De orkaan Sandy werd in de VS omgedoopt tot ‘Frankenstorm’. De orkaan heeft duizenden mensen uit hun huizen gezet, miljoenen mensen zaten zonder elektriciteit. In het Noord-Oosten van de VS alleen vielen er 59 doden. Voorlopige schattingen ramen de schade op 50 miljard dollar, waardoor Sandy meteen de duurste storm uit de Amerikaanse geschiedenis zou zijn.
Zowel Obama als Romney deden er alles aan om niet over klimaatverandering te spreken, maar miljoenen gewone mensen beseffen terecht dat deze orkaan nogmaals een waarschuwing is. Extreem weer kent een opmars en als we niets doen om de greep van de grote bedrijven op de economie te breken, zullen de gewone mensen een steeds hogere prijs betalen voor klimaatverandering.
Net zoals bij de orkaan Katrina moeten we ook wijzen op de verantwoordelijkheid van de gevestigde politici en het kapitalistische systeem in de omvang van de schade. Toen orkaan Katrina in 2005 vernieling aanrichtte in de arbeidersburuten van New Orleans was er een bijzonder trage reactie van de regering onder Bush. Zanger Kanye West merkte toen op dat Bush “niet inzit met zwarten.”
Onder druk van de nek-aan-nek race naar het Witte Huis reageerde Obama nu veel sneller. Zelfs de gouverneur van New Jersey, de notoire Republikeinse hardliner Chris Cristie, bedankte Obama voor zijn uitmuntende reactie op de ramp. Een ernstige blik op wat de Democraten de afgelopen jaren hebben gepresteerd, biedt een ander beeld. De afgelopen twee jaar ging het budget voor de Federal Emergency Management Agency (FEMA) met 43% achteruit. (NY Times 27 augustus 2012). Dit werd door beide grote partijen gerechtvaardigd met het argument dat de federale schuldenlast moest afgebouwd worden. Om de begroting in evenwicht te krijgen, zijn beide grote partijen voorstander van besparingen op openbare diensten. Het tekort komt nochtans vooral door de oorlogen in Irak en Afghanistan en door de reddingsoperaties voor de banken en de autobedrijven. Daar moeten de belastingbetalers honderden miljarden voor ophoesten. Dit betekent concreet dat er minder geld is voor een openbare dienst die als doel heeft om levens te redden en bijstand te geven aan gewone werkende mensen die het slachtoffer zijn van een natuurramp. In plaats van daar geld aan te besteden, verdwijnen de middelen in de zakken van de grote aandeelhouders, bankiers en militaire bedrijven.
Sommigen zullen het proberen voor te stellen alsof het allemaal de schuld van de Republikeinen is. Het klopt dat de voorstellen van Romney/Ryan voor de begroting van 2013 een vermindering van het budget van FEMA met 40% omvatten. Maar ook Obama wil het budget voor FEMA met nog eens 3% naar beneden trekken nadat sinds 2010 al verschillende besparingsoperaties zijn doorgevoerd. Dit is de logica het ‘minste kwaad’ of wat anderen omschrijven als ‘good cop/bad cop’ strategie. De Republikeinen willen bijzonder harde besparingen opleggen, waarop de Democraten met iets minder harde besparingen afkomen en daarom als ‘progressief’ worden bestempeld. Met dezelfde logica werd ons de hervorming van de gezondheidszorg verkocht. De Democraten buigden voor de eisen van de verzekeringssector, een belangrijke financier van hun verkiezingscampagne, en lieten de populaire ‘publieke optie’ uit de hervorming vallen. Daartoe verschuilden ze zich achter het verzet van de Republikeinen.
In een tijdperk van klimaatveranderingen en steeds meer extreme weersituaties, zou een openbare dienst als FEMA net meer middelen moeten krijgen in plaats van besparingen te moeten doorvoeren.
Gewone werkende mensen ondervinden de verschrikkelijke gevolgen van rampspoed die wordt versterkt door de wijze waarop het kapitalisme omgaat met mens en milieu. Een efficiënt en democratisch gecontroleerd noodantwoord op deze situatie is weinig waarschijnlijk. Het zou immers drastische wijzigingen in de productie vereisen.
De infrastructuur van de Amerikaanse kustregio is hard getroffen en moet heropgebouwd worden op een wijze die nieuwe schade zoveel mogelijk moet beperken. Wellicht zal dat echter niet gebeuren. In de stad New York wordt al jarenlang te weinig geïnvesteerd in infrastructuur zoals waterleidingen, riolen, energie, vervoer, wegens en bruggen. In New Orleans zagen we na 2005 dat de tekorten in de infrastructuur vooral gevolgen hadden voor de armen en gewone werkenden.
Wetenschappers spreken al decennia over de gevaren van klimaatveranderingen. Maar het puur op de winsten van een kleine minderheid gerichte beleid dat ook onze openbare diensten en infrastructuur op droog zaad zet, heeft daar geen oren naar. Als we willen komen tot duurzame investeringen op de schaal die nodig is om verandering te bekomen, moeten we breken met het kapitalisme en dat vervangen door een systeem van democratische planning waarbij de middelen en de bestaande technologie in het belang van de meerderheid van de bevolking worden ingezet.
Kapitalistische politici, zowel uit Republikeinse als Democratische hoek, zijn niet in staat om deze kwesties op te nemen. Zij zijn met handen en voeten gebonden aan de banken en de grote bedrijven, waaronder de energiebedrijven. Dat zijn de bedrijven die hun campagnes betalen en voor wie ze zelf optreden als spreekbuis.
De krant New York Times schatte dat de presidentsverkiezingen van dit jaar maar liefst 2 miljard dollar zullen kosten, met ongeveer de helft voor de Democraten en de andere helft voor de Republikeinen. Het leeuwenaandeel van dit geld komt van de grote bedrijven. Om als presidentskandidaat kans te maken, is er dus bijna 1 miljard dollar nodig. Eens verkozen wordt vervolgens bespaard op onze openbare diensten. We zullen deze logica niet doorbreken door nogmaals met de neus dichtgeknepen voor de besparingskandidaten van de Democraten te stemmen. In plaats daarvan is er nood aan massaal protest, directe actie en het opzetten van een antibesparingspartij die ingaat tegen de dictatuur van Wall Street en de grote bedrijven.
We leven in een tijdperk van rampenkapitalisme. In de nasleep van de orkaan Sandy zal de dominantie van de grote bedrijven op het beleid eens te meer blijken. Beeld je in dat we met de werkende bevolking over onze eigen partij beschikten om campagne te voeren voor een degelijk noodplan na de ramp, voor de bouw van veilige infrastructuur en tegen de catastrofale koers richting steeds verregaandere klimaatveranderingen die nu door het kapitalisme wordt gevoerd. De noodzaak om ons te organiseren, is meer dan ooit dringend.