Your cart is currently empty!
Chávez herverkozen, maar dreiging van contra-revolutie blijft
Weinig zittende staatshoofden of presidenten kunnen het Chávez nadoen. De Venezolaanse president werd immers overtuigend herverkozen voor een derde ambtstermijn. Bij de verkiezingen haalde Chávez ongeveer 60% van de stemmen tegenover 38% voor zijn rechtse uitdager Manuel Rosales. Op dit ogenblik is het wel nog niet zeker op Chávez er in geslaagd is om zijn doelstelling van 10 miljoen stemmen te halen.
Tony Saunois
Toen zijn overwinning bekend werd, stelde Chávez dat dit een nederlaag was voor de “Duivel”. Hij beloofde verder te werken aan de “Bolivariaanse en socialistische revolutie”.
Deze enorme overwinning is een verdere nederlaag voor de rechterzijde in Venezuela en komt ook niet gelegen voor Bush en het VS-imperialisme. Een nederlaag voor Chávez had de deur open gezet voor een rechtse reactie in Venezuela. Het had een stap achteruit betekend voor het zelfvertrouwen van de arbeidersklasse in Latijns-Amerika en internationaal en het zou een stap vooruit betekend hebben voor Bush. Het zou een versterking betekend hebben voor het argument dat het niet mogelijk is om weerstand te bieden tegen het neoliberaal offensief van het VS-imperialisme en het wereldkapitalisme.
Het VS-imperialisme en de Venezolaanse kapitalisten willen Chávez al langer weg, al sinds hij aan de macht kwam in 1998. Ze hebben alles geprobeerd, van een militaire staatsgreep over een patronale lock-out, een referendum tot het gebruiken van vuile methoden om de campagne van Chávez te saboteren. Via het Amerikaanse Agentschap voor Internationale Ontwikkeling, heeft het VS-imperialisme 25 miljoen dollar steun gegeven aan tal van rechtse oppositiepartijen. Telkens opnieuw leden die een nederlaag en werd Chávez gered door de mobilisatie van de arbeiders, bewoners van de krottenwijken, studenten, boeren en andere onderdrukten.
Ook bij deze verkiezingen werd de enorme klassentegenstelling duidelijk. Die tegenstellingen zijn nog toegenomen sinds Chávez aan de macht kwam in 1998. In de krottenwijken op de heuvels rond Caracas gingen zowat alle stemmen naar Chávez, in de rijkere middenklassewijken zoals Altamira gingen de meeste stemmen naar Rosales.
Aanhoudende dreiging
De belangrijke overwinning bij de verkiezingen heeft tegelijk ook aangetoond dat er nog steeds bedreigingen en gevaren zijn voor de arbeiders en de massa’s in Venezuela. Alhoewel Chávez een indrukwekkende overwinning behaalde, was het toch ook duidelijk dat de rechtse krachten rond Rosales er in geslaagd zijn om zich te hergroeperen en hun zelfvertrouwen opnieuw opbouwen. Tijdens de campagne was er de grootste oppositiemeeting sinds jaren. De rechterzijde slaagde er in om gezamenlijk campagne te voeren voor één kandidaat en hierdoor kreeg ze meer steun.
Deze ontwikkelingen zijn een waarschuwing dat de dreiging van contra-revolutie reëel blijft en zelfs kan toenemen als de revolutie geen stappen vooruit zet onder leiding van de arbeidersklasse. Chávez stelt nu wel dat de revolutie in Venezuela “socialistisch” is en dat de regering wil bouwen aan het “socialisme van de 21ste eeuw”, maar intussen moet het kapitalisme wel nog omver geworpen worden.
Slechts een handvol failliete bedrijven werd genationaliseerd en de staatsinterventie beperkt zich tot het invoeren van prijscontroles op bepaalde voedselproducten en benzine, naast het invoeren van limieten om buitenlands geld op te kopen en maxima op rentevoeten voor leningen.
Tegelijk zijn een aantal olieinkomsten aangewend om programma’s van de sociale zekerheid te financieren, in het bijzonder op het vlak van gezondheidszorg, onderwijs en voedselvoorziening. Dat werd gecombineerd met een aantal prestigeprojecten zoals de bouw van nieuwe bruggen en het ontwikkelen van de metro.
Die hervormingen zijn zeker een stap vooruit en krijgen de steun van brede lagen van de bevolking, maar het voortbestaan van het kapitalisme leidt er tevens toe dat er een groeiende kloof is tussen rijk en arm.
De hoge olieprijzen hebben geleid tot een zekere groei van de economie, maar laat bepaalde bedrijven ook toe om massale winsten te maken op basis van contracten met de overheid. José Guerra, het voormalige hoofd van het economisch onderzoek op de centrale bank van Venezuela, stelde: “Het door de staat gesteunde kapitalisme overleeft niet enkel onder Chávez. Het kent een sterke opgang.”
Voor dit jaar voorspelt de regering een groei op jaarbasis van 10%. Het geld van de olieinkomsten wordt erg snel in de economie gepompt. Dat zorgt ervoor dat er meer geld is op de bankrekeningen. Sinds 2003 zijn de middelen bij de banken toegenomen met meer dan 20 miljard dollar. De rijke middenklasse heeft daar vooral van geprofiteerd. Ford en General Motors scheppen op over het feit dat ze dit jaar zo’n 300.000 nieuwe auto’s zullen verkocht hebben in Venezuela. Dat is drie keer zoveel als de totale verkoop van auto’s in 2004. En toch is de grote meerderheid van de Venezolaanse bevolking te arm om deze goederen te kopen. De economische groei kan bovendien bedreigd worden door veranderingen in de wereldeconomie en een dalende olieprijs. Dat kan een enorme bedreiging vormen voor het regime van Chávez dat zich kan baseren op reserves door de hoge olieprijzen.
Tegelijk leeft 25% van de bevolking aan minder dan 1 dollar per dag. De rijkste 10% van de bevolking is goed voor 50% van het nationale inkomen, terwijl de armste 10% slechts instaan voor 2%.
"Revolutie is bla, bla, bla"
De toespraken van Chávez over socialisme zijn positief in de zin dat het socialisme terug op de agenda zet na het pro-kapitalistische offensief van de jaren 1990. Er zijn echter geen stappen gezet in het omverwerpen van het kapitalisme.
Op de Caracas Country Club, een andere wereld dan de krottenwijken, gaven enkele rijken hun commentaar aan een journalist van The Guardian. Een eigenaar van een schoenenfabriek stelde: “De revolutie is bla, bla, bla. We voelen ons niet bedreigd.” Een verkoper stelde: “Deze revolutie is ironisch, de rijken worden zelfs nog rijker.” De verkoper in kwestie, Rene Diaz, kwam met zijn 4×4 Humvee (ter waarde van 150.000 dollar) naar de bijeenkomst.
Naast deze elementen moet ook worden gewezen op klachten over corruptie en nepotisme onder delen van de staatsbureaucratie. Sommige organisatoren van hervormingsprogramma’s van de regering rijden in de meest moderne wagens rond en worden de nieuwe rijke Chavistas genoemd.
Na de verkiezingsoverwinning is de toekomstige richting van de revolutie een belangrijk thema. Chávez stelde tijdens zijn campagne de kwestie van een fusie van alle pro-regeringspartijen in een verenigde “revolutionaire partij”. Tegelijk zou Chávez voorstellen om de grondwet aan te passen zodat hij zich onbeperkt kandidaat kan stellen bij de presidentsverkiezingen. Daarmee geeft hij een wapen aan de oppositie om het bewind voor te stellen als een dictatuur van één partij. De centrale vraag is niet hoeveel keer Chávez president kan zijn, maar de noodzaak van een democratische controle en organisatie van de samenleving door de arbeiders en boeren.
Beide voorstellen van Chávez wijzen op een toenemende tendens om de macht te concentreren in de handen van delen van de bureaucratie rond de regering. Deze lagen halen steeds meer uit naar diegenen die vanuit de arbeidersbeweging kritiek geven of bezorgd zijn over de autoritaire methoden en elementen van bureaucratie in het regime.
Al deze ontwikkelingen vormen een bedreiging voor de revolutie en kunnen haar steun ondermijnen. Als er geen controle is op de samenleving door onafhankelijke organisaties van de arbeidersklasse, kan dit gebruikt worden door de rechterzijde om haar aanhang en steun te vergroten.
Na de verkiezingsoverwinning van Chávez is er dringend nood aan een versterking van onafhankelijke arbeidersorganisaties om te bouwen aan democratische organen met een echt socialistisch revolutionair programma. De democratisering van de vakbondsfederatie UNT met de verkiezing van een permanent afzetbare leiding als stap naar de opbouw van een strijdbare revolutionaire vakbondsfederatie is een dringende taak.
Samen met het opzetten van verkozen comités op de werkplaatsen, in de wijken en universiteiten om een systeem van democratische arbeiderscontrole door te voeren, zal het ook nodig zijn om een onderzoek te voeren naar de beweringen inzake corruptie om daar komaf mee te maken. Zo’n comités zouden zich op het gebied van steden, regio’s en nationaal kunnen verenigen om een revolutionair socialistisch programma uit te werken waarmee de beweging stappen vooruit kan zetten.
Zo’n programma zou moeten opkomen voor de nationalisatie van de belangrijkste monopolies in de industrie, de banksector, de dienstensector,… samen met de vorming van een systeem van arbeiderscontrole en arbeidersbeheer. De vorming van een regering van arbeiders en boeren met een dergelijk programma zou leiden tot de doorvoering van een democratisch geplande productie waarmee kan gebroken worden met het kapitalisme. Een dergelijk systeem in Venezuela zou het begin vormen van een socialistische federatie met Bolivië, Cuba en andere landen als stappen in de richting van een socialistische federatie in Latijns-Amerika.
Na de overwinning van Chávez bij deze verkiezingen is er dringend nood aan een massale socialistische revolutionaire partij die opkomt voor een dergelijk programma voor de verdediging van de revolutie door het vooruit te stuwen naar een omverwerping van het kapitalisme. Dat is de beste manier om de aanhoudende dreiging van contra-revolutie te bestrijden.