Tag: Gwendolyn Rutten

  • Tenzij we de regering stoppen, volgen nog jaren van besparingen en sociale dumping

    Rutten wil laagbetaalde flexi-jobs veralgemenen, De Wever spreekt over nog “twee à drie jaar” besparen.

    De vergelijking werd nog niet expliciet gemaakt, maar de retoriek van de rechtse partijen doet denken aan het beruchte licht aan het einde van de tunnel in de jaren 1980. Het einde van de aanvallen en besparingen wordt beloofd, maar in het beste geval pas binnen enkele jaren. We moeten nog even volhouden, er is al licht aan het einde van de tunnen te zien. Maar we weten natuurlijk dat er steeds nieuwe argumenten zullen opduiken om dat licht aan het einde van de tunnel verder uit te stellen. Het wordt slechts als excuus gebruikt om jarenlang hard te besparen en op onze levensstandaard in te beuken.

    De Antwerpse schaduwpremier bevestigde dit uitdrukkelijk in ‘Het Nieuwsblad’: “Voor de meeste partijen is een jaar besparen al veel. We moeten dat nog twee à drie jaar volhouden, er is geen alternatief.” Waar hebben we dat nog gehoord dat er geen alternatief is? En nog: “Ik hoop voor 2016 dat iedereen nu op de trappers gaat staan, en niet voortdurend probeert om op de bagagedrager te gaan zitten.” Mogelijk wil hij met deze laatste opmerking de sfeer in het kibbelkabinet opkrikken? Of is het omdat de druk op CD&V om in de harde besparingen mee te stappen steeds gewerkt heeft?

    Volgens De Wever moet er dus nog twee tot drie jaar, toevallig tot aan de volgende verkiezingen, hard bespaard worden naar het model van wat we reeds over ons kregen. Ter herinnering, het ging onder meer om een indexsprong waarmee we duizenden euro’s inleveren, afbouw van de openbare diensten, besparingen op diverse uitkeringen, verhoging van de pensioenleeftijd, tal van nieuwe taksen, … terwijl de grote bedrijven een nooit gezien cadeau van enkele miljarden kregen met de tax shift. Dit zou dus ook de komende jaren op de agenda staan. Het betekent ongetwijfeld nog nieuwe indexsprongen, totale uitholling van de sociale zekerheid en verdere afbouw van openbare diensten. Het plaatst de discussie over de NMBS meteen in perspectief: niet het personeel zorgt daar voor de vele problemen, maar de besparingsregering. Maar er zullen nog nieuwe fronten moeten geopend worden, denk maar aan de arbeidsmarkt.

    In zijn neoliberale offensief wordt De Wever zoals steeds gesteund door de andere liberalen. Gwendolyn Rutten mocht dan wel fors uithalen naar een aantal uitspraken van De Wever die ze als zever omschrijft, over de neoliberale aanvallen vormen Rutten en De Wever twee handen op één buik. Rutten stelt uitdrukkelijk dat een volgende nieuwe aanval op de arbeidsmarkt zal uitgevoerd worden. Ze stond reeds vooraan voor de invoering van flexi-jobs in de horeca: laagbetaalde jobs aan 9,5 euro per uur waarbij bruto gelijk is aan netto (en de inkomsten voor de sociale zekerheid en de overheidsmiddelen dus meteen afnemen) en waarbij een job eerder wordt gezien als een mogelijkheid om een centje bij te verdienen.

    Dit soort sociale dumping doet denken aan wat ook gebeurde in sectoren als de bouw en het wegtransport. Daar is er een opmars van arbeidsvoorwaarden die aan slavenarbeid doen denken. Samen met de verplichte gemeenschapsdienst voor werklozen – als er toch werk is, waarom wordt dan geen deftig contract aangeboden? – die aan dwangarbeid doet denken, zien we waar hun ‘modernisering’ van de arbeidsmarkt toe leidt: een terugkeer naar een duister verleden van slavernij en dwangarbeid. Wij moeten voor steeds flexibeler voor minder loon werken zodat hun winsten veilig gesteld worden. Dat is waar de rechtse regering voor gaat. En dat willen de liberalen in zoveel mogelijk sectoren realiseren, denk maar aan de havenarbeid.

    Rutten wil de flexi-jobs in de horeca uitbreiden: “Dat mag van ons een algemeen principe worden. Maar laat ons beginnen met het uit te breiden naar andere sectoren en mogelijk te maken voor gepensioneerden.” Rutten wil dus de sociale dumping veralgemenen en straks kunnen de pensioenen verder omlaag als gepensioneerden voor een iet of wat leefbaar inkomen moeten bijklussen. Zo moet de pensioenleeftijd niet verder omhoog, om rond te komen moeten gewone gepensioneerden dan werken tot ze erbij neervallen.

    Het doet denken aan de nulurencontracten in Groot-Brittannië waar werknemers geen enkele garantie op werk hebben bij het sluiten van een contract, maar tot een uur op voorhand kunnen opgeroepen worden als er werk is. Het leidt tot onzekere en lage inkomens voor de werkende naast een onmogelijk sociaal leven. Toch zijn er al een miljoen dergelijke nulurencontracten. De opgedreven flexibiliteit en harde aanpak van uitkeringstrekkers leidt in Groot-Brittannië tot een explosieve groei van de voedselbanken. Het Britse beleid om langdurig zieken aan het werk te zetten, leidde er volgens regeringscijfers toe dat tussen december 2011 en februari 2014 2.380 mensen om het leven kwamen vlak nadat ze “fit for work” verklaard waren. Dit is letterlijk werken tot je erbij neervalt. Begin 2014 was er zelfs een geval van een langdurig zieke die werd opgeroepen om werkbekwaam verklaard te worden en tijdens het onderzoek zelf overleed. Gezondheidsspecialisten wijzen op een significante toename van problemen inzake geestelijke gezondheid als gevolg van het gevoerde beleid. Dit is het voorbeeld voor De Wever en Rutten.

    Een veralgemening van flexi-jobs zal niet leiden tot extra jobs. Zelfs de liberale professor Marc De Vos waarschuwt hiervoor en waarschuwt voor “een aanzuigeffect voor wat in wezen tweederangsbanen zijn.” Hij stelde nog: “Er zit een zekere perversiteit in deze logica. Blijkbaar zijn horecazaken een poel van zwartwerk. Dat ga je dan wit maken door de arbeid gratis te maken. Terwijl je er eigenlijk van zou moeten uitgaan dat mensen de wet respecteren en sociale bijdragen betalen. (…) Het is net alsof je tegen fiscale fraudeurs zegt dat ze voortaan legaal een deel van hun belastingen niet meer hoeven te betalen.” Voor die laatste suggestie van De Vos – legaal een deel van de belastingen niet meer betalen – kunnen de bedrijven onder meer op de tax shift rekenen. Fraudeurs kunnen op de afkoopwet rekenen indien het toch tot een vervolging dreigt te komen. Het punt van De Vos over de flexi-jobs is wel correct: het leidt niet tot nieuwe jobs, maar tot een veralgemening van slechte arbeidsvoorwaarden. Misschien moeten de politici zelf de proef op de som nemen en vooraleer ze werkenden in andere sectoren tot flexi-jobs veroordelen, deze maatregel in hun eigen sector invoeren? Ministers en parlementsleden die enkele maanden verplicht moeten rondkomen met het inkomen van een flexi-werker in de horeca, het zou voor zowat alle politici een grote schok zijn. Of zou de politiek geen sector zijn waar Rutten de flexi-jobs voor wil veralgemenen?

