Your cart is currently empty!
Tag: eenzijdig verzoekschrift
-
Hoogste rechtbank bevestigt verzet tegen eenzijdige verzoekschriften
In 2012 werd bij Crown Cork strijd gevoerd tegen de sluiting van de winstgevende afdeling in Deurne. Het bedrijf werd bezet toen de directie besloot om al het personeel meteen op straat te zetten in plaats van de geplande sluiting af te wachten. Tijdens een solidariteitsactie op 19 juni 2012 kwam de directie met deurwaarders en politie af om de bezetting te breken. Dit gebeurde op basis van een eenzijdig verzoekschrift, een procedure waarbij de werknemers niet gehoord worden door de rechter.De strijd bij Crown leidde niet tot een overwinning, het bedrijf ging dicht en er kwam een sociaal plan dat boven de wettelijke minima lag (zie ons toenmalig artikel). Juridisch is er wel een overwinning geboekt die van belang is. Eerder sprak het Antwerpse Hof van Beroep zich uit tegen het gebruik van een eenzijdig verzoekschrift. En het hof stelde ook dat een bezetting onderdeel is van het recht op collectieve actie.
Nu wordt het standpunt inzake eenzijdige verzoekschriften bevestigd door het Hof van Cassatie, de hoogste rechtbank in het land. Dit kan ingeroepen worden bij alle volgende pogingen om stakingen te breken met eenzijdige verzoekschriften. Hieronder kan je het persbericht van de vakbonden lezen.
[divider]
Cassatie-uitspraak zaak Crown succes voor vakbonden
Persbericht van ABVV en ACV
ACV en ABVV boeken een belangrijk succes in de juridische strijd tegen het gebruik van eenzijdige verzoekschriften om collectieve acties te breken. In de zaak Crown oordeelt nu ook het Hof van Cassatie dat een eenzijdig verzoekschrift van de werkgever niet gegrond was. Met dit arrest, dat nu werd bekend gemaakt, brengt het Hof van Cassatie opnieuw een zware klap toe aan de praktijk om met eenzijdige verzoekschriften van werkgevers collectieve acties te breken. Het Europees Comité voor de Sociale rechten veroordeelde al eerder deze praktijken. Inmenging in collectieve acties door een eenzijdig verzoekschrift voldoet niet aan de voorwaarden die het Europees Sociaal Handvest oplegt aan mogelijke beperkingen op het recht op collectieve actie.De laatste jaren kon al worden vastgesteld dat de Belgisch rechtbanken, sinds de Europese reprimande, terughoudender zijn geworden om in te gaan op eenzijdige verzoekschriften van werkgevers. Hetgeen op zijn beurt ook heeft geleid tot meer terughoudendheid van werkgeverskant om dit instrument te gebruiken, zoals we ook mochten ervaren bij de recente vakbondsacties. Dit arrest is de kroon op het gezamenlijke werk van de vakbonden om paal en perk te stellen aan een burgerlijke rechtspraak die eenzijdig voortgaat op de leugenachtige verklaringen van werkgeverskant over collectieve acties.
Crown: de chronologie
Na de aankondiging op 1 februari 2012 van verpakkingsfabrikant Crown om tot sluiting van zijn (winstgevende) vestiging in Deurne te willen overgaan, kregen de vakbonden het overleg maar moeilijk op gang. Nochtans verplicht de wet-Renault de werkgever de vakbonden te informeren en te consulteren bij een voorgenomen sluiting. De situatie escaleert, waarbij Crown op 13 juni de fabriekspoorten met kettingen sluit. De werknemers gaan tot actie over, waarbij de kettingen worden doorgeknipt. De advocaat van Crown gaat naar de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg die echter op basis van het Europees Sociaal Handvest weigert om op eenzijdig verzoekschrift in te grijpen in een collectieve actie. De voorzitter van de rechtbank volgt in zijn grondige uitspraak duidelijk de door het Europees Comité voor de Sociale Rechten uitgezette lijnen. Nadat de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg het verzoekschrift van de werkgever had afgewezen, trekt de werkgever met hetzelfde eenzijdig verzoekschrift naar de voorzitter van het hof van beroep. Deze gaat wel in op de vraag van de werkgever en verbiedt de collectieve actie.
ACV en ABVV tekenen hiertegen derdenverzet aan. Meester Jan Buelens, de advocaat die voor de vakbonden optreedt, wijst het hof van beroep onder andere op de belemmering door de werkgever van het sociaal overleg en de ongegrondheid van een aantal beweringen van de werkgever. De vakbonden voerden ook aan dat de werkgever met het buitensluiten van de werknemers elke vorm van collectieve actie onmogelijk wou maken. Ook wist de werkgever perfect wie de actievoerders waren en kon dus een tegensprekelijke procedure voeren. Het hof van beroep volgt onze redenering en vernietigde met zijn uitspraak van 29 juni de beschikking van zijn voorzitter. Volgens deze uitspraak had de vordering op eenzijdig verzoekschrift bovendien enkel het breken van de collectieve actie van de werknemers tot doel, waardoor er geen rechtmatig belang was. Het inwilligen van het eenzijdig verzoekschrift was bijgevolg duidelijk in strijd met het Europees Sociaal Handvest.
Tegen deze de uitspraak van het hof van beroep diende Crown cassatieberoep in. Het arrest van het Hof van Cassatie over dit beroep, dat nu werd bekend gemaakt, sterkt de vakbonden.

Een deurwaarder staat tegenover arbeiders bij Crown Cork. -
Eenzijdige verzoekschriften zijn onaanvaardbaar
Na een klacht van de Belgische vakbonden heeft het Europees Comité voor de Sociale Rechten een beslissing geveld waarin het zich uitspreekt tegen het gebruik van eenzijdige verzoekschriften om stakingen te verbieden. De afgelopen jaren maakten werkgevers steeds meer gebruik van dergelijke eenzijdige verzoekschriften om stakersposten te breken of andere maatregelen tegen stakingsacties op te leggen.
Het stakingsrecht is afgedwongen door arbeidersstrijd. Het omvat het recht om in actie te gaan en die actie ook te organiseren. Het Europees Comité voor de Sociale Rechten besliste eerder dat vreedzame stakersposten integraal onderdeel vormen van het gewaarborgde recht op collectieve acties. Het recht op collectieve actie wordt internationaal erkend als onderdeel van de mensenrechten. (Meer over het stakingsrecht vind je in dit artikel).
Toch doen de werkgevers er alles aan om stakingsacties onmogelijk te maken. Bij de laatste staking van 30 januari werd aangehaald dat het afzetten van industriezones niet zou mogen, de basis voor die uitspraak is niet duidelijk. Het ziet er naar uit dat de werkgevers ook op dat vlak eenzelfde methode gebruiken als bij het volledige antistakingsoffensief: als je een standpunt vaak genoeg herhaalt, zal er wel iets van blijven plakken.
Nu komt het Europees Comité voor de Sociale Rechten met een uitspraak dat eenzijdige verzoekschriften tegen stakersposten niet zomaar kunnen. De werkgevers reageren naar eigen zeggen verbaasd. Nochtans ligt deze uitspraak volkomen in de lijn van eerdere uitspraken. De beslissing van het Europees Comité voor de Sociale Rechten komt weinig verrassend overeen met wat dit Comité enkele jaren terug in een verslag over België stelde: vreedzame stakersposten maken deel uit van het recht op collectieve actie, dwangsommen tegen een dergelijke stakerspost zijn niet aanvaardbaar.
Er wordt op internationaal vlak niet zomaar aanvaard dat een algemene en zelfs een preventieve maatregel eenzijdig wordt opgelegd zonder dat diegene tegen wie de maatregel wordt genomen zich kan verdedigen. Dat bevestigden eerder ook twee Gentse professoren (Dirk Voorhoof en Eva Brems in dit opiniestuk op De Standaard online). Een beslissing “erga omnes” waardoor de “rechter zich even gaat gedragen als een wetgever” kan volgens die professoren niet. Ze noemen het een “zeer omstreden vorm van rechterlijk activisme.” Dwangsommen die algemeen worden opgelegd op basis van een eenzijdig verzoekschrift kunnen niet zomaar. Bovendien laat dit volgens de professoren “wel erg veel ruimte aan een gerechtsdeurwaarder om te interpreteren wat zoal als rustverstorend kan worden beschouwd”.
Europees wordt dus aanvaard dat een stakerspost tot de normale uitoefening van het stakingsrecht behoort. Ook wordt erkend dat eenzijdige verzoekschriften tegen een dergelijke stakerspost niet kunnen. Dit werd nogmaals bevestigd door het Europees Comité voor Sociale Rechten. De drie vakbonden kondigden meteen aan dat ze met de regering willen samen zitten om “te onderzoeken welke de beste manier is om ervoor te zorgen dat het Herziene Europees Sociaal Handvest in ons land niet meer geschonden wordt wanneer zich collectieve conflicten voordoen.” De werkgevers reageren uiteraard negatief en stellen dat de Europese beslissing “in het Belgische recht onuitvoerbaar is”.
Het klopt dat in de beslissing wordt uitgehaald naar de Belgische overheid en dat overleg nodig is om de uitoefening van het stakingsrecht in ons land te garanderen. Maar wij denken dat we in de verdediging van het recht op collectieve actie niet alle hoop moeten vestigen op een regering die voldoende heeft aangetoond aan welke kant ze staat. De afgelopen weken liet de regering geen kans onbenut om het antistakingsoffensief van de werkgevers en hun media te ondersteunen. Indien de regering haar besparingsbeleid wil opvoeren, is het breken van protest daartegen belangrijk.
In de verdediging van ons protest kunnen we ons best baseren op de enige kracht waarvan we zeker zijn: onze eigen kracht. De afgelopen maanden hebben we meermaals opgeroepen om werk te maken van een nationale campagne om het stakingsrecht en andere syndicale vrijheden (zoals de bescherming van delegees) op een offensieve wijze te verdedigen. Uitspraken zoals deze van het Europees Comité voor Sociale Rechten kunnen een dergelijke offensieve campagne versterken. Met sociale verkiezingen in het vooruitzicht en een hernieuwde mediatieke discussie over het stakingsrecht, is er dringend nood aan een syndicale campagne.
-
Stop eenzijdige verzoekschriften en dwangsommen!
Stakingsrecht onder vuur
Bij een aantal recente sociale conflicten (AGC – Splintex, AIS-Genk, Fnac,…) werd door het patronaat het gerechtelijk apparaat ingezet tegen stakingsacties. Telkens werd met een eenzijdig verzoekschrift afgedwongen dat er dwangsommen (boetes) opgelegd werden aan stakers die werkwilligen tegenhouden. De verontwaardiging onder syndicalisten blijft enorm groot, maar valt er ook iets te doen tegen de eenzijdige verzoekschriften?
Geert Cool
Eerst en vooral moet opgemerkt worden dat eenzijdige verzoekschriften erop gericht zijn om dringende (en “voorlopige”) maatregelen te bekomen op een ogenblik dat het omwille van de omstandigheden niet mogelijk is om een procedure op tegenspraak te voeren (een procedure waarin zowel werkgever als werknemers aanwezig zijn). Het feit dat met een eenzijdig verzoekschrift maatregelen opgelegd worden aan werknemers die niet op de hoogte zijn van de procedure en zich dus niet kunnen verdedigen, wordt in de rechtspraak niet gezien als een inbreuk op de rechten van verdediging.
Het opleggen van dwangsommen aan een stakingspikket wordt algemeen toegepast, maar is in strijd met het stakingsrecht. Het Europees Comité van Sociale Rechten oordeelde enkele jaren geleden in een verslag over België dat vreedzame stakingspikketten een onderdeel zijn van het gewaarborgd recht op collectieve actie, waardoor dwangsommen tegen zo’n stakingspikket niet aanvaardbaar zijn. Zonder een stakingspikket wordt het stakingsrecht volledig ondermijnd.
In 2002 werd een petitie opgezet voor het stakingsrecht die getekend werd door 80.000 mensen. Dit vormde mee de aanleiding voor een “herenakkoord” (een niet afdwingbaar akkoord) met het patronaat, waarin die beloofden om bij stakingen een gerechtelijke tussenkomst te vermijden. Dit bleek een lege doos te zijn. Een wetsvoorstel om dwangsommen in sociale conflicten te verbieden, is sinds 26.6.2003 “hangende” in het parlement.
Het is met andere woorden duidelijk dat we voor de verdediging van het stakingsrecht niet kunnen rekenen op het gerecht, de goodwill van het patronaat of de ijver van “onze” politieke vertegenwoordigers. Terwijl we uiteraard iedere stap voor de verdediging van het stakingsrecht steunen, zal het nodig zijn om een krachtsverhouding uit te bouwen waarmee in de praktijk afgedwongen wordt dat de patroons niet langer durven over te gaan tot het gebruik van eenzijdige verzoekschriften.
Dat is de centrale les die kan getrokken worden uit het afdwingen van het stakingsrecht op zich. Ook dat was juridisch geen evidentie, werd politiek niet aanvaard,… Het is pas in 1921 dat in voorzichtige bewoordingen het stakingsrecht wettelijk erkend werd en tot op vandaag is er geen wetgeving rond het stakingsrecht. Bepaalde politieke formaties zouden dat wel wel willen. Zo was er in april een wetsvoorstel van de VLD om bij stakingen een referendum te organiseren onder de werknemers, waarbij arbeiders die zich niet neerleggen bij de uitslag van het referendum gemakkelijker kunnen afgedankt worden. Dit wetsvoorstel maakt geen kans, maar het geeft wel aan in welke richting gedacht wordt bij het patronaat.
De reden waarom er nu quasi geen wetgeving bestaat over het stakingsrecht, is omdat een sociaal conflict afhankelijk is van de krachtsverhouding aan de basis: de actiebereidheid en organisatiegraad van de arbeiders versus het patronaat. Het stakingsrecht is afgedwongen door het recht uit te oefenen, waarbij iedere inbreuk op dat recht zou leiden tot een dermate sterke reactie van de arbeiders, dat het patronaat het niet waagt om te raken aan het stakingsrecht.
Ook nu is er een bereidheid om te protesteren tegen de inbreuken op het stakingsrecht via eenzijdige verzoekschriften. Maar dat mag niet geïsoleerd blijven per bedrijf. In 2002 werd de woede gekanaliseerd met een petitie voor het stakingsrecht. Dat heeft geleid tot het ‘herenakkoord’ waarmee echter geen stap vooruit gezet is. Een brede campagne over de verschillende sectoren heen blijft nodig; om op die basis voortaan bij ieder eenzijdig verzoekschrift tegen een staking te antwoorden met een uitbreiding van de staking en interprofessionele mobilisatie.