Tag: 15 euro per uur

  • Niet hoge lonen, maar kapitalistische inhaligheid leidt tot werkloosheid

    Reactie op het pleidooi van professor Baert voor een lager minimumloon

    In De Standaard van vrijdag 2 maart 2018 pleit arbeidseconoom Stijn Baert (UGent en UA) voor een lager minimumloon, vooral voor laaggeschoolde jongeren. (1) Hij meent dat de hoge werkloosheidsgraad bij jongeren in België, vooral dan bij laaggeschoolden, te wijten is aan de hoge minimumlonen in ons land. Hij pleit dan ook voor een systeem waarbij het minimumloon verlaagd wordt naargelang een jongere een lager diploma heeft, net zoals er vandaag al een lager minimumloon bestaat voor zij die jonger zijn dan 21 jaar.

    Artikel door een ACOD-vakbondsafgevaardigde

    Door de hoge werkloosheid te koppelen aan de hoogte van de lonen maakt Baert een typische fout die al bijna zo oud is als het kapitalisme zelf. Sinds het moment dat de georganiseerde arbeidersbeweging de strijd voor hogere lonen – of een variante: kortere werktijden voor hetzelfde loon – heeft opgenomen, hebben kapitalistische economen theorieën bedacht om te argumenteren dat dit de economie zou schaden, en vaak dus juist de arbeiders zélf zou treffen.

    In 1865 hield John Weston, nota bene zélf een socialistisch militant, een redevoering voor de Algemene Vergadering van de Eerste Internationale, waarbij hij probeerde te argumenteren dat het verkeerd was dat de Internationale opriep voor stakingen en protesten om betere lonen af te dwingen. Zijn argument was, exact zoals Stijn Baert het 153 jaar later zal herhalen, dat hogere lonen ingaan tegen de mogelijkheden van kapitalisten om “vrij” tot “natuurlijke” lonen te komen. Weston beweerde, opnieuw vlekkeloos nagekauwd door Baert, dat dit zou leiden tot meer werkloosheid, of tot hogere prijzen voor consumptiegoederen (inflatie), waardoor de arbeiders er zélf de dupe van zouden worden. Voor Weston was de conclusie dat vakbonden niet mochten proberen te lonen te verhogen, Baert gebruikt datzelfde argument om de overheid op te roepen de minimumlonen te verlagen voor bepaalde groepen.

    Marx nam op de volgende bijeenkomsten van de Algemene Vergadering van de Eerste Internationale grondig de tijd om de argumenten van Weston te ontkrachten. (2) Zijn belangrijkste argument was dat Weston er totaal geen rekening mee hield dat de economie ook groeit, en dat hogere lonen voor arbeiders nieuwe investeringsmogelijkheden biedt aan kapitalisten om producten te verkopen aan die arbeiders. Bovendien staan kapitalisten met elkaar in concurrentie, en dat zélfs wanneer één kapitalist de hogere lonen zou willen doorrekenen in zijn prijzen, of door minder te produceren en arbeiders af te danken, dat anderen door hogere productie of lagere prijzen dit zullen corrigeren. Marx toonde met concrete voorbeelden uit zijn tijd aan dat dit effectief het geval is.

    Professor Baert haalt dan een gezagsargument aan om zijn stelling toch te bekrachtigen: hij stelt dat “eerder onderzoek” aantoont dat minimumlonen effectief zorgen voor meer werkloosheid. Baert vermeldt er niet bij over welk onderzoek het gaat, dus is het moeilijk om na te gaan of zijn stelling effectief klopt. Zeker, er zijn economen – vooral van neoliberale signatuur – die tot deze conclusies komen, maar er zijn er ook heel wat die het tegengestelde beweren. De befaamde Amerikaanse economen Alan Krueger en David Card toonden in 1994 al aan dat hogere minimumlonen net méér jobs opleverden (3), en ook David Neumark and William Wascher toonden dit aan met dezelfde casestudy (4). Meer recent was er de open brief van zo’n 600 vooraanstaande Amerikaanse economen, waaronder Nobelprijswinnaars zoals Thomas Schelling, Robert Solow en Joseph Stiglitz die in januari 2014 de Amerikaanse regering opriepen een hoger minimumloon in te voeren, wat zou leiden tot meer economische groei en een lagere werkloosheid. Het minste wat we dus kunnen zeggen is dat professor Baert zijn bronnen selectief kiest.

    Als laatste argument geeft Baert aan dat er “jobs” zijn die een lagere productiviteit of toegevoegde waarde hebben dan het minimumloon. Ook dit moet gerelativeerd worden: het minimumloon voor een werknemer die minstens 21 jaar oud is komt op dit moment overeen met een uurloon van 9,49 euro  per uur. België is wereldwijd één van de meest productieve landen ter wereld, per uur gewerkt loon wordt er in ons land een meerwaarde gecreëerd van gemiddeld 48,2 euro per uur (5): ons land staat daarmee op een trotse vierde plaats wereldwijd. Professor Baert zou kunnen argumenteren dat dit cijfer slechts een gemiddelde is en dat er sectoren zijn die hieronder vallen. Maar zelfs in die sector die het laagste scoort qua toegevoegde waarde, de horeca, wordt nog steeds een toegevoegde waarde van 31,1 euro per gewerkt uur behaald (6).

    Bovendien heeft een sector als de horeca net veel te winnen bij de verhoging van een minimumloon. Toen onze zusterorganisatie Socialist Alternative via haar gemeenteraadslid Kshama Sawant in Seattle er in 2014 in slaagde een minimumloon van 15 dollar per uur in te voeren op stadsniveau, werden een aantal kleine horeca-uitbaters opgevoerd als het gezicht van de oppositie tegen die maatregel. Twee jaar later moesten de meeste van die uitbaters toegeven dat hun verzet onterecht was geweest: hun zaken bloeiden en enkelen onder hen konden zelfs nieuwe restaurants openen (7). De reden was simpel: heel wat arbeiders die voordien nooit genoeg geld hadden om eens te gaan eten met hun gezin deden dat nu wel, wat tot meer omzet leidde voor de lokale horeca. Stijn Baert neemt zo’n effecten duidelijk niet mee in zijn theorie, maar gaat, opnieuw net zoals John Weston 150 jaar geleden, uit van een zeer statische visie op de economie.

    Baert heeft wél een punt als hij stelt dat hogere lonen kunnen leiden tot minder jobs en werkuren, omdat het aanzet tot automatisering van bepaalde functies. Dit is zelfs één van de belangrijkste redenen waarom België zo een hoge arbeidsproductiviteit heeft: de Belgische economie wordt immers gekenmerkt door een hoge scholingsgraad van haar arbeidsbevolking, een sterke infrastructuur en een hoge automatisering van de industrie. Dit maakt dat in bepaalde sectoren de loonkost slechts een minimaal deel is van de totale kosten van een bedrijf, dit is met name zo voor de zeer rendabele petrochemie.

    Maar moet een hogere automatisering leiden tot een hogere werkloosheid? De reden voor de hoge werkloosheid in ons land sinds de jaren ’80 is dat de arbeidsproductiviteit door automatisering niet is gevolgd door een verlaging van de arbeidstijd. De extra rijkdom die zo is gecreëerd is op die manier quasi integraal naar de zakken van de grote bedrijven gegaan: dit verklaart waarom de winsten van de grootste bedrijven jaar na jaar zo sterk toenemen. Een collectieve arbeidsduurvermindering, bijvoorbeeld door de invoering van een 30-urenweek, zou die rijkdom opnieuw eerlijker verdelen, en zou eindelijk een structurele oplossing voor de werkloosheid bieden. Trouwens: het is geen toeval dat professor Baert ook een forse tegenstander is van deze vorm van arbeidsduurvermindering…

    Als we dan toch op één punt moeten akkoord gaan met Professor Baert, is het wel dat kapitalisten altijd een manier zullen vinden om elke verworvenheid van de arbeidersklasse te mismeesteren om er hun voordeel aan te halen. Zo zagen we in Seattle na de verhoging van de minimumlonen dat bepaalde restaurants tijdelijk een “minimum wage tax” toevoegden aan de kastickets, zogezegd om de hogere lonen van hun personeel te betalen. Maar, zoals eerder gezegd, werkt zoiets maar zolang er géén enkele kapitalist in de concurrentiestrijd tóch zijn prijzen doet zakken.

    Maar het toont wel aan dat geen enkele overwinning onder het kapitalisme voor eeuwig is. Zelfs als we morgen in België een verhoogd minimumloon van 14 euro per uur zouden afdwingen, zoals de Algemene Centrale van het ABVV voorstelt (8), zullen kapitalisten elke delokalisatie, elk jobverlies en elke prijsstijging aangrijpen om het sociaal draagvlak voor zo’n maatregel te ondermijnen. Wij moeten dit echter gebruiken als een wapen: het wanhopige verzet van de kapitalisten – en hun lakeien zoals professor Baert – tegen elke verbetering van de levens -en werkomstandigheden van de meerderheid van de bevolking toont meteen de zwakte aan van dit systeem: het kapitalisme is niet in staat om op langere termijn een degelijke levensstandaard te bieden aan de meerderheid van de bevolking. Elke strijd om concrete verbeteringen is dan ook een strijd die het failliet van dit systeem aantoont, en de noodzaak van een socialistische omwenteling van de maatschappij.

    In een socialistische maatschappij worden de rijkdommen collectief beheerd in het belang van de meerderheid van de bevolking, en niet langer voor de privileges van de allerrijksten. Elke stijging van de productiviteit betekent dat we betere lonen, kortere werktijden en comfortabelere werkomstandigheden kunnen verwezenlijken. Prioritair zullen we ons richten op het veiliger en aangenamer maken van de slechtste en meest gevaarlijke jobs, die jobs die nu vaak het slechtst betaald worden. Dat is óns project voor die jongeren met de slechtste jobs, of voor diegenen die nu geen job vinden.

     

    1. Zie De Standaard van vrijdag 2 maart 2018, Opiniebijdrage Stijn Baert: “Koppel het minimumloon aan het opleidingsniveau” https://www.standaard.be/cnt/dmf20180301_03385538
    2. Zie “Loon, Prijs en Winst” van Karl Marx, terug te vinden op https://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1865/1865loonprijs.htm#a9
    3. Zie “Myth and Measurement: The New Economics of the Minimum Wage”, David Card & Alan Krueger, 1995, Princeton University Press
    4. « The Effect of New Jersey’s Minimum Wage Increase on Fast-Food Employment: A Re-Evaluation Using Payroll Records », David Neumark, William Wascher, NBER Working Paper No. 5224, NBER Program(s): Labor Studies
    5. http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/File:Real_labour_productivity,_2006,_2011_and_2016_YB17.png
    6. http://www.guidea.be/Portals/0/dtxArt/blok-document/bestand/b2d9bf4b-765b-4ef5-9578-f5798cf3656a.pdf
    7. Zie bijvoorbeeld https://www.forbes.com/sites/eriksherman/2017/01/07/seattle-restaurant-jobs-keep-growing-with-higher-minimum-wages-after-a-year/
    8. http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2016/06/23/anders-en-beter-het-kan-minimumloon-van-14-euro

     

  • Voor een leefbaar minimumloon van 15 euro per uur

    Artikel door Tim (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    De gemeenteraad in de Amerikaanse stad Seattle besliste eind mei om toe te geven aan de maandenlange campagne van de beweging 15 Now die een massabeweging op de been bracht rond de eis tot het invoeren van een minimumloon van 15 dollar per uur. Deze overwinning zal inspirerend werken voor soortgelijke eisen in de rest van de Verenigde Staten, maar ook in België kan een dergelijke eis een belangrijk strijdpunt worden.

    Ook in België zouden heel wat werknemers erop vooruitgaan bij de invoering van een minimumloon van 15 euro per uur. Zo’n uurloon zou voor een voltijdse werknemer neerkomen op een bruto maandloon van zo’n 2.565 euro, of 1.650 euro netto voor een alleenstaande bediende. In 2012 verdienden maar liefst 40% van de Belgische werknemers minder dan dit bedrag, vooral in sectoren zoals de schoonmaak, verkoop, horeca of de textielindustrie (1). Bij de laagste lonen vinden we vooral jongeren, lager geschoolden en vrouwen. Bijna 70% van de werknemers met de gemiddeld laagste lonen in ons land (minder dan 1.967 euro bruto per maand) zijn vrouwen (2)!

