Your cart is currently empty!
SP.a wil arbeiders in het parlement, maar niet hun eisen
De SP.a hield afgelopen weekend een congres waarbij voorzitter Vande Lanotte de nadruk legde op het aantrekken van nieuwe lagen naast het behoud van de banden met traditionele “bondgenoten”. Vande Lanotte stelde dat het tijd wordt dat er terug arbeiders in het parlement komen. De vraag daarbij is natuurlijk: om welk beleid te voeren?
De SP.a stelt dat het tevreden is van 18 jaar deelname aan het beleid. Na 18 jaar neoliberaal beleid wil Vande Lanotte “beter en meer”. Armoedebestrijding wordt een prioriteit van de SP.a als we de voorzitter mogen geloven. Onder de opeenvolgende coalities met SP.a in de federale regering steeg de armoede spectaculair. Of de leuze “beter en meer” ook hier van toepassing is, weten we niet. Maar het klinkt nogal “public relations”-achtig om na 18 jaar neoliberaal beleid te verkondigen dat er iets zal worden gedaan tegen de armoede.
Een ander belangrijk punt voor Vande Lanotte was zijn oproep om opnieuw arbeiders in het parlement te laten verkiezen. Het klopt dat er vandaag quasi geen arbeiders in het parlement zitten, het lijkt erop dat je advocaat, professor of dokter moet zijn om verkozen te raken. Vande Lanotte zegt nu dat mensen met veel ervaring op de werkvloer ook een plaats moeten hebben in het parlement. Concreet wordt uitgekeken naar Jan Vanderpoorten (VW) en Meryame Kitir (Ford Genk). Op het congres waren ook de gepensioneerde ABVV-leider Xavier Verboven en zijn opvolger Rudy De Leeuw uitdrukkelijk aanwezig.
Betekent dit dat de plooien na het Generatiepact terug glad gestreken zijn? Vande Lanotte en de SP.a-leiding zouden dat natuurlijk graag zo zien. Maar we moeten ons de vraag stellen of de partijleiding enkel geïnteresseerd is in arbeiders op zich, of ook in de opvattingen die gedragen worden door bredere lagen van de vakbondsbasis. Daar is het Generatiepact en de rol van de SP.a daarin nog niet vergeten. De plooien zullen niet glad gestreken worden met zorgvuldig geregisseerde doelgroepenwerking in de publiciteit van de partij.
Zal de SP.a in de komende legislatuur vanuit de regering zich verzetten tegen een regionalisering van de arbeidsmarkt en de tewerkstellingsmaatregelen? Zal de partij komaf maken met de genomen maatregelen die de toegang tot brugpensioen raken? Zal Vande Lanotte de criminalisering van werklozen, sans-papiers,… over boord gooien en vervangen door een standpunt van arbeiderseenheid in verzet tegen het neoliberalisme?
Er zijn weinig tekenen in die richting. De nieuwe beginselverklaring van de SP.a kiest immers niet de kant van de arbeiders en hun gezinnen. Het is een poging om een neoliberaal beleid wat socialer in te kleuren en zelfs naar die kleur is het soms hard zoeken.
Op het SP.a-congres was alles zorgvuldig voorbereid. Het beeld dat van de partij zou worden gegeven, moest overeenstemmen met wat vooraf bedisseld was met de communicatiespecialisten. Er waren volgens de media enkele kritische interventies van Animo en SP.a-Rood, maar de nieuwe beginselverklaring werd quasi unaniem goedgekeurd.
Het is duidelijk dat de SP.a geen partij is die vanuit een betrokkenheid in de arbeidersbeweging de eisen en bekommernissen van vakbondsmilitanten opneemt. Het verzet tegen het Generatiepact was gericht tegen voorstellen van onder meer minister Freya Van Den Bossche (SP.a), de aanvallen op het personeel in de onderwijssector komen reeds jarenlang van verschillende SP.a-ministers (met een kleine blauwe onderbreking),… Als de SP.a het meent met de verdediging van de belangen van de arbeiders, zal een forse koerswijziging nodig zijn. De kans daarop lijkt ons echter wel bijzonder klein.
Hoe hard professor Vande Lanotte ook probeert het imago van de partij bij te schaven, de ‘a’ van SP.a blijft voor velen staan voor (sociale) ‘afbraak’ en niet voor ‘arbeiders’. De verwijzing naar arbeiders was louter "een goede zet qua marketing", aldus politoloog Stefaan Fiers. Maar met marketing los je de armoede niet op en schroef je de neoliberale aanvallen niet terug.