    Als we deze regering niet stoppen, staan we voor niet afhoudende aanvallen op onze levensstandaard. Het Britse voorbeeld toont aan dat er steeds verder kan gegaan worden. Als we ons verzet niet organiseren tegen het besparingsbeleid, geraken de neoliberalen met veel weg. Bij gebrek aan ernstige oppositie won Cameron zelfs de verkiezingen na een jarenlang besparingsbeleid. Rechts staat klaar voor nieuwe aanvallen, maar waar blijft onze verdediging? Het actieplan eind 2014 toonde de mogelijkheid om de aanvallende regering aan het wankelen te brengen, maar er kwam geen vervolg. Een afwachtende houding langs onze kant wordt afgestraft met nieuwe besparingen.

    We zullen onze strijd opnieuw moeten organiseren om dit tegen te gaan. De sociale verkiezingen die dit jaar plaatsvinden, zullen opnieuw de kracht van de arbeidersbeweging tonen. Bij vorige sociale verkiezingen waren er maar liefst 130.000 kandidaten. Nu kunnen de sociale verkiezingen gebruikt worden om strijdbare delegaties te versterken en strijdbare collega’s sterker op de voorgrond te brengen in verschillende bedrijven. De sociale verkiezingen moeten ook gebruikt worden om een volgende ronde in de strijd tegen de rechtse regering voor te bereiden. De aanvallen van de rechtse regering treffen iedereen op elke werkvloer, het verzet ertegen zal dan ook op elke werkvloer moeten georganiseerd worden.

    De kracht van de arbeidersbeweging is nog steeds bijzonder groot. Zelfs na een periode van aarzeling, onduidelijkheid en een zekere demoralisatie kwamen er op 7 oktober vorig jaar 100.000 betogers naar Brussel om duidelijk te maken dat de woede nog steeds groot is. Het zal erop aankomen om het enorme ongenoegen te organiseren en een perspectief te bieden van een strijd waarmee we kunnen winnen. Duidelijke ordewoorden en alternatieven op het besparingsbeleid zijn nodig. Met LSP zullen we daar verder voor opkomen, versterk ons daarin en sluit je aan! Kom met ons op voor een socialistisch alternatief op de waanzin van het besparingsbeleid.

  • Het blauwe luchtfabriekje

    Afgelopen weekend kwam Open Vld bijeen voor een congres. Alle media focusten op de populariteit van Maggie De Block, voor de gelegenheid zelfs in de kwaliteitsmedia omgedoopt tot ‘Mega Maggie’. De liberale voorzitster Gwendolyn Rutten wist wat haar te doen stond, als een schaduw aan De Block kleven. Inhoudelijk werd al evenzeer weg gedroomd. “We leven in een geweldige tijd. Een tijd met steeds minder grenzen en meer mogelijkheden”, klonk het. Van welke planeet komen Mega Maggie en co?

    Op een ogenblik dat armoede en werkloosheid uitbreiding kennen als een olievlek is daar bij de liberalen niet veel van te merken. Een door de media opgeklopte populariteit van een liberaal staatsecretaris volstaat om op bijna hysterische wijze het optimisme te verkondigen. Daarmee wordt meteen de aandacht afgeleid van enkele bijzonder asociale voorstellen die tegenwoordig door neoliberalen onderling worden uitgewisseld dat het een lieve lust is. Dwangarbeid voor werklozen, rechtspersoonlijkheid voor vakbonden, grondige ondermijning van de index,… Het enige debat onder liberalen van diverse slag, van N-VA tot Open Vld, is hoe ver wordt gegaan met de asociale agenda.

    Het is opvallend dat de Open Vld als traditionele verdediger van het liberalisme en het kapitalisme midden in een van de diepste crises ooit van hun systeem, doet alsof er geen vuiltje aan de lucht is. “We leven in een geweldige tijd”, verklaren de propagandisten van het systeem in crisis. “Een tijd met steeds meer mogelijkheden”, schreeuwen ze op een ogenblik dat zelfs Oxfam waarschuwt dat het huidige Europese besparingsbeleid leidt tot een aangroei van het aantal armen op het continent van 121 tot 146 miljoen. Dat de ongelijkheid ook in ons land een nooit geziene omvang aanneemt, hebben de liberalen als verdedigers van de rijksten niet eens opgemerkt. We verwijzen opnieuw naar Oxfam dat opmerkte dat de 30% armste Belgen tussen 1990 en 2009 hun aandeel in het totale netto-inkomen zagen afnemen van 11,2% tot 8,3%, terwijl de 10% rijksten hun aandeel zagen stijgen van 27,3% tot 31,9%. De 10% rijksten zijn goed voor bijna de helft van het vermogen. Oxfam vraagt “de Europese lidstaten om aan een nieuw economisch en sociaal model te werken.”

    Voor de liberalen hoeft dat uiteraard niet. Neen, zij gaan na hoe de rijksten nog rijker kunnen worden. Dat willen ze door onze lonen naar beneden te halen met een hervorming van de index. De index volledig afschaffen, zoals de blauwe collega’s van N-VA, wil Open Vld niet. Maar wat is het verschil tussen een afgeschafte en een totaal ondermijnde index? Het resultaat blijft hetzelfde: onze lonen blijven hangen terwijl de prijzen stijgen en dus daalt onze reële koopkracht.

    Wie werkloos is of een leefloon krijgt, moet voor Open Vld na een jaar enkele dagen per week gemeenschapswerk doen. In plaats van echte jobs te creëren, gaat de Open Vld voluit voor de dwangarbeid die in Nederland werd ingevoerd en die ook Liesbeth Homans in Antwerpen wil doorvoeren. Langs de ene kant wordt de dienstverlening afgebouwd door te knippen in de overheidsuitgaven en door af te danken, langs de andere kant worden dwangarbeiders binnen gehaald die beperktere diensten moeten garanderen en in ruil daarvoor een uitkering krijgen. Het zet meteen de toon voor de algemene arbeids- en loonsvoorwaarden. Zeker indien de liberalen daar bovenop nog eens “flexi-jobs” willen invoeren, jobs waarvan naar Duits voorbeeld vooral het loon ‘mini’ is.

    Protest tegen deze asociale agenda vermijden, willen de liberalen doen door de vakbonden aan banden te leggen. De partij pleit ervoor om de bonden rechtspersoonlijkheid op te leggen waardoor de vakbonden aansprakelijk kunnen gesteld worden, bijvoorbeeld bij stakingen. Wat vindt de liberale vakbond ACLVB hiervan? Tenslotte worden nog wat directe cadeaus aan de rijksten gegeven: minder belastingen door een vlaktaks met twee tarieven en enkele obligate miljarden aan lastenverlagingen.

    De neoliberale recepten werden dus nog eens uit de kast gehaald. De Open Vld heeft er de afgelopen jaren alles aan gedaan om niet te moeten uitleggen van waar de crisis kwam of om te verklaren waarom het neoliberale model heeft gefaald. Neen, een herkauwde versie van de oude mislukte recepten wordt opnieuw opgediend en voorgesteld als iets ‘vernieuwend’. Met een vleugje show erbij, Mega Maggie featuring ‘da joenk’ Verhofstadt, lijken ze er voorlopig mee weg te komen.

    Uiteraard was er naar liberale traditie ruimte voor heel wat diverse standpunten. Patrick Dewael pleitte voor een sterker toezicht op het recht op privacy, de medewerker van Louis Michel bleek vergeten te zijn om hierover een reeks afzwakkende amendementen in te dienen op het congres. De partij verwierp het enthousiasme van onder meer Eurolobbyist Phillipe De Backer voor schaliegas. Er werd voor een federale kieskring gekozen. Maar in essentie wordt gekozen voor meer van hetzelfde neoliberale beleid. Hoe dit de afgelopen jaren heeft geleid tot economische, sociale en politieke crisis kunnen de liberalen niet verklaren en dus wordt erover gezwegen. De oproep tot een ‘politieke lente’ is gedoemd om te mislukken. Open Vld blijft immers krampachtig vasthouden aan de recepten van een systeem in herfst.


