Achter de progressieve façade van dit bestuur schuilt een liberaal beleid

Een sterke en verenigde Gentse linkse oppositie is broodnodig

Opinietekst gemeenteraadsverkiezingen 14 oktober 2012. PDF met ook een lijst van ondertekenaars

In oktober kunnen de Gentenaars een oordeel vellen over 24 jaar Paars beleid onder Temmerman, Beke en Termont. De stad heeft in deze periode een gedaanteverandering ondergaan. Gent is niet meer de donkere en vuile stad van weleer, maar een bruisende en dynamische stad met een proper en toeristisch stadcentrum. Voor velen is het aangenamer wonen en leven in een stad met een rijk aanbod aan cultuur en consumptie.

De manier waarop dit werd bekomen heeft wel een zwaar sociaal prijskaartje opgeleverd. Kwaliteitsvol wonen is voor een groeiend deel van de bevolking onbetaalbaar geworden. De kloof tussen arm en rijk is toegenomen en vele samenlevingsproblemen zijn nog meer dan voorheen geconcentreerd in enkele van de armste wijken. Gent ligt tijdens de spitsuren, en soms ook daarbuiten, in een verkeersknoop. Toch wordt het aanbod aan openbaar vervoer afgebouwd. Het centrum van de stad is letterlijk opgekuist, straten werden heraangelegd en tal van prestigeprojecten zitten in de pijplijn. Ondertussen liggen vele straten in de wijken en deelgemeenten er erbarmelijk bij en zijn er nog steeds veel te weinig fietspaden. De deur van het stadhuis staat wijd open voor een waaier aan projectontwikkelaars. Migranten op zoek naar een betere toekomst krijgen deze op de neus.

Ons stadsbestuur heeft de laatste 20 jaar fors geïnvesteerd om het unieke stadscentrum op te blinken en te promoten. Het is een uitgelezen locatie geworden voor tal van evenementen. De stad werd een trekpleister voor toeristen uit alle uithoeken en is verworden tot een wingewest voor evenementorganisatoren en projectontwikkelaars. Gent mag zich ondertussen de cultuurstad en sportstad van Vlaanderen noemen. Daarnaast zijn we ook lichtstad, studentenstad, muziekstad, én zijn we ‘authentieker’ dan Brugge. Tot slot is Gent één van de tien minder bekende steden ter wereld die je gezien moet hebben. (Aldus de reisgids Lonely Planet)

Het andere Gent – betaalbaar en kwaliteitsvol wonen wordt een luxe

Er is echter ook een ander Gent. Gent is de stad in Vlaanderen met het hoogste aandeel woningen van slechte kwaliteit. Gent bevindt zich tevens in de top drie van steden met de sterkste stijging van woningprijzen in de afgelopen tien jaar. De gemiddelde kostprijs van een appartement steeg sinds 2000 met 260% en de prijs van een woonhuis is in diezelfde periode bijna verdrievoudigd. De huurprijzen zijn navenant.

Diezelfde prijsstijgingen zien we in heel Vlaanderen terug. Het Gentse stadsbestuur is volop meegegaan in de propaganda dat liberale citymarketing ten goede zou komen van alle inwoners. Elke bestuurstermijn beloofden de beleidspartijen met grote stelligheid de bouw van 2.000 nieuwe sociale woningen, als sociale compensatie voor de vele prestigeprojecten. Op 18 jaar tijd (1994-2012) zal men nog niet aan 750 nieuwe woningen komen of 12,5% van het beloofde aantal. In deze legislatuur zal men wellicht een nulgroei kennen. Met zo’n resultaat lach je de kiezer in het gezicht uit. Een bestuursakkoord geldt enkel voor het maken van loze beloftes. Wat men niet realiseert, belooft men volgende keer gewoon opnieuw.

Een consequent en sociaal stadsbestuur zou uit pure schaamte direct haar gefaald beleid van de afgelopen 18 jaar rechtzetten en haar belofte realiseren om elke Gentenaar betaalbaar en kwaliteitsvol te laten wonen. Via een noodplan kan men op zes jaar tijd de 5500 beloofde sociale woningen die nooit werden gerealiseerd bouwen. Daarbovenop nog eens de 2000 sociale woningen die het nieuwe bestuur voor de komende 6 jaar zou beloven zorgt voor een aantal van 7500 nieuwe sociale woningen. Hiermee kan men 7.500 gezinnen in betaalbaar wonen voorzien. Het zal ook een impact hebben op de kwaliteit en de prijszetting op de privé-markt.

De Rabotwijk is op de koop toe de armste grootstedelijke wijk in heel Vlaanderen. Lage inkomens en hoge huurprijzen zorgen voor een gevaarlijke cocktail van armoede, ellende, huisjesmelkerij, ongezonde woon-en leefomstandigheden en samenlevingsproblemen. Deze problemen verdienen de allerhoogste prioriteit.

Er is meer dan genoeg ruimte om verspreid in de Stad sociale woningen te bouwen. Er is heel wat leegstand voor speculatie. Het aantal onbewoonbare woningen is gestegen van 453 in 2006 naar 622 in 2010. De stad heeft voldoende instrumenten om deze kankers weg te nemen, leegstaande woningen en krotten te onteigenen en er eigentijdse sociale woningen van te maken. Een stedelijk bouw-en renovatiebedrijf zou kwaliteitsvol bouwen en renoveren kunnen combineren met een betaalbare factuur.

Het tekort aan kinderopvang en kleuterscholen

Gent heeft een tekort van 600 plaatsen in de kinderopvang. Bovendien slaagt het stadsbestuur er maar niet in om jonge kinderen een school in eigen buurt te garanderen. De Stad heeft haar beleid van stadsvernieuwing altijd uitgelegd als noodzakelijk om jonge gezinnen te overtuigen in de stad te blijven wonen. Het was perfect te voorzien dat de vraag naar kinderopvang en onderwijs zou toenemen. Het stadsbestuur heeft nagelaten in deze sectoren te investeren met een sociale schande als gevolg.

Twee volwaardige inkomens zijn vandaag geen luxe als men een minimum aan comfort in het persoonlijk leven wil opbouwen of handhaven. De toenemende kosten voor wonen, energie en mobiliteit zijn hierin een belangrijke factor. Betaalbare kinderopvang is een essentiële dienst die de overheid gratis ter beschikking zou moeten stellen.

In Gent zijn er per 100 baby’s en peuters (0-3 jaar) slechts 30 plaatsen in de gesubsidieerde kinderopvang. Er zijn er ook nog eens 15 in de niet-gesubsidieerde sector waar prijzen tot 650 euro per maand worden gehanteerd. Het komende stadsbestuur moet er de grootste prioriteit van maken om dit probleem op te lossen via de directe creatie van 1.000 extra plaatsen in de gesubsidieerde kinderopvang. In 2017 verwacht men dat er 11.000 0-2 jarigen in Gent zullen leven, 2.500 meer dan in 2008. Die 1.000 extra opvangplaatsen zijn dus enkel een crisismaatregel; ze moeten gevolgd worden door de jaarlijkse creatie van 250 nieuwe plaatsen.

Maak werk van werk en diensten in Gent

Het officiële werkloosheidcijfer in Gent steeg van 11.554 in 2007 naar 12.404 in december 2011. De reële werkloosheid ligt een pak hoger. Als een job het beste middel is om uit de armoede te kruipen, de beste weg naar integratie en een boost voor de zelfwaarde, dan gaat het niet goed in Gent. Op een jobbeurs van de Stad Gent kwamen 1200 kandidaten opdagen voor slechts 100 jobs. De Stad Gent bouwt haar eigen tewerkstelling af. Vele stadsambtenaren gaan met pensioen. Slechts 40% van het hierdoor vrijgekomen budget wordt geïnvesteerd in nieuw personeel. Dit leidt tot een daling van dienstverlening. Maar men wil nog verder gaan. Er wordt binnen het bestuur een kerntakendebat gevoerd dat deze zomer moet uitmonden in een rapport waarin wordt opgesomd welke taken de stad in de toekomst op zich zal nemen en welke ze zal uitbesteden. Dat deze vormen van privatisering niet in ons voordeel zullen uitdraaien is al meer dan eens bewezen. Recent werd het poetsen van de stadsgebouwen uitbesteed met hogere kosten als gevolg.

Privé-investeerders krijgen meer en meer greep op alle aspecten van ons leven en samenleven. Onze huisvuilophaling zit in de logica van de winst sinds de gedeeltelijke privatisering. Naast de ontwikkeling van ondermeer de sites aan het Rabot, de Loop en Oude Dokken, werd ook het nieuwe zwembad aan de Rozebroeken gefinancierd met privé-kapitaal. De gevolgen van deze liberale politiek zullen op termijn zichtbaar en voelbaar worden, wanneer zwemmen een te kostelijk pretje wordt voor het stadsbestuur. Zelfs de daken van enkele stadsgebouwen werden uitbesteed aan privé-bedrijven voor de plaatsing van zonnepanelen. Als we als gemeenschap hernieuwbare energie willen produceren en dus ook besparen op de energiefactuur voor onze stadsdiensten, moet het beheer hiervan dringend terug in publieke handen komen.

Wat de stad zelf doet, doet ze beter. In handen van de gemeenschap creëren we betaalbare diensten en degelijke en stabiele jobs. Zwembaden en jeugdhuizen, parkterrassen en cultuurhuizen, klusjesdiensten en fietsherstelplaatsen, sociale restaurants en volkshuizen in elke wijk, er is een onuitputtelijke lijst aan diensten die een sociale stad zou kunnen en moeten organiseren.

(Im)mobiliteit

Door de afbouw van het openbaar vervoeraanbod wordt de auto als vervoermiddel nog meer gestimuleerd. Het afschaffen van de nachtbussen in het weekend en van de laat-avondbussen in de week zijn een sociale, dynamische stad onwaardig. In de spits haalt de tram een gemiddelde snelheid van 14 kilometer per uur, trager dan toen we ons met paard en kar verplaatsten. Er zijn gigantische investeringen nodig in ons openbaar vervoer netwerk. Het is immers de enige oplossing voor de mobiliteitsproblemen in de stad. Het gebruik van openbaar vervoer moet worden gestimuleerd omdat het efficiënter, veiliger en goedkoper is.

Het stadsbestuur is indirect de grootste promotor van de auto. Ze geeft iedereen de boodschap dat een sociaal leven na elf uur ’s avonds hoe dan ook op eigen vervoer berust. Dat al wie in ploegen werkt, in de haven of daarbuiten, geen bussen meer ter beschikking heeft. Dat al wie geen plaats kan krijgen in kinderopvang, kleuter of lagere scholen in de eigen buurt, dan maar tien kilometer moet omrijden om de kinderen weg te brengen. Welke zin heeft een mobiliteitsplan en een Park & Ride systeem als je nadien met de tram of bus in de file staat? Ondertussen betalen we ons blauw aan parkeergeld zonder een garantie op een parkeerplaats in onze eigen buurt.

De stadskas is leeg

De kapitalistische crisis weegt nu reeds zwaar op de budgetten van steden en gemeenten. De tientallen miljarden die de overheden moeten besparen zullen ook voelbaar worden op het lokale niveau.

Bovendien is het onduidelijk of de tien miljoen euro, die de Stad Gent jaarlijks uit het Stedenfonds krijgt, zal blijven bestaan. In 2008 kreeg de stad Gent nog meer dan 2,5 miljoen euro aan dividenden uitgekeerd via de Gemeentelijke Holding. Niet enkel valt dit jaarlijkse dividend weg, ook het geïnvesteerde kapitaal is verbrast in het bankencasino. De vraag of de stad dit had kunnen voorzien wordt beantwoord met de feiten: Frank Beke zetelde als burgemeester in het bestuur van Dexia. Aan een vergoeding van 34.000 euro per jaar.

Tussen 2007 en 2012 steeg de uitstaande schuld van de stad van 343 miljoen euro naar 514 miljoen (prognose). Of anders gezegd: een stijging van de schuldratio (uitstaande schuld tegenover de gewone ontvangsten) van 57% naar 74%. Op die leningen betalen we rente en deze zijn reeds goed voor 8,04% van de gewone ontvangsten, tegenover 6,66% in 2007. De werkingsreserves daalden in diezelfde periode van 127 miljoen euro naar 33 miljoen (een daling van 400%).

We kunnen dus niet anders dan concluderen dat de stadskas de laatste jaren alsmaar leger werd en de schuldenlast snel is gaan stijgen. Hoe zal de toekomstige bestuurscoalitie omgaan met deze erfenis? Op Vlaams en federaal niveau lijken alle klassieke partijen het erover eens dat de besparingsinspanningen bij de gewone bevolking moeten worden gelegd.

Een vermogensbelasting is onbespreekbaar. Aan de notionele intrestaftrek wordt niet geraakt. Ondertussen gaan de grootbanken en Electrabel vrijuit. De Gentse beleidspartijen, sp.a en VLD, delen al jaren lang mee de lakens uit op federaal en Vlaams niveau. Ze zijn dus zelf verantwoordelijk voor het liberale beleid die de overheid heeft uitgekleed en de steden en gemeenten nu verplicht om te besparen.

De officiële linkerzijde in de liberale ban van de Besparingslogica

Lokale politici durven vandaag wel eens te vertellen dat ze graag een sociaal beleid zouden voeren, indien ze daar de middelen voor zouden krijgen. Vele van die politici, zoals onze burgemeester Termont, zetelen in hun nationaal partijbestuur of nestelen zich graag in de zetel van één van de parlementen.

Waarom liggen zij niet dwars bij het invoeren van maatregelen als de notionele intrestaftrek of andere fiscale cadeaus. Deze liberale maatregelen hebben de laatste decennia immers een directe impact gehad op de dalende middelen voor alle overheden, ook die van steden en gemeenten.

De klassieke partijen, Groen incluis, roepen hard dat besparingen noodzakelijk zijn. Wie binnen de vrijmarktlogica blijft denken (en dus de onbelaste woekerwinsten en bonussen niet wenst aan te kaarten) kan niet anders dan ons allen doen bloeden voor een crisis waarvan het einde nog niet in zicht is. Laat staan de (sociale) eindfactuur.

Het nieuwe stadsbestuur moet vanaf nu een rebelse koers varen en zich verzetten tegen de besparingen die haar worden opgelegd door de dictatuur van de banken, de markten en de multinationals. Ze moet andere gemeentebesturen oproepen om samen front te vormen en weigeren de besparingslogica te slikken. Ze moet de bevolking sensibiliseren en mobiliseren om duidelijk te maken dat haar inwoners hun welvaart en welzijn niet zullen offeren op het altaar van de maximale winsten van een kleine groep.

Dat we een dergelijk beleid van de Open VLD niet mogen verwachten spreekt voor zich. Maar het kartelprogramma van sp.a en Groen zwijgt in alle talen over een kordate politiek tegenover de slinkende budgetten. Hoe gaat ze haar ambitie realiseren om van Gent ‘een sociale ecostad op mensenmaat’ te maken? Daar hebben wij nog steeds het raden naar.

Kartel maakt Groen monddood

Groen heeft zich de laatste 6 jaar opgeworpen als dé oppositiestem bij uitstek. Hun tussenkomsten in de gemeenteraad wezen het bestuur terecht op de sociale tweespalt in Gent. Ze confronteerden het schijnsocialisme met de gevolgen van prestigepolitiek en spektakeldrang, zoals ze het zelf beschreven in hun Groenkrant.

Het is een veelvuldig toegepaste strategie in Gent om kritische stemmen via pseudo-participatieve modellen te incorporeren in het beleid. Burgemeester Termont heeft nu zijn belangrijkste criticasters, en dan nog wel deze op zijn linkerflank, kunnen verleiden om het beleid te vervoegen. Hiermee dreigen de progressieve stemmen in één slag te worden doodgeknuffeld. De retoriek van Groen is sinds de aankondiging van het kartel reeds sterk gewijzigd. In hun meest recente krant spreken ze over ‘het wederzijdse respect en vertrouwen’, over ‘elkaar gevonden hebben vanuit onze sterktes’. Was de linkse kritiek slechts een tactiek om zich te positioneren op de politieke markt?

Nood aan een sterke en verenigde linkse oppositie in Gent

Het sp.a-Groen kartel maakt kans om Gent op 14 oktober op een speciale manier in de aandacht te brengen. Het kan de enige centrumstad in Vlaanderen worden waar ze samen een meerderheid vormen. Wellicht zal dit tot heel wat enthousiasme en (vooral) verwachtingen leiden. Sp.a zal haar liberale stadsbeleid niet meer kunnen verantwoorden door te wijzen naar hun coalitiepartner. Ze zal niet langer het excuus kunnen gebruiken dat men in een coalitie nu eenmaal compromissen moet sluiten.

Beide partijen hebben geen enkele indicatie gegeven dat ze bereid zijn te breken met de neoliberale logica en zullen naar onze mening de besparingspolitiek met een pseudo-sociale retoriek blijven verdedigen. Dit is op zijn minst zorgwekkend. Er dreigt daarom in de periode 2012-2018 een groot gevaar voor de linkerzijde. Een bestuur dat zichzelf als het meest linkse mogelijke omschrijft, zal zich meer dan waarschijnlijk een besparingspolitiek voeren op onze diensten en sociale projecten. De rechtse oppositie van VLD, N-VA, Vlaams Belang, CD&V en de Belfortploeg zullen garen spinnen door het bestuur te bekritiseren op haar asociale maatregelen. Wanneer de hoge verwachtingen (van de kiezer) naar een desillusie kenteren, krijgt vooral de harde rechtse oppositie een boulevard van mogelijkheden om Gent in 2018 op te zadelen met een liberaal-conservatieve meerderheid.

Volgens ons, ondertekenaars van deze opinietekst, is de grootste uitdaging voor 14 oktober een sterke linkse oppositie op te bouwen. Gent kent een grote, kritische en diverse groep van linkse en sociale activisten, organisaties, netwerken en individuen. Een verenigde linkse oppositie kan het kartel vóór de gemeenteraadsverkiezingen en vanaf dag één erna onder druk zetten en herinneren aan haar beloftes. Kritiek op het beleid mag geen monopolie van de rechtse oppositie worden.

Daar waar het bestuur faalt kan een linkse oppositie zich in woord en daad opwerpen als de meest consequente uitdager van het beleid. Dit oppositiewerk kan de basis vormen voor een brede coalitie van Gentenaars die willen dat leefbaarheid, huisvesting, armoede, werkgelegenheid, mobiliteit, … als drijfveer wordt geïnstalleerd in deze samenleving. Wij willen een echte rebelse stad met een visie op een sociale toekomst voor alle inwoners van deze stad én met een engagement om voor deze sociale toekomst een strijd te voeren. Zo’n rebelse stad zou in haar verzet tegen de kapitalistische besparingslogica een alternatief opbouwen die een enorme inspiratiebron zou vormen voor eenieder met diezelfde doelstellingen in andere steden en gemeenten.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop