De Post. Strijd tegen afwezigheden of tegen sociale verworvenheden?

De onderhandelingen bij De Post over een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst maken vorderingen. En zoals het vandaag al te vaak gebeurt, is het weer de directie die de vakbonden haar eigen eisenpakket probeert op te dringen. Ze wil het werktempo bij De Post kost wat kost verhogen.

Een correspondent

Errata

Een attente postman vestigde onze aandacht op 2 fouten die in het artikel over de Post zijn binnen geslopen. De voorlaatste paragraaf eindigt met: "Er wordt immers voorbijgegaan aan het feit dat De Post zelf van dit systeem heeft geprofiteerd: indien een werknemer voortijdig het bedrijf verliet, waren de opgespaarde verlofdagen voor de onderneming". Dat klopt niet. Die dagen werden aan het betrokken personeelslid uitbetaald, ook in geval van ontslag. Indien een personeelslid is overleden worden die dagen uitbetaald aan de erfgenamen.

In de paragraaf erop volgend staat: "Niet alleen wordt de leeftijd voor brugpensioen opgetrokken van 56 naar 57 jaar, daarnaast zal een werknemer pas na 35 jaar in plaats van 30 jaar dienst op brugpensioen kunnen". Ook dat is niet volledig correct. De maatregel om postmannen op 56 op brugpensioen te laten vertrekken mits 30 jaar was een uitzonderingsmaatregel voorzien in het kaderakkoord 2001-2004 die gepaard ging met de invoering van geo-route. Voor 2005 is geen enkele brugpensioenregeling voorzien. In haar voorstel van akkoord voor de CAO 2005-2006 wil de directie brugpensioen toestaan op 57 jaar voor diegenen die 40 jaar dienst hebben(waarvan 35 jaar uitreiking), ofwel op 58 jaar voor diegenen die 35 jaar dienst hebben(ongeacht het aantal jaar uitreiking). De uitzonderingsmaatregel waardoor bepaalde categorieën in 2004 op 56j. op pensioen konden wordt niet meer hernomen.

In de context van de strijd tegen afwezigheden op het werk stelt de directie voor om een “aanwezigheidspremie” in te voeren die kan oplopen tot 3000 euro bruto voor werknemers die nooit ziek zijn geweest. En om de alamerende cijfers te citeren: de afwezigheidsgraad bij De Post is meer dan 9% tegenover 5% in de privé en minder dan 4% bij een publieke onderneming zoals de NMBS.

De directie wil de afwezigheidsgraad terugbrengen naar 7%. Om dat te bereiken wisselt ze “zachte” maatregelen (sensibiliseringscampagnes bij het personeel) af met dwangmaatregelen zoals controlebezoeken door een private firma als een werknemer ziek is. Er zijn nochtans objectieve redenen voor de relatief hogere graad van afwezigheid bij De Post. Ten eerste moet men vaststellen dat de afwezigheidscijfers bij De Post iedere afwezigheid omvatten, inclusief stakingsdagen. Als in de privésector op dezelfde manier zou worden gerekend, zou de afwezigheidsgraad er hoger liggen. Ten tweede zijn de arbeidsomstandigheden bij De Post de laatste jaren met het liberaliseren van de sector erger geworden. De Post moet kost wat kost rendabel zijn, wat besparingen op de personeelskost betekent.

De werknemers die op pensioen gaan, worden niet meer vervangen. De nieuwe werknemers worden aangenomen op basis van contracten van bepaalde duur en zelfs interimcontracten.

De hervorming van de postbedeling (georoute) heeft de werkdruk gevoelig verhoogd. Meer en meer diensten worden afgeschaft, waardoor het geen alleenstaand geval is dat een postbode twee of drie diensten moet combineren. Door het personeelstekort kunnen verlofdagen waar de personeelsleden recht op hebben niet opgenomen worden. In totaal zijn er bij De Post niet minder dan 11 miljoen achterstallige verlofuren.

In plaats van het aanwerven van bijkomend personeel om de achterstand weg te werken, stelt de directie voor om de ziekteregeling te veranderen. Momenteel heeft het statutair personeel recht op 21 volledig betaalde dagen ziekteverlof die ze jaar na jaar kunnen accumuleren. De directie van De Post stelt voor om dit af te schaffen in ruil voor een premie. De directie is hypocriet als ze verwijst naar het perverse karakter van het systeem waarin werknemers hun verlofdagen kunnen opsparen om vroeger op pensioen te gaan. Er wordt immers voorbijgegaan aan het feit dat De Post zelf van dit systeem heeft geprofiteerd: indien een werknemer voortijdig het bedrijf verliet, waren de opgespaarde verlofdagen voor de onderneming.

Bovendien wil de directie de toegang tot het brugpensioen beperken. Niet alleen wordt de leeftijd voor brugpensioen opgetrokken van 56 naar 57 jaar, daarnaast zal een werknemer pas na 35 jaar in plaats van 30 jaar dienst op brugpensioen kunnen. Hierdoor kunnen werknemers die niet heel hun leven bij De Post hebben gewerkt, een voortijdig vertrek vergeten. Tegenover het offensief van de directie tegen de verworvenheden van het personeel, moeten de vakbonden eenzelfde vastberadenheid aan de dag leggen. Het is nodig om de aanval op het brugpensioen en de ziektedagen af te slaan. De vakbonden moeten zo snel mogelijk personeelsvergaderingen organiseren om de ware aard van de voorstellen van de directie aan te tonen en om een actieplan voor te stellen, gericht op het verkrijgen van de aanwerving van bijkomend personeel en het stopzetten van tijdelijke contracten.


Errata

Een attente postman vestigde onze aandacht op 2 fouten die in het artikel over de Post zijn binnen geslopen. De voorlaatste paragraaf eindigt met: "Er wordt immers voorbijgegaan aan het feit dat De Post zelf van dit systeem heeft geprofiteerd: indien een werknemer voortijdig het bedrijf verliet, waren de opgespaarde verlofdagen voor de onderneming". Dat klopt niet. Die dagen werden aan het betrokken personeelslid uitbetaald, ook in geval van ontslag. Indien een personeelslid is overleden worden die dagen uitbetaald aan de erfgenamen.

In de paragraaf erop volgend staat: "Niet alleen wordt de leeftijd voor brugpensioen opgetrokken van 56 naar 57 jaar, daarnaast zal een werknemer pas na 35 jaar in plaats van 30 jaar dienst op brugpensioen kunnen". Ook dat is niet volledig correct. De maatregel om postmannen op 56 op brugpensioen te laten vertrekken mits 30 jaar was een uitzonderingsmaatregel voorzien in het kaderakkoord 2001-2004 die gepaard ging met de invoering van geo-route. Voor 2005 is geen enkele brugpensioenregeling voorzien. In haar voorstel van akkoord voor de CAO 2005-2006 wil de directie brugpensioen toestaan op 57 jaar voor diegenen die 40 jaar dienst hebben(waarvan 35 jaar uitreiking), ofwel op 58 jaar voor diegenen die 35 jaar dienst hebben(ongeacht het aantal jaar uitreiking). De uitzonderingsmaatregel waardoor bepaalde categorieën in 2004 op 56j. op pensioen konden wordt niet meer hernomen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop