Tag: Kasjmir

  • Protest nodig tegen Modi’s aanval op de bevolking van Kasjmir

    “Stop repressie, beëindig de bezetting.” Kasjmiri activisten op 1 mei in Antwerpen. (foto: Liesbeth)

    72 jaar na het akkoord waarmee de Maharadja (koning) van Kasjmir een deel van zijn grondgebied aan India overdroeg als autonoom gebied, maakt de Indische premier Modi op brutale wijze een einde aan dit speciaal statuut. Na jaren van opstand in het door India bezette gedeelte van Kasjmir kondigde de regering eenzijdig aan dat het autonoom statuut van Jammu-Kashmir verdwijnt en dat het gebied in twee delen wordt opgesplitst. Dit heeft verregaande gevolgen voor de reeds geteisterde bevolking.

    Door Geert Cool 

    De Indische regering stelde dat onderhandelingen de afgelopen decennia geen oplossing opleverden en er bijgevolg een andere weg gekozen wordt. “Er moeten harde beslissingen genomen worden om de situatie te veranderen,” aldus minister van Binnenlandse Zaken Amit Shah. Door artikel 370 van de grondwet af te voeren, wordt niet alleen de autonomie van Kasjmir afgeschaft, maar geeft Modi meteen aan dat hij niet van plan is de grondwet na te leven. Artikel 370 van de Indische grondwet bepaalde immers dat elke verandering in het statuut van Kasjmir slechts mogelijk was na overleg met de politieke vertegenwoordigers van Kasjmir. Dergelijk overleg was er niet. Integendeel: belangrijke politieke leiders van Kasjmir werden gearresteerd of onder huisarrest geplaatst. Alle mogelijke communicatie naar of vanuit Kasjmir werd door India afgesloten.

    Na jaren van protest tegen de brutale en repressieve Indische bezetting, gaat Modi nu nog een stap verder. Alle rechten als onderdeel van het betwiste akkoord met de Maharadja van Kasjmir om onderdeel van India te worden, zijn nu afgeschaft. Bij de ‘toetreding’ van Kasjmir tot India, in oktober 1947, werd bijvoorbeeld beslist dat de reeds bestaande Kasjmiri wetgeving die bepaalde dat niemand van buiten Kasjmir er grond mocht kopen, behouden bleef. Ook die regel, ingeschreven in artikel 35A van de grondwet, wordt geschrapt. Het was al langer een doorn in het oog van de hindoe-nationalistische BJP van Modi. De BJP won de recente verkiezingen met een harde nationalistische campagne waarin communautaire afkeer tegen moslims een belangrijke rol speelde. De verkiezingsoverwinning wordt omgezet in daden: na decennia van taai verzet door de bevolking van Kasjmir, wil de BJP de bevolkingssamenstelling veranderen. De mogelijkheid om grond te kopen is daar belangrijk voor.

    Het opdelen van Jammu Kasjmir is onderdeel van de verdeel-en-heersstrategie van Modi. Het is geen unicum: eerder werd ook het door Pakistan bezette deel van Kasjmir in twee opgedeeld: Azad Kasjmir en Gilgit-Baltistan. Onder Bhutto werd beslist dat ook mensen van buiten Kasjmir grond mochten kopen in Gilgit-Baltistan, wat leidde tot demografische veranderingen in dat gebied. De splitsing van Jammu Kasjmir heeft als doel om de boeddhisten in Ladakh en de hindoes in Jammu aan de kant van de Indische regering te krijgen in verzet tegen de moslims die in Kasjmir de meerderheid vormen. Het afschaffen van het speciaal statuut van Kasjmir maakt dat het parlement een veredelde gemeenteraad wordt die enkel nog over details kan beslissen, terwijl de belangrijke beslissingen in Delhi genomen worden.

    Modi speelt met vuur in Kasjmir. Dat gebied was het voorwerp van meerdere grote en kleine oorlogen tussen India en Pakistan die elk een deel van Kasjmir bezet houden (naast een stuk dat door China gecontroleerd wordt). De voorbije maanden dreigde nog een escalatie na een aanslag in het door India bezette gedeelte van Kasjmir, ook al bleken de daders niet uit Pakistan maar wel degelijk uit Indisch Kasjmir afkomstig te zijn. Het leidde tot geweld tegen Kasjmiri in andere delen van Noord-India. De beperkte confrontaties met Pakistan vormden een belangrijk onderdeel van de kiescampagne van de BJP van Modi.

    De Indische regering van Modi voelt zich momenteel sterk: het won de verkiezingen met een harde nationalistische campagne waarin de meer extremistische aanhangers niet verstopten dat ze opkomen voor een ‘moslimvrij India’. Dat nationalisme was nodig om het falen op sociaaleconomisch vlak te verstoppen: de afgelopen jaren is de armoede in India niet teruggedrongen. Aartsvijand Pakistan kampt met een erg zwakke economie en politieke instabiliteit. Pakistan hoopt dan wel op Amerikaanse steun, maar het VS-establishment heeft Pakistan enkel nodig om te kunnen onderhandelen met de Afghaanse Taliban. Voor de rest heeft Washington weinig vertrouwen in het Pakistaanse regime, in het bijzonder het machtige leger. Het afschaffen van de autonome status van Kasjmir en de steeds openlijker aanval op de moslimbevolking in India kunnen de regionale spanningen tussen de kernmogendheden India en Pakistan opnieuw doen toenemen.

    Het grootste slachtoffer van de nationalistische campagne door Modi is eens te meer de bevolking van Kasjmir zelf. Die kreeg onder het regime van de Armed Forces Special Powers Act (AFSPA) sinds 1990 al veel te verduren, maar de horror wordt steeds erger. Scholen blijven gesloten, de telecommunicatie is uitgeschakeld, niemand mag op straat komen en alle toeristen (voornamelijk hindoes op pelgrimstocht) zijn geëvacueerd. Kasjmir wordt in de praktijk al jaren bezet door het Indische leger en nu wordt de troepenmacht nog verder uitgebreid met tienduizenden extra soldaten die naar de grenzen worden gestuurd om de bevolking te belegeren. Dit is een van de regio’s in de wereld met het grootste aantal soldaten per inwoner. Nadat de repressieve aanpak van de voorbije decennia duidelijk gefaald heeft, wordt nog brutalere repressie bovengehaald. Bovendien wordt de deur opengezet om de bevolkingssamenstelling te veranderen: rijke hindoes kunnen voortaan grond in Kasjmir kopen, arme boeren zullen mogelijk deze kans aangrijpen in de hoop zo een individuele uitweg uit de barbarij te vinden. Onder het kapitalisme zal dit uiteraard geen oplossing bieden, maar net leiden tot meer spanningen en geweld.

    Protest in Poonch (Pakistan Occupied Kashmir) gisteren.

    Er is protest tegen de ondemocratische maatregelen van de Indische regering. In het door Pakistan bezette deel van Kasjmir waren er reeds verschillende betogingen en ook in de diaspora is er protest. In India was er tegenkanting door enkele oppositiepartijen, maar zeker niet allemaal. Het potentieel voor verzet in India kon nochtans groter zijn, zeker indien de linkerzijde niet had gefaald op cruciale thema’s als de nationale kwestie. De afgelopen jaren vonden de grootste algemene stakingen uit de geschiedenis plaats in dit subcontinent: honderden miljoenen mensen namen eraan deel. Maar zolang de vakbonden het politieke toneel overlaten aan de hindoe-nationalistische BJP, de weinig efficiënte kapitalistische oppositie van Congress of de tactiek van het ‘minste kwaad’ van de communistische partijen die hun lot met Congress verbinden, zullen de sociale eisen van de vakbondsleden ondergesneeuwd worden door het nationalisme van de BJP-machine.

    Marxisten verzetten zich tegen de ondemocratische coup van de centrale Indische regering in Jammu Kasjmir en meer algemeen tegen de bezetting van Kasjmir. We verdedigen het recht op zelfbeschikking waarbij de bevolking zelf beslist over de eigen toekomst. Democratische rechten, waaronder het recht op zelfbeschikking, krijgen pas reële invulling als ze gepaard gaan met sociale verandering: het breken van de macht van de kapitalisten, grootgrondbezitters en hun politieke marionetten. Dat vereist massabewegingen in zowel India als Pakistan waarbij niet op delen van het establishment wordt vertrouwd, maar op de potentiële kracht van de werkenden en onderdrukten in de regio. Enkel zij kunnen een socialistisch alternatief op de barbarij van het kapitalisme realiseren en bouwen aan een socialistisch Kasjmir als onderdeel van een socialistische confederatie van het subcontinent.

  • Hernieuwde spanningen om Kasjmir: interview

    Mohammed (met megafoon) op 1 mei in Antwerpen. Foto: Liesbeth

    Bij een zelfmoordaanslag in het district Pulwama, in het door India bezette gedeelte van Kasjmir, op 14 februari vielen meer dan 40 doden onder Indische soldaten. De hindoe-nationalistische Indische premier Modi (BJP) wees meteen met een beschuldigende vinger naar Pakistan, maar moest erkennen dat de dader van de aanslag uit het door India bezette deel van Kasjmir kwam. Dat wordt door de Pakistaanse premier Imran Khan aangegrepen om de handen in onschuld te wassen. Hij reageerde niet meteen om de aandacht niet af te leiden van zijn gesprekken met de Saoedische kroonprins die voor 21 miljard dollar investeringen beloofde. Daarnaast starten in Islamabad binnenkort onderhandelingen over Afghanistan tussen de VS en de Taliban. Tegen deze achtergrond vindt een nieuwe opflakkering van het conflict tussen India en Pakistan plaats. De inzet is eens te meer Kasjmir, de eerste slachtoffers zijn de inwoners van Kasjmir.

    In ons land zijn heel wat Kasjmiri actief. Het gaat voornamelijk om mensen die uit het door Pakistan bezette deel van Kasjmir komen. We spraken met Mohamed Ishaq Khan, voorzitter van de Jammu Kashmir Social Justice Party en politieke activist in het Antwerpse. We vroegen hem naar de achtergrond van de hernieuwde spanningen.

    Geschiedenis van bezetting en verdeeldheid

    “Om de huidige situatie te begrijpen, moet je de historische achtergrond kennen. Onder het Brits bewind waren er twee stelsels: het gebied dat onder directe controle van de Britse kolonialisten stond en het gebied dat officieel bestuurd werd door prinsen. Die prinsenstaten waren doorgaans erg klein, maar er waren ook grotere staten. De prinsen of maharaja’s konden in hun gebied regels en straffen opleggen, maar waren voor het extern beleid aan de Britten onderworpen. In feite waren het lokale marionetten van de Britten.

    “De onafhankelijkheid na de Tweede Wereldoorlog leidde tot het opdelen van Brits India op basis van religie: het moslimland Pakistan (inclusief het huidige Bangladesh) enerzijds en het hindoeïstische India anderzijds. De akkoorden met de prinsenstaten werden opgezegd: de maharaja’s moesten zelf beslissen of ze bij India of Pakistan aansloten. De Moslimliga van Mohammed Ali Jinnah, de grondlegger van Pakistan, erkende ook de mogelijkheid van onafhankelijkheid voor de prinsenstaten. De Congrespartij in India deed dit niet. Nochtans was de mogelijkheid van onafhankelijkheid erkend door Mountbatten, de laatste Britse onderkoning in India.

    “Jammu Kasjmir was een van de prinsenstaten. Maharaja Hari Singh stond als hindoe onder druk om voor India te kiezen, maar aarzelde. Hij wilde een standstill-akkoord sluiten met zowel Pakistan als India om tijd te winnen. Pakistan aanvaardde dit, India niet. Op 22 oktober 1947 trokken door Pakistan gesteunde militanten uit het noordwesten van Pakistan Kasjmir binnen. Ze vermoordden hindoe’s en trokken op tot 150 kilometer van Srinagar, de hoofdstad van Kasjmir. De Kasjmiri tegenhanger van de Congres-partij zag hierin een kans om de druk op Hari Singh om bij India aan te sluiten op te voeren. De vraag van Hari Singh om militaire steun tegen de oprukkende militanten werd door India gekoppeld aan de eis dat de maharaja een verklaring van toetreding tot India tekende. Hij deed dit en het Indische leger duwde de Pakistaanse militanten terug.

    “Het resultaat was een opdeling van Kasjmir. India trok naar de Verenigde Naties met het door Hari Singh ondertekende document om de ‘invasie’ door Pakistan aan te klagen. De VN riepen op tot een staakt-het-vuren en een referendum over de toekomst van Jammu Kashmir. Aanvankelijk stemden het Pakistaanse en Indische regime daarmee in, maar elk op voorwaarde dat het andere land eerst zijn troepen zou terugtrekken. Meer dan 70 jaar later is het door de VN opgelegde referendum er nog altijd niet…

    “Sindsdien werd Kasjmir de inzet van heel wat conflicten en oorlogen tussen India en Pakistan. Om op interne problemen in die landen te antwoorden, werd de discussie over Kasjmir meermaals gebruikt. Het eerste slachtoffer hiervan was steeds de bevolking van Kasjmir. Het Pakistaanse regime beweert op te komen voor het recht op zelfbeschikking voor het door India bezette deel van Kasjmir, maar niet voor het door Pakistan bezette deel. India zegt dat Kasjmir een integraal deel van India is, maar vestigt ondertussen een massaal bezettingsleger in Kasjmir.”

    Oorlog in het door India bezette deel van Kasjmir

    “De situatie in het door India bezette gedeelte van Kasjmir is vreselijk. Het is in de praktijk een bezet gebied met bijna 700.000 Indische soldaten en veiligheidspersoneel die een harde repressie uitoefenen. Burgers worden willekeurig vermoord, er geldt een algemeen uitreisverbod, …  Het Indische leger gebruikt er pellet-munitie waardoor veel mensen blind raken.

    “De willekeurige moorden met de nieuwste technologie door een bezettingsleger leiden tot frustratie onder de bevolking. Die moorden worden niet als terrorisme omschreven, maar als er gereageerd wordt tegen de Indische troepen is dat plots wel terrorisme.

    “De spanningen worden versterkt door het beleid van Modi. Die staat voor een extreemrechts beleid: hij was verantwoordelijk voor moorden op moslims in Gujarat, zijn BJP-partij beschikt over eigen milities met de RSS en hij staat voor het verspreiden van haat.

    “De aanslag van 14 februari werd gebruikt om de haat tegen Kasjmiri te versterken. In het noorden van India moesten heel wat studenten van Kasjmiri afkomst vluchten. Er waren doodsbedreigingen voor wie Kasjmiri helpt. In Jammu namen de interne spanningen toe met geweld tegen Kasjmiri. Honderden studenten in het noorden van India worden zo hun toegang tot hoger onderwijs en een toekomst ontzegd. Waar moeten die jongeren heen? Terug naar de hel van het bezette Kasjmir?

    “Modi en de BJP willen eens te meer Kasjmir gebruiken voor de verkiezingscampagne. De BJP verloor recente deelstaatverkiezingen in het noorden van India. Later dit jaar zijn er nationale parlementsverkiezingen. Bij gebrek aan een antwoord op de sociale problemen van de meerderheid van de bevolking, zoals werkloosheid en lage lonen, wordt alles ingezet op haat. Dat is erg gevaarlijk: het kan leiden tot een snelle escalatie. Modi dreigt om het Indische leger operaties in Pakistan te laten uitvoeren, Pakistan gaf het leger toelating om meteen op dezelfde wijze te reageren. Zo dreigt Kasjmir eens te meer het toneel van geweld te worden.

    “In het door India bezette deel van Kasjmir groeit de roep naar onafhankelijkheid. Een deel van de bevolking heeft illusies in Pakistan, omdat het een moslimland is. Maar dat volstaat niet om vrijheid te bekomen: ook Pakistan houdt een deel van Kasjmir bezet, zelfs indien er daar meer democratische rechten zijn dan in het door India bezette deel. Het wordt tijd dat de bevolking van Kasjmir eindelijk zelf kan beslissen over zijn toekomst.”

     

  • Vrije Tribune: Internationale Vrouwendag 2017

    Naar aanleiding van de internationale vrouwendag publiceren we een standpunt door Mohammad Ishaq Khan, een Antwerpse activist van Kasjmiri afkomst. Hij is actief binnen de linkse partij UKPNP. Dit standpunt schreef hij voor een bijeenkomst op internationale vrouwendag in Antwerpen.

    Eerst en vooral wil ik de kameraden die deze avond rond internationale vrouwendag organiseerden bedanken. De eerste acties op vrouwendag dateren van 28 februari 1908. Toen trokken zowat 15.000 vrouwen door de straten van New York om een kortere werkweek te eisen, betere lonen en het recht om te stemmen. Er werd ook geprotesteerd tegen discriminatie en geweld op vrouwen, zowel binnen het gezin als andere vormen van geweld. Op dezelfde dag een jaar nadien volgde een nieuwe betoging die ondersteund werd door de Socialist Party of America. Er waren betogingen op elke laatste zondag van februari tot in 1913. De actiedag werd ook in Europa opgenomen met betogingen in dezelfde periode. Uiteindelijk kwam er in 1913 consensus om de vrouwendag elk jaar op 8 maart te houden. De vrouwenmars in het Russische Petrograd vormde de vonk voor de revolutie van 1917.

    Ondanks heel wat ontwikkelingen inzake moderne technologie kennen vrouwen nog steeds heel wat problemen. Er is discriminatie op basis van gender. Er is geweld binnen het gezin en op straat, wat het leven van vrouwen kapotmaakt. Vrouwen zijn ook thuis niet veilig. We moeten de strijd voor vrouwenrechten blijven voeren. Meetings en betogingen kunnen het bewustzijn hierrond versterken. Door de strijd aan te gaan, zullen we rechten afdwingen. Linkse partijen en activisten moeten de strijd voor verandering van samenleving opvoeren. Er zijn veel uitdagingen, maar de strijd tegen het kapitalisme moet centraal staan omdat dit de basis is van alle problemen in deze wereld.

    Op de internationale vrouwendag betuigden we onze solidariteit met het verzet tegen het geweld en de onderdrukking waar de Kasjmiri bevolking het slachtoffer van is, in het bijzonder de repressie door het Indische leger. Meer hierover.
  • Kasjmir. Brutale onderdrukking van opstand

    [Terugblik op 2016] In deze laatste terugblik op 2016 kijken we naar een specifiek conflict dat weinig in de media was, maar wel verregaande gevolgen kan hebben. In het door India bezette deel van Kasjmir wordt een opstand van de bevolking repressief onderdrukt. Tegelijk wordt Kasjmir opnieuw gebruikt door de rechtse regeringen in zowel India als Pakistan om de onderlinge spanningen op te voeren en zo de aandacht van het falende beleid in eigen land af te leiden. We publiceren een dossier door TU Senan van het CWI.

    “Het jaar van de dode ogen.”

    Op 24 november waarschuwde het hoofd van de Pakistaanse luchtmacht voor een nieuwe escalatie van het conflict rond Kasjmir en de mogelijkheid van een volledige oorlog. Hij deed dit nadat Indische militaire operaties een dag eerder volgens het Pakistaanse regime 12 burgers en 3 soldaten hadden gedood.

    In juli begon in het door India bezette deel van Kasjmir een massale opstand tegen de bezettingsmacht. Het was de grootste en meest vastberaden opstand uit de recente geschiedenis van het gebied. De gevestigde media besteden er amper aandacht aan, maar deze opstand vindt plaats tegen de achtergrond van de aanhoudende onderdrukking van de nationale rechten van de Kasjmiri bevolking in zowel India als Pakistan, de verhoogde geopolitieke spanningen in de regio, de wereldwijde economische en politieke crisis en het falen van de linkse partijen in de regio om oplossingen en alternatieven naar voor te schuiven.

    Ondanks de brutale repressie door het Indische leger houden de massaprotesten in het door India bezette deel van Kasjmir (IOK – Indian-occupied Kashmir) al maanden aan. De beweging begon na de moord op de 22-jarige Burhan Wani, een militante leider.

    Het verhaal van Burhan was niet uitzonderlijk in Kasjmir. Hij was de zoon van een lokaal erg bekende schooldirecteur. Burhan was woedend omwille van de brutaliteit van het leger tegen zijn familie. Op 15-jarige leeftijd sloot hij aan bij een gewapende militante groep. Zijn groeiende populariteit in het dorp zorgde ervoor dat de overheid een beloning beloofde voor wie hem zou overleveren, er was sprake van een miljoen Roepees (15.000 dollar). Op 8 juli werd hij vermoord en dit werd op triomfalistische wijze in alle Indische media gebracht. De bevolking in de vallei van Kasjmir reageerde woedend. De begrafenisoptocht werd een massale actie met 50.000 aanwezigen. Het protest eindigde met het gooien van stenen naar de Indische soldaten.

    Kasjmir heeft een van de grootste concentraties van soldaten per hoofd van de bevolking. In IOK zijn er meer dan 275.000 soldaten. In het door Pakistan bezette deel van Kasjmir (POK) gaat het om een gelijkaardig aantal. Het protest botste op de gebruikelijke terreurmethodes waarmee massaprotesten in IOK beantwoord worden. Er werd een uitgaansverbod afgekondigd. Alle vormen van communicatie – internet, telefonie, sociale media – werden meteen geblokkeerd om te vermijden dat het protest verder zou uitbreiden. Het transport van en naar de regio werd gestopt. Het volledige gebied werd afgesloten waarna het leger begon met een brutale repressie tegen de massa’s. Zo werd traangas ingezet en werd op willekeurige wijze met scherp geschoten.

    Volgens de krant New York Times raakten 756 mensen blind door pellet-munitie. “2016 zal ongetwijfeld herdacht worden als het jaar van de dode ogen,” schreef de krant. Officieel vielen er meer dan 90 doden bovenop de duizenden gewonden bij deze eerste confrontaties. Duizenden mensen werden opgepakt. Het heeft geleid tot nieuwe massaprotesten die wekenlang bleven duren.Het leger kwam ook daar hardhandig tussen met vreselijke gevolgen: meer dan 17.000 gewonden en 5.000 arrestaties. Toch werd het uitgaansverbod genegeerd en bleven de acties duren. Er waren onder meer duizenden aanwezigen op een begrafenisoptocht van een 11-jarige jongen die overleed door het militaire geweld.

    Op 18 september lag de militaire basis in de stad Uri onder vuur. Daarbij kwamen 18 soldaten om het leven. Er werd gezegd dat de daders militanten waren die de Pakistaanse grens waren overgestoken. Een van de grootste gewapende groepen in Kasjmir, Hizbul Mujahidin, de organisatie waartoe Burhan Wani behoorde, wordt omschreven als een pro-Pakistaanse groep. De Indische regering stelde dat de aanval op de militaire basis onder de directe verantwoordelijkheid van Pakistan viel. Het werd aangegrepen om een oorlogsretoriek tegen Pakistan te voeren om zo de aandacht af te leiden van de horror waar het Indische leger in Kasjmir voor verantwoordelijk is.

    De Indische minister van Binnenlandse Zaken Rajnath Singh verklaarde: “Pakistan is een terroristisch land en moet als dusdanig geïdentificeerd en geïsoleerd worden.” Het werd herhaald door onder meer premier Modi die Pakistan “de moeder van het terrorisme” noemde. Media langs beide kanten van de grens begonnen een patriottische campagne waarin de haat tegen het andere land werd opgedreven. Een commentator van de Financial Times merkte op: “Als het van de media in beide landen afhing, was het tot een volledige oorlog gekomen.”

    Beide landen zijn niet tot zo’n open volledige oorlog overgegaan. Er waren wel enkele confrontaties met vuurgevechten en artillerie. Het Indische regime beweerde dat het een ‘precisiebombardement’ had uitgevoerd in Pakistan om “terroristen en hun aanhangers” uit te schakelen. Het Pakistaanse regime stelde dat dit een illusie was en dat soldaten omkwamen bij Indische bombardementen op Pakistaans grondgebied. Er volgden nog enkele aanvallen, onder meer op een Indische militaire basis in het noorden van Kasjmir. De Indische regering stelde dat deze aanvallen door militanten van over de grens worden uitgevoerd en blijft daarom bombarderen.

    Zwakkere heersende klasse en groeiende geopolitieke spanningen

    Het is onwaarschijnlijk dat het tot een volledige oorlog komt tussen beide landen, maar de kleine schermutselingen en spanningen zullen wellicht wel blijven duren. Dit kan nog opgedreven worden in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van 2018 in Paksitan of de Indische verkiezingen van een jaar later. De heersende politieke partijen in beide landen proberen van deze situatie gebruik te maken om hun populariteit op te krikken met een patriottische retoriek.

    Modi slaagde er nooit in om in heel het land populair te zijn. Hij ‘specialiseerde’ zich in het versterken van Hindoenationalisme, patriottisme en anti-moslimangst. Sinds zijn verkiezing in 2014 is zijn populariteit er verder op achteruit gegaan. Modi heeft zijn belofte van een ‘Gujaratisering’ van India niet kunnen waarmaken (het verhogen van de levensstandaard tot het niveau in de deelstaat Gujarat waar Modi voorheen deelstaatpremier was). Modi ging integendeel over tot nieuwe aanvallen op de arbeidswet, wat in september leidde tot de grootste algemene staking ter wereld. Er namen maar liefst 180 miljoen werkenden aan deel, een pak meer dan bij de grotendeels symbolische algemene stakingen in het verleden. Er groeit een strijdbaarheid, onder meer in de banksector. Eerder dit jaar dwong een staking in de textielsector de regering tot toegevingen. Er waren tal van sociale acties doorheen India. Integenstelling tot het verleden namen deze bewegingen zelden een nationaal karakter aan.

    De recente chaos als gevolg van de zogenaamde ‘demonetisation’ (de intrekking van circulerende bankbiljetten) leidde tot onrust in alle delen van het land. Er vielen honderden doden en volgens een schatting lopen de verliezen van de werkenden, boeren en armen op tot 2 triljoen dollar. De regering-Modi zal het conflict in Kasjmir nog hard nodig hebben om de aandacht van de eigen beperkingen en zwaktes af te leiden.

    Ook in Pakistan is er politieke instabiliteit en crisis bij de gevestigde partijen. De ooit erg machtige massapartij PPP (Pakistani People’s Party) werd in de laatste verkiezingen tot een klein lokaal verschijnsel gereduceerd. De PTI (Rechtvaardigheidspartij) van Imran Khan kende een sterke opmars met een boodschap van verzet tegen corruptie. Maar de PTI verliest nu al aan steun. Grote Chinese investeringen laten de rechtse regeringspartij PMLN (Pakistani Muslim League – Nawaz) toe om enkele populistische maatregelen te nemen waardoor ze een zekere steun geniet.

    De ware omvang van de Chinese banden met het Pakistaanse leger zijn niet publiek bekend. Maar er wordt beweerd dat het Pakistaanse leger heel wat voordeel zal halen uit de massale investeringen in de Pakistaanse infrastructuur. In Balochistan werden meer dan 15.000 soldaten ingezet om de door de Chinezen geleide infrastructuurswerken te bewaken. Dat  was na een “gesofisticeerde zelfmoordaanslag” in Quetta, de hoofdstad van Balochistan, in augustus van dit jaar. Bij die aanslag kwamen Chinese ingenieurs om het leven. In de nasleep van deze aanslag wees China in de richting van externe betrokkenheid – een indirecte vingerwijzing naar India. Modi reageerde door zijn “morele steun aan de Pakistanen in Balochistan” uit te spreken. Het versterkte de beweringen van de Pakistaanse regering over Indische betrokkenheid in Afghanistan om op die manier tot instabiliteit in Balochistan te komen. China wil verder dat de activiteiten van de Taliban in de buurt van de grens met Pakistan onder controle geraken. Al deze elementen leiden tot een nooit gezien militair opbod, zeker in India dat een tegengewicht wil voor de groeiende Chinese invloed in Pakistan.

    Volgens de vredesorganisatie Stockholm International Peace Research Institute gaat 41% van de Chinese wapenexport naar zijn grootste klant: Pakistan. China stemde ook in met de verkoop van 8 onderzeeërs aan Pakistan, deze marineschepen zullen in Karachi gebouwd worden. De Chinese betrokkenheid in de Pakistaanse productie van drones en de China Pakistan Economic Corridor (CPEC) ter waarde van 46 miljard dollar worden door het westen en India eveneens als bedreigingen gezien.

    De VS dreigt ermee om de militaire steun  (van minstens 300 miljoen dollar) in te trekken en haalde de woede van de Pakistaanse legerleiding en veiligheidsdienst ISIS op de hals door een Pakistaanse topman van de Taliban in Pakistan om te brengen zonder de Pakistaanse diensten hiervan op de hoogte te brengen. Als wraak dreigt Pakistan om militaire bestellingen in de VS af te zeggen en Russische gevechtsvliegtuigen te kopen. Het Pakistaanse leger gaf toe dat het “enige invloed” heeft in de Pakistaanse Taliban, maar er werd  weinig ondernomen om de acties van de Afghaanse Taliban tegen Amerikaanse doelwitten te voorkomen. Het Pakistaanse leger treedt nu wel harder op tegen de Taliban en andere gewapende groepen in Pakistan. Dat is zeker het geval in Karachi na een reeks van bomaanslagen op scholen en publieke plaatsen. Het geeft het leger een zekere populariteit onder de bevolking. Legertopman Raheel Shariff is de meest bekende en gerespecteerde personaliteit van het land. Hij is geliefder dan de twee andere bekende Sharifs – premier Nawaz Sharif en de gouverneur van Punjab Shehbaz Sharif. In Karachi kan je grote posters zien met de slogan: “Bedankt, generaal Raheel Shariff.” Ondertussen blijft het leger bepaalde gewapende groepen, waaronder delen van de Taliban, beschermen om de eigen belangen in onder meer Afghanistan te verdedigen. Het Pakistaanse leger gebruikt gelijkaardige tactieken in Kasjmir waar militanten gebruikt worden om de controle te behouden en om operaties in India uit te voeren. Recente aanslagen door radicale militante groepen in Pakistan wijzen er echter op dat het leger het moeilijk heeft om deze groepen te controleren. Het leger kan deze groepen niet volledig verslaan zolang de massa’s in vreselijke omstandigheden leven waarop reactionaire groepen een vruchtbare voedingsbodem vinden.

    De overwinning van Donald Trump in de VS en de economische vertraging in China zullen de geopolitieke spanningen in de regio versterken. Het Aziatische beleid van de Amerikaanse regering-Obama is mislukt. In een poging om China te omcirkelen, is het niet uitgesloten dat tot wanhopige maatregelen wordt overgegaan. Het kan de bestaande spanningen versterken. Kasjmir is een brandpunt waar alle geopolitieke spanningen samenkomen en kunnen leiden tot een marionettenoorlog. De Amerikaanse economie is nog altijd erg machtig, maar de VS kan niet langer overal zijn beleid opleggen. China is op economisch vlak de Eurozone voorbijgestoken met een aandeel van 16% van de wereldeconomie. China wil zeeroutes controleren en wil een zogenaamde nieuwe zijderoute vestigen. Zelfs in de Filippijnen – voorheen omschreven als een ‘kolonie van de VS’ en waar de VS nog steeds een grote militaire aanwezigheid heeft – is de situatie complexer geworden voor de VS. De nieuwe Filippijnse president Duterte sloot een akkoord ter waarde van 13 miljard dollar met China, een zware slag voor de VS. In Sri Lanka probeerden westerse regeringen tevergeefs om het nieuwe met Chinees geld betaalde havenproject in de hoofdstad Colombo te stoppen.

    Alternatief op vernietiging en uitbuiting nodig

    Zuid-Azië telt het grootste aantal armen ter wereld. De gevestigde partijen in de regio hebben er duidelijk geen benul van hoe ze de groter wordende menselijke ramp kunnen vermijden. Hun beleid leidt voor miljarden mensen tot nog meer armoede, werkloosheid, oorlog en vernietiging. Om dit tegen te gaan, is er nood aan alternatieve partijen van de werkenden, landbouwers, jongeren en armen in de verschillende landen van de regio. In IOK is er al lange tijd een marionettenregering. Er zijn geen onafhankelijke krachten ontwikkeld in Kasjmir, terwijl de hoop op nationale onafhankelijkheid erg groot is. Politieke partijen die daar geen rekening mee houden, zullen niet ver geraken. Het enorme politieke vacuüm en de repressieve onderdrukking van de mogelijkheid van een eigen politieke stem van de massa’s duwt heel wat jongeren in de richting van militante organisaties.

    De traditionele linkse partijen zoals de Communist Party of India (CPI) en de Communist Party of India – Marxist (CPI-M) slaagden er niet in om een platform voor de strijd te bieden. Erger: ze namen vreselijke standpunten over de nationale kwestie in waarbij ze in de praktijk de Indische staat verdedigden. Als antwoord op de horror in Kasjmir vroeg de CPI in een persbericht een “bijeenkomst van alle partijen om te discussiëren over een gezamenlijke oproep voor het hervatten van de vrede. Ego’s mogen een dergelijke bijeenkomst van alle partijen niet verhinderen. De mensen waren nog nooit zo kwaad wegens de dood van jongeren. De hele kwestie wordt verkeerd aangepakt.” De leiding van de CPI heeft een geschiedenis van samenwerking van de Indische staat tegen de strijd van volkeren die tegen onrechtvaardigheid opkomen. De partij wil niet begrijpen wat er verkeerd aangepakt wordt in Kasjmir. Het idee dat een bijeenkomst van alle partijen tot vrede kan leiden, toont hoe de CPI-leiding denkt. Ze zien zichzelf als vredesonderhandelaars, ook tegenover klassenwoede en -strijd  stellen ze zich op een gelijkaardige manier op.

    De CPI-M erkent de “verregaande vervreemding van de bevolking. De kloof tussen India en de bevolking van Kasjmir was nog nooit zo groot.” De conclusie die daaruit getrokken wordt, is wel erg beperkt. Deze “ernstige situatie” vereist volgens de partij een “onderzoek naar het probleem van Kasjmir.” Het probleem wordt grotendeels beperkt tot het uithollen van de “autonomie en de speciale status” die aan Kasjmir werd toegekend. Anders gezegd: indien de Indische staat de ‘speciale status’ van Kasjmir had behouden, dan was er geen probleem geweest. Onder de Indische controle hebben de massa’s van Kasjmir nooit vrijheid gekend en konden ze nooit hun politieke en nationale standpunten uiten. De standpunten van de CPI-M  bouwen voort op het uitgangspunt dat Kasjmir onderdeel van India moet blijven.

    In een gemeenschappelijke verklaring van Sudharkar Reddy, de algemeen secretaris van de CPI, en Sitaram Yechury, de algemeen secretaris van de CPI-M, worden “autonome structuren” op basis van artikel 370 gevraagd. Dat artikel werd ten tijde van de opdeling van het continent tussen India en Pakistan door de Indische staat erkend om de prinselijke staat Kasjmir onder haar controle te krijgen. De zogenaamde belofte van de VN om een een referendum te organiseren op basis van resolutie 47 van de Veiligheidsraad of de belofte dat een verbinding met India “nadien door de bevolking van Kasjmir moest bevestigd worden”, werd nooit gerealiseerd. In plaats daarvan werd de toenmalige Kasjmiri leider Sheikh Abdullah gevangengenomen. Er kwam een nieuwe grondwet waarin Jammu en Kasjmir een “integraal onderdeel van de Indische unie” werden.

    India gebruikt artikel 370 om de elite in Kasjmir naar zich toe te trekken, maar het regime had nooit de bedoeling om het toe te passen en zal dit ook nooit overwegen. Modi zorgde in zijn kiescampagne van 2014 voor debat hierover met het doel om artikel 370 af te schaffen. Hiermee wilde Modi patriottische stemmen achter zich krijgen. Nog voor het Hooggerechtshof in 2015 oordeelde dat dit artikel niet kan afgeschaft worden, wisten experts dat het voorstel van Modi absurd was. Maar Modi wil niet Kasjmir nog bijkomende speciale rechten krijgt en hij wil elke hoop op Azadi – vrijheid – de kop indrukken. Dit is niet alleen de benadering van de hindoenationalistische BJP, ook Congress staat op die positie.

    Het CWI en zijn Indische afdeling New Socialist Alternative verdedigen de eis om de speciale troepen meteen uit Kasjmir terug te trekken, het gebruik van pellet munitie te stoppen en de slachtoffers gepast te compenseren. Tot daar zijn we het eens met de eisen van CPI en CPI-M. Maar we denken niet dat een ernstig onderzoek mogelijk is als het door het Indische gerecht wordt uitgevoerd. Er moet een onafhankelijk onderzoek komen naar alle moorden en wandaden. Dit onderzoek moet gebeuren door democratisch verkozen comités samengesteld uit alle delen van de bevolking van Kasjmir.

    Elke toegeving aan de bevolking van Kasjmir is welkom. Maar het is een illusie te denken dat de Indische heersende klasse grondwettelijke vrijheid aan Kasjmir zal toekennen. Op basis van een grondwet waarin kapitalistische uitbuiting en onderdrukking op basis van kaste de uitgangspunten zijn, is dat niet mogelijk. Illusies hierin vestigen, komt neer op bedrog. Het lijkt op de ‘truuk’ die Nehru toepaste om de massa’s van Kasjmir te controleren. De CPI en CPI-M gebruiken dit element om te verstoppen dat ze geen nationale rechten aan de bevolking van Kasjmir willen toekennen. Beide partijen stellen in hun gezamenlijke verklaring ook nog dat “Kasjmiri worden voorgesteld als separatisten,” alsof de meerderheid van de bevolking in Kasjmir geen voorstander is van afscheiding van India. De protestbeweging wordt net aangewakkerd door de roep naar zelfbeschikking en bevrijding van de Indische onderdrukkers.

    De werkende bevolking in de vele Indische staten moet ingaan tegen de wetten en beperkingen die hen binden aan onderdrukking op basis van natie, kaste en andere elementen. Er is nood aan een oproep van de werkenden en armen in zowel POK als IOK om over hun eigen toekomst te beslissen. De eis van het opzetten van een democratisch verkozen revolutionaire grondwetgevende vergadering in Kasjmir is cruciaal.

    India is een gevangenis van nationaliteiten die enkel samengehouden worden door de autoritaire grondwettelijke en politieke controle die de belangen van de politieke elite en de superrijken dient. Van Tamil Nadu in het zuiden tot Kasjmir in het noorden worden de nationale aspiraties van de massa’s in verschillende gradaties gericht tegen de Indische staat. Dit is verbonden met de wil van de massa’s om hun economische en politieke omstandigheden te verbeteren. De strijd om die omstandigheden effectief te verbeteren kan ook een impact hebben op hoe prominent nationale eisen gesteld worden.

    Het erkennen van de roep naar zelfbeschikking is essentieel om de eenheid van de werkende klasse te bekomen. De eis van het recht op zelfbeschikking aanvaarden is niet hetzelfde als de desintegratie van India voorstellen. Het is integendeel op basis van eengemaakte klassenstrijd dat eenheid mogelijk is. Dit kan leiden tot een confederatie van socialistische staten op een vrijwillige basis. De traditionele linkse partijen verwerpen dit en hebben zich in de praktijk onderworpen aan de visie van de heersende klasse. Het vervreemdt de massa’s van deze partijen waardoor het vacuüm groter wordt. In dit vacuüm ontwikkelen tal van nationalistische bewegingen of partijen op basis van stam of kaste. Zowel in India als Pakistan is dit het geval. Er moet gebouwd worden aan een alternatieve massakracht in India met een duidelijk perspectief en een scherp programma dat werkenden, boeren, jongeren en armen kan verenigen.

    De verklaring van CPI en CPI-M stelt nog dat Pakistan “aan de onderhandelingstafel moet komen,” alsof de Pakistaanse staat de enige is die vrede in de weg staat. Met een dergelijk Indisch ‘nationalistisch’ standpunt steunen de traditionele linkse partijen de staat bij behoud van het status quo. Dit is een van de redenen waarom de massa’s in Kasjmir ver van de linkse partijen weg blijven en waarom er een groot wantrouwen is tegenover linkse organisaties. In tegenstelling tot POK is er in IOK geen ontwikkeling van linkse organisaties. Verschillende linkse organisaties en marxistische activisten uit POK organiseerden acties in Pakistan en in de rest van de wereld om te protesteren tegen wat er gebeurt in Kasjmir. Wij steunen dit en namen deel aan verschillende acties en meetings, waarbij we wijzen op de nood aan een initiatief in de richting van een massale partij van de werkenden en armen.

    Gelet op de lange geschiedenis van onderdrukking en verdeling, zijn er heel diverse visies in Kasjmir over de nationale kwestie en de banden met India en Pakistan. De verschillen op vlak van regio, stam, religie en kaste werden door de heersende klasse uitgespeeld om te verdelen en te controleren. Vrijheid voor alle Kasjmiri bekomen, kan enkel door te bouwen aan een organisatie die deze verdeeldheden overstijgt door de bescherming van de rechten van alle minderheden en tegelijk de opbouw van verenigde klassenacties tegen zowel de Indische als de Pakistaanse regimes. Zo’n organisatie zou zich ook moeten richten tot de werkende klasse en hun organisaties in Pakistan, India en andere landen in de regio om samen te strijden tegen de enorme ongelijkheid, de vreselijke omstandigheden en de nationale onderdrukkingen die schering en inslag zijn in de regio. Echte vrijheid voor alle onderdrukte massa’s in de regio is enkel mogelijk door een einde te maken aan het kapitalisme en de vestiging van een vrijwillige confederatie van democratische socialistische staten.

  • Stop repressie tegen studentenactivisten in Delhi (India). Solidariteitsactie in Antwerpen!

    Studentenprotest in India
    Studentenprotest in India

    Studenten aan de JNU universiteit in het Indische Delhi organiseerden op 9 februari een protestactie naar aanleiding van de verjaardag van de moord op Afzal Guru en Maqbool Butt, de ‘Che van Kasjmir’.

    Afzal Guru was een Kasjmiri fruitverkoper die door de Indische autoriteiten werd opgepakt wegens vermeende verantwoordelijkheid voor een aanslag op het Indische parlement in 2001. Die aanslag door jihadi-strijders uit Kasjmir werd gebruikt om de troepenmacht in het door India bezette deel van Kasjmir op te drijven en er dreigde een volledige open oorlog tussen de kernmachten India en Pakistan. Kasjmiri activisten zagen in de veroordeling van Afzal Guru een maneuver van de Indische regering om zich tegen de Kasjmiri bevolking te keren en om het Indische nationalisme op te drijven zodat de aandacht van het sociale falen in eigen land werd afgeleid. Ze lieten de eigen bevolking in ellende en armoede leven, waardoor een externe vijand nodig was om de eigen ‘grootsheid’ te bewijzen. Hetzelfde gebeurt in Pakistan. Het slachtoffer is telkens de bevolking van Kasjmir.

    Op 9 februari hielden studenten aan de JNU universiteit een actie. De autoriteiten beschuldigden de organisatoren ervan ‘anti-nationaal’ en ‘anti India’. Er werd een excuus gezocht om al wie zich tegen de bezetting van Kasjmir uitspreekt aan te klagen.

    Het gaat om een poging van de rechtse hindoenationalistische regerende BJP en zijn extreemrechtse medestanders van de RSS om de repressie en het geweld tegen alle andersdenkenden op te voeren. Eerder was er al de dood van een doctoraatstudent van Dalit-afkomst, Rohith Vemula, die van de universiteit van Hyderabad werd uitgesloten na valse beschuldigingen door een rechtse studentenorganisatie die met de regerende BJP verbonden is. Dit leidde tot massaal protest onder studenten. Ook nu reageren studenten en professoren tegen de poging om elke kritiek op de regering het zwijgen op te leggen.

    Er is een opmars van geweld en discriminatie op basis van kaste en religie in India, de rechtse regering van de hindoenationalist Modi wakkert dit aan. Modi was deelstaatpremier in Gujarat toen daar in 2002 een groot aantal moslims werd vermoord. Gaat hij als premier van India dezelfde weg van sectair geweld op? Dit kan gestopt worden door de arbeidersbeweging die potentieel erg sterk is, zo was er vorig jaar de grootste algemene staking uit de Indische geschiedenis. Verzet tegen het asociale beleid werkt verenigend.

    Protestactie aan de Indische ambassade in Brussel in 2013 naar aanleiding van de uitvoering van de doodstraf op Afzal Guru
    Protestactie aan de Indische ambassade in Brussel in 2013 naar aanleiding van de uitvoering van de doodstraf op Afzal Guru

    Wij protesteerden in 2013 tegen de doodstraf van Afzal Guru en tegen de dreiging van oorlog om Kasjmir. We verdedigen het recht op zelfbeschikking van de bevolking van Kasjmir, laat hen zelf beslissen over de toekomst van hun land – een beslissing die enkel mogelijk is indien India en Pakistan zich meteen uit het bezette Kasjmir terugtrekken.

    Wij spraken ons eerder ook uit tegen de Gentse professor Balu die met zijn RSS-politiek kasteloze studenten en collega’s beledigde en moslim-academici verweet ‘terroristen’ te zijn. De Gentse universiteit kan de blamage van zijn band met professor Balu nu misschien goedmaken door mee het voortouw te nemen om de aanval op de studentenbeweging en op de vrije meningsuiting aan de universiteit JNU af te wijzen.

    Met linkse activisten van diverse afkomsten – Kasjmiri, Tamils en andere Antwerpenaren – houden we een solidariteitsactie op 4 maart.

    • Neen aan de vervolging van de studenten van JNU in het algemeen, studentenleiders Kanhaiya Kumar, Umar Khalid en anderen in het bijzonder! Neen aan de toename van rechtse haatmisdrijven tegen Indiërs van onderdrukte kasten! Neen aan het geweld tegen Indiërs die geen hindoe zijn! Neen aan de aanvallen op democratische rechten in India!
    • Voor het recht op zelfbeschikking van de bevolking van Kasjmir en alle minderheden!
    • Voor eenheid van werkenden en onderdrukten, van vrouwen en mannen, over afkomst en religieuze achtergrond heen, samen staan we sterker tegen alle vormen van onderdrukking!

    Vrijdag 4 maart om 15u op het Sint Jansplein. Facebook evenement

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop