Your cart is currently empty!
Tag: horeca
-
Horeca in gevaar. “De sector dreigt zijn menselijkheid te verliezen”

Het collectief Restobar Bruxelles-Wallonie, een nieuwe groepering die los staat van de officiële federatie van de horecasector, voerde in Brussel en andere steden actie om te protesteren tegen de schadelijke gevolgen van de langdurige sluiting van de horeca. Bij één van die acties spraken we met Hubert Blanquet, net op het ogenblik dat bekend raakte dat de sluiting van de horeca tot minstens 1 april wordt verlengd.
Interview door Kostas (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Wat is de situatie in de sector?
“Zelfs wie eigenaar is, blijft een stroom van vaste kosten kennen terwijl we onze activiteiten niet kunnen voortzetten en er dus geen geld binnenkomt. Voorheen waren er in deze sector heel wat gepassioneerde mensen die niet uit waren op persoonlijke verrijking, maar hun werk graag deden. Zij dreigen er tussen uit te vallen. Wordt de horeca een trieste en droge eenheidsworst van internationale ketens? De sector dreigt zijn menselijkheid te verliezen omdat enkel de winstgevendheid nog van tel zal zijn.”
“De magie, de poëzie die in deze plaatsen van sociaal contact gevonden kon worden, dreigt een grote klap te krijgen. Temeer daar België het land is dat er een erezaak van maakte om deze cultuur van gastvrijheid en gastronomie te cultiveren. Een bladzijde van onze identiteit dreigt te worden omgedraaid.”
Volstaan de steunmaatregelen van de regering en de gewesten niet?
“Afhankelijk van het geval zijn ze soms hoog, maar meestal zijn ze onvoldoende. Het is gewoonweg belachelijk om een bedrijf dat 400 euro aan huur heeft en een ander bedrijf dat 8000 euro aan huur heeft hetzelfde bedrag aan compensatie te geven, vooral wanneer deze steun voor zo’n lange periode van sluiting geldt. Straks zijn we meer dan een half jaar dicht! Het verschil in de bedragen tussen de verschillende gewesten geeft een wrang gevoel van onrechtvaardigheid. Een zaak in Vlaanderen ontvangt gemiddeld vijf keer meer dan in Brussel. Er wordt nieuwe hulp voorbereid. Het is maar de vraag of die op tijd zal komen.”
Van waar komt het nieuwe collectief Restobar?
“De eigenaars van enkele koffiezaken voelden zich tijdens de eerste lockdown in de steek gelaten door de officiële federatie. Er was een onaanvaardbaar verschil in behandeling tussen restaurants en koffiezaken. Bovendien beschikte de officiële federatie niet langer over de nodige wettelijke quota om representatief te zijn voor de sector. Het gebrek aan transparantie binnen het bestuur van de federatie kwam daar bovenop. Enkele uitbaters van koffiezaken hebben daarop een nieuwe organisatie opgezet, ook al krijgen we daar geen subsidies voor.”
Marc Raisière van Belfius verklaarde dat er wel wat cafés en restaurants weg mogen. Wat vond je daarvan?
“Het is natuurlijk zeer schokkend, vooral omdat het komt van de baas van een bedrijf dat in 2011 4 miljard euro steun van de overheid kreeg. De financiële crisis vanaf 2008 was het gevolg van risicovolle beslissingen van de banken. De huidige problemen in de horeca staan volledig los van beslissingen in onze sector.”
“Het aantal cafés en restaurants in verhouding tot het aantal inwoners is niet overdreven, gezien de bevolkingsdichtheid in België en de reeds eerder genoemde cultuur van gezelligheid. Marc Raisière heeft duidelijk een gouden kans om te zwijgen gemist.”
-
“Handel over te nemen”: mobilisatie van horeca in Brussel en Wallonië

Het Collectif Restobar Bruxelles-Wallonie (een nieuwe groepering, los van de officiële federatie van de horecasector) heeft in Brussel en andere steden acties georganiseerd om te protesteren tegen de schadelijke gevolgen die langdurige beperkende maatregelen hebben voor de bedrijven in de sector.
Door Kostas (Brussel)
De bijeenkomst in Brussel duurde een uur en de deelnemers hebben de gezondheidsmaatregelen nauwgezet nageleefd (100 aanwezigen, met maskers op en voldoende afstand).
Toen het overlegcomité het besluit nam om de sluiting van de horeca tot 1 april te verlengen, vonden werkenden uit de sector het nodig om hun bezorgdheid te uiten over de toekomst van kleine ondernemingen. Een groot aantal dreigt definitief te sluiten, met ernstige gevolgen voor de werkloosheid en voor de economie in onze steden. Dit gevaar dreigt groter te worden naarmate de situatie blijft duren. Veel eigenaren van kleine handelszaken stapelen de schulden op. Straks wordt het onmogelijk om deze nog af te betalen.
Om te overleven, vragen de kleine zelfstandigen uit de sector:
- de verlenging tot 18 maanden van de huidige kredietmoratoria;
- aanvullende steun voor herstel;
- de oprichting van een Covid-fonds met terugwerkende kracht tot 2020;
- gelijkheid van regionale steun. De financiële compensatie bedraagt volgens hen 7.000 euro in Brussel, 12.000 euro in Wallonië en bijna 20.000 euro in Vlaanderen voor een gemiddeld restaurant.
Deze actie kwam er kort nadat de eigenaar van Belfius, Marc Raisière, in Trends verklaarde: “Natuurlijk zullen er faillissementen zijn! Maar hadden we niet te veel cafés en restaurants in België? Waren ze allemaal winstgevend (…) zonder hun toevlucht te nemen tot de zwarte economie? (…) Van tijd tot tijd hebben economieën behoefte aan een golf van herstructurering. Zombiebedrijven (bedrijven waarvan de activa hun schulden niet dekken, noot van de redacteur) zullen verdwijnen. Hoe serieus is dat? Voor hun eigenaars en personeel, zeker, maar niet voor de economie. Anderen zullen uit de as herrijzen.” Wat een schandalige uitspraak, zeker van de baas van de voormalige Dexia Bank België, die in het najaar van 2011 door de federale staat van het faillissement werd gered! Karel Baert, de baas van Febelfin (de Belgische federatie van de financiële sector): “De banken zullen niet iedereen kunnen redden.” Deze verklaringen zijn erop gericht om mensen in de kou te zetten, terwijl de grote bedrijven en banken zelf al jarenlang profiteren van de vrijgevigheid van regeringen. Dit is onaanvaardbaar!
LSP verdedigt de onteigening en nationalisering van de financiële sector onder democratische controle en beheer van de werkenden en de gemeenschap, zonder compensatie behalve op basis van bewezen behoeften. Dit zou het mogelijk maken om het spaargeld van de Belgen te mobiliseren, onder meer om de kleine zelfstandigen en de kleine ondernemingen te steunen in plaats van het te verspillen aan speculatie.
-
Horeca: flexi-jobs aan 9,5 euro per uur zonder werkzekerheid
Deze zomer heeft de ministerraad beslist om maatregelen te nemen rond tewerkstelling in de horeca. Met flexi-jobs en goedkope overuren krijgen de werkgevers enorm veel mogelijkheden. Voor Gwendolyn Rutten (Open Vld) is het slechts een opstap: “De horeca is een testcase, ook voor de nieuwe economie. Als dit flexstatuut werkt, kunnen andere sectoren er ook gebruik van maken.”
Een flexi-job is mogelijk voor wie drie kwartalen minstens vier vijfden elders werkt of gewerkt heeft. Onder het mom van bijverdienen in de horeca is het dan mogelijk om aan een hongerloon van minstens 9,5 euro per uur te werken, waarbij geen baremaverhogingen mogelijk zijn en waarop geen bijdragen aan sociale zekerheid of bedrijfsvoorheffing betaald worden. De werkgever betaalt enkel een bijzondere bijdrage. Het argument is dat er in de vorige tewerkstelling van minstens vier vijfden al voldoende aan de sociale zekerheid is bijgedragen…
Er is geen minimumtermijn om de werknemer te verwittigen wanneer hij of zij moet werken, er kan dag per dag gekeken worden of en hoeveel flexi-werkers worden opgeroepen. Een contract voor een flexi-job moet niet noodzakelijk schriftelijk worden opgesteld, een mondeling contract met een dagelijkse aangifte is eveneens mogelijk. De stap naar nulurencontracten, waarbij een contract geen garantie op werkuren en bijhorend loon omvat, wordt wel heel klein.
Ook voltijds personeel in de horeca wordt onder druk gezet. Het aantal overuren dat dit personeel mag kloppen, wordt verhoogd tot 360 per jaar. Dat zijn er bijna twee per normale werkdag. Een overurentoeslag voor deze uren wordt afgeschaft en zelfs de zon- en feestdagtoeslagen verdwijnen. De regel van een vlak loontarief bij de flexi-jobs wordt dus stilaan veralgemeend tot de volledige sector.
Deze voorstellen vormen een aanval op de bescherming van werknemers, de lonen en de sociale zekerheid. Het is onderdeel van de invoering van een steeds grotere lageloonsector waarin werkenden geen rechten hebben, maar in ruil voor een hongerloon dag en nacht ter beschikking van hun werkgever moeten staan.