Tunesië. Bezetting van het plein voor het parlement

Terwijl de regeringsvorming in Tunesië leidt tot een nieuwe politieke crisis, is er ook een terugkeer van het straatprotest. De golf van stakingsacties en andere sociale protesten groeide aan na de verkiezingen. Het plein “Bardo”, tegenover het gebouw waar het nieuw verkozen parlement zal zetelen, werd een centraal verzamelpunt van alle woede en de politieke en sociale eisen van de Tunesische bevolking.

Door een correspondent in Tunis

Sinds afgelopen woensdag kwamen duizenden actievoerders bijeen om op het plein te protesteren. Sommigen hebben hun tenten opgesteld en voeren dagenlang actie op het plein. Het gaat onder meer om werklozen uit het mijnwerkersstadje Gafsa. Deze werklozen eisen werk. Er zijn ook studenten van de studentenvakbond UGET en leraars die protesteren tegen acties van religieuze fanatici op de universiteiten. Er zijn vrouwen die voor hun rechten opkomen, stakende arbeiders van de luchthaven van Monastir. Ouders van slachtoffers die vielen in de revolutie eisen gerechtigheid voor hun kinderen. Linkse groepen en tal van anderen zijn eveneens aanwezig op het plein.

Sommigen hebben gewoon genoeg van alle lege beloften. Ze hebben geen vertrouwen in de nieuwe politici om hun economische problemen op te lossen. Een jonge werkloze verklaarde dat hij op het Bardo-plein was “omdat ik werk wil zodat mijn gezin kan eten.” De werkloosheid neemt dramatische vormen aan en wordt erger met de dag. Zelfs de officiële verslagen bevestigen dat er sprake is van negatieve groei en een aanhoudende toename van het aantal werklozen.

Anderen zijn kwaad op de nieuwe machthebbers die de islamistische partij Ennahda naar voor wil schuiven, er wordt gevreesd dat dit kan leiden tot een terugkeer van de dictatuur. Ennahda heeft 89 zetels in het parlement en wil een enorme machtsconcentratie in handen van de verwachte nieuwe premier, de nummer twee van de partij Hamadi Jebali.

Er wordt ook gevreesd dat een aantal restrictieve regels zullen worden opgelegd, onder meer met het wetsvoorstel dat bepaalt dat een motie van wantrouwen tegen de nieuwe regering een 2/3 meerderheid zou vereisen. Dit zou Ennahda in de praktijk de mogelijkheid geven om de Grondwetgevende Vergadering te domineren met slechts 42% van de zetels. Een vertrouwensstemming zou hierdoor quasi onmogelijk worden. Dit wordt door heel wat betogers terecht afgedaan als een poging tot “grondwettelijke coup”. Hiermee zou de nieuwe heersende partij een voldoende meerderheid hebben om buitenlandse investeerders en grote kapitalistische landen gerust te stellen dat het aanhoudende protest in het land onder controle kan blijven.

Donderdag werden de betogers op het Bardo-plein vervoegd door een groot aantal professoren en personeelsleden van de universiteiten. Die volgden massaal de oproep voor een algemene staking in het volledige hoger onderwijs door de vakbond van het onderwijspersoneel (dat onderdeel vormt van de centrale UGTT federatie). Deze staking was een reactie op het groeiende aantal aanvallen van extremistische Salafisten op universiteiten. Afgelopen maandag werd een les in de faculteit van Letteren en Menswetenschappen aan de universiteit van Manouba (ten westen van Tunis) verstoord. De Salafisten eisten dat er niet langer gemengde lessen zouden zijn en ze eisten dat de vrouwelijke studenten een niqab zouden dragen. De salafisten hielden de rector van de universiteit gegijzeld alsook tal van andere professoren.

Potentieel voor massastrijd maar ook nieuwe gevaren

Een aantal betogers hebben de nieuwe protestactie de naam “Bardo 1” gegeven. Daarmee wordt verwezen naar de twee lange pleinbezettingen op het Kasbah-plein. Kasbah 1 en Kasbah 2 speelden eerder dit jaar een belangrijke rol in het omverwerpen van de overgangsregering van Mohammed Ghannouchi.

Er zijn gelijkenissen maar ook belangrijke verschillen. De sociale samenstelling van Bardo 1 is meer gemengd waarbij ook de betere middenklasse en liberale lagen aanwezig zijn op basis van een protest tegen de ‘politieke islam’ en voor de verdediging van het seculiere karakter van de staat. Deze betogers hebben geen banden met de sociale eisen die de belangrijkste bekommernis vormen van brede lagen van de bevolking, met inbegrip van de kiezers van Ennahda.

Op zaterdag was er een tegenbetoging van islamisten en aanhangers van Ennahda. Daarbij waren er zowat 3.000 tegenbetogers. Het vormde een waarschuwing voor het gevaar indien de enorme frustratie in de samenleving geen duidelijk klassenperspectief krijgt.

De gewone kiezers van Ennahda betoogden vreedzaam, maar er waren ook een aantal vervreemde en gemanipuleerde jongeren, wellicht werden sommigen betaald om aan de tegenbetoging deel te nemen. De rechtse fundamentalistische groep Hizb ut-Tahrir en andere Salafisten maakten van de gelegenheid gebruik om van de betoging een krachtmeting met de Bardo-actievoerders te maken. Er was een gespannen sfeer met een cordon van de politie tussen de twee groepen (zie foto hierboven). De spanningen waren de hele dag voelbaar, er werden confrontaties uitgelokt door fundamentalisten die met stenen en lege flessen naar de betogers gooiden. Daarbij vielen heel wat gewonden. Er waren nadien ook meerdere fysieke aanvallen op betogers.

Dit toont de gevaarlijke polarisatie die in Tunesië kan ontwikkelen als het onderliggende ongenoegen geen politieke uitdrukking krijgt. Een verenigde klassenstrijd is noodzakelijk. De strijd moet zich in de eerste plaats richten tegen armoede, werkloosheid en corruptie, tegen de overblijfselen van de dictatuur, voor democratische en vrouwenrechten, voor een volkstribunaal om de moordenaars van de martelaars van de revolutie te berechten,… Dat zijn elementen die de basis kunnen vormen voor een verenigde strijd en om de eenheid van de arbeiders, jongeren en armen tegen hun gezamenlijke kapitalistische vijand op te bouwen om zo een einde te kunnen maken aan de uitbuiting en de aanhoudende dominantie van de kapitalistische elite.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop