Your cart is currently empty!
Tag: 14 euro per uur
-
Essentieel personeel moet essentieel loon krijgen
Vandaag zien we wie de wereld op de been houdt. Het zijn niet de politici die naar hun navel staren als er beslissingen moeten genomen worden. Het zijn niet de beurshandelaars die volledig manisch zijn en als een kip zonder kop kopen en verkopen. Het zijn niet de CEO’s of managers die je momenteel ook in essentiële sectoren niet op de werkvloer ziet. Neen, het zijn de gewone werkenden in deze sectoren waarvan nu blijkt hoe essentieel ze zijn. Het gaat om sectoren als distributie, schoonmaak of zorg, waar de lonen vaak laag zijn en waar velen niet aan een minimumloon van €14 per uur komen.Artikel door Thomas (Gent) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Eerst en vooral is er natuurlijk het zorgpersoneel dat in het oog van de storm staat. Ze worden op het terrein gestuurd zonder voldoende tests en soms ook zonder degelijke bescherming. Van de ziekenhuizen tot de woonzorgcentra wordt al jaren geklaagd dat er te weinig personeel is om menswaardige zorg aan te bieden. Bij elk meerjarenakkoord eiste het personeel slechts een minimale opslag van de lonen, maar vooral meer collega’s. Die kwamen er niet, ook vanwege de onaantrekkelijkheid van het werk. Nu krijgt het zorgpersoneel applaus. Ze verdienen veel meer dan dat: niet een eenmalige premie waarop geen sociale bijdragen betaald worden, maar degelijke loon- en arbeidsvoorwaarden voor iedereen in de zorg: van schoonmaker tot verpleegkundige. Dat is waar het zorgpersoneel om vraagt. Na het applaus verdienen ze onze steun om dit af te dwingen!
Er zijn daarnaast nog heel wat anderen die blijven doorwerken. Denk maar aan het personeel in de supermarkten, schoonmakers, huisvuilophaling, openbaar vervoer … Zij gaan vaak met schrik en veel vragen werken, maar zijn tegelijk ook fier dat ze de bevolking kunnen helpen. In de supermarkten werd bijzonder hard gewerkt. Helaas duurde het lang voor de directies beschermingsmaatregelen namen. Vaak gebeurde dit pas na druk van het personeel.
De directies kijken vooral naar hun inkomsten: ze kunnen vandaag een hogere omzet en bijhorende winst draaien. Dat de gezondheid van het personeel daaraan ondergeschikt is, bleek onder meer toen Colruyt even probeerde om mondmaskers tegen te houden met het argument dat dit de klanten kon afschrikken… In de supermarkten eist het personeel een premie: een ernstige vergoeding voor de hoge werkdruk in gevaarlijke omstandigheden. Laat zo’n premie een opstap zijn naar betere loonvoorwaarden in de sector!
Veel helden die doorwerken, doen dit aan lage lonen. Het ABVV voert al even campagne voor de verhoging van het minimumloon tot 14 euro per uur. Dat komt neer op 2300 euro bruto per maand, het minimum om menswaardig te leven. Eigenlijk is 14 euro nog te laag, maar het zou een serieuze verbetering zijn tegenover het huidige minimumloon van ongeveer 9,5 euro per uur. Alle voorstellen rond premies om de helden te bedanken, zijn natuurlijk welgekomen. Maar respect in de vorm van hogere lonen en minimum 14 euro is dat nog meer!
De vraag is immers: wat na corona? Gaan we dan terug naar wat voordien als normaal werd gezien? Of gaan we de helden die elke dag onze noden invullen de appreciatie geven die ze verdienen? Aandeelhouders en bazen maken van de crisis gebruik om hun belangen te verdedigen. In de handel maakte de regering via volmachten de uitbreiding van de openingsuren mogelijk zonder enige sociaal overleg. Als we willen vermijden dat de bazen als winnaar uit de crisis komen, zullen we ons moeten organiseren rond onze noden: hogere lonen, minimum €14 per uur, degelijke bescherming, genoeg collega’s voor het werk …
In deze crisis zien we wie er aan onze kant staat: de militanten en delegees van de vakbonden die samen met hun collega’s opkwamen voor de veiligheid van iedereen. Om onze eisen af te dwingen, moeten we ons organiseren. Het is niet genoeg om de militanten en delegees te steunen, we moeten samen in actie komen. Wij doen de wereld draaien, we kunnen alles ook stil leggen. We verdienen niet alleen applaus, maar ook een degelijk loon!
-
UGent: staking voor hoger minimumloon en betere arbeidsvoorwaarden

Druk bijgewoond stakingspiket aan de UGent Aan de UGent was er vandaag een opmerkelijke staking. Er werd gestaakt voor een hoger minimumloon van minstens 14 euro per uur, het statutair benoemen van personeel en de insourcing van de poetsdienst. Zowel personeelsleden van de UGent als van onderaannemer ISS legden het werk neer op initiatief van ACOD en de Algemene Centrale. Ze kregen steun van de Women’s Strike UGent en heel wat studenten. Het leverde een bijzonder groot stakingspiket op aan het rectoraat deze middag. Lees hier ons eerder artikel in aanloop naar de staking.
ACOD-delegee Tim Joosen gaf deze morgen tekst en uitleg bij de staking:
Campagne ROSA en Actief Linkse Studenten organiseerden solidariteit met de staking. Ze trokken met een groep studenten van de Blandijn naar het rectoraat. Ze riepen slogans als “UGent, wat een schande. Neem het poetswerk weer in handen” en “Bestuur, bestuur, 14 per uur!”:
Mai van campagne ROSA deed een oproep om na deze geslaagde stakingsdag verder te mobiliseren naar de vierde Gentse Mars tegen Seksisme. Die vindt komende zaterdag plaats in het kader van Equal Pay Day.
Het rectoraat probeerde het effect van de staking te minimaliseren en verklaarde dat er weinig deelname aan de staking was. ACOD UGent antwoordde:
“De UGent beweert dat slechts een kwart van het personeel bij de studentenvoorzieningen staakt, en dat “6 van de 8 resto’s” open zijn. We weten niet waarop het bestuur hun cijfers baseert. Ten eerste zijn er 13 resto’s en cafetaria’s aan de UGent, geen 8. Eén daarvan is Resto Sint-Jansvest, die niet meer actief is. Van de overige 12 zijn de resto’s De Brug, Coupure, Rechten, Blandijn, Ledeganck, PPW, Ardoyen en Kantienberg gesloten door de staking (8 van de 12). 4 resto’s gingen wel open (UZ, Boudewijn, S5, diergeneeskunde), zij het niet met volle bezetting. De Kantienberg is later toch open gegaan, nadat niet-stakers van andere locaties naar daar werden gebracht (onder meer vanuit de enkele werkwilligen in De Brug). Blijkbaar zou de directie De Brug ‘s avonds, nà de staking ook willen openen. Dan nog zien we niet hoe men aan de cijfers komt die men aan de pers gaf. Misschien moet de UGent eens uitleggen waar de resto’s naar toe zijn die ze “vergat”, en hoe het komt dat men met slechts 25% stakers toch de overgrote meerderheid van de resto’s dichthield? Trouwens: veel werkwilligen steunen wel degelijk de actie, maar staakten niet om persoonlijke redenen…
“De UGent beweert dat slechts 15 van de 190 mensen in de schoonmaak staakten. Nochtans waren er dubbel zoveel mensen van ISS aanwezig op de actie aan het rectoraat. Wél is het zo dat er de voorbije dagen een zeer intensieve intimidatiecampagne heeft plaatsgevonden onder het personeel van ISS: mensen werden herhaaldelijk opgebeld, afgedreigd, er werden onwaarheden verteld, en er werd duidelijk gemaakt dat wie zou staken daar gevolgen van zou dragen (deeltijdse werknemers die een voltijds contract wensen, prioriteit bij vervangingen etc). We wisten dat dit een effect had, en dat dit zorgde voor een lagere stakingsdeelname bij ISS. Blijkbaar is de UGent trots op dat soort praktijken, en gebruikt ze dit nu als argument tegen de staking: is dit het soort werkgever die de UGent wil zijn? Voor alle duidelijkheid: er is een gigantische steun bij het personeel van ISS voor de eisen van de staking, de niet-deelname had bij de overgrote meerderheid te maken met angst, niet omdat men de actie niet steunde.
“Als dit een examen was geweest, zouden we zeggen: “terugkomen in september”. Jammer dat een universiteit zich zo verlaagt tot het bewust verspreiden van valse informatie.”
Overigens was het opmerkelijk dat UGent vandaag nog een lastminute oproep deed voor extra jobstudenten om een studentenrestaurant te kunnen openhouden. Moest er effectief zo weinig stakingsdeelname geweest zijn als de UGent aan de VRT liet uitschijnen, dan was dit uiteraard niet nodig geweest.
Tenslotte een reeks foto’s door Jean-Marie:
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/F5bbQ6FdFiX15sUa6]
-
UGent maakt zich op voor grootste staking in decennia

Actie op 14 oktober Voor minimum €14 per uur en betere arbeidsvoorwaarden
Op 9 maart 2020 gaat de intussen vierde editie van de UGent Women’s Strike door. De drie eisen van de campagne dit jaar zijn de invoering van een minimumloon van 14€/uur, het statutariseren van het personeel in de studentenresto’s en de kinderdagverblijven en de insourcing van de schoonmaak. De staking zou wel eens de grootste staking aan de UGent van de afgelopen decennia kunnen worden.
door Tim Joosen, afgevaardigde ACOD-Ugent
ACOD UGent voert al sinds mei vorig jaar campagne rond deze eisen. Sinds september 2019 liep ook een petitie, die intussen door meer dan 3.500 personeelsleden en studenten werd ondertekend. Er werden enkele succesvolle actiedagen georganiseerd: op de startdag op 14 oktober voerden zo’n 70 studenten, personeelsleden en sympathisanten samen campagne. De maanden daarop werd er campagne gevoerd in de lessen, de studentenresto’s en op de werkplaatsen.
Hierdoor werd een breed draagvlak opgebouwd voor de eisen maar het universiteitsbestuur leek toch niet bereid om er op in te gaan. Daarom werd besloten om begin dit jaar een versnelling hoger te schakelen in de campagne: het organiseren van een staking om de druk op het bestuur op te voeren.
Als stakingsdag werd gekozen voor 9 maart 2020. De voorbije drie jaar werd aan de UGent op 8 maart een Women’s Strike georganiseerd, tegen seksisme en voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen. De voorbije jaren focuste die campagne vooral op eisen van onderzoekers: de ongelijke carrièrekansen van vrouwen, de carrière van onderzoekers beter combineerbaar maken met een gezinsleven etc. Voor de actie op 9 maart 2020 – 8 maart is immers een zondag – besloten de organisatoren van de Women’s Strike om de eisen van de ACOD-campagne op te nemen als centrale eisen: een minimumloon van €14/uur, het uitbreiden van de statutaire benoeming naar de personeelsleden die werken in de sociale sector (studentenhuisvesting, studentenresto’s, kinderdagverblijven etc) en het opnieuw insourcen van de schoonmaak die door onderaannemer ISS wordt georganiseerd.
De voorbije weken gingen delegaties van ACOD UGent, Algemene Centrale ISS (de vakbond bij ISS) en de organisatoren van de vrouwenstaking rond op alle werkplekken van de resto’s, de schoonmaak en de kinderdagverblijven. De campagne en haar eisen werden besproken en er werd gepeild naar de actiebereidheid. Die was bijzonder groot: vele personeelsleden waren blij om in actie te gaan rond deze eisen. Daarop werd er een stakingsaanzegging ingediend.
De beweging die we de voorbije maanden gezien hebben aan de UGent is uniek in vele facetten. De vakbond voert strijd om offensieve eisen: niet als verdediging tegen aanvallen op arbeidsomstandigheden en rechten, maar een offensieve strijd voor een serieuze verbetering van de werkomstandigheden. Het invoeren van een minimumloon van €14/uur zou voor de laagste lonen neerkomen op een netto loonstijging van bijna 300 euro per maand. Statutariseren zou voor het personeel in de resto’s en de kinderdagverblijven een serieuze versterking betekenen van hun rechten bij langdurige ziekte of pensioen en voor hun werkzekerheid. De insourcing van de schoonmaak zal het makkelijker maken om correcte werkomstandigheden af te dwingen en maakt dat de belangen van de personeelsleden, die instaan voor de schoonmaak, makkelijker kunnen verdedigd worden. Het eisenpakket dat de vakbond naar voren bracht, is gebaseerd op wat leeft bij het personeel.
Uniek is ook de nauwe samenwerking tussen ACOD UGent, de vakbond van het “moederbedrijf”, en de Algemene Centrale, de vakbond van de onderaannemer in de schoonmaak. Delegees van beide centrales voeren zij aan zij campagne en organiseerden zo in de praktijk solidariteit tussen werkenden over de grenzen van hun bedrijf heen. Samen komen ze op voor de belangen van iedereen die in de gebouwen van de UGent werkt, ongeacht of ze rechtstreeks voor de UGent werken of voor een onderaannemer.
Tenslotte is er ook samenwerking tussen de vakbond en bredere lagen van militante onderzoekers en studenten: studenten van ALS, Campagne Rosa, Jongsocialisten en Comac voerden mee actie met het personeel, en bij de organisatoren van de vrouwenstaking vinden we ook activisten terug die geen vakbondsmilitant zijn.
De actie van 9 maart is een belangrijke volgende test voor deze campagne: een succesvolle staking kan zorgen voor een nieuw momentum om de campagne op een hoger niveau te tillen: het omzetten van de passieve steun in actieve mobilisatie. Als de staking inderdaad zo succesvol wordt als voorzien, zal het bovendien de grootste staking aan de UGent zijn in de laatste decennia. Dit zal de krachtsverhoudingen aan deze instelling fundamenteel veranderen.
-
Steun de strijd van het personeel in de dienstenchequesector!
Op 28 november voerden een duizendtal poetshulpen uit de dienstenchequesector actie in Brussel, de eerste nationale actie in de sector ooit. De loononderhandelingen waren immers afgesprongen toen bleek dat de bazen niet bereid waren een bruto verhoging met 1,1% te voorzien. Het resultaat van de algemene nationale loononderhandelingen in het IPA voorziet dat dit mogelijk is. Hun voorstel is een verhoging van 0,6% en zelfs dat slechts in de vorm van een eenmalige netto premie, wat voor de meeste werkneemsters neerkomt op een premie van 65 euro.
Socialisme.be vroeg een reactie aan Levi Sollie, secretaris Algemene Centrale afdeling Antwerpen-Waasland, die de dienstensector opvolgt.
“Deze werkenden hebben al zeer lage lonen, het minimum uurloon ligt op 11,04 euro/u, gemiddeld verdienen ze 11,5 euro/u. De meesten onder hen werken ook slechts deeltijds, voor velen is het ook niet mogelijk meer te werken, gezien het niet gaat om aaneengesloten uren op dezelfde werkplaats en de tijd voor verplaatsingen snel kan oplopen. Een deel van hen zijn ook 50-plussers, voor wie een voltijdse betrekking – als het al zou worden aangeboden – niet haalbaar zou zijn. Onderzoeken wijzen immers uit dat het beroep leidt tot allerlei gezondheidsklachten, o.a. chronische rugpijn en gewrichtspijnen. Het voorstel van het patronaat in de sector is dan ook schandalig en toont dat sommige werkgevers eigenlijk niet bekommerd zijn om hun personeel.
“We kregen geen formele reacties op de actie van 28 november. Een aantal bedrijven liet uitschijnen akkoord te gaan met een verhoging van 1,1%, maar de patroonsfederatie Federgon blijft bij het lagere voorstel. Om extra druk te zetten, wordt dan ook deze week opnieuw actie gevoerd. We hopen op de voorziene onderhandelingen vrijdag 13/12 stappen vooruit te kunnen zetten.”
In de pers verschenen een aantal reacties van bazen uit de sector, die beweren dat het nu eenmaal niet mogelijk om meer te bieden?
“De actie op 28 november trok langs Randstad-Tempo Team, één van de grote spelers in de sector, die sindsdien heeft aangegeven bereid te zijn de loonsverhoging van 1,1% toe te kennen. Deze week viseren de acties twee andere grote bedrijvengroepen die zeker over meer dan voldoende middelen beschikken, maar wel dwars blijven liggen: Groep Daenens en Trixxo. Hun situatie toont dat er van een “gebrek aan middelen” zeker geen sprake is.
“Groep Daenens maakte in 2018 meer dan 3 miljoen euro winst en beschikt over zo’n 15 miljoen euro aan reserves. De groep heeft ondertussen al meer dan 60 overnames gedaan, waardoor het aantal werkneemsters al meer dan 12000 bedraagt. Dienstenaanhuis, Smile 4 you, Makkie, Greenhouse zijn enkele bedrijven die behoren tot de groep en Daenens is ook mede-eigenaar van Plus Home Services, TS Wallonie, …
“Ook Trixxo is met ruim 6500 werknemers een mastodont in de sector. De voorbije jaren waren er blijkbaar voldoende middelen om o.a. Clixx en nog een reeks kleinere concurrenten over te nemen. In oktober stuurde CEO Luc Jeurissen nog een brief naar een hele reeks kleine bedrijven met een overnamebod. Jeurissen beweert echter tegelijkertijd dat er geen geld is voor een loonsverhoging.
“Als dergelijke grote en groeiende winstgevende bedrijven beweren dat de middelen er niet zijn, dan toont dat enkel dat zij enkel gericht zijn op hun winsten, zelfs als dat voor hun werknemers betekent dat ze in armoede moeten leven. Veel van hen komen met hun deeltijdse job slechts aan een 1000 euro nettoloon – wie kan daarvan leven?”
Hoe gaat het nu verder?
“Vrijdag zullen we op de onderhandelingen zien of er stappen vooruit gezet kunnen worden. De acties hebben ervoor gezorgd dat er media-aandacht is en dat voor het eerst ook licht wordt geworpen op de moeilijke werkomstandigheden en de lage waardering, die zich niet enkel uit in het loon. Ook politici werden door de actie onder druk gezet en waren verplicht te stellen dat meer nodig is dan het belachelijke patronale aanbod van O,6%. De patroons moeten met andere voorstellen komen, zoniet zullen wij gemobiliseerd blijven.”
[divider]
Campagne ROSA solidair met dienstenchequewerkneemsters!
De dienstenchequesector kan als voorbeeld gelden voor veel jobs waarin vooral vrouwen terechtkomen: lage lonen, slechte werkomstandigheden, het soort jobs waarvoor je nauwelijks waardering krijgt. Het zijn ook werkneemsters die moeilijker te organiseren zijn door de vakbonden, velen van hen zien nooit hun collega’s, de werkuren zijn zeer flexibel en maken het moeilijk gezamenlijk te overleggen wat er moet gebeuren om zaken te veranderen. Deze acties zijn een zeer goede eerste stap, ook om de syndicalisatiegraad in de sector op te drijven.
Die lage waardering die zich uit in lonen waarvan je niet kunt leven, uit zich ook in bijvoorbeeld het gebrek aan aandacht voor het materiaal waarmee gewerkt wordt – veel werkneemsters ontwikkelen problemen met de luchtwegen door de gebruikte producten – of in de aandacht voor werkbaarheid: wijd verspreide rugklachten tonen dat er een te hoge werklast is en te weinig aandacht, o.a. met opleidingen, voor goede werkomstandigheden. Die lage waardering uit zich ook in een hoog aantal vrouwen die seksistische opmerkingen vanwege hun klanten ondergaan, zoals een vroegere studie van het CSC aantoonde.
We waren met Campagne ROSA aanwezig op de acties van de poetshulpen om onze solidariteit te tonen. Het is schandalig dat zelfs een loonsverhoging van 1,1% door het patronaat geweigerd wordt. We steunen de eisen van de vakbonden om op korte termijn minimum te komen dat het personeel dezelfde opslag kan hebben als de rest van de werkenden. Het zou een belangrijke stap vooruit zijn als de syndicale strijd dat kan bekomen.
Op langere termijn is uiteraard meer nodig om tot volwaardige jobs in de sector te komen: aandacht voor beter werkmateriaal en maatregelen om gezondheidsklachten te voorkomen, maar zeker ook verdere loonsverhogingen. Zelfs met een voltijdse job in deze sector, wat al niet gemakkelijk te bekomen is, kom je niet aan een inkomen waarmee je een waardig leven kunt uitbouwen.
Het is juist voor deze laagbetaalde sectoren dat de eis van het ABVV voor een 14 euro/uur minimumloon zo belangrijk is. Enkel een opbouwende strijd waarbij de werknemers met de laagste lonen de steun krijgen van de beter betaalde werkenden kan een algemene overwinning boeken. Een overwinning in één bedrijf zou al een belangrijke stap zijn, omdat het als voorbeeld en precedent zou kunnen dienen om de strijd ook concreet in alle werkplaatsen te voeren.
Naar de komende internationale vrouwendag – 8 maart 2020 – toe zullen we deze eis centraal stellen, naast andere broodnodige eisen zoals de individualisering van de sociale uitkeringen en het opvoeren van de strijd tegen pesterijen op de werkvloer. Enkel als we op straat blijven komen en onze stemmen laten horen, zal er aandacht zijn voor onze noden!

Protest eerder deze week in Brugge. -
Fight for €14 bouwt op naar staking aan UGent. Interview met ACOD-delegee Tim Joosen
Op 14 oktober werd de actiedag voor een hoger minimumloon aangegrepen voor een campagnedag aan de UGent. ABVV-militanten en sympathisanten, waaronder studenten, trokken langs verschillende faculteiten en resto’s met een petitie. Ze haalden meer dan 1500 handtekeningen op rond de eis om aan de UGent het minimumloon op te trekken tot 14 euro bruto per uur of 2.300 euro per maand. Een honderdtal personeelsleden komt daar nu niet aan. We spraken met Tim Joosen, afgevaardigde van ACOD UGent over het belang van deze campagne.
In het Interprofessioneel Akkoord (IPA) werd begin dit jaar een verhoging van het minimumloon van 1,1% vooropgesteld. ABVV weigerde dit akkoord daarom te tekenen. De voorbije weken kwam het nieuws dat er een voorstel zou zijn om dit op te trekken naar 3,5%, hoewel het akkoord hierover nog niet rond is. Wat denk je daarvan?
“Allereerst was het correct om het oorspronkelijke akkoord waarin slechts 1,1% verhoging werd voorzien niet te tekenen. Het ABVV voert al ruim een jaar campagne rond een minimumloon van 14€/uur. Er moet een debat gevoerd worden over de strategie die we nodig hebben om dat te kunnen bereiken, maar met een tweejaarlijkse stijging van 1,1% duurt het nog bijna 70 jaar voor we er geraken.
“Het feit dat ook de werkgevers nu inzien dat dit moest opgetrokken worden naar 3,5% toont aan dat het been stijfhouden kan lonen. Tegelijk moeten we vaststellen dat gewoon “neen” zeggen tegen een slecht akkoord niet voldoende is. De werkgevers stellen nu plots bijkomende eisen: niet alleen willen ze dat die verhoging betaald wordt door de gemeenschap door nieuwe lastenverlagingen, ze willen in ruil ook een verlaging van de opzegtermijnen bij ontslag. De werkgevers voelen zich gesterkt door het huidige politieke klimaat, en menen dat ze zich alles kunnen permitteren.
“Om dat te keren heeft de vakbond nood aan een strategie: een actieplan op langere termijn dat toewerkt naar een grote en algemene mobilisatie, zoals we dat ook eind 2014 hadden. Als je dat niet doet, kan je weliswaar “neen” zeggen tegen een slecht akkoord, maar heb je geen manier om daar echt iets tegenin te brengen.”
Aan de UGent werden op 14 oktober petities opgehaald in het kader van een campagne voor een minimumloon van 14€/uur aan de UGent: waarom dit type actie en wat waren de reacties?
“De militantenkern van ACOD UGent heeft de keuze gemaakt om de nationale campagne voor een minimumloon van 14€/uur concreet te maken, we willen dit op korte termijn realiteit maken aan de UGent. We hebben een sterk inhoudelijk onderbouwd dossier, en we willen aantonen dat er voor onze eisen een breed draagvlak bestaat bij personeel en studenten.
“Op elke werkplek moet men rekening houden met de concrete situatie, het bewustzijn onder de werkenden, en op basis daarvan kijken welke actievormen mogelijk en nuttig zijn om de syndicale strijd te versterken. Voor ons aan de UGent was de petitie een uitstekende manier om te starten, en te werken aan een breed draagvlak voor onze eisen. We willen 5.000 handtekeningen ophalen, wat aan de UGent een ongeziene prestatie zou zijn. Tegelijk helpt de petitie onze militanten om in discussie te gaan met collega’s en studenten: de actiedag op 14 oktober 2019 was een succes: we haalden maar liefst 1539 handtekeningen op in minder dan 2 uur. Dit zorgde voor een enorm enthousiasme, ook bij mensen voor wie dit de eerste keer was dat ze aan een syndicale actie deelnamen. Zo bouwen we ook aan een dynamische en actieve syndicale werking. Dat is een enthousiasme en zelfvertrouwen dat we ook kunnen gebruiken om actie te voeren rond andere noodzakelijke thema’s.”
Hoe moet het nu verder met de campagne?
“We willen nogmaals drie dergelijke actiedagen organiseren, waarbij we met enkele tientallen mensen tegelijkertijd handtekeningen ophalen: elke maand één. Daarnaast gaan we ook in alle bureaus en op alle werkplekken rond met de petitie en een speciale editie van onze syndicale nieuwsbrief. Er is een affichecampagne en we organiseren een actiemoment op 14 februari, wanneer we de petitie zullen overhandigen aan de rector.
“Tenslotte mobiliseren we voor een echte staking naar aanleiding van de jaarlijkse Women’s Strike aan de UGent op 9 maart: we willen daar de problematiek van lage lonen – waar vooral vrouwelijke medewerkers het slachtoffer van zijn –onder de aandacht brengen.
“Door op die dag echt te staken, minstens op een aantal plekken aan de UGent, willen we het bestuur tonen dat het ons echt wel menens is met onze eisen, en willen we de druk opvoeren om die ook werkelijk te realiseren. Zo’n overwinning is niet alleen belangrijk voor de werknemers aan de UGent wiens loon zo sterk zou opgetrokken worden. Het zal ook een enorme opsteker zijn voor de nationale campagne. We willen aantonen dat door echt te mobiliseren en door de campagne concreet te maken in de bedrijven, op de werkvloer, een minimumloon van 14€/uur kan afgedwongen worden.”
-
Aan een beweging bouwen om de €14/u te winnen
Een minimumloon van 14 euro per uur, een minimumpensioen van 1.500 euro netto, een herziening van de loonwet, een daling van de BTW op elektriciteit naar 6% en een sociale shift zodat de sterke schouders de grootste kosten dragen en de gezondheidszorg toegankelijk blijft. Dat zijn de vijf speerpunten van de campagne “samen kan het anders.” Ze beantwoorden aan wat nodig is voor een menswaardig bestaan. Voor de verkiezingen namen verschillende partijen die eisen over, maar daar vinden we vandaag nauwelijks wat van terug. Zolang we binnen de grenzen blijven van wat patroons en politici mogelijk achten, botsen we steeds op de limieten van het kapitalisme.
Moeten we dan verder besparen en de broeksriem aanhalen?
Al enkele decennia krijgen we te horen dat er geen geld is om te investeren in openbare diensten, onderwijs, infrastructuur, … en dat bedrijven moeten geholpen worden om de economie te ondersteunen. Sinds het begin van de crisis in 2007 is dit nog versterkt en worden verworvenheden aan een hels tempo afgebouwd.
Voor werkenden heeft de besparingspolitiek niet voor de beloofde kentering gezorgd: het aantal werkende armen stijgt, burn-out neemt toe, openbare diensten zitten in crisis, … Ondertussen blijven de rijkste 1% rijkdom opstapelen. Opnieuw besparen en afbouwen zal de werkenden en hun gezinnen nog meer pijn doen.
Ons nu reeds voorbereiden op de komende regering
Welke federale regering er ook gevormd wordt, ze zal doorgaan met besparen. We stoppen ze beter voor ze er echt aan begint. Daarvoor is de campagne ‘Fight for €14’ ideaal. Iedere werkende weet dat €14/u vereist is om het einde van de maand te halen. De patroons vinden het echter teveel en willen hun winsten daarvoor niet aanspreken. Een kleine verhoging van het minimumloon moet voor hen door de sociale zekerheid, door ons dus, betaald worden en daarbovenop eisen ze extra compensaties.
Onderhandelingen hebben nog niets opgeleverd. Dat wil niet zeggen dat €14/u onmogelijk is, maar dat we van tactiek moeten veranderen. Net zoals in de Verenigde Staten zal dit een campagne aan de basis vereisen. Daar was dit op stads- of staatsniveau, in België zal het op bedrijfs-, sector- en nationaal niveau moeten.
Twee lopende campagnes kunnen als inspiratiebron dienen. Het personeel van de lokale publieke besturen in Brussel voert strijd voor de afschaffing van het laagste barema en het optrekken van alle andere met 10%. Er is begonnen met personeelsvergaderingen, werkonderbrekingen van 1 uur en nu langere stakingen. Aan de Gentse universiteit loopt ook een campagne. Slechts een klein deel van het personeel heeft geen €14/u, maar toch werden bij het volledig personeel en studenten al duizenden handtekeningen ingezameld. Als dit de directie niet op andere gedachten brengt, volgen ook hier andere acties.
Een campagne naar de werplekken waar lonen van (een deel van) de werknemers onder de €14 liggen, zou veel werkenden en in het bijzonder jongeren en vrouwen enthousiast maken voor het programma van de vakbonden. Dat zou des te meer het geval zijn indien samen met hen een actieplan wordt uitgewerkt. Enkel door alle werkenden actief te betrekken, zullen we voor deze en andere campagnes overwinningen boeken. Laat ons van iedere komende 14de van de maand campagnedagen maken in de bedrijven, ook deze waar de vakbonden nog niet aanwezig zijn, om de bestaande steun €14/u om te zetten in een beweging.
Als we €14/u afdwingen, versterken we het vertrouwen dat strijd loont. Dat is belangrijk, maar zoals bij ieder verworven recht zullen de patroons en hun politieke vertegenwoordigers ook deze verworvenheid trachten terug te draaien zodra ze een kans zien. Dat verhinderen kan enkel door onze overwinningen te gebruiken om te blijven bouwen aan de organisaties die onze belangen verdedigen. Tegelijk moeten we een duurzame oplossing aanreiken door onze strijd telkens weer te koppelen aan de nood aan een samenleving die niet gebaseerd is op winstmaximalisatie, maar op de behoeften van allen. Enkel een democratische socialistische omvorming van de maatschappij kan dit mogelijk maken.
De Linkse Socialistische Partij ondersteunt volop de ABVV-campagne “Fight for €14” door interessante voorstellen te ondersteunen en er zelf te formuleren. Wil je hier meer over weten of deze campagne steunen, contacteer ons dan en sluit aan!
-
7 november: staking van Brusselse lokale overheidsdiensten

Betoging personeel lokale besturen in Brussel. Foto: Liesbeth Strijd voor betere lonen, zoals minstens 14 euro per uur.
We hebben in deze krant eerder bericht over de strijd van het personeel van de Brusselse lokale besturen. Sinds meer dan een jaar organiseren de werkenden van de 19 Brusselse gemeenten, de 19 OCMW’s en de openbare ziekenhuizen van het IRIS-netwerk in gemeenschappelijk vakbondsfront een actieplan om hun eisen te verdedigen. Dit botst op minachting van de traditionele partijen. Daarom is een volgende stap gepland: een staking op 7 november.
Artikel door Nico M. (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Stop de lage lonen! Minimum 14 euro per uur!
De lonen in de lokale besturen blijft achter bij die van gewestelijke ambtenaren in Vlaanderen, Wallonië en nog meer bij die van het Brusselse gewest. Het verschil tussen de barema’s varieert tussen 2 en 45%, naargelang het niveau. Dit verschil is onaanvaardbaar. De aanpassing van de lonen en de barema’s aan die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zou bijna 338 miljoen euro per jaar vergen. Om de achterstand in te halen, vraagt het personeel van de Brusselse besturen een verhoging van 10% in alle loonschalen.
Een van de eisen is de afschaffing van de laagste schaal: barema E. Deze schaal is al afgeschaft voor regionale ambtenaren. In het kader van het vorige nationale loonakkoord zette het ABVV een campagne op voor de verhoging van het minimumloon tot 14 euro per uur of 2.300 euro bruto per maand. In Brussel wordt deze strijd geconcretiseerd in de lokale besturen. Daar wordt gestreden tegen onzekerheid, lage lonen en het fenomeen van werkende armen. Op dit ogenblik kan een personeelslid dat aan barema E werkt een hele loopbaan afwerken zonder ooit een brutoloon van 2.300 euro per maand te bereiken. Deze loonschaal is niet beperkt tot enkele uitzonderingen: maar liefst 28% van het personeel in de lokale besturen valt eronder en verdient dus minder dan 14 euro per uur. Om het beeld compleet te maken, moeten we opmerken dat wie in de barema’s D en C werkt pas na een aantal jaar loopbaan aan 2.300 euro bruto per maand komt. Om de eis van minimum 14 euro per uur af te dwingen, moet de loonschaal E verdwijnen en is een verhoging van alle andere barema’s nodig.
Personeel lokale besturen is slachtoffer van onderinvestering door overheden
Terwijl de overheidsinvesteringen in België al historisch laag zijn (1,6% van het BBP in 2013 tegenover 4,5% in de jaren 1980), blijft de Europese Commissie extra besparingen op de uitgaven eisen. Dat is volgens de neoliberale dogma’s nodig om de overheidsschuld af te bouwen. De nieuwe Brusselse regering kreeg een negatieve waarschuwing voor het begrotingstraject. Nochtans voorziet deze regering in 600 miljoen besparingen, waaronder 180 miljoen euro directe besparingen en uitstel van investeringen. De investeringen voor het herstel van de tunnels, die letterlijk op instorten staan door een chronisch gebrek aan investeringen in infrastructuur, en de uitbreiding van het metronet zijn uit de begroting getild om het totale tekort van 1,1 miljard euro in de begroting van 2020 weg te moffelen.
De beloften van de Brusselse meerderheid op sociaal vlak, rond klimaat, een plan voor het isoleren van woningen, nieuwe tram- en buslijnen, huisvesting voor 15.000 Brusselaars die op een wachtlijst voor sociale huisvesting staan, zijn allemaal uitgesteld naar de begrotingscontrole van maart 2020. Dan wordt gezien of het mogelijk is om middelen hiervoor vrij te maken. Het ziet er evenwel naar uit dat die begrotingscontrole vooral nieuwe besparingen zal opleggen, terwijl de beperkte sociale maatregelen op de lange baan worden geschoven. Zo is er nog altijd veel onduidelijkheid over de financiering van de belofte van gratis openbaar vervoer voor jongeren (20 miljoen euro). Zal de MIVB dit bedrag op de kap van het personeel zoeken? Of zullen andere reizigers meer betalen? Om het onderhoud van het vervallen waternet te financieren, gaf de regering groen licht voor een verhoging van de waterprijs. Minister-president Vervoort (PS) zei dat dit een “redelijke” maatregel is.
In de campagnes voor zowel de lokale als de regionale verkiezingen werden heel wat beloften gedaan, ook voor het personeel van de lokale besturen. Vandaag blijft het daar oorverdovend stil over.
Besparingen op uitgaven en werkingskosten van de overheid hebben gevolgen op zowel de levensstandaard van het personeel als de aangeboden diensten. Tussen 2012 en 2016 nam het aantal voltijdse equivalenten bij de lokale overheden in ons land af met 5.200 eenheden. Dit heeft een impact op de arbeidsvoorwaarden van de overblijvers. Taken worden niet meer naar behoren uitgevoerd en de kwaliteit van de dienstverlening aan de bevolking neemt af. Het personeel van de Brusselse lokale besturen koppelt de looneisen terecht aan de eis om alle collega’s te benoemen en aan de noodzaak van collectieve arbeidsduurvermindering met compenserende aanwervingen. Dat is nodig om de openbare diensten te verbeteren. Het is bovendien een maatregel om het beschikbare werk te herverdelen en de werkloosheid terug te dringen.
Het budgettaire keurslijf doorbreken
Zowel in Europa als op alle beleidsniveaus in België vertrekken de traditionele partijen niet van de sociale noden en behoeften, maar van het neoliberale besparingsdictaat dat de gemeenschap laat bloeden om een transfer van middelen naar de rijksten te financieren. Na alle lastenverlagingen en fiscale voordelen is de concentratie van rijkdom aan de top ongezien. Ondertussen gaan wij gebukt onder de gevolgen van het besparingsbeleid.
Het strijdbare actieplan in de lokale besturen in Brussel gaat daartegen in. Het inlossen van de eisen vereist een radicaal plan van publieke investeringen. De gemeentebesturen en het Brusselse Gewest weigeren om daartoe over te gaan. Nochtans verklaarde een meerderheid van de politieke verkozenen in Brussel in de verkiezingscampagne op de een of andere wijze voorstander te zijn van een minimumloon van 14 euro per uur. Ze zijn na de verkiezingen echter niet bereid om het eigen personeel een degelijk loon te waarborgen. Nu beweren ze dat dit onbetaalbaar is. De strijd van het personeel van de lokale en regionale besturen botst op het neoliberale dictaat.
Het budgettaire keurslijf doorbreken, vereist het stopzetten van de afbetaling van de publieke schulden en het einde van de cadeaus aan de grote bedrijven. Het is een strijd om de rekening te presenteren aan de rijken, door de grote fortuinen en de winsten te belasten. Een begroting en bijhorend beleid moet vertrekken van wat nodig is voor de bevolking, niet van de kruimels die de superrijken aan de gemeenschap overlaten. Er waren nog nooit zoveel middelen. De sociaal-economische barometer van het ABVV geeft aan dat de dividenden tussen 1996 en 2017 in absolute cijfers met 216% zijn toegenomen, onze lonen met minder dan de helft daarvan (98%). De loonsubsidies en patronale lastenverlagingen liepen in 2017 al op tot 13 miljard euro.
We moeten strijden voor hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden, waaronder een minimumloon van 14 euro per uur. Om uitbuiting radicaal tegen te gaan en de rijkdom te verdelen, is het noodzakelijk om op basis van strijd de sleutelsectoren van de economie onder democratisch beheer van de gemeenschap te plaatsen zodat de aanwezige welvaart kan ingezet worden voor openbare diensten als onderdeel van een economie gericht op de behoeften van de meerderheid van de bevolking en niet de winsten van een kleine minderheid.
-
Fight For 14 aan de UGent – Knallende start
Naar aanleiding van de campagne “Fight For 14” voor een minimumloon van €14/u bruto, voert het ABVV in Oost-Vlaanderen sinds februari elke 14e van de maand een actie. Maandag 14 oktober was het de beurt aan de UGent. De ACOD-delegatie heeft er het initiatief genomen om de campagne van het ABVV aan te grijpen om een minimumloon van €14 bruto af te dwingen voor de meer dan 100 personeelsleden die er minder verdienen. Meer dan 50 militanten uit verschillende centrales van het ABVV kwamen samen om dat kracht bij te zetten.
Verslag door Michael, foto’s door Bart
Na een speech van Tim Joosen, vakbondsafgevaardigde van het ACOD aan de UGent (zie video hieronder), trokken de militanten met een petitie naar verschillende resto’s en faculteiten. Het werd een groot succes. Op twee uur tijd werden meer dan 1500 handtekeningen van studenten en personeelsleden opgehaald. LSP en de Actief Linkse Studenten waren ook aanwezig. Onze vakbondsmilitanten, leden en studenten hielpen mee om handtekeningen op te halen.
Door met de petitie naar de studenten en personeelsleden te trekken, werd het snel duidelijk dat er bijzonder veel steun is voor een leefbaar minimumloon van €14. Veel studenten schrokken ook dat niet iedereen aan de UGent minstens €14 per uur verdient. Zoals wij uitleggen in ons pamflet, begrijpen ook zij dat elk loon onder de €1700 netto volkomen ontoereikend is om het hoofd te bieden aan de steeds duurder wordende levenskost.
Een dergelijke actie is heel belangrijk voor het verdere verloop van de campagne “Fight For 14”. Het helpt om de steun in de maatschappij zichtbaar te maken, maar ook om de campagne concreet te maken en op de werkvloer de personeelsleden of sympathisanten te betrekken. De petitie zal helpen om de druk bij het bestuur van de universiteit op te voeren en kan een voorbeeld zijn van hoe ook in andere sectoren de druk op de bazen en politieke verantwoordelijken kan opgevoerd worden. We houden onze lezers op de hoogte van nieuwe acties en campagnemomenten.
-
Nieuwe actiedag voor minimum €14/u. Loonsverhoging moet niet door gemeenschap betaald worden!
In het kader van de campagne voor een minimumloon van 14€/uur (2300€/maand) organiseert het ABVV elke 14e van de maand acties en bijeenkomsten. Gisteren verzamelden een honderdtal vakbondsleden voor de deuren van het VBO.
Door Nico (Brussel)
Deze actie kaderde ook in de onderhandelingen binnen de groep van 10, het sociaal overleg op nationaal vlak. Aanstaande woensdag zou in dit orgaan een overeenkomst kunnen worden getekend voor een verhoging van het minimumloon met 3,5% (1,1% nu en nog eens 2,4% in april 2020). De overeenkomst voorziet een vermindering van de patronale lasten om deze verhoging te compenseren. Het ABVV wil dat deze lastenverlagingen tijdelijk zijn en dat de middelen elders gezocht worden, zodat het niet de gemeenschap is die via de sociale zekerheid voor de verhoging betaalt.
Deze 3,5% is een stap vooruit. Met een minimumloon van ongeveer 1600 euro vandaag, zou een verhoging van meer dan 40% meer nodig zijn om de 14 euro per uur te bereiken die het ABVV eist en tienduizenden laagbetaalde werkenden goede vooruitzichten voor de toekomst te bieden.
Het ABVV heeft gelijk en Robert Verteneuil heeft het vanochtend weer benadrukt: we moeten het VBO laten zien dat we waakzaam blijven. De afgelopen jaren werden veel verbeteringen voor de werkenden uiteindelijk betaald door de gemeenschap in de vorm van lagere heffingen of premies die rechtstreeks door de gemeenschap betaald worden. Om te voorkomen dat de gemeenschap en de openbare diensten geplunderd worden om de ongelijke verdeling van rijkdom niet ter discussie te stellen, zullen onderhandelingen niet volstaan en moet een krachtsverhouding opgebouwd worden. Dat kan op basis van een actieplan dat besproken wordt op personeelsvergaderingen en daar ook gestemd wordt om een zo breed mogelijke betrokkenheid mogelijk te maken.
Verteneuil stelde in september terecht dat de arbeidersbeweging de sociale zekerheid zal verdedigen. “Het hoeft niet te verbazen als we op straat komen en voor de bedrijven actie voeren. We zullen de kathedraal van de sociale bescherming niet laten vernietigen. Het is opgericht omdat de werkenden ermee instemden een deel van hun loon in een solidariteitsfonds te steken. De sociale zekerheid behoort hen toe.”
Om het minimumloon van 14 euro per uur af te dwingen, zal er een brede en massale sociale beweging nodig zijn die ook gebruik maakt van het stakingswapen. Het VBO en andere werkgevers zullen steeds proberen om via hun bereidwillige partners van de traditionele partijen de factuur voor elke sociale vooruitgang op de kap van de gemeenschap af te wentelen. Een actieplan zou nuttig zijn om ook het “nationaal noodplan” dat Verteneuil eind augustus in Le Soir voorstelde te propageren.
Dat plan had betrekking op 3,5 miljard euro en bestond uit vijf hoofdbestanddelen. De ABVV-voorzitter omschreef deze als volgt:
1). De wet op de loonvorming grondig herzien, een einde maken aan de restrictieve loonnorm en de koopkracht van de werkenden verhogen.
2). Verhoging van de sociale minima boven de armoedegrens, gelijk aan 1.180 euro per maand: 90% van de minima in België liggen onder de drempel.
3). We moeten de pensioenen verhogen – we hebben een van de laagste pensioenen in Europa – tot een minimum van 1.500 euro, tegen een kostprijs van 2,2 miljard euro. De verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd naar 67 jaar moet terug ingetrokken worden, zeker als je weet dat de gezonde levensverwachting 64 jaar is.
4). Verhoog het minimumloon tot 14 euro per uur, oftewel 2.300 euro per maand.
5). We moeten investeren in sociale en klimaatbescherming. Opletten voor de staatsschuld? Een groot deel van onze schuld is te wijten aan de redding van de banken, we hebben al genoeg betaald voor hun incompetentie.