    Bovendien voert het patronaat de voorbije jaren systematisch de druk op om de lageloonsector in ons land verder uit te breiden. Op vraag van bedrijven zoals Walibi en Studio 100, het bedrijf dat naast de producent van televisieshows zoals Kabouter Plop, Bumba en Megamindy ook de uitbater van het pretpark Plopsaland is, werd voor de sector van de toeristische attracties in 2003 het nieuwe paritair comité 333 opgericht, met lonen die ver onder het nationaal gemiddelde vallen. Een bediende in onze pretparken wordt nu tewerkgesteld aan een uurloon van slechts 9,34 euro per uur, een schril contrast met de winsten voor de aandeelhouders. Op een omzet van 153 miljoen euro in 2012 boekte Studio 100 een brutowinst van 41 miljoen euro (27%)! In 2010 voerde het personeel van Walibi nog actie tegen deze extreem lage lonen en slechte werkomstandigheden (3).

    Ook in de sector van de verkoop en grootwarenhuizen staan de reeds lage lonen verder onder druk. Nadat Carrefour in de periode 2008-2010 er via sluitingen van winkels en franchiseringen reeds in slaagde de lonen van haar werknemers te drukken, is het nu de beurt aan Delhaize om dezelfde tactieken te gebruiken. Ook bij de supermarkt met het leeuwenlogo is het de bedoeling zoveel mogelijk warenhuizen naar paritaire comités af te schuiven waar de lonen lager liggen en de werkomstandigheden slechter zijn.

    Een andere tactiek om steeds meer mensen naar de lageloonsector af te laten glijden, is de voortdurende aanval tegen werklozen. Een van de gevolgen van de laatste aanval op deze uitkeringen door de regering-Di Rupo is dat vanaf 1 januari 2015 zo’n 55.000 mensen in ons land die overleven met een zogenaamde ‘wachtuitkering’ van de RVA dit inkomen dreigen te verliezen. Het officiële verhaal van de regering en het patronaat is dat zo’n aanpak de werklozen zal ‘activeren’ en hen zal dwingen naar werk te zoeken. Met zo’n 669.032 ‘officiële’ werklozen voor slechts 90.547 vacatures (4) zal zo’n aanpak er enkel toe leiden dat nog meer werklozen moeten concurreren voor veel te weinig jobs, en nog meer werknemers verplicht zullen worden gelijk welke arbeidsvoorwaarden te aanvaarden. Koren op de molen van die bedrijven die zich specialiseren in extreem lage lonen…

    En nog is het niet voldoende: de Nationale Bank adviseerde de regering begin juni om de pensioenen en werkloosheidsuitkeringen verder te laten zakken. Als zulke berichten naar buiten komen, staan neoliberale economen zoals Geert Noels klaar om de journalisten duiding te geven: “We moeten beseffen dat er harde besparingen nodig zullen zijn in onze sociale uitgaven en subsidies: het bord is te groot, en schaadt de solidariteit en de houdbaarheid van ons model” (5).

    Burgerlijke economen bevestigen hiermee dat het kapitalisme steeds minder in staat is degelijke lonen, pensioenen en uitkeringen te voorzien voor de meerderheid van de bevolking. Jobs verdwijnen, uitkeringen worden geschrapt. En voor diegenen die nog aan werk geraken, blijven de lonen steeds verder zakken. Wij zijn het eens met Geert Noels dat dit model niet langer houdbaar is!

    Laat ons dus een voorbeeld nemen aan de strijd die gevoerd is in Seattle. Laten we ons niet langer neerleggen bij de dictaten van de kapitalistische vrije markt, maar bouwen aan een stevige tegenbeweging die de strijd kan voeren voor voldoende jobs aan degelijke lonen. Als deze eis onverenigbaar blijkt met de recordwinsten en toplonen voor het patronaat, laten we dan ook meteen afrekenen met dit systeem en het vervangen door een democratisch socialisme, waarbij de rijkdommen collectief beheerd worden, en degelijke levens- en werkomstandigheden voor iedereen mogelijk zijn!

     

    Noten

    (1) Zie cijfers Statbel:
    http://statbel.fgov.be/nl/binaries/SES%202010_Loon%20naar%20werken_NL_tcm325-206807.pdf

    (2) Cijfers 2009, zie “De Loonkloof en het Glazen Plafond in België” door Nick Deschacht ea.: http://mosi.vub.ac.be/papers/DeschachtBeartsGuerryMOSI38.pdf

    (3) Zie ons artikel: www.socialisme.be/nl/6739/

    (4) Cijfers april 2014

    (5) Le Soir, 10 juni 2014: « La BNB conseille de baisser les pensions » : http://www.lesoir.be/567300/article/economie/2014-06-10/bnb-conseille-baisser-pensions

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop