Your cart is currently empty!
Oorlog tegen drugs faalt. Socialistische antwoorden op drugkwestie nodig
Vorige maand vroegen een aantal rechtse Latijns-Amerikaanse leiders een nieuwe aanpak tegenover de illegale drugindustrie die hun continent naar de vaantjes helpt. Ook in Australië waren er neoliberalen zoals de minister van buitenlandse zaken Bob Carr die de 30-jarige ‘oorlog tegen drugs’ als een mislukking omschreven en die oproept om over een nieuwe koers na te denken.
De Verenigde Naties becijferden dat de wereldwijde drughandel in 2003 goed was voor ongeveer 321,6 miljard Amerikaanse dollars. Dat komt overeen met bijna 1% van de totale wereldhandel. De illegale drugindustrie wordt gecontroleerd door brutale kartels die de telers van papaver en coca in landen als Afghanistan en Colombia armzalige lonen betalen, de producten afwerken en dan een leger van smokkelaars inzetten om de producten op de Westerse markten te verkopen door een ander leger van dealers.
In de eerste helft van de vorige eeuw waren drugs zoals cocaïne legaal en vrij te verkrijgen. Ze werden gebruikt als pijnstiller en waren zelfs terug te vinden in Coca Cola. In de loop van de 20ste eeuw werden wetten strenger waarbij een aantal drugs illegaal werden.
Een poging in de jaren 1920 om de meer populaire drug alcohol in de VS te verbieden, mislukte. Sindsdien werden alcohol en nicotine (de twee meest dodelijke drugs) legaal maar wel beperkt en met een stevige taks erop verkocht. Drugs zoals heroïne, cocaïne en cannabis werden minder gebruikt waardoor het gemakkelijker was om ze te verbieden.
In 1970 kwam de Amerikaanse president Nixon met zijn ‘Comprehensive Drug Abuse Prevention and Control Act’, een poging om de productie, toevoer en consumptie van illegale drugs uit te schakelen. Het was een poging om te antwoorden op de steile opmars van heroïne, in het bijzonder onder Amerikaanse soldaten in Vietnam waar de demoralisatie als gevolg van de falende en onrechtvaardige oorlog een rol speelde.
In de jaren 1980 was er Ronald Reagan die een ‘oorlog tegen drugs’ aankondigde. Het was niet in het minst een manier om de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Latijns-Amerika te versterken na de terugtrekking uit Vietnam. Op het hoogtepunt van deze ‘oorlog tegen drugs’ viel de VS in 1989 Panama binnen om president Noriega af te zetten. Noriega had volgens de VS een centrale rol gespeeld in de drugindustrie in de regio.
Dertig jaar later wordt erkend dat de ‘oorlog tegen drugs’ niet werkt. Er zijn meer druggebruikers dan ooit te voren. De criminalisering heeft geleid tot een explosie van het aantal veroordeelden. De VS vormen een extreem voorbeeld met 500.000 mensen die in de gevangenissen zitten als gevolg van drugs. In 1981 waren dat er 40.000. Delen van het noorden van Mexico vallen in de praktijk buiten de controle van de centrale overheid. Er vielen de afgelopen vijf jaar 47.000 doden, vaak op bloedige wijze omgebracht, in de drugoorlogen in Mexico.
De oproepen van Latijns-Amerikaanse leiders en van Bob Carr zijn puur pragmatisch. Ze willen de industrie uit de illegale sector halen om een ‘legale’ controle van de grote bedrijven op de productie, distributie en verkoop op te leggen. De overheid kan vervolgens hoge taksen invoeren, wat extra inkomsten voor de staatskas betekent. De krant ‘The Australian’ becijferde dat deze belastingen de regering tot 6 miljard Australische dollar per jaar kunnen opleveren.
De enorme kosten voor gevangenissen, politie en veiligheidsagenten in de strijd tegen drugs zouden beperkt kunnen worden. Voor neoliberalen is dat in besparingstijden een belangrijk argument. Het grootste probleem dat ze hebben om een beleidsverandering door te voeren op dit vlak, is het sociale conservatisme dat ze in het verleden zelf hebben opgezet om hun oude beleid een draagvlak en rechtvaardiging te bezorgen.
Voor socialisten is drugmisbruik een gezondheidsprobleem, geen kwestie van wet en orde. We steunen de eis van decriminalisering van druggebruik zodat miljoenen gewone mensen die door hun verslaving in de criminaliteit zitten daaruit te halen.
We denken dat de productie en verkoop van alcohol, tabak en drugs die vandaag illegaal zijn onder democratische gemeenschapscontrole moeten komen. Op die manier kan de kwaliteit van de producten worden gecontroleerd en is er controle mogelijk zodat het slechts in beperkte mate kan verkocht worden aan al wie een bepaalde leeftijd heeft.
Daarnaast pleiten we voor investeringen in onderwijs over de gevolgen van alcohol, tabak en drugs. We steunen een grotere medische begeleiding met programma’s om naalden in te wisselen en het opzetten van faciliteiten om verslaafden te begeleiden. Dat zou het aantal heroïnedoden drastisch naar beneden kunnen halen.
Wellicht zal er altijd wel een vorm van druggebruik bestaan. Maar in een socialistische samenleving waar de rijkdom ten dienste van de meerderheid staat en iedereen bijgevolg een toekomst heeft, zou er wel een scherpe afname zijn van het aantal mensen dat toevlucht zoekt in overmatig en bijzonder schadelijk druggebruik. De behoefte aan vormen van zelfmedicatie tegen de dagelijkse verschrikkingen onder het kapitalisme, zou op grote schaal worden uitgehold.