  • ‘De geëngageerde burger’ – Flauwe poging van liberalen om zichzelf heruit te vinden

    Als het sympathieke ruimtewezen ET vandaag met zijn iphone naar huis zou skypen, lijkt ons de kans reëel dat de liberale voorzitster Gwendolyn Rutten in zijn netwerk zit. Bij lectuur van haar boekje ‘De geëngageerde burger’ vroegen we ons immers meermaals af van welke planeet de auteur ervan kwam. Als Open Vld het hiermee moet doen, zullen ze niet ver springen.

    Geert Cool

    Een jaar voor de verkiezingen lijkt het alsof iedere zichzelf respecterende partijvoorzitter een boek schrijft of laat schrijven. SP.a maakte er zelfs een ‘ideologisch manifest’ van dat in de plaats moest komen van het Charter van Quaregnon – niet dat we verwachten dat iemand van de SP.a-top dat charter nog echt kende laat staan onderschreef. Bij CD&V zocht Wouter Beke het “Moedige midden” op. De titel doet een flauwe aflevering van Suske&Wiske verwachten – Beke heeft zelf natuurlijk enige ervaring met het stripwezen, een tijdje terug stond hij centraal in de strip ‘De christendemocratische superheld Beke’ in Humo.

    En nu is er ook Gwendolyn Rutten die een nieuwe geloofsbelijdenis heeft opgemaakt. Voor een liberaal lijkt het ons niet eenvoudig om na vijf jaar van kapitalistische crisis een evaluatie op te maken, laat staan een programma. Positief als we zijn, willen we dan ook met een compliment beginnen. Het optimisme van mevrouw Rutten is enorm. Haar systeem krijgt klappen, haar partij eveneens, maar Rutten blijft lachen. Meer zelfs, ze staat klaar om bij de volgende verkiezingen een nieuwe klap te incasseren. “De belangrijkste vraag vandaag is niet hoeveel kiezers we hebben of hoeveel procent van de stemmen wij halen”, merkt ze nu al op. Neen, het belangrijkste is het ‘liberale verhaal’.

    Van waar kwam de huidige crisis? Dat lijkt ons geen onbelangrijke vraag voor al wie vandaag een politiek standpunt inneemt. Rutten begint niet met een analyse van wat fout liep, maar wel van hoe we uit de crisis kunnen geraken. Zonder voorafgaande analyse is het gemakkelijker om ‘antwoorden’ te bieden, het laat immers toe om in algemeenheden te spreken. “Een crisis die zichzelf bestendigt en versterkt, is geen crisis meer. Dat is een depressie. In die spiraal zitten wij vandaag gevangen. Uit die spiraal kunnen we ons opnieuw bevrijden. Als we willen.”

    De mogelijke opmerking dat de erkenning dat de huidige crisis zichzelf bestendigt, een kritiek zou zijn op het harde besparingsbeleid wordt verder in het boek voldoende weerlegt. Het centrale liberale idee om uit de crisis te geraken, zit in het laatste zinnetje: “als we willen”. De Griekse, Cypriotische, Spaanse, Portugese, Ierse,… bevolkingen hebben het met andere woorden aan zichzelf te danken. Ze hadden maar uit de crisis moeten willen geraken.

    Want uiteraard is de uitweg uit de crisis een individueel gegeven. “Een vonk in elk van ons, één ogenblik van verzamelde moed, kracht en optimisme om mee te stappen in de verandering en de draad van de vooruitgang opnieuw op te pikken,” predikt Rutten. Niet dat ze overal op een pastoorsachtige wijze uitpakt, wat verder in het boek komt de ware liberale aard al gauw terug boven. De crisis is immers een ‘opportuniteit’ waarbij er sprake is van de ‘creative destruction’ van Schumpeter. Voor de liberalen is de crisis vooral een opportuniteit om te pleiten voor nog hardere besparingen en de afbraak van de welvaartstaat.

    Om die sociale afbraak goed te praten, heeft Rutten een nieuw argument gevonden. Ze noemt het de “geëngageerde burger”, de titel van haar boek en eerder ook van een PS-campagne (maar dat lijkt Rutten niet te weten). Als de overheid in gebreke blijft, dan nemen mensen zelf initiatief. Dus waarom zou de overheid nog initiatieven nemen? Laat het de burgers maar doen. We plakken er de term ‘democratie 2.0’ op en klaar is kees. Kunnen we beginnen aan het echte werk: de afbraak van de sociale zekerheid, de arbeids- en loonsvoorwaarden.

    De sociale zekerheid is immers te uitgebreid waardoor we niet meer weten met wie we solidair zijn. “Wij bijdraagt, vervreemdt van wie ontvangt. Solidair ben je al lang niet meer met elkaar, maar met ‘die mensen’. De anonieme Waal, Griek of vreemdeling.” In plaats van zo’n log orgaan, grijpt Rutten terug naar een veel moderner concept: de terugkeer van het 19de eeuwse liefdadigheidsstelsel. Uiteraard wordt het zo niet benoemd, maar hoe kan je het anders omschrijven als iedere vorm van sociale bescherming afhankelijk wordt gemaakt van mecenassen die als ‘geëngageerde burger’ een aalmoes geven als de overheid in gebreke blijft?

    Meer nog, de overheid zou zelf stappen achteruit moeten zetten. “Vandaag nemen de overheid en semioverheid een té dominante plaats in. Dat maakt heel wat vrij engagement kapot. Ook in zogenaamde ‘zachte sectoren’, waar we de komende decennia nochtans heel veel helpende handen kunnen gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan de kinderopvang of de ouderenzorg.” De zorgmultinationals zullen het graag lezen.

    Winsthonger in de zorgsector is geen populair thema voor de liberalen. Dat weet Rutten en dus wil ze de critici van antwoord dienen. “Tegenstanders zullen zwaaien met horrorverhalen over winstmaximalisatie waarvan de zwaksten de eerste slachtoffers zijn. Ze spelen daarmee in op de primaire angst en emotie in elk van ons, terwijl ze eigenlijk uit zijn op controle en afhankelijkheid”. En dan gaat nu een verdediging van de private zorgbedrijven komen, zou je denken. Maar neen, de kritiek blijft beperkt tot de stelling dat ook de publieke sector fouten maakt.

    Als de ‘geëngageerde burger’ dan toch centraal staat, zou je denken dat de organisaties waartoe die burger behoort een glansrijke rol spelen in het liberale verhaal. De grootste verenigingen, de vakbonden, moeten daar alvast niet op rekenen. “Misschien is er wel nood aan andere vakbonden die niet zozeer opkomen voor de verworven rechten van werklozen en (brug)gepensioneerden, maar vooral inzetten op het activeren van jongeren en het stimuleren van werkenden.” Bovendien worden de bonden “ouderwetse structuren” verweten. Het soort vakbond dat Rutten wil, is er een die de belangen van de werkgevers verdedigt. Deze ‘vakbonden’ bestaan overigens al, ze heten Unizo en Voka.

    Geheel ontdaan van de oude links-rechts tegenstelling komt Rutten pas echt goed op dreef als het over de vakbonden gaat. “Ze blijven zitten op het eigen grote gelijk” en als de sociale partners geen akkoorden meer kunnen sluiten, heeft het overlegmodel geen bestaansreden meer. Ook dat biedt voor de eeuwig optimistische Rutten nieuwe kansen. De overheid kan er gebruik van maken om de index en het stakingsrecht “bespreekbaar te maken”… Een correctere formulering zou zijn: ‘om de afschaffing van de index en het stakingsrecht op te leggen’. En nu er toch enkele harde noten gekraakt worden, kan de loonvorming meteen volledig geïndividualiseerd worden. “Loonvorming is steeds minder een collectief verhaal”, stelt Rutten. Pleit ook zij net als haar liberale collega’s van N-VA voor het einde van CAO’s en andere collectieve overeenkomsten?

    Nochtans erkent Rutten wat verder: “In de 21ste eeuw is intelligentie collectief en cumulatief”. Samenwerking en solidariteit leiden tot een hoger niveau van kennis en tot meer mogelijkheden, zo moet Rutten erkennen als het over technologische ontwikkelingen gaat. Waarom dit niet zou opgaan voor menselijke verhoudingen, legt ze niet uit. Aan liberale heilige huisjes wordt immers niet geraakt.

    Daarmee kunnen we overgaan tot het tweede stokpaardje van de liberalen. Niet alleen moeten collectieve verhoudingen geïndividualiseerd worden, de overheid moet ook flink afslanken. De crisis is volgens Rutten het resultaat van een “ongebreideld manisch-depressief turbokapitalisme”. Daarmee bedoelt ze: “De voorbije decennia hebben we economische groei afgekocht in ruil voor instabiliteit, en de munteenheid waarmee we die ruil realiseerden was schuld”. We hebben kortom boven onze stand geleefd en dus moet er bespaard worden. ‘Een schuldencrisis kan je niet oplossen met nieuwe schulden’, luidt het liberale mantra.

    Van waar kwamen die schulden ook al weer? Van een systeem dat een overproductiecrisis kent en daarom steeds meer middelen op ingewikkelde financiële instrumenten zette waarmee kon gegokt worden tot de zeepbel barstte? Neen, dat is te ver gezocht. Het waren individuele excessen. “Het valt niet te weerleggen dat de excessen in de financiële wereld gedreven werden door een bijna primitieve drang naar meer, altijd maar meer. (…) Tot op vandaag vallen er lijken uit de kast als gevolg van de irrational exuberance en hebzucht.” Maar… “eerlijkheidshalve moeten we toegeven dat iedereen op het feestje was uitgenodigd en dat weinigen de uitnodiging hebben afgeslagen.” Zo wordt ook dat onze schuld. Hebzucht is niet de enige schuldige, “overheden, staten en allerlei instellingen hebben gefaald in hun kernopdracht: de vrije markt garanderen”. En wat verder worden de bankiers verontschuldigd: “De woede en verontwaardiging over een uit de hand gelopen financieel systeem richt zich ten onrechte op al wie het vrij initiatief koestert. Dat is de wereld op zijn kop. Zeker in tijden van crisis hebben we meer ondernemerschap nodig.”

    Volgens Rutten zijn “regels statisch en star” terwijl de markten “dynamisch en vloeiend” zijn. Vandaag is er een “ongelukkig huwelijk tussen markten en reglementering”. Lees: er zijn teveel regels. Tegelijk stelt ze echter dat de crisis mee veroorzaakt werd door een falen van de overheid waardoor het “rauwe kapitalisme ongemoeid werd gelaten” waarbij banken ontspoorden door “deregulering en falende overheidscontrole”. Als antwoord stelt Rutten niet voor om strakkere regels vast te leggen, laat staan enige vorm van democratische controle op het financiewezen in te voeren. Neen, we kunnen beter terug naar de roots gaan en van bankiers een deontologische beroepseed vragen. Een eed waarmee ze “hun belangrijke maatschappelijke rol onderlijnen”. Als er dan toch een regel moet zijn, kan het deze zijn: “Geen enkele bankier mag producten kopen en verkopen die hij of zij zelf niet begrijpt.”

    Vanuit haar luxueuze ivoren toren begrijpt Rutten zelf niet wat de rol van de sociale zekerheid is. Maar ze pleit er toch maar voor om een einde te maken aan belangrijke onderdelen ervan. Zo pleit ze ervoor om “alle remmen op arbeid uit het systeem te halen”. Wat zijn die remmen op arbeid? Brugpensioen, tijdskrediet, regels inzake overuren (Vld wil arbeidsduur op jaarbasis berekenen),… sociale bescherming moet niet van solidariteit komen, maar van de vrije markt. Dat is volgens Rutten immers de “beste manier om welvaart en vooruitgang te creëren”. Daar hebben we de afgelopen jaren nochtans niet veel van gemerkt. Minjobs wil ze om werklozen ‘werkervaring’ mee te geven. Dat intussen zowat alle jobs in Griekenland ‘minijobs’ met bijhorende ‘minilonen’ zijn, heeft daar nochtans niet veel oplossing geboden voor de exploderende werkloosheid.

    De overheid moet voor Rutten overgaan tot een drastische afbouw, de overheid kan immers niet mee. “De snelst veranderende instellingen zijn de bedrijven. Die razen met een snelheid van 160 kilometer per uur voorbij, een snelheid die het gevolg is van hun onderlinge concurrentie. Rechts daarvan rijden de ngo’s, aan 140 kilometer per uur. Dan de gezinnen – 100 kilometer per uur. De vakbonden doen het wat rustiger aan en rijden aan 50 kilometer per uur. De overheden en regelgevende instanties rijden nog slechts 15 per uur.” Ook de privéchauffeur van Rutten heeft zijn stempel op het boek van de liberale voorzitter kunnen drukken. Maar de overheid moet dus afgebouwd worden. Gwendolyn Rutten doet concrete voorstellen: “De afbouw van overheidsparticipaties in bijvoorbeeld Belgacom, B-Post, de NMBS en de banken is onafwendbaar. Ook het besturen van een busmaatschappij als De Lijn is geen overheidstaak”. Met de bankiers aan het stuur, kunnen we aan 160 kilometer per uur de ravijn in rijden!

    Rutten houdt er aan om ook enkele andere politieke stromingen ervan langs te geven. Als de “groen-conservatieven” toch zo met het milieu begaan zijn, zouden ze beter nieuwe toepassingen als schaliegas toelaten en steunen. Dat ecologisch gevaarlijke procedé kan volgens Rutte immers een nieuwe katalysator voor de industrie vormen. En nu we toch bezig zijn, kunnen de “conservatieve groene angsten” rond GGO’s ook maar beter achterwege gelaten worden.

    Bij de kritieken scoort Rutten ook enkele owngoals. Zo haalt ze uit naar diegenen die nostalgisch verlangen naar een monoculturele samenleving en absurde debatten voeren zoals over “de namen van cafés en restaurants”. Wellicht doelde ze op N-VA, maar de beslissing om aan een frituur op de Grote Markt van Kortrijk te vragen om geen Franstalige naam te kiezen, werd wel degelijk ondersteund door burgemeester Van Quickenborne (Vld).“Onze markt heet toch ook niet Grand Place?”, verklaarde die in de media. Of de absurde GAS-boetes die ervan langs krijgen terwijl verschillende blauwe burgemeesters vooraan staan bij de toepassing ervan. Het smoske-met-gas werd in het Mechelen van Bart Somers geconsumeerd.

    Tenslotte wordt de grote goeroe van Open Vld, mister Verhofstadt himself, tevreden gesteld met een pleidooi voor meer Europa. En voor het handelsakkoord tussen de VS en de EU. Het staat er precies wat bijgeplakt in de tekst en een andere reden dan het tevreden stellen van Verhofstadt en De Gucht kunnen we er niet voor bedenken.

    Het boekje van Rutten heeft het over ‘werken aan een nieuwe politieke lente’ waarin de ‘geëngageerde burger’ centraal zou staan. Het is een flauwe poging om het falende systeem in crisis te verdedigen waarbij ieder falen van het systeem wordt toegedekt onder algemeenheden en liberale mantra’s die in de praktijk door de crisis net onderuit gehaald worden. Gelukkig voor Rutten blijft ze daar steeds vrolijk en optimistisch bij. Met haar maandloon is dat niet eens onbegrijpelijk.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop