Tag: Studio 100

  • 6,57 euro per uur: legale slavernij in België is geen pretje

    Plopsaland. Foto: Wikimedia
    Plopsaland. Foto: Wikimedia

    Pretpark Plopsaland is eigendom van Studio 100 waar recent een van de managers met enkele miljoenen ging lopen. Vanwaar die miljoenen komen, is ook duidelijk: een uitgeslepen commerciële strategie gekoppeld aan lage lonen voor personeel. Het pretpark erkent dat het jobstudenten de wettelijke minima betaalt. Voor een 16-jarige is dat 6,57 euro per uur. Volgens een woordvoerder van Plopsaland staat daar tegenover dat het bedrijf wel flexibel is als zo’n jongere  naar een festival wil. Flexibel zoals in: ‘je moet wel de rest van de maand werken om een duur festivalticket te kunnen betalen.’ Neen, voor het inkomen van een 16-jarige jobstudent is Plopsaland geen pretpark.

    De lonen van jobstudenten zijn erg verschillend. In de horeca en pretparken zijn er erg lage minima: 6,57 per uur voor een 16-jarige, 7,07 per uur voor een 17-jarige en 9,30 euro per uur vanaf 18 jaar. Volgens uitzendketen Manpower ligt het gemiddelde op 10,46 euro per uur. Daarbij wordt uiteraard geen rekening gehouden met zwartwerk waarbij vaak nog minder dan het minimumloon wordt betaald. Voor jobstudenten is dat weinig. Voor de werkgevers is het des te minder omdat er geen sociale zekerheidsbijdrage op betaald moet worden. Bruto en netto zijn bijna gelijk. Hetzelfde zien we bij de zogenaamde flexi-jobs in de horeca waarvan er dit jaar al 10.000 tot stand kwamen. Het gaat om erg lage lonen waarbij bovendien amper iets aan de gemeenschap wordt afgedragen. Anders gezegd: de lageloonsector kent een sterke opmars.

    De regering besliste om het aantal uren dat jobstudenten mogen werken op te trekken tot 475 uur per jaar. Open VLD wilde nog verder gaan tot 550 uur. Volgens Benoit Lannoo, een voormalige woordvoerder van Milquet (CDH) dient deze maatregel “alleen om de patroons met nog flexibelere arbeid te verwennen.” Het heeft niets te maken met studenten meer mogelijkheden bieden om bij te verdienen. Althans niet voor henzelf, het beleid waarbij onder meer de inschrijvingsgelden opgetrokken worden lijkt wel gericht op het noodzakelijk maken van meer studentenarbeid om te kunnen studeren. Het voornaamste doel is het aanbieden van steeds goedkopere laaggeschoolde werkkrachten. Nochtans zijn er heel veel werkloze laaggeschoolden.

    Benoit Lannoo haalde in een opiniestuk op deredactie.be (8 juli) scherp uit: “Er zijn in ons land duizenden laaggeschoolde werkzoekenden. Een studie van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid becijferde onlangs hun aantal: “Terwijl de globale tewerkstellingsgraad in ons land in 2015 met 67,5 procent op het niveau van de vorige jaren bleef, daalde de tewerkstellingsgraad van personen met een laag opleidingsniveau – ook in Vlaanderen en in Wallonië afzonderlijk – van 49 procent in 2007 tot 45 procent in 2015.” Laat het nu net die personen met laag opleidingsniveau zijn die straks door nog meer en nog flexibelere studenten uit de markt geconcurreerd worden. Welke horeca-baas steekt nog tijd in een laaggeschoolde kracht die hij op het werk moet coachen, als hij voor minder socialezekerheidsbijdragen de eerste de beste student kan bellen zodra het twee uurtjes lang drukker wordt?”

    Volgens Lannoo zal de aanpassing van de regeling van studentenarbeid 8.000 reguliere jobs kosten. Hij merkt nog op dat er van sociaal overleg geen sprake meer is: “Vroeger moesten de patroons en middenstanders geduldig sociaal overleg doorstaan; nu krijgen ze van de regering-Michel “for free” wat ze willen.”

    Vaak wordt sociaal verzet tegen het asociaal beleid voorgesteld als iets van oudere generaties die voor hun privileges opkomen waarbij ze jongeren geen toekomst gunnen. Nu blijkt echter dat het beleid jongeren erg hard treft. Zo raakte eerder bekend dat het aantal leefloners vorig jaar gestegen is met 13,2% tot maar liefst 116.146. Daarvan is 30,9% jonger dan 25 jaar. “Het is schrijnend vast te stellen dat vooral de groep jongeren het zwaarst getroffen wordt. Dit kan een zware hypotheek leggen op hun toekomst”, aldus Julien Van Geertsom van de federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie.

    In de laagst betaalde sector van het land, de horeca waar niet toevallig de flexijobs hun intrede hebben gedaan, is de gemiddelde leeftijd van het personeel ook het laagste van allemaal. Een horeca-werknemer is gemiddeld 34,8 jaar jong. Jongeren komen dus gemakkelijk in flexibele en onzekere jobs terecht, tijdens hun studententijd worden ze daar al voor klaargestoomd. Dat is de enige soort jobs voor de meerderheid van de bevolking die onder het kapitalisme gecreëerd worden vandaag. En zelfs die zijn niet voor iedereen toegankelijk, wie  uit de boot valt komt bij het OCMW terecht.

    Dit asociale beleid ontzegt jongeren hun toekomst. Hoog tijd om daar verandering in te brengen. Niet door studentenarbeid te verbieden uiteraard, studenten mogen gerust wat bijverdienen. Maar waarom kan dit niet aan de voorwaarden van gewone werkenden? Als daarnaast nog maatregelen genomen worden om het onderwijs gratis en toegankelijk te maken voor iedereen en ook om ontspanningsmogelijkheden betaalbaar te maken in plaats van multinationals woekerwinsten te laten maken op onder meer onze festivals, dan kan de zomer voor jongeren helemaal niet meer stuk. Laat jongeren in de zomer ook wat genieten en vooral: laat ons samen, jong en oud, strijden voor een betere toekomst voor jongeren. Daarbij moeten we actief ingaan tegen het asociale beleid van de huidige regeringen.

  • Wat niet in het nieuws kwam: de lonen bij Plopsaland

    Managers die zichzelf miljoenen uitkeren, vragen flexibel personeel dat aan 9,34 euro bruto per uur werkt

    Voor de verkiezingen was er in het debat over werkgelegenheid de voor de patronale partijen welkome reactie van Plopsaland dat beweerde dat het moeite had om gemotiveerd personeel te vinden. Dit werd gebruikt om de stelling te onderbouwen dat wie werk zoekt nu eenmaal werk vindt en dat wie geen werk heeft bijgevolg na twee of drie jaar mag geschrapt worden. Werkloosheid zou met andere woorden de schuld van de werklozen zelf zijn.

    Dat argument hebben we al beantwoord op deze site. Op 21 mei schreven we in dit artikel: “In de database van VDAB staan momenteel in ons land 90.547 openstaande vacatures. In april 2014 ontving de VDAB 21.043 vacatures en over een periode van een jaar gaat het om 237.163 vacatures. Daar tegenover staan in Vlaanderen alleen 224.790 niet-werkende werkzoekenden of 14.614 meer dan een jaar geleden en meer dan 40.000 daarvan zijn jongeren. In heel het land zijn er volgens de RVA 359.317 niet-werkende werkzoekenden met een RVA-uitkering en 202.518 tijdelijk werklozen. Alles samen waren er in maart 2014 669.032 “vergoede werklozen” in ons land, waarvan 309.886 in Vlaanderen. 669.032 vergoede werklozen, tegenover 90.547 openstaande vacatures. Zelfs een rekenwonder als Philip Muyters moet beseffen dat er daar een zekere scheeftrekking in zit.”

    In het geval van Plopsaland wijst het ACV op zijn website op nog een belangrijk en specifiek element dat eigen is aan het bedrijf zelf. De centrale ACV-propagandist voor Plopsaland wijst op de wel erg lage lonen met bruto amper 9,34 euro voor een 21-jarige. Hij stelt: “Enkele jaren geleden werd het paritair comité 333 toeristische attracties opgericht. De enige bedoeling vanuit werkgeverszijde was om een manier te vinden om hun lonen onder het gewaarborgd minimum maandinkomen te laten zakken. Dit is dankzij een harde opstelling van de vakbonden niet gelukt. Toch blijven de lonen extreem laag. Het bruto-uurloon voor een 21-jarige in de categorie 1 (basismedewerker attractiebedienaar, onderhoud, toegangscontrole) bedraagt 9,34 euro bruto. Als we dit vergelijken met de lonen in de horeca zijn dit erg lage lonen.”

    Bovendien wordt een extreme flexibiliteit geëist. “Van de jobstudenten en uitzendkrachten wordt een steeds grotere flexibiliteit verwacht. Deze mensen worden vaak op het laatste moment opgebeld om te melden dat ze niet moeten komen werken of dat ze na 3 uur al terug naar huis mogen. Dit is de echte reden waarom veel mensen afhaken.” Bovendien wijzen de ACV-Jongeren er op dat jobstudenten die solliciteren te horen krijgen dat ze op een wachtlijst staan en dus niet zeker aan de slag kunnen. Weinig studenten kiezen er voor om verschillende opeenvolgende jaren bij Plopsaland te werken.

    Het bedrijf Studio 100 zag de afgelopen jaren de omzet sterk toenemen, onder meer door snel stijgende bezoekersaantallen in Plopsaland. Waar personeelsleden 9,34 euro per uur krijgen, zijn de cijfers voor de aandeelhouders van een andere orde. Op een omzet van 153 miljoen euro in 2012 werd een brutowinst van 41 miljoen euro geboekt (27%). Vooral in de pretparken wordt heel wat winst geboekt, de brutowinstmarge (voor betaling van belastingen en afschrijvingen) bedroeg er in 2012 maar liefst 35%.

    De centrale managers, Hans Bourlon en Gert Verhulst, kwamen eerder dit jaar in het nieuws met een onderzoek door de belastingdiensten naar een kapitaalvermindering van 12,1 miljoen euro die in feite een dividend zou geweest zijn waarop wel belastingen hadden moeten betaald worden. Los van de discussie over de fiscale afwikkeling geeft het bedrag aan welke sommen ze zichzelf toekennen. Een kleine rekenoefening maakt duidelijk dat een 21-jarige jobstudent ruim 300 jaar bij Plopsaland zou moeten werken om evenveel te verdienen als een van de twee managers van Studio 100.

    Als Plopsaland gemakkelijker personeel wil vinden, moet het misschien eens proberen met betere lonen en arbeidsvoorwaarden.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop