Your cart is currently empty!
Franstalig onderwijs op de rand van de afgrond, regering geeft het een extra duwtje…
De regering van de Federatie Wallonië-Brussel geleid door de MR en Les Engagés voert een Trumpiaanse aanval op het onderwijs door. 24 miljoen euro besparen op het technisch en beroepsonderwijs, afschaffen van de vaste benoeming van personeel, afbouw van de investeringen in infrastructuur. Het onderwijs is net als veel klassen waarin les gegeven wordt een bouwvallige constructie die niet veel nodig heeft om volledig in elkaar te storten. De regering kijkt niet gewoon toe, maar versnelt de instorting. De 48-urenstaking van 27-28 januari is niet enkel een uitdrukking van ontevredenheid, het is een noodkreet.
De lijst van maatregelen en voorstellen is verschrikkelijk. Voor de leerlingen van het technisch en beroepsonderwijs is er een daling van de middelen met 24 miljoen. Het 7de jaar beroepsopleiding wordt gestopt. Leerlingen die nog een 7e jaar volgen, krijgen geen diploma meer die hen toegang heeft tot hoger onderwijs. Het fonds voor infrastructuur zou het met 2% minder moeten doen. Het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs voor studenten van buiten België zou verdubbelen. We weten allemaal dat dergelijke verhogingen doorgaans een opstap zijn naar algemene verhogingen van het inschrijvingsgeld.
Het personeel botst op de afschaffing van de vaste benoeming, enkel wie nu al benoemd is kan die regeling nog genieten. Die wordt vervangen door een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, met een verhoging van de arbeidstijd met 2 uur per week. Heel wat onderwijzend personeel moet voor deze regering 2 uur extra per week werken, terwijl de werkdruk nu al onhoudbaar is. Het onderwijzend personeel zou langer dan 65 jaar mogen werken in alle functies. De regering wil op zoek gaan naar personeel uit andere sectoren, zoals de zij-instromers langs Nederlandstalige kant, zonder voorwaarden te stellen inzake opleiding. Tot slot zullen stagiairs meer ingezet worden om tekorten op te vangen. Gratis arbeid is altijd meegenomen, denken de ministers.
Alsof dit nog niet erg genoeg is, dringen dezelfde partijen op federaal niveau aan op de vorming van een harde besparingsregering. Arizona betekent een frontale aanval op de pensioenen in het onderwijs. De pensioenen van statutaire zouden niet langer berekend worden op het gemiddelde van de laatste 10 loopbaanjaren. Dat zou vanaf 2027 elk jaar met een jaar verlengd worden, tot het om 45 jaar gaat in 2062. De aanpassing van de tantième, de breuk waarmee het onderwijspensioen wordt berekend, van 1/55 naar 1/60 betekent een lager pensioenbedrag en een grotere druk om langer aan de slag te blijven. Het doel is een loopbaan van 45 jaar. De Nederlandstalige onderwijsbond COC berekende dat een modale leerkracht met een volledige loopbaan van 40 jaar ongeveer 15% van het nettopensioen zou inleveren.
Dit is een aanval op heel het onderwijs. Het verzet opbouwen in het onderwijs, dit koppelen aan de strijd van de Nederlandstalige collega’s en de algemene vakbondsacties, is nodig. Dit vereist een verderzetting en uitbreiding van de algemene vergaderingen om de collega’s in actie te houden, hen toe te laten om de voorstellen en het programma te bespreken, alsook de strategie om te winnen. Degelijk onderwijs betekent kleinere klassen (maximaal 15 leerlingen), een massale aanwerving van personeel, kwaliteitsvolle infrastructuur en volledig gratis onderwijs. Er is geld genoeg om dit te realiseren, een belasting op de grote vermogens kan 10 miljard euro per jaar opbrengen.
Na de betoging op 27 januari en staking op 28 januari, is er op 13 februari de grote betoging tegen Arizona. Op 13 januari kwam het Nederlandstalig onderwijspersoneel massaal op straat, op 13 februari kunnen we samen protesteren en de volgende stappen in onze acties voorbereiden. Deze strijd is existentieel voor het onderwijs, we moeten ze dus zo sterk mogelijk voeren.
Om deze strijd succesvol te laten zijn, moeten we hem koppelen aan offensieve eisen die duidelijk maken dat het in de eerste plaats gaat om de toekomst van de jongere generaties en het emancipatoire onderwijs dat zij verdienen: met kleinere klassen (waar het niet binnen regent…) en voldoende onderwijzend personeel met arbeidsomstandigheden die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van leerlingen. Laten we de aanvallen afslaan en vechten voor meer middelen, vooral voor meer collega’s!