Tag: Nelson Mandela

  • Na Nelson Mandela, de strijd voor vrijheid en gelijkheid verderzetten

    Nelson Rolihlahla Mandela wordt terecht wereldwijd gezien als een historische staatsman die net als bijvoorbeeld Martin Luther King geschiedenis heeft geschreven. Hij wordt erkend voor zijn rol in de nederlaag van een van de meest gehate regimes op de planeet en een van de brutaalste vormen van onderdrukking en uitbuiting. Hij kreeg een heldenstatus, niet in het minst omdat hij in de praktijk een enorme zelfopoffering aan de dag legde voor een nobel doel, de nationale bevrijding van de zwarte meerderheid. Die zelfopoffering werd samengevat in zijn verklaring tijdens de Treason Trial toen Mandela veroordeeld werd. Hij verklaarde toen dat de strijd tegen racisme voor hem een principe was waar hij “indien nodig” voor wou sterven.

    Dossier door Weizmann Hamilton en Thamsanga Dumezweni, Democratic Socialist Movement

    De bereidheid van Mandela om de ultieme zelfopoffering te maken voor de geode zaak, beperkte zich niet tot woorden. Hij was persoonlijk betrokken bij het opzetten van de gewapende vleugel van het ANC, de Umkhonto we Sizwe (MK), en trok in het grootste geheim naar landen als Algerije om er steun te zoeken voor de gewapende strijd. Mandela werd de eerste commandant van de MK.

    Hij weigerde koppig iedere vorm van compromis met het apartheidsregime in ruil voor zijn vrijlating. Hij bleef 27 jaar in de gevangenis. Dat versterkte zijn beeld als een man van principes en integriteit, van iemand die toegewijd was aan de bevolking. Dat staat overigens in een schril contrast met de huidige principeloze, corrupte politieke elite waarvan velen vinden dat ze de erfenis van Mandela besmeuren.

    De huidige ANC-leiding stelt de nederlaag van het apartheidsregime ten onrechte voor als het min of meer onvermijdbare hoogtepunt van de honderdjarige strijd van de oudste bevrijdingsbeweging op het continent. Op vlak van betrokkenheid, politieke en ideologische posities, strategie en tactieken, was het ANC onder Mandela het sterkst ingeplant onder de massa’s.

    Mandela verandert het ANC

    Als deel van de nieuwe generatie van jonge leiders in de jaren 1940 waren Mandela en zijn kameraden, vooral Walter Sisulu en Oliver Tambo, geïnspireerd door de koloniale revolutie die het imperialisme op het einde van de Tweede Wereldoorlog op haar grondvesten deed daveren. De nieuwe generatie bracht een nieuwe wind in het ANC dat voorheen vastberaden was om dezelfde weg te blijven bewandelen, met name het opstellen van smeekbedes aan de Britse koningin om de zwarte onderdrukten te bevrijden. Daarbij werd steeds trouw gezworen aan de koningin en het Britse rijk.

    Van een organisatie waarvan de actiemethoden beperkt waren tot smeekbedes en petities, vormden Mandela en zijn kameraden die de controle over de ANC Youth League verkregen het ANC om tot een organisatie die zijn doelstellingen wilde bereiken op basis van massale acties – campagnes van burgerlijke ongehoorzaamheid, het boycotten van bussen, protestacties tegen de paspoortcontroles, stakingsacties,…

    Van hieruit werd het Freedom Charter aangenomen. Dat programma omvatte radicale eisen die uitdrukking gaven van de klassenbenadering en betrokkenheid van de arbeidersbeweging in het ANC, terwijl de leiding voor Mandela zich ver van de arbeidersbeweging weg hield. Vanaf dan tot aan de bevrijding in 1994 was het mogelijk om de tegengestelde klassenbelangen van de werkende bevolking en die van de middenklasse – die klaar stond om de rol van zwarte kapitalistische klasse op te nemen – te verenigen in een organisatie omdat beide groepen onderdrukt werden door de blanke minderheid. Ze werden verenigd door een programma en gezamenlijke betrokkenheid in de strijd tegen het blanke minderheidsregime. De klassenverschillen waren niet van belang… tot het wel van belang was. Dat was op het moment dat het erop aankwam om het Freedom Charter ook effectief in de praktijk om te zetten.

    Bij de komende verkiezingen in 2014 zal het twintig jaar geleden zijn dat de apartheid ten einde kwam. De historische verkiezingen van 1994 stonden symbool voor de triomf van de nationale bevrijdingsstrijd. Het juk van de raciale onderdrukking werd verworpen en de deuren gingen open voor een samenleving waarin zwarte mensen op gelijke hoogte werden geplaatst als de blanken. Gerustgesteld door de belofte van een beter leven voor iedereen en door de kracht van hun aantal, ging de zwarte meerderheid mee met de genereuze opstelling van Mandela tegenover de blanke minderheid. De leiding van Mandela werd gezien als verantwoordelijk voor het vermijden van de raciale burgeroorlog die velen voor onvermijdelijk hadden gehouden.

    Met een leiding die zich had bewezen en schijnbaar aan één zeel trok om de bevolking naar de vrijheid te brengen, werd er niet aan getwijfeld dat de belofte voor een beter leven effectief zou waargemaakt worden. Onder Mandela’s leiding werd een nieuwe democratische structuur opgezet die omschreven wordt als de meest progressieve grondwet die de wereld kende. Op die basis zou er een nieuwe ‘regenboognatie’ ontstaan zonder raciale onderdrukking en wat daarmee gepaard ging – armoede, analfabetisme, ziektes, dakloosheid,… Dat alles zou tot de geschiedenis behoren. In het nieuwe Zuid-Afrika zou iedereen gelijke kansen hebben en het zou een land zijn dat ‘verenigd is in haar diversiteit’.

    De werkelijkheid zag er anders uit

    Nu Zuid-Afrika bijna 20 jaar democratie kent, ziet de werkelijkheid er anders uit dan wat beloofd werd ten tijde van het onderhandelde politieke akkoord begin jaren 1990. Het racistische bewind van FW De Klerk moest de baan ruimen voor de politieke macht van het ANC en sindsdien haalde het ANC telkens opnieuw grote meerderheden bij de verkiezingen. Maar voor de overgrote meerderheid van de bevolking is er weinig verandering gekomen.

    Bij de eerbetonen aan Mandela nu hij overladen is, wordt geprobeerd om de tegengestelde klassenbelangen te overstijgen in wat wordt voorgesteld als een gezamenlijk eerbetoon van een verenigde natie. De ‘natie’ die Mandela heeft achtergelaten, is nog steeds even onafgewerkt als ze was voor het einde van de apartheid. Er zijn twee centrale sociale krachten, de arbeidersklasse aan de ene kant en de kapitalistische klasse aan de andere kant. Zuid-Afrika staat bekend als een van de meest ongelijke samenlevingen ter wereld. Er zijn maar liefst 8 miljoen werklozen, 12 miljoen mensen gaan met honger naar bed, miljoenen mensen hebben geen toegang tot degelijk onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting.

    De heersende ANC-elite vertoont dezelfde kenmerken als de elite die het verving, er is corruptie en de elite is niet in staat om de onstilbare honger voor zelfverrijking en macht aan banden te leggen. Erger nog is dat de vertegenwoordigers van de elite het apartheidsregime terecht bekritiseerden voor de misdaden tegen de mensheid, maar zelf steeds meer overgaan tot gelijkaardige methoden. Het regime verstopt zich achter repressieve wetgeving als de Secrecy Act, de National Key Points Act en de Traditional Courts Bill om de greep op de macht in stand te houden en gelijkaardige repressie toe te passen als in de donkere dagen van de apartheid.

    De dromen van gelijkheid en welvaart voor de massa’s werden niet gerealiseerd, de voordelen van de democratie bleven beperkt tot een erg kleine minderheid. In plaats van de beloofde regenboognatie van gelijken, lijkt Zuid-Afrika vandaag volgens Gwede Mantashe, de algemeen-secretaris van het ANC, meer op een ‘Irish Coffee’. Onderaan is het zwart en bovenaan is er een dun laagje van blanke slagroom met wat chocoladeschilfers.

    Ook in de gevestigde media wordt gesteld dat de opvolgers van Mandela aan de top van het ANC veraf staan van waar Mandela voor stond en in zekere zin afbreuk doen aan de erfenis van Mandela. Ze willen ons laten geloven dat Zuid-Afrika misschien niet het land van onze dromen zou geweest zijn, maar toch alleszins een betere plaats dan vandaag, indien de opvolgers van Mandela in zijn voetsporen waren gestapt. In werkelijkheid is dat nochtans wat ze deden, toch inzake de fundamentele elementen van het beleid waar het 20-jarige ANC-bewind zich op heeft gebaseerd.

    Mandela en GEAR

    Mandela speelde een beslissende rol in het verlaten van het Freedom Charter en alles wat voorheen heilig was voor het ANC. Een beslissende breuk kwam er met het Growth, Employment and Redistribution (Gear) programma in 1996. Gear zou de ANC-regering naar een openlijke confrontatie met de arbeidersklasse brengen, zowel op de werkvloer, in de townships, in de krottenwijken en in de scholen. Het zorgde voor de eerste ernstige strubbelingen in de Tripartite Alliantie (van ANC, vakbondsfederatie COSATU en de communistische partij SACP). Het verschil tussen het bewind onder Mandela en dat onder zijn opvolgers is er vooral een van stijl en niet zozeer van inhoud.

    Het is niet volledig terecht dat vooral Mbeki, die zichzelf trots een aanhanger van Thatcher verklaarde, persoonlijk met Gear werd geassocieerd. Gear werd aangenomen toen Mandela president was. Mbeki stond vooraan in het toepassen van Gear, maar hij deed dit met de volle steun van Mandela en de rest van de ANC-leiding, met inbegrip van de SACP.

    In de periode tussen zijn vrijlating in 1990 en het aan de macht komen van het ANC vier jaar later, veranderde het standpunt van Mandela van het strikt volgen van het Freedom Charter met een herbevestiging van de eisen inzake nationalisatie die centraal stonden in het ANC-programma tot een verklaring dat privatiseringen voortaan het centrale uitgangspunt van het ANC vormden. Dit gebeurde nog voor het ANC in het parlement kwam en nog voor er van Gear sprake was. Mandela bracht het ANC aan de macht met de belofte van jobs voor iedereen. Dezelfde Mandela verklaarde in het parlement nadat Gear werd aangenomen dat de ANC-regering geen ‘werkgelegenheidsbureau’ was.

    Bij deze fundamentele verandering, in feite een harttransplantatie, heeft dokter Mandela de patiënt niet geraadpleegd. Het aannemen van het Freedom Charter was het resultaat van het meest democratische proces in de geschiedenis van het ANC, het aannemen van Gear gebeurde bijzonder ondemocratisch.

    Het Freedom Charter was het resultaat van de inbreng van duizenden arbeiders in de steden en op het platteland. Het bevatte de bekommernissen van duizenden mensen die voorstellen deden, dit op papier zetten en indienden op een volkscongres zodat het in het uiteindelijke programma kon komen. Gear daarentegen werd achter de schermen ontwikkeld. Niet alleen gebeurde dit zonder betrokkenheid en inspraak van de leden, zelfs de meeste ANC-ministers waren er niet bij betrokken. Het werd aangenomen en doorgevoerd in 1996, maar pas op de ANC-conferentie van 1997 in Mafikeng werd het besproken. Toen was het een voldongen feit dat al was opgelegd door de grote bedrijven.

    Ronnie Kasrils, een vroegere leider van de MK, lid van het centraal comité van de SACP en minister van veiligheid, erkende in een bijzonder eerlijke uitlating dat het ANC onder de leiding van Mandela de ‘armsten van de armsten’ heeft verraden aan het binnenlandse kapitaal en het imperialisme.

    Zaken doen met Mandela

    Kasrils verwijst ook naar Sampie Terreblanche van de Stellenbosch universiteit: “tegen eind 1993 werd de strategie van de big business – waarvan de eerste plannen in 1991 werden opgemaakt in de residentie van de mijnbaas Harry Oppenheimer in Johannesburg – gefinaliseerd in geheime nachtelijke discussies op de Ontwikkelingsbank van Zuid Afrika. Onder de aanwezigen de leiders van de mineralen en energiesectoren, de bazen van Britse en Amerikaanse bedrijven met een Zuid-Afrikaanse vestiging…”

    Wat was het resultaat van deze nachtelijke discussies? Kasrils onthult: “De nationalisatie van de mijnen en de top van de economie, zoals vooropgesteld in het Freedom Charter, werd achterwege gelaten.” Kasrils beschrijft hoe de ANC-leiding toegaf aan het binnenlandse kapitaal en het imperialisme: “Het ANC aanvaardde verantwoordelijkheid voor een grote publieke schuld van het apartheidsregime… Een vermogenstaks op de superrijken om ontwikkeling te financieren werd naar de vergeethoek verbannen, binnenlandse en internationale bedrijven die zich verrijkten onder de apartheid moesten geen financiële compensatie betalen. Er werden bijzonder strakke begrotingsverplichtingen opgelegd waarbij iedere toekomstige regering met de handen op de rug zou gebonden worden. Er waren verplichtingen om een vrijhandelsbeleid te voeren en alle vormen van tariefbescherming af te schaffen, de neoliberale fundamenten van de vrijhandel werden aanvaard.”

    Als de ANC-leiding nadien ontgoocheld was door de grondwet en zelfs een groeiende ergernis vertoonde tegenover de parlementaire democratie zelf, dan lag de basis hiervoor bij de manier waarop ze hun eigen interne democratie aan de kant hadden geschoven. In tegenstelling tot de propaganda van het oude regime was de ANC-leiding, ondanks de nauwe banden met de SACP, nooit aangetast door de “ziekte” van het communisme.

    Ten onrechte wordt het voorgesteld als zou de ideologische positie van Mbeki fundamenteel anders zijn dan die van Mandela. Mbeki wees erop dat Mandela en het ANC niet voor een socialistisch programma stonden, zo stelde hij dat Mandela benadrukte dat het Freedom Charter “zeker geen blauwdruk voor een socialistische staat is.” En nog: “Het roept op voor de herverdeling, maar niet de nationalisatie, van de grond. Het komt op voor de nationalisatie van de mijnen, banken en de industriële monopolies omdat die grote bedrijven slechts door een ras gecontroleerd worden. Zonder de nationalisatie zou de raciale dominantie verdergaan, zelfs indien de politieke macht werd gedeeld.” Dit standpunt van Mandela werd meermaals herhaald, dat gebeurde al in 1956, amper een jaar nadat het Freedom Charter werd aangenomen.

    De eis van het ANC voor de nationalisatie was nooit onderdeel van een programma om het kapitalisme af te schaffen. Het werd gezien als een manier om met de staat de ontwikkeling van een zwarte kapitalistische klasse te versnellen, net zoals dat voorheen gebeurde voor de ontwikkeling van een Afrikaner burgerij.

    Zoals Mandela verklaarde toen hij in 1964 voor de rechtbank verscheen: “Het beleid van het ANC [inzake nationalisatie] stemt overeen met het oude beleid van de huidige Nationale Partij die in haar programma jarenlang opkwam voor de nationalisatie van de goudmijnen omdat die in handen waren van buitenlands kapitaal.”

    Mandela voor de verkiezingen

    Het ANC is niet op het huidige punt gekomen omdat de partij op een zijspoor van het historische pad werd gezet, maar wel omdat dit is waar het gezien de geschiedenis, het sociale karakter en de historische doelstellingen altijd naar toe is gegaan. Het feit dat het ANC het mandaat van het volkscongres en het Freedom Charter achter zich heeft gelaten, was daar geen afwijking van. Het was de vervulling van het historische doel van het ANC.

    Dat was al aanwezig in de toespraak van Mandela tijdens de Treason Trial toen hij aangaf dat de leiding bereid was om toe te geven op het fundamentele principe van één stem per persoon in de vorm van slechts een beperkt aantal voorbehouden zetels voor zwarten gedurende een bepaalde periode waarna dit aantal gedurende volgens een vast ritme zou kunnen toenemen.

    Het werd ook bevestigd toen er al in 1985 geheime onderhandelingen waren met de veiligheidsdiensten van het apartheidsregime, onderhandelingen waar Mandela geen mandaat voor had van zijn eigen organisatie. De “onderhandelingen over onderhandelingen” die daarop volgden, kwamen er na gesprekken met leden van het politieke establishment in 1987 in Dakar, Senegal. De gewapende strijd werd stopgezet zonder enige raadpleging van de kaders van de MK en zelfs niet met Chris Hani. Deze plotse stopzetting bevestigde dat de gewapende strijd slechts werd gezien als een tactiek om het regime aan de onderhandelingstafel te dwingen.

    De Nobelprijs werd aan Mandela en De Klerk toegekend om de mythe te vestigen dat het onderhandelde akkoord het resultaat was van plotse bekering van het door Afrikaner geleide kapitalistische establishment en de ANC-leiding onder Mandela die grootmoedig was in haar overwinning. Maar zelfs Mandela moest toegeven dat het land niet door hem of de ANC-leiding werd bevrijd, maar wel door de werkende massa’s zelf.

    Het imperialisme en het Zuid-Afrikaanse kapitalistische establishment zetten grote druk op het apartheidsregime om met het ANC te onderhandelen. Dat was omdat ze begrepen dat de massastrijd – van de stakingen in Natal in 1973 tot de jongerenopstand van 1976 of de opstandige beweging van de jaren 1980 met een socialistisch bewustzijn onder de arbeiders van Cosatu – een dodelijke bedreiging voor hun systeem vormde.

    Indien het blanke minderheidsregime was omvergeworpen door een opstand van de massa’s, dan was de toekomst van het kapitalisme zelf bedreigd. De onderhandelingen achter de schermen overtuigden bovendien de meer vooruitkijkende strategen van het kapitaal. Ze beseften dat Mandela een man was met wie ze zaken konden doen. Mandela had nooit gezegd dat hij voor de afschaffing van het kapitalisme was. Zijn probleem was niet het kapitalisme op zich, maar wel een kapitalisme dat het ene ras boven het andere plaatst. De ANC-leiding had nooit als doel om de Zuid-Afrikaanse samenleving volledig te veranderen. In plaats van het kapitalisme omver te werpen, werd gezocht naar een manier om er deel van te worden.

    Nu het kapitalisme zich in een van de diepste crises sinds de jaren 1930 bevindt, wordt steeds duidelijker dat deze kapitalistische regering de verwachtingen van de bevolking niet kan inlossen. De crisis van het kapitalisme komt nu ook tot uiting in het ANC zelf.

    Nieuwe arbeiderspartij

    Het toeval wil dat er een zekere symmetrie zit in de levenscyclus van de partij die hij zo heldhaftig heeft geleid en zijn eigen leven. Het heengaan van Mandela lijkt samen te gaan met de implosie van het ANC zelf. De cohesie van de partij brokkelt snel af, na het overlijden van Mandela zal dit enkel sneller gaan. Met Mandela worden de laatste overblijfselen van het ANC als bevrijdingsorganisatie ten grave gedragen.

    De kapitalistische klasse vreest politieke onstabiliteit. De werkende klasse werd wakker met geweerschoten in Marikana. De partij die de werkende bevolking zo lang zag als haar partij, bleek een partij van de bazen te zijn.

    Wat in feite gebeurde met het einde van de apartheid was een verandering van de politieke kapiteins van het kapitalisme. De racistische blanke regering werd vervangen door een niet-racistische democratisch verkozen regering die zich op de zwarte meerderheid baseerde.

    De vestiging van de Workers and Socialist Party (WASP) vandaag is een historische stap vooruit. De werkende klasse eist haar politieke afhankelijkheid op en bevrijdt zich van de ideologische en politieke gevangenis van het ANC en de tripartite alliantie die bijna 20 jaar geleden werd opgezet.

    De mars naar een socialistisch Zuid-Afrika werd na 1994 op een zijspoor gezet, maar vandaag hervatten we deze mars. De kapitalisten en hun woordvoerders hebben gelijk als ze bezorgd zijn omwille van de dood van Mandela. Sommigen van hen blinken nu uit in het laten van krokodillentranen, maar ze zijn erg bang omdat hun systeem steeds meer in vraag wordt gesteld.

    Het ANC is bijna twintig jaar aan de macht. In die periode hebben we de brutaliteit van het kapitalisme gezien met enorme armoede, werkloosheid en ongelijkheid. De ANC-leiding bestempelt die drie elementen als de drievoudige uitdaging. Maar onder het kapitalisme kunnen ze er geen antwoord op bieden.

    Enkel onder het socialisme kunnen de arbeiders de samenleving hiervan bevrijden. De arbeiders en jongeren kunnen daarbij best het voorbeeld van Mandela volgen inzake zelfopoffering en vastberadenheid in de strijd. Maar we moeten ook leren dat in onze strijd een compromis met de klassenvijand ontoelaatbaar is omdat het steeds leidt tot het verraad van de massa’s aangezien het kapitalisme hun hoop en verwachtingen niet kan inlossen.

    We moeten ook de les trekken dat de arbeidersklasse zich moet baseren op een eigen onafhankelijke politieke leiding, organisaties en een programma gericht op maatschappijverandering in het belang van de werkende bevolking en de armen. Dat is onderdeel van de strijd voor een socialistisch Zuid-Afrika en een socialistische wereld.

  • Mandela’s strijd om de macht en het tragische lot van zijn partij

    [Interview]

    Mandela’s strijd om de macht en het tragische lot van zijn partij

    Deze week overleed Nelson Mandela. De man zelf en zijn haast heroïsche strijd hoeven geen introductie, wel zijn rol in de politieke ontwikkelingen in Zuid-Afrika rond het einde van de apartheid. Weizmann Hamilton, de voorzitter van de Democratic Socialist Movement – de Zuid-Afrikaanse zusterpartij van LSP, was vóór de val van apartheid in 1994 jarenlang lid van de Marxist Workers’ Tendency. Deze tendens werkte als een radicale vleugel binnen het ANC. Voor zijn oppositie tegen apartheid en zijn betrokkenheid bij de vakbondsstrijd liep Weizmann een gevangenisstraf op. De partij van Mandela bestuurt ondertussen al twintig jaar het land.

    Interview door Thomas K (Gent). Vorige week publiceerden we een uitgebreid interview met Weizmann. Het gesprek dat hieronder wordt weergegeven was onderdeel van dat interview. Foto: Weizmann op een LSP-meeting in Brussel eind 2012.

    Voor zijn kritiek op de problemen die het bestuur met zich mee zou brengen, werden Weizmann en zijn kameraden in 1995 buiten de partij gezet. Nadat de politie in augustus vorig jaar 34 mijnwerkers in Marikana had neergeschoten, stichtten Weizmann, de DSM en een aantal leden van de onafhankelijke stakerscomités uit de mijnen WASP op. De Workers and Socialist Partij vecht voor een nieuwe partij van de arbeidersklasse in Zuid-Afrika, nadat gebleken is hoeveel het ANC zich aan de macht had verbrand. We spraken met Weizmann over de rol van Mandela in de ontwikkeling van het ANC en de politieke situatie in Zuid-Afrika.

    De rol van Mandela

    Welke rol meet het ANC zich aan in de ontwikkeling van de strijd tegen onder meer apartheid in Zuid-Afrika? Wat was zijn verhouding tot de vakbondsfederatie COSATU in die tijd?

    WH: “Eerst moet ik dit verduidelijken: de ontwikkeling van de vakbondsbeweging, en ook die van de jongerenbewegingen die in de Soweto-opstand van 1976 zijn uitgemond, gebeurde haast volledig los van de ontwikkeling van het ANC. Ondanks de wanhopige pogingen van het ANC om de geschiedenis van de strijd te herschrijven alsof zij achter de Soweto-opstand stonden, en te doen alsof zij achter de geboorte stonden van wat het Congres van de Zuid-Afrikaanse Vakbonden (COSATU) werd genoemd. Dat was feitelijk gegroeid uit de onafhankelijke vakbonden die hun opwachting maakten tijdens de strijd die in Durban in 1973 had plaatsgevonden. De stakingen van 1973 vormden een belangrijke mijlpaal in de herleving van de beweging van de arbeidersklasse in Zuid-Afrika, want tot dat moment was er een periode van kalmte als gevolg van de oplegging van de noodtoestand door het apartheidsregime in 1960.”

    Wat was de rol die Mandela in vroege jaren negentig speelde toen er veranderingen plaatsvonden? Wat deed hij bij de totstandkoming van het GEAR-programma, eentje van privatiseringen dat een einde maakte aan veel zaken uit het beroemde Freedom Charter?

    “Ik denk niet dat hij als het ware de auteur was van dat beleid. Tijdens zijn eerste termijn als president was het Thabo Mbeki die het land in de praktijk leidde. Mandela was min of meer een symbolische figuur, maar hij was ook wel meer dan een symbool. Zijn autoriteit was zeker belangrijk om een omgeving te scheppen in het ANC en in de tripartite-alliantie in haar geheel, die de aanvaarding mogelijk moest maken van de toewijding van het ANC aan een kapitalistisch beleid en meer specifiek van het beleid van GEAR.”

    “Mandela deed wel het dagelijks werk en hij kreeg de reputatie een soort filosofenkoning te zijn of een intellectueel. Dat staat in contrast met de huidige president Zuma. Mandela ging bijvoorbeeld naar universiteiten enzovoort. Hij werkte erg hard en het schijnt dat, als er bijeenkomsten van de kabinetten waren, hij elke minuut vragen stelde over wat er in de kabinetten gebeurden en hij vragen stelde op basis van verslagen en rapporten die hij las. Zuma echter schijnt als het ware te slapen tijdens deze bijeenkomsten.”

    “De rol van Mbeki daarentegen was het bijeenhouden van de middelen om het neoliberale beleid mee uit te kunnen voeren. Mandela gaf dat zijn zegen met zijn politieke en persoonlijke autoriteit. Lange tijd zei Mandela bijvoorbeeld niks over het beleid dat Mbeki voerde tegenover HIV. Het was een ontkenning van het HIV-probleem. Na een hele poos brak hij de kwestie en sprak hij zich uiteindelijk uit tegen Mbekis beleid – daar krijgt hij krediet voor. Het was een teken van een reflectie van de invloed binnen het ANC van de rebellie daartegen in de samenleving.”

    “Zijn politieke autoriteit was een belangrijk gegeven. Als Mandela ergens tegen was, dan was het haast onmogelijk om dat beleid aan te nemen.”

    U sprak over zijn interpretatie van zaken zoals nationalisatie, een eis uit het Freedom Charter (1955) van het ANC. Was Mandela ooit een vertegenwoordiger van de belangen van de zwarte armen?

    “Enkel als er sprake was van een eenheid van de belangen van de zwarte arbeidersklasse en de opkomende zwarte kapitalistische klasse in de kwestie van wat te doen met de heerschappij van de blanke minderheid en hun raciale onderdrukking. Daar waar die belangen samenvallen en enkel daar kon hij gezien worden als iemand die de belangen van al de zwarte werkers in het kader van de kwestie van nationale zelfbeschikking heeft verdedigd. Maar dus niet in het kader van het klassenvraagstuk.”

    “Over die kwestie was Mandela heel duidelijk. Zelfs duidelijker, durf ik stellen, dan de meeste ANC-leiders. Ze waren toegewijd, zei Mandela, aan het behoud van het kapitalisme en niet zijn afschaffing. Zoals hij zei tijdens de Treason Trial (het landverradersproces van 1956 dat tegen 156 ANC-leiders was gehouden, nvdr.), was het ANC bereid tot twee toegevingen. Zaken die de meeste commentatoren vandaag vergeten. Ten eerste zei hij dat de eis tot nationalisaties gemodelleerd was naar het nationalisatiebeleid van de Nationale Partij.”

    “Dat beleid was erop berekend een staat te creëren, die welzijn kon scheppen voor de blanke middenklasse en een afrikanerkapitalisme te ontwikkelen. Dat komt door de historisch gegroeide tegenstelling in Zuid-Afrika tussen de Afrikaners en de Britten. De eerste concentratiekampen van de wereld waren door de Britten opgezet om Afrikaners erin gevangen te zetten tijdens de Boerenoorlog tussen 1899 en 1902. Wanneer de Afrikaners de macht veroverden in 1948 ontstond voor hen de mogelijkheid om een deel van de macht uit Britse handen te nemen. Zij gebruikten de staat voor dat doeleinde. Dat was het model waar Mandelas generatie zich op inspireerde.”

    “Ten tweede was het ANC bereid compromissen te sluiten over de kwestie van democratie, over de slogan van “een persoon, een stem”. Mandela zei dat ze bereid waren van de blanke minderheid een bepaald aantal zetels in het parlement te aanvaarden, en dat erover gepraat kon worden om na vijf jaar – ik veronderstel nadat bewezen zou zijn dat de zwarten zich konden gedragen – deze parlementaire oppositie een groter aantal zetels toe te bedelen.”

    “De tendens die zich vandaag in het ANC laat zien, waarbij leiders steeds vijandiger staan tegenover bepaalde aspecten van de grondwet, is een direct gevolg van een kapitalisme in crisis dat druk uitoefent op hen om de democratisch verwezenlijkingen weg te nemen die de werkers hadden gewonnen. Meer dan eens hebben ze tijdens de stakingen in de openbare diensten in 2007 en 2010 gedreigd deze diensten als essentieel te verklaren waardoor stakingen verboden zouden worden. Ze spraken niet over het bannen van kleine of wilde stakingen, maar een algemene staking zou illegaal worden.”

    “Daarom introduceren deze ANC-leiders de Protection of State information Bill die in feite de corruptie beschermt. Als je in het bezit bent van niet-geautoriseerde informatie, dan kun je voor jaren in de gevangenis vliegen. Daarom is oude wetgeving uit de apartheidsperiode zoals de National Key Points Act, dat de regering in staat stelde informatie over gevoelige regeringsgebouwen te beschermen, ingevoerd om de corrupte toestand rond de private woning van de president weg te moffelen. Ze nemen ook de democratische rechten van vrouwen in de plattelandsregio’s weg, vrouwen die nu vertegenwoordigd worden door dieven en die niet in de rechtbanken mogen spreken.”

    “Ze hebben ook gedebatteerd over de zogenaamde “doctrine of common purpose” na de slachting in Marikana. Toen wilden ze de mijnwerkers die het overleefd hebben, betichten van de omstandigheden gecreëerd te hebben die tot de slachting en dus de dood van hun collega’s geleid hebben. Dat allemaal, de manier waarop het ANC zich inlaat met repressieve wetgeving, is een teken dat uiteindelijk democratie en kapitalisme niet samengaan. Naarmate de crisis zich verdiept, worden zelfs burgerlijke vrijheden onverdraaglijk voor het ANC.”

    Was er dan een verschil tussen de Mandela als strijder tegen apartheid en de Mandela als president? Mandela en het ANC lijken haast heilig. Zoals COSATU het zegt: staak tegen de (ANC-)regering niet tegen het ANC.

    “Mandela is een heel getalenteerde politicus. Hij deed eens de beroemde uitspraak dat, als de ANC-regering er niet in slaagt dingen te verwezenlijken, de mensen verplicht zijn tegen de regering op te trekken. Daarom is zijn autoriteit die van het ANC aan het overleven, door de houding die hij aanneemt. Hij is een heel bescheiden individu en als mensen hem zeggen dat hij het land bevrijd heeft, dan zegt hij: “dat was ik niet, het waren de massa’s – de mensen hebben zichzelf bevrijd”.”

    “Hij is een uitzonderlijk begaafde politicus. En ik denk dat dit het mogelijk maakte voor COSATU om te zeggen dat we tegen de regering maar niet tegen het ANC moeten staken. Ik was eens uitgenodigd om te spreken voor de grootste vereniging van leerkrachten in de provincie Gauteng (waarin Johannesburg en Pretoria liggen, nvdr.). Die bijeenkomst ging door in Soweto en ik vertelde hen over de bijscholing van Mandela (van “terrorist” naar de aanvaardbare figuur die hij later werd, nvdr.): de aanwezigen hadden enorme reservaties. Maar ik volhardde.”

    “Ik heb ook ooit eens gesproken in een bijeenkomst van vakbondsvertegenwoordigers van COSATU en ik bekritiseerde er de rol van Mandela. De organisator van de bijeenkomst eiste van mij dat ik mijn stellingen zou intrekken (lacht). Echt, zijn autoriteit is kolossaal. Daarom moeten we zorgvuldig nadenken over de benadering van Mandela in ons materiaal. Je kunt geen frontale aanval inzetten op zijn verwezenlijkingen. Het zou betekenen dat je op de mensen hun dromen trapt.”

    De “bijscholing” van Mandela

    Een deel van de bijscholing waarover u spreekt gebeurde tijdens zijn lange gevangenschap op het Robbeneiland. Was het een bewuste keuze van het regime om er van hem een geloofwaardige gesprekspartner van te maken?

    “Dat denk ik niet. Ik denk dat de blanke minderheid werkelijk haar propaganda van de blanke superioriteit geloofde. Daardoor ondernam het de beslissing om elke poging tot bevrijding van het regime met geweld te beantwoorden. Mandela ontsnapte ter nauwer nood aan de doodstraf. Hij was dapper, maar het was het talent van zijn advocaat dat ervoor zorgde dat Mandela zijn stelling introk dat hij bereid was te sterven voor zijn idealen. Hij liet hem zeggen: “if needs be” (als het moet, nvdr.). Hij was van plan te zeggen dat hij zou sterven, maar zijn advocaat raadde hem aan het niet zo bot uit te drukken. En ik denk dat dit de zaak deed overhellen naar een levenslange gevangenisstraf.”

    “Hoewel ook toen al de internationale druk een rol speelde in de beslissing van het apartheidsregime. Ik denk werkelijk dat het regime zijn propaganda geloofde en dat was het grote probleem van dat regime: ze konden al eerder (dan 1994, nvdr.) een onderhandelde oplossing hebben bedacht. Maar tegen de tijd dat de onderhandelingen plaatsvonden, kon de ANC-leiding niets anders dan de positie innemen die ze toen had ingenomen: één persoon, één stem.”

    “Had Mandela toen naar voren geschoven wat hij gezegd had tijdens de Treason Trial, dat zij bereid waren zich akkoord te verklaren met een bepaald aantal zetels, dan zou dat hem volledig hebben gediscrediteerd. De mensen waren gekeerd tegen het idee van een gedeeltelijke vertegenwoordiging in het parlement en een special tegemoetkoming voor de zwarte bevolking. Er was een massale revolte aan de gang in het land en dat duwde het ANC in de richting van een radicalere positie. Daarom werd hem de mogelijkheid aangeboden om uit de gevangenis te worden ontslagen.”

    “Mandela had heel nauwe banden met de traditionele leiders in het land. Mandela was zelf lid van een soort koninklijke familie. Hoewel hij nooit het hoofdmanschap op zich had genomen, was de relatie tussen Mandela en de Mandelaclan nog heel sterk. Die banden hebben ervoor gezorgd dat als deel van de tegemoetkomingen later, hij het Huis van de Traditionele Leiders had opgezet. Dat domineert nu de Tweede Kamer in het parlement. Daardoor heeft hij vanaf 1994 ook traditionele leiders aangeduid als ministers, zelfs van de meeste corrupte regio’s.”

    “Nog zoiets: de Inkatha Freedom Party (IFP, Inkatha Vrijheidspartij, nvdr.). Zij heeft het bloed van honderden mensen aan haar handen, maar de partij was het resultaat van de houding van het ANC. (In de conflicten die vanaf de jaren tachtig tussen het ANC en de IFP uitbraken werden mensen gedood en gefolterd door ze in brand te steken, nvdr.) Op de conferentie in 1995, waar mijn kameraden en ik uit de ANC waren gegooid na geschorst te zijn geweest wegens het propageren van socialistische opvattingen en arbeiderseenheid, gaf een leider zelf toe dat de creatie van het IFP de fout was van het ANC. (De IFP is geboren uit de beweging uit 1975 van Buthelezi, voormalig jeugdleider van het ANC, nvdr.) De aanmoediging kwam van het ANC, want zij zagen het IFP een tijd lang als een vleugel in de beweging die tegen de apartheid vocht. Maar het IFP is door en door een reactionaire organisatie. Met het talent van Mandela is het ANC erin geslaagd die zaak wat weg te moffelen, en dat met de hulp van hun Freedom Charter (het ANC-programma tot 1996, nvdr.).”

    “Dus er was niks bewust aan deze politieke ontwikkeling. Het minderheidsregime dacht het zelfs te kunnen onderdrukken. Maar de vooruitziende delen van het blanke kapitaal aanvaardde de realiteit wel. Eén van de hoofden van de inlichtingendienst in die tijd maakte het punt tijdens de uitroeping van de noodtoestand in 1985 en 1986 dat – zelfs al zouden er tijdens een burgeroorlog in Zuid-Afrika een miljoen zwarten om het leven komen – de zwarte bevolking nog steeds de meerderheid zal vormen. Hoe zou een victorieuze blanke minderheid kunnen besturen in zo’n situatie?”

    “Ook de situatie in heel zuidelijk Afrika begon te veranderen. De ineenstorting van het Portugees kolonialisme resulteerde in de onafhankelijkheid van Angola en Mozambique. Het cordon sanitair rondom Zuid-Afrika in de vorm van minderheidsheerschappijen in Namibië (tot 1990), Zimbabwe (1980) en Angola en Mozambique verdween. Het tij van de bevrijding spoelde aan op de kusten van de minderheidsheerschappij in Zuid-Afrika. Al deze factoren overtuigden de imperialistische landen (die banden hadden met Zuid-Afrika, nvdr.) en de meer vooruitziende delen van de Zuid-Afrikaanse elite om naar de onderhandelingstafel te gaan.”

    “Daarom was er iemand als de Klerk (president van Zuid-Afrika van 1989 tot 1994, nvdr.). De Nationale Partij was zelf verdeeld over de Verligtes en de Verkramptes, dus de progressieven en de conservatieven. Hoewel de Klerk van de conservatieven kwam, was hij de persoon op wie druk uitgeoefend kon worden om de koppige apartheidswetten zoals de Morality Act af te schaffen net als andere vormen van exclusiviteit voor de blanken. Hij liet ook Mandela vrij.”

    “Er was geen alternatief en als ze het niet hadden gedaan dan was er het probleem dat de gevolgen van een burgeroorlog niet te overzien waren. Het regime was bevreesd voor de omstandigheden, voor het bewustzijn onder de zwarte arbeidersklasse waarin socialistische ideeën werden gesteund. Het zou dan niet stoppen bij de omverwerping van de minderheidsheerschappij: het kapitalisme zelf zou bedreigd worden.”

    Wat was de rol van dat buitenlands kapitaal in de bijscholing van Mandela en de ontwikkeling van het ANC voor en na het einde van de apartheid?

    “Wat de creatie van het ANC betreft: dat kwam voort als gevolg van de politieke situatie in het land. Het ANC ontstond uit de omstandigheden van de Jaren veertig. Er was de invloed van de beginnende antikoloniale strijd en van de Tweede Wereldoorlog.”

    En wat kan u zeggen over hun recente ontwikkeling?

    “Ik bedoel maar: het ANC zoals het in 1912 was gesticht had nooit de bedoeling het kapitalisme ten val te brengen. Het wilde deel uitmaken van het kapitalistisch bestel en was bijgevolg bereid toegevingen te doen op het vlak van democratie. Tegen de achtergrond van de ineenstorting van de Sovjetunie en de terugtrekking van socialistische ideeën, was de leiding van het ANC veel gevoeliger voor de druk van buitenlands en binnenlands kapitaal om sneller naar rechts op te schuiven. Een deel van de radicale standpunten van het ANC zoals de voortdurende promotie en verdediging van het Freedom Charter en zijn radicale eisen, was mogelijk gemaakt door de financiële en morele steun van de Sovjetunie en van het Oostblok.”

    “In zekere mate was er toen ook steun vanuit het Westen, maar lang niet zo veel als vanuit het Oosten. Een groot deel van het Amerikaans imperialisme had zich voorgenomen het ANC op afstand te houden en zich te bezigen met een constructieve verhouding ten opzichte van het apartheidsregime – zoals Reagan de beruchte uitdrukking van Reagan heet. Dat deel karakteriseerde Mandela als een terrorist en het ANC als een terroristische organisatie. Begrijpelijker wijs was het ANC daardoor de Sovjetunie en Oost-Europa meer genegen. Die laatste hadden ook invloed nodig over de bevrijdingsbewegingen.”

    “Maar door de implosie van de Sovjetunie, het wegsmelten van de steun en de crisis waarin de Zuid-Afrikaanse economie zich bevond, verdampte al snel de pogingen van het ANC om zich met radicale ideeën in te laten. Onder deze omstandigheden, en op basis van de contacten die Mandela onderhield vanuit de gevangenis, realiseerden de vooruitziende delen van de blanke elite zich iets. Het apartheidsregime was namelijk het slachtoffer geworden van zijn eigen propaganda, door Mandela te karakteriseren als een communist en dergelijke meer. Het was een grote maar aangename verrassing dat zij met deze man wel zaken konden doen.”

    “Alle partijen werkten eraan. Het ANC deed dat door heel selectief te zijn met wie zijn betrokken en wie niet, zoals met Mandela. Heel wat beslissingen zijn achter de rug van het bredere lidmaatschap van het ANC genomen. Hani bijvoorbeeld (de voorzitter toen van de Communistische Partij van Zuid-Afrika), die als banneling in het buitenland zat, was de leider van de paramilitaire vleugel van het ANC en was zeer radicaal. Ondanks zijn status was hij nauwelijks geraadpleegd in de beslissing de gewapende strijd stop te zetten.”

    “Het ANC moest heel voorzichtig handelen in de onderhandelingen over de grondwet. Deze onderhandelingen vormden de sleutel tot de verzekering dat welke druk het ANC ook maar zou ondervinden – zelfs niet onder druk van de massa’s -, het ANC zou niet in staat zijn iets fundamenteels te veranderen. (Hoewel het land al jaren door een zwarte meerderheidsregering wordt bestuurd, domineert een blanke minderheid de Zuid-Afrikaanse economie nog steeds, nvdr.)”

    “De eigendomswetten bijvoorbeeld. Welke grondwetexpert je ook spreekt: deze bepalingen kunnen niet worden gewijzigd zonder dat er een tweederdemeerderheid is. Er is zelfs de mening dat een meerderheid van honderd procent de eigendomsbepalingen niet kan veranderen die de huidige kapitalistische dictatuur in stand houden. Die instandhouding was heel belangrijk. Tijdens de eerste verkiezingen in 1994 behaalde het ANC iets meer dan 62%. Dat is complete nonsens wat mij betreft.”

    “Ik was aanwezig tijdens de stemming in 1994 want ik was de voorzitter van een ANC-afdeling en een fulltime ANC-organisator. Ik was aanwezig tijdens de telling en toen de stemmen voor het ANC toenamen tot ongeveer tweederde, vielen plots de lichten uit. De telling stopte voor een paar uur. Toen de telling werd voortgezet, was het ANC-resultaat al tot 59% gezakt. Het groeide daarna terug tot 62%. In de provincie Kwazoeloe-Natal waar er een staat van virtuele burgeroorlog was, was er een mogelijkheid het IFP te verslaan. Maar die partij won, wat het ANC in staat stelde aan de juiste zijde van de tweederdelimiet te staan. Nu konden ze naar de mensen gaan en zeggen: jullie hebben ons niet genoeg stemmen gegeven om deze grondwet verder te veranderen.”

    Bedankt voor het interview


    De gelijkenis tussen het leven van Mandela en zijn partij

    Dus het was niet zozeer Mandela zelf, maar vooral de omstandigheden die een invloed op hem en het ANC hadden uitgeoefend. De ANC-leiding was nooit bereid om de Zuid-Afrikaanse samenleving ten gronde te veranderen. Niet alleen de fundamenten va de kapitalistische samenleving bleven overeind, de partij deed zichzelf te goed aan corruptie en andere excessen van dat systeem. Verre van een strijd te voeren tegen het kapitalisme, trachtte de partij zich ermee te vereenzelvigen.

    Nu de grootste crisis sinds de jaren dertig door het land raast, wordt de onmogelijkheid van de opeenvolgende ANC-regeringen om aan de noden van de bevolking te voldoen steeds acuter. De crisis laat zich nu ook in de rangen van het ANC zien. Er is een symmetrie zichtbaar in de levenscyclus van de partij die hij heroïsch heeft geleid en het leven van Mandela zelf. De geschiedenis lijkt bepaald te hebben dat Mandela’s aftakeling en dood overeenkomen met de teloorgang van het ANC en de opkomst van nieuwe partijen die de kapitalistische ANC-politiek in vraag stellen.

    Er bestaat weinig twijfel over: de dood van Mandela zal gevolgen hebben voor de cohesie van het ANC en zijn beleid. Samen met Mandela verliest het ANC de laatste uitstraling die de partij had als verdediger van de belangen van de zwarte massa’s en van de bevrijding van het apartheidsregime. Sinds een paar jaar neemt het sociaal conflict in Zuid-Afrika grote proporties aan en in 2014, na twintig jaar onafgebroken ANC-bestuur, kunnen we aannemen dat die strijd zich zal voortzetten. De overtuiging dat de arbeidersklasse een nieuwe, eigen partij nodig heeft, geraakt steeds meer verspreid.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop