemmen onder migranten opleveren, zo klinkt het dan. Voor het overige blijft het bij vage slogans als ‘de stad is van iedereen.’

Over de mogelijkheid van samenwerking met Groen en PVDA blijft Meeuws op de vlakte, hij geeft aan dat er met Groen kan gesproken worden maar ook met CD&V en Open Vld. De PVDA vermeldt hij niet, maar hij looft het Borgerhoutse bestuur en de PVDA-schepen daar. Een kartel is op dit ogenblik weinig waarschijnlijk. Groen gaat ervan uit dat het zelf goed kan scoren, onder meer op basis van de discussie over mobiliteit en de Oosterweelverbinding. Daarna kan het de handen vrijhouden om met gelijk wie een coalitie te vormen, de beslissing om in het district Deurne met N-VA in zee te gaan is daar getuige van. PVDA pleit voor een progressief kartel in de aanloop naar de verkiezingen, maar doet dit op een puur electoralistische basis – onder meer in de wetenschap dat SP.a en Groen geen dergelijk kartel willen waardoor het niet PVDA is die gezien wordt als de partij die dwarsligt.

Een sterke linkse oppositie baseert zich op verzet en strijd van onderuit en niet op maneuvres aan de top. Er is de beweging rond mobiliteit die spijtig genoeg niet verder gaat dan voorstellen tot andere trajecten voor de sluiting van de Antwerpse Ring of het overkappen ervan (waar blijft die offensieve campagne voor gratis en degelijk openbaar vervoer?). Er is een groeiend verzet tegen de vermarkting van een deel van de sociale sector met recent twee acties hiertegen. Er zijn de vakbondsacties tegen de rechtse regering die ook in Antwerpen, onder meer bij het stadspersoneel, op veel steun kunnen rekenen. Het ongenoegen en de strijd tegen het huidige beleid organiseren en versterken, is de uitdaging voor een sterke linkse oppositie. Van daaruit moet een programma naar voor gebracht worden dat breekt met het besparingsbeleid en niet gewoon wat scherpe kantjes afvijlt. Zo’n breuk met het besparingsbeleid kan bijzonder populair zijn, kijk maar naar Jeremy Corbyn in Groot-Brittannië. Maar dat is niet de richting die SP.a-Antwerpen onder Meeuws zal uitgaan…

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop