Category: 1917

  • Gemiste afspraak met de 100ste verjaardag van de Russische Revolutie

    Deze maand is het exact 100 jaar geleden dat de Russische Revolutie plaatsvond en de sovjets aan de macht bracht. Dit leidt tot enige aandacht voor deze historische gebeurtenis. Dit is het geval in ‘De Afspraak’ waar op dinsdag een item aan de kwestie werd besteed. Alleen werd de afspraak met de geschiedenis serieus gemist…

    Reactie door Kim (Gent)

    Op de online versie van de aflevering van De Afspraak van dinsdag 10 oktober staat er als titel “Hoe radicaal en wreed was Vladimir Lenin?”. Het dient natuurlijk om aandacht te trekken, maar deze titel suggereert wel dat Lenin erg wreed was en geeft meteen een pejoratief beeld mee.

    Het item in ‘De Afspraak’ omvat een gesprek met Lien Verpoest, Rusland experte aan de geschiedenisfaculteit van de KULeuven. Er worden een aantal zaken verteld die correct zijn, maar even goed zaken die helemaal niet kloppen en gevoed werden door de decennialange misinformatie over de Oktoberrevolutie.

    Er wordt meteen met de deur in huis gevallen: de Oktoberrevolutie was volgens het programma het begin van veel ellende, waaronder een oorlog die miljoenen doden veroorzaakte. Daarmee worden Lenin en de Bolsjewieken ten onrechte verantwoordelijk geacht voor onder meer de inval door buitenlandse legers in Rusland. De Oktoberrevolutie haalde Rusland net uit die andere grote oorlog, de Eerste Wereldoorlog. Een oorlog die overigens vele miljoenen doden maakte waarover gemakshalve gezwegen wordt.

    Op de achtergrond van het decor mag dan wel “100 jaar revolutie” staan, voor Verpoest was er in oktober 1917 geen sprake van een revolutie. Het was volgens haar een staatsgreep, een omschrijving die populair is in academische kringen. Nochtans was de Oktoberrevolutie geen machtsgreep door een beperkte groep, het was een politieke daad gedragen door een brede meerderheid van de bevolking in Petrograd en daarbuiten.

    De Oktoberrevolutie vond plaats tegelijkertijd met het Tweede Al-Russische Sovjetcongres van arbeiders- en soldatenraden, waarin een ruime meerderheid van vertegenwoordigers de machtsgreep die bedoeld was om alle macht bij de arbeiders- en soldatenraden te leggen, goedkeurde. Eén van de bevelen van het nieuwe Sovjetregime was een onmiddellijke wapenstilstand met de Duitsers en de Oostenrijkers aangaan, en toen het Oppercommando van het leger die weigerde, leidde dit tot een spontane opstand van frontsoldaten en van het garnizoen dat bij het oppercommando gelegerd was, waardoor dit oppercommando opzij gezet werd. De Oktoberrevolutie ging inderdaad om een machtsgreep, maar deze was wel volledig geënt op een revolutionair proces. Het beeld dat neergezet wordt, als zou Lenin tegen een meerderheid in een staatsgreep hebben uitgevoerd en dat daardoor de burgeroorlog ontstond, klopt niet.

    Er waren natuurlijk generaals, edellieden en bankiers die zich verzetten tegen het verlies van hun privileges en rijkdommen. Maar hun verzet bleef geruime tijd erg zwak. Pas nadat de Eerste Wereldoorlog volledig beëindigd was, werden de Witte Russische legers bewapend door de Westerse geallieerden die zelf troepen stuurden om de Witten te ondersteunen. De Fransen zaten aan de Zwarte Zee, de Britten in het hoge noorden, de Amerikanen en de Japanners in Siberië. Het nieuwe onafhankelijk Polen werd gestimuleerd om zich agressief op te stellen tegenover de Sovjet-Unie, onder andere met een inval in Oekraïne in 1919 en 1920. Frankrijk had een aantal officieren, waaronder Charles de Gaulle, in Polen gestationeerd om hen bij te staan.

    Het is dus niet correct om te stellen dat Lenin verantwoordelijk was voor de 6 miljoen doden van de Russische burgeroorlog. Zonder de interventie en de steun van de Westerse geallieerden zou de Russische burgeroorlog nooit zo groot geworden zijn en zouden er nooit zoveel doden gevallen zijn.

    Het beeld dat de journalist van Lenins activisme voorstelt als een drang naar wraak voor zijn geëxecuteerde broer klopt evenmin. Dat moment zal ongetwijfeld een belangrijk moment betekend hebben in zijn leven en mogelijks heeft dat inderdaad een rol gespeeld bij zijn politieke bewustwording. Maar Lenin dacht ook na over wat Rusland nodig had om een beter land te worden en kwam daarbij uit op het marxisme, net zoals heel veel andere mensen dat gedaan hebben in het toenmalige Rusland. Daarbij keerde Lenin zich expliciet af van de methode van moordaanslagen zoals die waarbij zijn broer bij betrokken was, niet meteen wat je zou verwachten van iemand die in eerste instantie door wraak gemotiveerd werd…

    Het klopt dat Lenin heel vastberaden was in het doel dat hij wou bereiken, namelijk een Rusland dat beter werkte voor de meerderheid van de mensen, dat volgens Lenin inderdaad enkel via het socialisme bereikt kon worden. Daarbij kwam hij inderdaad standvastig op voor zijn visie binnen de groep van sociaaldemocraten en later bolsjewieken waar hij deel van uitmaakte. Dit zijn positieve kenmerken maar die negatief voorgesteld worden door te spreken van zijn verbetenheid en zijn radicaliteit. Maar Lenin werd ook geconfronteerd met radicale omstandigheden: een repressief regime van de tsaar dat elke vorm van democratie vijandig gezind was en een wereldoorlog die het leven kostte aan miljoenen Russen. Een wereldoorlog waaraan noch de tsaar, noch de Voorlopige Regering onder Kerenski bereid was een halt toe te roepen.

    Uiteraard kon in een programma over de 100ste verjaardag van de Oktoberrevolutie de dood van de Romanovs niet ontbreken. Dat de familie van de dictators vermoord werd onder druk van de optrekkende Witte Legers die van de tsaren een symbool zouden maken, klopt. Een vraag die de burgerlijke experten niet stellen, is hoe het komt dat de tsarenfamilie niet meteen na de Oktoberrevolutie werd vermoord. Laat staan dat ze de vraag stellen wat het verband met de oprukkende Witte Legers was.

    De uitspraak van Marc Eyskens dat Lenins radicaliteit hem verhinderde op een democratische wijze te werk te gaan, duidt op een zeer gebrekkige kennis van Lenin. Dikwijls kreeg Lenin zijn zin niet in de bolsjewistische partij en had zich neer te leggen bij het meerderheidsstandpunt. In het eerste decennium van de 20e eeuw nam de bolsjewistische partij een ander programma voor de boeren aan dan hetgeen Lenin voorstond. In april 1917 – in tegenstelling tot wat de experte stelde, kwam Lenin niet in februari 1917 terug naar Rusland – voerde Lenin een verbeten strijd in zijn partij om geen steun te geven aan de Voorlopige Regering. Het hele proces van interne discussies komt uitgebreid aan bod in Trotski’s boek ‘Lessen van oktober.’

    In de eerste maanden na de geslaagde Oktoberrevolutie accepteerde de bolsjewistische partij het lidmaatschap van mensjewieken die tijdens de Oktoberrevolutie tegen de machtsgreep waren, maar voorstander werden nadat het succes ervan bleek – dit tegen de zin van Lenin, die liever een kleinere groep van partijleden had, maar die wel betrouwbaarder waren om de revolutie ook in moeilijke tijden te verdedigen. Tijdens de burgeroorlog nam Lenin geen enkele dringende beslissing alleen – voor iedere dringende beslissing zorgde hij ervoor dat er minstens één ander lid van het politbureau mee zijn goedkeuring gaf, en dat in een periode dat de meeste andere politbureauleden de meeste tijd aan één of ander front doorbrachten. Dit is niet de houding van iemand die niet op een democratische manier kan functioneren.

    Overigens vestigde de Oktoberrevolutie een systeem van arbeidersdemocratie waarbij de sovjets, raden van werkenden, soldaten en boeren, zelf beslisten over alles. Het democratiseren van de samenleving had verregaande gevolgen, zonder dit fundament zijn ook de vele progressieve maatregelen op vlak van collectieve diensten, vrouwenstemrecht en andere vrouwenrechten, arbeidsduurvermindering, … niet te begrijpen. Om deze progressieve maatregelen niet aan de maatschappelijke veranderingen te moeten toeschrijven, diept ‘De Afspraak’ nog eens het fabeltje van de minnares van Lenin op.

    De niet uitgesproken suggestie is dat Lenin niet tot compromissen bereid was. Maar Lenin kwam wel regelmatig tot compromissen met andere revolutionairen. Lenin was enkel niet bereid tot compromissen met politici die totaal tegengestelde standpunten innamen. Net zoals de huidige traditionele partijen tot compromissen kunnen komen met andere partijen die eveneens de neoliberale vrije markt verdedigen, maar niet bereid zijn tot compromissen te komen met partijen die niet in de neoliberale pas lopen.

    Op het einde wordt gesproken over Lenins testament en wordt terecht gesteld dat Lenin problemen had met Stalin. Dit wordt nog sterk als een persoonskwestie voorgesteld, zonder uit te leggen wat de opkomst van de bureaucratie betekende en van waar dit kwam. Er wordt geen band gelegd met het isolement van de Sovjet-Unie en de burgeroorlog met de invasie door buitenlandse legers. Neen, er wordt eigenlijk gesuggereerd dat de compromisloze en verbeten dictator Lenin gewoon opgevolgd werd door een gelijkaardig figuur: Stalin. De experte moet erkennen dat de progressieve verworvenheden onder Stalin teruggeschroefd werden, zonder te verklaren hoe dit kwam. Als je analyse eruit bestaat dat die verworvenheden het resultaat waren van een buitenechtelijke affaire van Lenin, is dat gebrek aan verklaring niet verwonderlijk.

    Voor een ernstige terugblik op de Russische Revolutie verwijzen we graag naar Trotski’s driedelig boek ‘Geschiedenis van de Russische Revolutie’. Wie de discussie iets grondiger dan op ‘De Afspraak’ wil voeren, geven wij een ernstige afspraak: Socialisme 2017 op 21 en 22 oktober in Brussel.

  • Voorwoord op ‘Lessen van oktober’

    Bestel nu al je exemplaar van ‘Lessen van oktober’ via onze webshop. Het boek is beschikbaar vanaf 20 oktober

    In 1917 werden de Russische kapitalisten en semi-feodale elite van de macht verdreven. Het blijft 100 jaar later de grootste gebeurtenis uit de menselijke geschiedenis. Het werd bekomen door een socialistische revolutie onder leiding van de arbeidersklasse, die op haar beurt geleid werd door een eigen democratisch georganiseerde partij: de Bolsjewieken. Voor het eerst in de geschiedenis van de klassensamenlevingen werd een einde gemaakt aan de heerschappij door een minderheid. Het legde de basis om miljoenen mensen uit een leven van honger en bittere armoede te halen.

    De Russische Revolutie was de afgelopen eeuw ook de meest beschimpte en verdraaide gebeurtenis. Dit gebeurde in de door de kapitalisten beheerde en gecontroleerde media en in onderwijsinstellingen. Dit is geen verrassing: de rijke Russische kapitalisten en grootgrondbezitters werden onteigend zodat de industrie en de grond konden ingezet worden in het belang van iedereen. De chaos van de winstgedreven markt werd vervangen door een socialistische economische planning.

    De revolutie had een onmiddellijke en inspirerende impact op arbeiders doorheen de wereld. In het Rusland van voor 1917 vormde de industriële arbeidersklasse een minderheid die vooral geconcentreerd was in grote bedrijven in de steden. Het land was economisch onontwikkeld met een grotendeels rurale bevolking van kleine landbouwers en landarbeiders. In oktober 1917 brak het kapitalisme in één van haar ‘zwakste schakels’.

    Met het enorme ongenoegen dat vandaag wereldwijd bestaat als gevolg van armoede, ongelijkheid, corruptie, oorlog of milieuverwoesting, biedt die revolutie van honderd jaar geleden een bijzonder waardevol voorbeeld van hoe we een einde kunnen maken aan al die problemen.

    Sinds die fenomenale systeemverandering waren er nog heel wat pogingen van werkenden en armen om de heersende klassen omver te werpen. In de jaren na 1917 was er een golf van revoluties door delen van Europa. Er volgden grote massabewegingen in de jaren 1930, met onder meer verschillende pogingen van de heldhaftige arbeiders in de Spaanse staat om de macht te grijpen. In mei 1968, in een periode van economische groei, gingen tien miljoen Franse arbeiders in staking en werden bedrijven bezet waardoor de regering machteloos was. De lijst is lang, met onder meer ook Chili begin jaren 1970 en recenter de golf van opstanden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten in 2011 waarbij autoritaire presidenten aan de kant geschoven werden.

    Het waren grote bewegingen die het hele systeem op zijn grondvesten deden daveren, maar geen enkele ervan kon de greep van het kapitalisme breken en in de richting van socialisme gaan. Daartoe moeten de grootste bedrijven in publiek bezit worden genomen om een socialistische democratie te vestigen. Zover kwamen we niet met spontane opstanden van onderuit of met bewegingen geleid door linkse partijen of leiders die de lessen van de Bolsjewistische overwinning van 1917 niet opgenomen en toegepast hebben.

    Het kapitalisme is evenmin ooit stap per stap hervormd. Salvador Allende probeerde dit in Chili toen hij in 1970 president werd. Ook Hugo Chavez beweerde later dat hij dit deed in Venezuela. Geen enkele kapitalistische klasse heeft ooit de middelen waarmee rijkdom voor zichtzelf gecreëerd wordt zomaar uit handen gegeven. Na de Portugese Revolutie van 1974 werden de financiële instellingen en het grootste deel van de industrie genationaliseerd. De Britse krant ‘Times’ verklaarde dat het kapitalisme er dood was. Maar de arbeidersleiders hebben het kapitalisme gered door de revolutie niet te vervolledigen.

    Trotski schreef ‘Lessen van Oktober’ in 1924 na de tragische mislukking van de golf van revoluties na 1917 – in het bijzonder in Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en Bulgarije. Trotski schreef deze tekst als voorwoord op een boek, maar het werd uiteindelijk afzonderlijk gepubliceerd. De boodschap van het boek was dan ook dringend.

    Zoals Trotski in het eerste hoofdstuk uitlegt, waren er tal van mogelijkheden om tot succesvolle revoluties te komen – in Duitsland waren er tussen 1918 en 1923 twee dergelijke ogenblikken. Maar het ontbrak aan een leiding van de arbeidersbeweging die opgewassen was tegen de nodige taken.

    Het vitale ingrediënt dat ontbrak? Een revolutionaire partij zoals de Bolsjewieken met een leiding die in de woorden van Trotski “het doel duidelijk voor ogen heeft, de toestand juist waardeert en de strijd vastbesloten en consequent tot het eind voert.”

    Dit kan op het eerste gezicht een evidente en onbetwistbare boodschap lijken, maar het is enkel door alle bochten en ontwikkelingen gedurende 1917 en de debatten binnen de Bolsjewistische partij te onderzoeken, dat de volledige betekenis van deze woorden duidelijk wordt.

    Zoals Trotski terecht benadrukt zijn kansen voor revolutie nooit identiek. De wijze waarop de Bolsjewieken reageerden en handelden vormt dan ook geen wetboek. Maar wat bestudeerd, begrepen en toegepast moet worden door revolutionaire partijen, zijn de benadering en de methoden die Trotski beschrijft, samen met de belangrijke lessen die daaruit getrokken worden.

    De gebeurtenissen en debatten

    In ‘Lessen van Oktober’ wordt vooral ingegaan op de debatten met enkelleidinggevende Bolsjewieken – in het bijzonder Kamenev, Zinoviev en Stalin – die het op cruciale ogenblikken niet eens waren met de politieke posities van Lenin en Trotski. Die debatten tonen dat het niet volstaat om over leiders te beschikken die als ervaren marxisten in de arbeidersbeweging actief zijn. Het was voor die drie Bolsjewieken nog altijd mogelijk om een fundamenteel verkeerd standpunt in te nemen na de Februarirevolutie van 1917. In het geval van Kamenev en Zinoviev was er zelfs verzet tegen de machtsovername door de arbeidersklasse in Oktober.

    De Februarirevolutie had de monarchie – de tsaar – opzij geschoven. De macht kon overgenomen worden door de pas opgezette sovjet (raad) van arbeiders en soldaten in Petrograd, naast de vele andere sovjets die doorheen het land gevormd werden. Maar waar de sovjet van Petrograd in de revolutie van 1905 ontstond tijdens de strijd waarbij het geleid werd door stakingsleiders, werd de sovjet van februari 1917 opgezet tegen het einde van de revolutie. De sovjet werd aanvankelijk gedomineerd door middenlagen – vertegenwoordigers van soldaten, advocaten, journalisten, … – en niet zozeer door de arbeiders die actief waren in de revolutie. Dit was deels een uitdrukking van de oorlogsomstandigheden.

    De politieke partijen die deze kleinburgerlijke lagen vertegenwoordigden, waren de Mensjewieken en de Sociaal-Revolutionairen (SR’s). De Mensjewieken baseerden zich politiek op de linkervleugel van de intellectuelen. Ze waren een minderheid in het congres waar de Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij splitste in de Mensjewieken en de Bolsjewieken. De SR’s baseerden zich op de plattelandsbevolking en de stedelijke middenklasse. In de maanden tussen de twee revoluties van 1917 deden deze partijen er alles aan om de pro-kapitalistische Voorlopige Regeringen overeind te houden. Die regeringen slaagden er nochtans niet in om de vreselijke omstandigheden van de massa’s te verzachten.

    De Bolsjewieken onder leiding van Lenin voorspelden dat de Russische kapitalisten niet in staat zouden zijn om de ‘burgerlijk-democratische’ taken te realiseren die eerder in de ontwikkelde economieën werden doorgevoerd. Het ging onder meer om een herverdeling van de grond van de grootgrondbezitters onder de plattelandsbevolking, het invoeren van een kapitalistisch parlementair bewind (‘burgerlijke democratie’) en sociale hervormingen die de ontwikkeling van het kapitalisme zouden bijstaan.

    Dit kwam omwille van de late ontwikkeling van de kapitalisten in Rusland waardoor ze te nauw verbonden waren met de belangen van de grootgrondbezitters en de imperialistische machten. De kapitalisten waren bang dat ze de arbeidersbeweging zouden stimuleren en dat deze hun rijkdom en de invloed zou bedreigen. Lenin kwam tot de conclusie dat de taken van de kapitalisten slechts zouden gerealiseerd worden in een alliantie van de werkende klasse en de boeren die de macht grijpen.

    Trotski ging verder. In 1905 bracht hij de theorie van de permanente (of ononderbroken) revolutie naar voor. Hierin stelde hij dat de arbeidersklasse een beslissende rol moest spelen in het leiden van de revolutie en dit omwille van de eenheid van belangen in de productie. Trotski voorspelde ook dat de revolutie niet zou stoppen bij de burgerlijk-democratische taken maar zou overgaan tot socialistische maatregelen. Bovendien zou de socialistische revolutie zich internationaal moeten verspreiden.

    Zowel Lenin als Trotski waren in maart 1917 in ballingschap. De Bolsjewistische leiders die wel al terug in Petrograd waren, waaronder Stalin en Kamenev, gaven in de praktijk kritische steun aan de Voorlopige Regering om zo ‘de revolutie te verdedigen.’ Dit standpunt verschilde amper van de Mensjewistische positie.

    Lenin fulmineerde hiertegen toen hij in april terugkeerde naar Rusland. Hij was immers tot dezelfde conclusies als Trotski gekomen. Lenin stelde krachtig dat het karakter van de revolutie socialistisch zou zijn en hij veroordeelde elke steun aan de pro-kapitalistische partijen en regering, of de aanhoudende deelname aan de Eerste Wereldoorlog. Het kwam erop aan om Bolsjewistische meerderheden te winnen in de sovjets en om stappen in de richting van de macht te zetten.

    Deze cruciale politieke heroriëntatie – die later in april werd gesteund door een conferentie van de Bolsjewieken – leidde tot een snelle groei van de partij. Tegen juni waren de werkenden van heel wat grote bedrijven voorstander van de Bolsjewistische eis van staatsbezit. Bolsjewieken namen deel aan de arbeidersstrijd, verdedigden daar de belangen van de werkenden en wonnen het vertrouwen.

    Maar het was geen rechte lijn: er waren periodes van eb en vloed. Het pad tussen de twee revoluties omvatte een semi-opstand in juli gevolgd door een maand van contrarevolutie waarin de Bolsjewieken het slachtoffer van laster en vervolging werden. De lokalen van de krant ‘Pravda’ werden vernield, Lenin werd ervan beschuldigd een Duitse spion te zijn en moest onderduiken, Trotski was één van de activisten die opgepakt werd.

    Toen legerleider Kornilov in augustus een militaire staatsgreep begon voor te bereiden, werd een efficiënt eenheidsfront hiertegen georganiseerd met de Bolsjewieken in de voorste linie. Die Bolsjewieken werkten in de strijd samen met leden van andere partijen, maar behielden de volledige onafhankelijkheid om hun eigen ideeën te verdedigen. Arbeiders kwamen in actie om de troepen van Kornilov te stoppen en te verbroederen met de gewone soldaten in deze regimenten. Het leidde tot de nederlaag van de poging tot staatsgreep.

    De steun voor de Bolsjewieken kende een enorme opmars in september. ‘Lessen van Oktober’ beschrijft hoe dit essentieel was in de aanloop naar de machtsovername. Een vaak terugkerende leugen vanuit kapitalistische kringen is dat de revolutie eigenlijk een staatsgreep door een kleine minderheid was. De waarheid is dat een meerderheid van de afgevaardigden in de sovjets van Petrograd en Moskou de opstand steunde. Deze meerderheid werd democratisch behaald door de Bolsjewieken. Naar schatting 25.000 tot 30.000 arbeiders namen op directe wijze deel aan de machtsgreep, met een veel bredere steun hiervoor doorheen Rusland. De steun werd verder geconsolideerd na de overwinning. Lenin kondigde meteen het einde van de deelname aan de oorlog waarin drie miljoen Russen stierven aan. Tegelijk werd de herverdeling van de grond aan de boerencomités aangekondigd en werd er arbeiderscontrole op de productie gevestigd.

    De brede sociale basis en de internationale steun zorgden ervoor dat de nieuwe arbeidersstaat kon standhouden, ook al werd die in 1919 beperkt tot een klein gebied rond Petrograd en Moskou als gevolg van de door tsaristen en kapitalisten geïnitieerde burgeroorlog en de invasie door 21 buitenlandse legers.

    Bolsjewistische leden en leiders

    Trotski benadrukt terecht de enorme rol van het “politieke genie” Lenin, die essentiële correcties in de Bolsjewistische posities aanbracht doorheen alle onstuimige gebeurtenissen. De slogans in een bepaalde periode kunnen al gauw nutteloos worden in een andere. Timing is eveneens van groot belang. Moest Lenin vanaf september niet stelselmatig aangedrongen hebben op stappen naar een machtsovername, dan waren de kansen van 1917 mogelijk niet benut.

    Over zijn eigen rol is Trotski erg bescheiden. Hij wijst erop dat de opstand al voor 75% bereikt was in Petrograd voor de finale gebeurtenissen van 25 oktober. Hij vermeldt daarbij niet dat hij de voorzitter was van de sovjet van Petrograd die de belangrijke stappen zette die hij samenvat. Die stappen droegen in grote mate bij tot het succes van de machtsovername in Petrograd op 25 oktober 1917 en ze speelden ook een grote rol in het feit dat dit bijna zonder bloed mogelijk was. Trotski trok zelf naar het Peter-en Paulfort op 23 oktober en kreeg er de steun van de soldaten, waarbij ook nog eens 100.000 geweren werden bekomen.

    Als Trotski verwijst naar de beslissing om de opstand door te voeren via de sovjets in plaats van direct via de Bolsjewieken zoals Lenin eerder had gesuggereerd, legt hij uit waarom die beslissing correct bleek. Hij vermeldt daarbij echter niet dat hij de belangrijkste verdediger van deze beslissing was. Lenin deed zijn voorstel terwijl hij nog ondergedoken was in Finland. Hij was hierdoor niet zo bekend als Trotski met de situatie in Petrograd. Natalia Sedova en Victor Serge schreven achteraf over dit meningsverschil in hun boek ‘The Life and Death of Leon Trotsky’: “Het Centraal Comité [van de Bolsjewieken] overwoog nadien om de nota’s van Lenin te vernietigen. Maar hij verzette zich daartegen met het argument dat hij geen legende van onfeilbaarheid wilde creëren.” Zowel Lenin als Trotski wilden steeds een correcte historische weergave die partijleden en toekomstige generaties zou vormen, waarbij ook hun fouten en verkeerde inschattingen aan bod kwamen.

    Lenin en Trotski waren de belangrijkste leiders van de revolutie, maar het was niet mogelijk om tot deze maatschappijverandering te komen zonder een partij van arbeiders achter hen. Deze activisten namen initiatieven en speelden een heldhaftige rol. Gewone leden namen deel aan de democratische discussies in de partij tijdens lokale vergaderingen, ze bewapenden zich politiek om alle voorstellen van de leiders te kunnen inschatten en de posities van de partij collectief te kunnen aanscherpen of bijstellen waar nodig bevonden.

    Er is geen betere fundamentele methode voor het organiseren van revolutionairen. Het internet is dan wel onmisbaar geworden voor communicatie, er zijn gevaren als discussies, raadplegingen en beslissingen enkel via internet gebeuren. Dit leidt immers niet tot een reëel democratisch debat waarin standpunten kunnen ontwikkeld worden doorheen een onmiddellijke interactie en invraagstelling. Op internet worden standpunten in een relatief isolement naar voor gebracht. Dat leidt tot een scenario waarin een comité aan de top van een organisatie beslissingen kan nemen zonder betrokkenheid en controle door de basis.

    Stalinisme

    Toen Trotski ‘Lessen van Oktober’ schreef, was Lenin overleden en raakten Rusland en andere secties van de Comintern steeds meer in de politieke greep van het stalinisme. Stalin werd op dat ogenblik geflankeerd door Kamenev en Zinoviev. Deze drie zetten een grootschalige aanval in op Trotski’s aandacht voor hun foute standpunten in 1917.

    Onder de belangrijkste werken van Trotski bevinden zich ook zijn analyses van het stalinisme. Hij bleef strijden tot aan zijn dood in 1940 – toen hij vermoord werd door een agent van Stalin. Trotski wees op de onvermijdelijkheid van de ontwikkeling van een repressieve bureaucratie in een situatie waar de revolutie geïsoleerd bleef in een economisch onontwikkeld land. Het productieniveau was niet hoog genoeg om tot socialisme te komen, er was nood aan steun van een socialistische maatschappijverandering in een ontwikkelde economie. Rusland bleef geïsoleerd en de democratie van de eerste jaren na 1917 werd weggenomen door het regime van Stalin. Dit werd mee mogelijk door de dood, vervolging en uitputting van miljoenen revolutionaire werkenden en soldaten tijdens de burgeroorlog.

    Decennia later, in 1989-90, triomfeerden de kapitalisten wereldwijd toen het stalinisme in de Sovjet-Unie en Oost-Europa ten val kwam en het kapitalisme hersteld werd. Ze gebruikten het als bewijs dat de Russische Revolutie slechts kon leiden tot repressief stalinisme en een falende economie. De ineenstorting van het stalinisme toonde echter de beperkingen van het systeem. De planeconomie maakte het mogelijk om van de Sovjet-Unie een tijdlang de tweede sterkste economie ter wereld te maken, maar die vooruitgang kon niet behouden worden onder de greep van een parasitaire, totalitaire bureaucratie.

    De taken vandaag

    Het zijn niet de kapitalisten die alle rijkdom in de samenleving voortbrengen, maar zij zijn wel diegenen die een bijna ondenkbaar deel van die rijkdom naar zich toe trekken. Daarbij wordt het leven van miljarden mensen verwoest en wordt het milieu van deze planeet bedreigd voor toekomstige generaties.

    De hoop dat het kapitalisme zich kan herstellen van de crisis van 2007-08 om tot een nieuwe periode van welvaart voor iedereen te komen, wordt steeds meer ondermijnd door de lage groeicijfers en het vooruitzicht van nieuwe recessies. Besparen was het mantra van zowat alle regeringen. Dit betekent het verder afbreken van de levensstandaard van de 99%.

    Dit alles leidt tot woede en wanhoop, maar ook een groeiende interesse in alternatieven. Het komt tot uiting in rebellie tegen het ‘establishment’. Soms gaat dit in een rechtse richting, maar steeds meer naar links. Dat zagen we met de massale interesse voor de ideeën van Bernie Sanders (VS), Jeremy Corbyn (Groot-Brittannië), Podemos (Spanje) en Syriza (Griekenland) voor het schandalige verraad ervan. Er waren de afgelopen jaren heel wat massabewegingen, met onder meer de grootste algemene staking ooit in India in 2016. Aan die staking namen meer dan 150 miljoen werkenden deel.

    Vandaag leven werkenden doorheen de wereld in meer gelijklopende omstandigheden dan wat in 1917 het geval was. Er zijn ook nooit geziene onderlinge banden, zowel economisch als op vlak van communicatie. De rotheid van het kapitalisme en het onvermogen van gelijk welke pro-kapitalistische partij om een alternatief te bieden, maken dat er onvermijdelijk nieuwe revoluties zullen zijn.

    Hierdoor zijn de lessen van 1917 meer dan ooit relevant. Ze vormen een onmisbare gids om van toekomstige kansen gebruik te maken en met de overweldigende meerderheid van de bevolking de macht uit de handen van de erg kleine minderheid te halen. Trotski merkt in ‘Lessen van Oktober’ op: “De arbeidersrevolutie in het Westen zal met een volkomen gevestigde burgerlijke staat te doen hebben.” Maar eens de arbeidersklasse aan de macht komt in een land met een ontwikkelde economie zal ze “een veel vastere en bestendiger toestand verzekeren dan de toestand waarin wij ons na oktober bevonden.”

    Het sterker verzet door een gevestigde burgerlijke staat betekent dat een grondig voorbereide revolutionaire partij met massale steun des te belangrijker is. Een partij die zich op stevige fundamenten opbouwt, net zoals de Bolsjewieken dit deden in de decennia voor 1917. Een partij die autoriteit opbouwt onder de werkenden op basis van deelname aan strijd met een flexibele benadering om het programma naar voor te brengen, afhankelijk van de omstandigheden en het bewustzijn van de werkenden. Een partij die vroegere revoluties heeft bestudeerd en belangrijke lessen kan trekken om deze in de toekomst toe te passen in andere omstandigheden.

    Het Committee for a Workers’ International (CWI) is vandaag georganiseerd in meer dan 40 landen. Het baseert zich op de tradities van de Bolsjewieken om te bouwen aan krachten die het kapitalisme bestrijden en voor socialistische maatschappijverandering staan. De ontwikkeling van technologie en productie onder het kapitalisme geven een voorafspiegeling van het enorme potentieel indien de samenleving op een compleet andere basis wordt georganiseerd. We moeten de belangrijkste productiemiddelen in handen van alle werkenden plaatsen zodat er echte democratische beslissingen mogelijk zijn die rekening houden met het milieu en de basis leggen voor een degelijk leven voor iedereen op de planeet.

    Judy Beishon, augustus 2017

     

    Judy Beishon is lid van het Uitvoerend Bureau van de Socialist Party (Engeland en Wales) en lid van het Internationaal Uitvoerend Bureau van het Committee for a Workers’ International (CWI).

  • [1917] Marxisme en opstand

    Marxisten wordt wel eens verweten dat ze op basis van ‘samenzweringsmethoden’ een ‘gewelddadige omwenteling’ voorbereiden. Niets is minder waar: marxisten zien revolutie en opstand als een kunst. In ‘Marxisme en opstand’ antwoordt Lenin eind september 1917 op de beschuldiging van ‘Blanquisme’: de Franse revolutionair Blanqui stelde in de 19e eeuw dat er nood was aan een staatsgreep geleid door een klein groepje. Lenin daarentegen stelt dat de revolutie niet op een samenzwering, niet op een partij, “maar op een vooraanstaande klasse” moet steunen. In de voorbereiding van de Oktoberrevolutie zette Lenin eind september de puntjes op de i. De reden hiervoor? “Wij bezitten alle objectieve voorwaarden voor een succesvolle opstand.” Vanaf eind september dringt Lenin aan op dringende stappen om het revolutionaire momentum niet te laten voorbijgaan. 

    Tot de meest boosaardige en zeker wel de meest verbreide verdraaiingen van het marxisme door de heersende ‘socialistische’ partijen behoort de opportunistische leugen dat de voorbereiding van de opstand, in het algemeen het standpunt, dat de opstand een kunst is, ‘blanquisme’ zou zijn.

    Reeds de leider van het opportunisme Bernstein, heeft zich de treurige roem verworven dat hij het marxisme van blanquisme beschuldigde, en de huidige opportunisten vernieuwen en ‘verrijken’ met hun geschreeuw over blanquisme in het wezen van de zaak de armzalige ‘ideeën’ van Bernstein met geen jota.

    De marxisten van blanquisme te beschuldigen wegens hun opvatting van de opstand als kunst. Kan er een stuitender verdraaiing van de waarheid bestaan, terwijl geen enkele marxist het feit loochent, dat juist Marx zich op de meest bepaalde, precieze en ondubbelzinnige wijze over deze kwestie heeft uitgegesproken, waarbij hij de opstand juist een kunst noemde en zei dat men de opstand als een kunst moest behandelen, dat men een eerste succes moet veroveren en van succes tot succes verder moet schrijden, zonder het offensief tegen de vijand te staken, dat men van zijn verwarring gebruik moet maken enz. enz.[1]

    Opdat de opstand succes zal hebben, moet hij zich niet op een samenzwering, niet op een partij, maar op een vooraanstaande klasse steunen. Dat ten eerste. De opstand moet op de revolutionaire opzwaai van het volk steunen.

    Dat ten tweede. De opstand moet op zulk een keerpunt in de geschiedenis van de aangroeiende revolutie steunen, wanneer de activiteit van de voorste rijen van het volk het grootst is, wanneer de weifelingen in de rijen van de vijanden en in de rijen van de zwakke, halfslachtige, besluiteloze vrienden van de revolutie het grootst zijn. Dat ten derde. Door deze drie voorwaarden voor de opstand te stellen, onderscheidt zich het marxisme juist van het blanquisme.

    Zijn echter deze voorwaarden eenmaal gegeven, dan betekent het weigeren om de opstand als een kunst te behandelen verraad aan het marxisme en verraad aan de revolutie.

    Om te bewijzen waarom men juist het moment dat wij beleven als een moment moet beschouwen, waarop de partij verplicht is te erkennen dat de opstand door de loop der objectieve gebeurtenissen aan de orde is gesteld en de opstand als kunst te behandelen, om dat te bewijzen zal het wel het beste zijn de vergelijkende methode toe te passen en de 16e en 17e (3e en 4e) juli tegenover de septemberdagen te stellen.

    Op 16 en 17 juli kon men zonder tegen de waarheid te zondigen de kwestie zo stellen: het zou juister zijn de macht te grijpen, want de vijanden zullen ons anders toch van opstand beschuldigen en als opstandelingen met ons afrekenen. Maar hieruit kon men niet de gevolgtrekking maken dat men toen de macht moest grijpen, want de objectieve voorwaarden voor de overwinning waren toen niet gegeven.

    1. Wij hadden nog niet de klasse, die de voorhoede van de revolutie is, aan onze kant. Wij hadden nog niet de meerderheid onder de arbeiders en de soldaten van de hoofdsteden. Thans hebben wij de meerderheid in de beide Sovjets. Deze meerderheid is alleen door de geschiedenis van juli en augustus tot stand gekomen, door de ervaring van de ‘afrekening’ met de bolsjewieken en van de lessen der Kornilov episode.
    2. Toen was er geen revolutionaire opzwaai van het gehele volk. Thans na de Kornilov episode is die aanwezig. De provincie en het grijpen van de macht door de Sovjets in vele plaatsen bewijzen dit.
    3. Er waren toen geen weifelingen op ernstige, algemeen politieke schaal onder onze vijanden en onder de halfslachtige kleine burgerij. Thans zijn de weifelingen reusachtig groot: onze hoofdvijand, het geallieerde- en het wereldimperialisme, want de Geallieerden staan aan de spits van het wereldimperialisme, weifelde tussen de oorlog tot aan de overwinning en een afzonderlijke vrede tegen Rusland. Onze kleinburgerlijke democraten die klaarblijkelijk de meerderheid onder het volk hebben verloren, weifelden zeer sterk toen zij afstand deden van het blok, d.w.z. van de coalitie met de kadetten.
    4. Op 16 en 17 juli zou de opstand daarom een fout zijn geweest: wij zouden de macht noch fysiek noch politiek hebben kunnen behouden. Fysiek niet, want ondanks het feit dat Petersburg voorbijgaand in onze handen was, zouden onze eigen arbeiders en soldaten toen niet voor de beheersing van Petersburg hebben gestreden, hun Ieven hebben gegeven. Er bestond nog niet zulk een verwoede verbittering, zulk een kokende haat zowel tegen Kerenski als tegen Tseretelli-Tsjernov, onze mensen waren nog niet gestaald door de ervaring van de vervolgingen der bolsjewieken onder de deelneming van de sociaal-revolutionairen en de mensjewieken.

    Politiek zouden wij op 16-17 juli de macht niet hebben behouden, want het leger en de provincie konden voor de Kornilov-episode tegen Petersburg oprukken en zouden dit inderdaad hebben gedaan.

    Thans hebben wij een ander beeld.

    Voor ons is de meerderheid van de klasse, de voorhoede van de revolutie, de voorhoede van het volk, die in staat is de massa met zich mee te trekken.

    Voor ons is de meerderheid van het volk, want het aftreden van Tsjernov is lang niet het enige, doch wel het meest in het oog lopende en duidelijke kenteken van het feit dat de boeren van het blok der sociaal-revolutionairen (en van de sociaal-revolutionairen zelf) de grond niet zullen krijgen. Hierin ligt evenwel de kern van het algemene volkskarakter der revolutie.

    Wij verkeren in de gunstige positie ener partij, die bij de ongekende weifelingen en van het gehele imperialisme en van het gehele blok der mensjewieken en sociaal-revolutionairen, met stelligheid haar weg kent.

    De overwinning is ons verzekerd, want het volk is al zeer dicht bij de vertwijfeling en wij tonen aan het gehele volk de juiste uitweg, nadat wij aan het gehele volk ‘in de dagen van Kornilov’ de betekenis van onze leiding hebben getoond, nadat wij aan de blok-mannen een compromis hebben voorgesteld, dat zij van de hand hebben gewezen, zonder dat de weifelingen van hun kant ook maar enigszins ophielden.

    Het zou een zeer grote fout zijn te menen dat ons compromisvoorstel nog niet van de hand is gewezen, dat de ‘Democratische Conferentie’ het nog zou kunnen aannemen. Het compromis werd door de partij aan de partijen voorgesteld, op een andere wijze kon dit niet gedaan worden. De partijen hebben het van de hand gewezen. De ‘Democratische Conferentie’ is slechts een conferentie en niets meer. Men moet dit ene niet vergeten: de meerderheid van het revolutionaire volk, de armste en meest verbitterde legen van de boeren zijn daarin niet vertegenwoordigd. Dit is een conferentie van de minderheid van het volk — men mag deze voor de hand liggende waarheid niet vergeten. Het zou een zeer grote fout zijn, het ergste parlementaire cretinisme van onze kant zijn, wanneer wij de Democratische Conferentie als een parlement zouden behandelen, want zelfs indien zij zich tot een parlement, tot het soevereine parlement van de revolutie zou verklaren, dan zou zij toch niets beslissen: de beslissing ligt buiten haar, in de arbeiderswijken van Petersburg en Moskou.

    Wij bezitten alle objectieve voorwaarden voor een succesvolle opstand. Wij bezitten de voordelen ven een toestand, waarin alleen onze overwinning bij de opstand een einde zal maken aan de weifelingen, die het volk hebben gekweld, weifelingen die de meest pijnlijke zaak ter wereld zijn, een toestand, waarin alleen onze overwinning bij de opstand het spel met een afzonderlijke vrede de revolutie schipbreuk zal doen leiden, door het openlijk aanbieden ven de meest volledige, rechtvaardige, nabije vrede, de vrede ten gunste van de revolutie.

    Alleen onze partij kan tenslotte, als zij bij de opstand zal hebben overwonnen, Petersburg redden, want als ons vredesvoorstel van de hand zal worden gewezen en wij zelfs geen wapenstilstand zullen verkrijgen, dan zullen wij ‘vaderlandsverdedigers’ worden, dan zullen wij aan de spits van de oorlogspartijen treden, de meest ‘militaire’ partij zijn, dan zullen wij de oorlog werkelijk revolutionair voeren. Wij zullen de kapitalisten al het brood en alle laarzen afnemen. Wij zullen hun de korsten overlaten, wij zullen hun bastschoenen aantrekken. Wij zullen al het brood en het schoeisel aan het front geven.

    En dan zullen wij Petersburg houden.

    Zowel de materiele, als de morele hulpmiddelen voor een werkelijk revolutionaire oorlog zijn in Rusland nog onmetelijk groot, er zijn 99 van de 100 kansen, dat de Duitsers ons minstens een wapenstilstand zullen toestaan. En als wij thans een wapenstilstand krijgen dan betekent dit reeds dat wij de gehele wereld zullen overwinnen.

    Nu wij de absolute noodzakelijkheid hebben ingezien van de opstand der arbeiders van Petersburg en noodzakelijkheid om de revolutie te redden en om Rusland te redden voor de afzonderlijke verdeling door de imperialisten van beide coalities, moeten wij ten eerste onze politieke tactiek op de Conferentie aanpassen aan de voorwaarden van de naderende opstand, moeten wij ten tweede bewijzen dat wij de gedachte van Marx, dat het noodzakelijk is de opstand als kunst te behandelen, niet alleen met het woord erkennen.

    Wij moeten op de Conferentie terstond de fractie van de bolsjewieken vast aaneensluiten, zonder naar cijfers te haken, zonder te vrezen de weifelenden in het kamp van de weifelenden te laten, zij zijn daar voor de zaak van de revolutie nuttiger dan in het kamp van de vastberaden en toegewijde strijders.

    Wij moeten een korte verklaring van de bolsjewieken opstellen, waarin wij ten scherpste de nadruk leggen op de overbodigheid van lange redevoeringen, van redevoeringen in het algemeen, op de noodzakelijkheid van een onmiddellijke actie ter redding van de revolutie, op de absolute noodzakelijkheid van de volledige breuk met de bourgeoisie, van het complete afzetten van de gehele regering, van de volledige breuk met de wegbereiders van een ‘afzonderlijke’ verdeling van Rusland door de Engelse en Franse imperialisten, op de noodzakelijkheid van de onmiddellijke overgang van de gehele macht in de handen van de door het revolutionaire proletariaat geleide revolutionaire democratie.

    Onze declaratie moet deze conclusie in verband met de programontwerpen op de kortste en scherpste wijze formuleren: vrede aan de volken, grond aan de boeren, inbeslagneming van de schandelijke winsten, betoming van het schandelijke vernielen van de productie door de kapitalisten.

    Hoe korter, hoe scherper de verklaring zal zijn, des te beter. Men moet daarin alleen nog duidelijk op twee zeer belangrijke punten wijzen: het volk is de weifelingen moede, het volk wordt gemarteld door de besluiteloosheid van de sociaal-revolutionairen en de mensjewieken. Wij breken definitief met deze partijen, want zij hebben de revolutie verraden.

    En het andere: door terstond een vrede zonder annexaties aan te bieden, door onmiddellijk met de geallieerde imperialisten, met alle imperialisten te breken, krijgen wij of onmiddellijk een wapenstilstand, of de overgang van het gehele revolutionaire proletariaat naar de kant van de verdediging en dan zal de revolutionaire democratie onder leiding van het proletariaat een werkelijk rechtvaardige, werkelijk revolutionaire oorlog voeren.

    Nadat wij deze verklaring hebben voorgelezen, nadat wij opgeroepen hebben, niet om te praten, maar om te beslissen, om te handelen, en niet om resoluties te schrijven, moeten wij onze gehele fractie naar de bedrijven en de kazernes dirigeren. Daar is haar plaats, daar is de zenuw van het leven, daar is de bron van de redding van de revolutie, daar is de motor van de Democratische Conferentie.

    Daar moeten wij in gloeiende, geestdriftige redevoeringen ons program uiteenzetten en de kwestie aldus stellen: of het ten volle accepteren van het program door de Conferentie, of de opstand. Een middenweg is er niet. Men kan niet wachten. De revolutie gaat te gronde.

    Als wij de kwestie zo stellen en de gehele fractie in de bedrijven en de kazernes concentreren, zullen wij op de juiste wijze het moment voor het begin van de opstand kunnen kiezen.

    Om echter de opstand marxistisch, d.w.z. als een kunst te behandelen, moeten wij tegelijkertijd, zonder een minuut te verliezen, een staf van de opstandige troepen organiseren, de krachten verdelen, de ons toegewijde troepen naar de belangrijkste punten dirigeren, het Alexander-theater omsingelen, de Peter- en Paulsvesting bezetten,[2] de generale staf en de regering arresteren, tegen de jonkers en de wilde divisie troepenafdelingen werpen, die eerder bereid zijn om te sterven dan om de vijand naar het centrum van de stad te laten oprukken. Wij moeten de gewapende arbeiders mobiliseren, hen oproepen tot de laatste vertwijfelde strijd, terstond de telegraaf en de telefoon bezetten, onze staf van de opstand in het centrale telefoonkantoor onderbrengen, alle bedrijven, alle regimenten, alle punten van de gewapende strijd daarmede telefonisch verbinden, enz.

    Dit alles natuurlijk als voorbeeld, slechts ter illustratie van het feit, dat men op het huidige ogenblik niet trouw kan blijven aan het marxisme, niet trouw kan blijven aan de revolutie, als men de opstand niet als een kunst behandelt.

    _______________
    [1] “De opstand als kunst” — Lenin doelt hier op een passage uit het werk “Revolutie en contrarevolutie in Duitsland”. Men nam lange tijd aan dat dit werk door Marx geschreven was, het is echter gebleken dat het door Engels is geschreven, in overleg met Marx. De bedoelde passage is in zijn geheel aangehaald in het artikel “Zullen de bolsjewieken de staatsmacht behouden?” op blz. 308 van deel VI, Verzamelde Werken, Pegasus, 11,138.
    [2] In het Alexander-theater te Petrograd had de ‘Democratische Conferentie’ plaats. De Peter- en Paulsvesting die in het centrum van Petrograd tegenover het Winterpaleis lag, werd tijdens het tsarisme voor de gevangenhouding van revolutionairen gebruikt.

     

     

    Tekst overgenomen vanop marxists.org

  • [1917] Verklaring van de Bolsjewistische Fractie op de Democratische Vergadering

    Op onze facebook pagina over 1917 volgen we elke week de gebeurtenissen van 1917 aan de hand van Trotski’s Geschiedenis van de Russische Revolutie

    Nadat de Voorlopige Regering uiteen was gevallen op 26 augustus – de Kadetten stapten eruit om de weg vrij te maken voor Kornilow, de Mensjewiki om Kerenski alle ruimte te geven – was de volgende regeringscrisis een feit. Na het neerslaan van de Kornilov-opstand, met dank aan het Militaire Revolutie Comité, de Bolsjewistische fabriekscomités en regeringsgezinde Sowjets, was de Voorlopige Regering een lege huls geworden.

    Om deze leemte te vullen stelde Kerenski een directorium in, bestaande uit 5 leden. Uiteraard zichzelf; Teresjtsjenko als Minister van Buitenlandse Zaken; de districtscommandant van Moskou Wersjowski, die hiertoe snel tot generaal werd bevorderd; admiraal Werdereweski, die snel uit de gevangenis werd ontslagen werd, waar hij vanwege medeplichtigheid aan de opstand in was gezet en de mensjewiek Nikitin, die vanwege gebrek aan draagvlag al snel uit de partij werd geroyeerd.

     Onder druk van met name de Petrogradse en Kroonstadse sowjets werden Trotski en een aantal vooraanstaande Boljewistische leiders op 4 september en de dagen erna op borgtocht vrijgelaten.[1] Om de toegenomen autoriteit van de Sowjets te pareren en de toenemende invloed van de Bolsjewiki de pas af te snijden, stelde het directoraat een Democratische Vergadering in, die plaats vond van 14 tot 21 september (oude jaartelling) in Petrograd.

    Op 18 september las Trotski deze door hem opgestelde verklaring namens de Bolsjewistische fractie voor op de vergadering en hij werd op 20 september 1917gepubliceerd in Rabotsjii Poet nr 15 (Weg der Arbeiders)en verscheen daarna ook in Izvestia (Nieuws), het officiële orgaan van de Sowjet van Petrograd. In het Engels voor het eerst verschenen in Socialism Today no. 211 in een vertaling van Pete Dickinson. Voor het eerst in het Nederlands vertaald door Peter den Haan.

     

    De revolutie is op een bijzonder kritiek moment terecht gekomen. Ofwel komt er een nieuwe opleving, of er zal een catastrofale ineenstorting volgen. Door de oorlog is het volk uitgeput en het wordt niet minder geplaagd en afgemat door de besluiteloosheid en weifelingen in het beleid van de regerende politieke partijen.

    Nu, zes maanden na de omverwerping van het Tsarisme, wordt wederom aan de drijvende krachten achter de revolutie het vraagstuk rond de macht in al haar omvang gesteld. Dit volgt op een reeks van pogingen om een revolutionaire macht op te bouwen rond een coalitie van de democratie, gebaseerd op de bezittende klasse en het jammerlijke gestuntel van het “Litsjnie-regime” [2] die rechtstreeks hebben geleid tot de Kornilov-rebellie.

    Elke nieuwe regeringscombinatie begon met een proclamatie of programma van staatsmaatregelen en toonde na een paar weken al haar volkomen machteloosheid om ook maar een stap voorwaarts te zetten. Na de ene deal na de andere met de tsenzoviks [3] kwam de overduidelijke rotheid van de coalitie naar buiten, hetgeen opwinding, bezorgdheid en woede veroorzaakte in de hoofden van alle arbeidende en onderdrukte lagen van de bevolking in het land. Niet alleen onder arbeiders, niet alleen onder de soldaten die al 3 jaar lijden in de loopgraven, maar ook onder de boeren uit zelfs de meest afgelopen dorpen, is het inmiddels duidelijk geworden dat de problemen van het land niet kunnen worden opgelost door een overeenkomst te sluiten met de Lvov’s en de Rodsjanko’s [4].

    Een verlamde coalitie

    We kunnen de democratisering van het leger niet overlaten aan de generaals van het oude regime, Kornilow en Alexeev, die de horigheid nog propageren. Het is onmogelijk controle over de Industrie uit te oefenen met ministers die bedrijven bezitten, of financiële hervormingen door te voeren met bankiers of militaire plunderaars, of hun handlangers; de Konovalovs, Paltsjinkies, Tretjakovs of Boerisjkins. En, als laatste, in een tijdperk van grootste schermutselingen in het centrum en op het platteland, is het onmogelijk om ook maar een serieuze maatregel tot regulering van de industrie, of van het juridisch systeem of van het onderwijs etcetera door te voeren op basis van het oude bureaucratische apparaat en systeem met haar geest van mensonvriendelijkheid en hardnekkige bureaucratie.

    Ondanks de beste pogingen van de autoriteiten om de Sovjets terug te dringen en uit te putten, ondanks het kamikaze beleid van de officiële terughoudende leiding, werd de onoverwinnelijkheid van de sowjets aangetoond door de revolutionaire macht en initiatief van de gewone bevolking in de periode van de onderdrukking van de rebellie door Kornilov. De Voorlopige Regering heeft zichzelf voor eeuwig besmeurd, zowel voor het volkstribunaal als voor het oog van de wereld, door haar directe verantwoordelijkheid voor de machtsgreep van Kornilov aan de ene kant. En aan de andere kant door haar bereidheid om Kornilov alle vruchten van de revolutie in handen te geven. En na deze nieuwe ervaring, die voor altijd in het geheugen van de arbeiders, soldaten en boeren zal staan gegrift, is de leuze die door onze partij al direct in het begin van de revolutie naar voren werd gebracht – “Alle macht aan de Sovjets” – in de hoofdstad en op het platteland, nu de stem geworden van het gehele revolutionaire land.

    Alleen zo’n macht kan, met een minimum aan ongeregeldheden, de mobilisatie van de gehele economie verzekeren. De macht zal direct gebaseerd zijn op de arbeidersklasse en de arme boeren, een macht die alle materiële welvaart van het land en haar economische mogelijkheden kan bundelen. Zonder haar maatregelen te beperken tot alleen het eigen belang van de eigen groep. Door het mobiliseren van alle wetenschappelijk geschoolde en technisch waardevolle krachten voor sociaaleconomische doeleinden; onmiddellijk het maximaal bereikbare geplande karakter te realiseren in de ineenstortende economie; de boeren en plattelandsarbeiders helpend om zo effectief mogelijk de landbouwproductie te organiseren; winsten te beperken, lonen vast te stellen en, in relatie tot de regulering van de productie, het verzekeren van een goede arbeidsdiscipline via arbeiderszelfbestuur en de gecentraliseerde controle over de industrie.

    Sovjetdemocratie

    De contrarevolutionaire partij, de Kadetten, is boven alles bang voor een overdracht van de macht aan de sovjets en is continue de minder bewuste elementen van de democratie aan het intimideren met het spookbeeld van een gewapende opstand van de Bolsjewieken. Daarom vinden wij het noodzakelijk om hier nog maar eens luid en duidelijk en ten overstaan van het gehele land te stellen dat in het gevecht om de macht voor ons programma, onze partij nooit en te nimmer van plan was of is, de macht te nemen tegen de georganiseerde wil in van de meerderheid van de arbeidende massa’s van het land. De overdracht van alle macht aan de sovjets zal de klassenstrijd niet afschaffen, net zo min als de onderlinge partijstrijd in het democratische kamp.

    Onder omstandigheden van volledige en ongehinderde vrijheid van meningsuiting en door de doorlopende vernieuwing van de sovjets van onderaf, zal het gevecht over invloed en macht lopen binnen het raamwerk van de sovjetorganisaties. Maar het laten voortduren van de huidige beleid van geweld en onderdrukking tegen de arbeidersklasse en de revolutionaire elementen in het leger en onder de boeren om zo een verdere ontwikkeling van de revolutie tegen te houden zal, tamelijk onafhankelijk van de wil van een revolutionaire organisatie, onvermijdelijk tot een enorme botsing leiden. Een botsing die zijn weerga niet kent in de geschiedenis.

    In de huidige omstandigheden is de coalitiemacht onvermijdelijk de macht van geweld en onderdrukking van de top tegen hen van de bodem. Nadat alles wat is gezegd en gedaan, kunnen alleen diegenen die er op uit zijn om tegen elke prijs een burgeroorlog te ontketenen, om daarna de verantwoordelijkheid hiervoor in de  schoenen van de werkende bevolking en onze partij te schuiven, gebruik maken van een dusdanige ervaring om nu toch weer een nieuwe alliantie voor te stellen tussen de democratie en de contrarevolutionaire bourgeoisie.

    De Sovjet-macht staat voor vrede

    De bevolking smacht naar de vrede. De coalitiemacht betekent een voortzetting van de imperialistische oorlog. Tot op heden heeft de Voorlopige Regering constant haar oren laten hangen naar de eisen van de geallieerde imperialisten, de dodelijke vijanden van de Russische revolutionaire democratie. Het desastreuze offensief van 18 juni, waartegen onze partij aanhoudend voor heeft gewaarschuwd, de Kornilov-methodes om het leger weer in het gareel te dwingen – welke werden uitgevoerd in actieve samenwerking met de verzoeningsgezinde ministers – dit alles werd direct of indirect opgedragen door de geallieerde imperialisten. Langs deze weg heeft de Russische revolutie al veel van haar morele autoriteit verspild, zonder haar materiële macht ook maar iets te versterken.

    Het wordt steeds duidelijker dat de geallieerde imperialisten, terwijl ze de innerlijke kracht van de Russische revolutie verzwakken, er niet voor terug zullen deinzen om een vrede te sluiten die ten koste zal gaan van de Russische bevolking. Tegelijkertijd zal een halfhartige voortzetting van de oorlog, zonder het vertrouwen van het volk in de doelstellingen van die oorlog en in de leiders van de Voorlopige Regering, een belangrijke troef zijn in de handen van de contrarevolutie, die haar spel speelt met het oog op een afzonderlijke vrede met het roofzuchtige Duitse imperialisme.

    Het vestigen van de sovjetmacht zal in de eerste plaats een direct, openlijk en definitief voorstel aan alle volkeren inhouden tot een onmiddellijke, eerbare, rechtvaardige en democratische vrede. Een revolutionair leger zou in staat zijn de onvermijdelijkheid van oorlog toe te geven als zo’n vrede zou worden afgewezen. Maar alles wijst er op dat zo’n voorstel van de revolutionaire macht zo een enorme weerklank zou vinden onder de uitgeputte werkende massa’s van alle oorlogvoerende landen, dat de voortzetting van de oorlog onmogelijk is. Sovjetmacht betekent vrede.

    Genoeg draaikonterij!

    Genoeg getwijfeld! Genoeg zwakke lafheid! Je kunt niet ongestoord de boerenbevolking uitputten en afmatten door ze zes maanden lang land en vrijheid te beloven en dan, vooruitlopend op de Grondwettelijke Vergadering, weigeren onmiddellijk het grootgrondbezit af te schaffen zonder compensatie en een snelle overdracht van de controle hierover aan de plaatselijke boerencomités. Het is genoeg geweest met deze draaikonterij! We hebben genoeg van de van het zwakke beleid van de leiders van de SR-en en Mensjewieken tot op heden [5]. Genoeg met de vertragingstactieken. Genoeg van holle woorden! De tijd is gekomen om een besluit te nemen.

    De volgende maatregelen, die zijn opgesteld door veel invloedrijke revolutionaire organisaties, aangevoerd door de Petrogradse en Moskouse Sovjets van arbeiders en soldatenafgevaardigden, zouden moeten worden aangenomen als basis voor het werk van de revolutionaire macht:

    1) Vooruitlopend op een besluit van de Grondwettelijke Vergadering, het afschaffen van het private grootgrondbezit zonder compensatie en overdracht en controle aan de boerencomités, met garanties tot behoud van de voorraden voor arme boeren.

    2) De introductie van arbeiderscontrole over de productie en distributie op staatsniveau, centralisatie van de financiële activiteiten, controle over de banken en de nationalisatie van de grote industriële bedrijven, zoals olie, kolen en metaal. Algemene dienstplicht tot arbeid, onmiddellijke maatregelen om de industrie te herverdelen en in de levering van industriële producten aan het platteland tegen vastgestelde prijzen te voorzien. Progressieve belasting op het grootkapitaal en op bezit en inbeslagname van oorlogswinsten om het land te redden van economische ineenstorting.

    3) Een verklaring dat alle geheime verdragen per direct vervallen en ongeldig zijn en een onmiddellijk voorstel aan alle volkeren van de oorlogvoerende landen tot een algemene democratische vrede.

    4) Een garantie op het recht van zelfbeschikking voor alle naties binnen Rusland en het onmiddellijk stopzetten van alle onderdrukkingsmaatregelen tegen Finland en de Oekraïne.

    Bovendien moeten de volgende maatregelen per direct worden afgekondigd [6]:

    1) Alle repressieve maatregelen tegen de arbeidersklasse en haar organisaties moeten worden stopgezet; de doodstraf aan het front moet weer worden afgeschaft en het recht op volledige en vrije meningsuiting en democratische organisatie in het leger moet worden hersteld.

    2) Officieren en commandanten moeten verkozen worden door lokale organisaties.

    3) Algehele bewapening van de arbeiders en de Rode Garde organisaties.

    4) De Staatsraad en de Staatsdoema moeten ontbonden worden. Per direct moet er een datum voor de Grondwettelijke Vergadering worden vastgesteld.

    5) Alle klasseprivileges moeten worden afgeschaft: geen extra rechten voor de adel, maar gelijkheid van alle burgers.

    6) De achturige werkdag moet worden ingevoerd net als een algemene bijstandswet.

    Vanwege de noodzakelijke maatregelen die moeten worden doorgevoerd om tot een gezonder politiek klimaat te komen, alsmede om ons kwaadaardige juridische systeem te ontmaskeren, eisen wij de onmiddellijke aanstelling van een betrouwbare en democratische onderzoekscommissie naar alle aspecten van de gebeurtenissen van 3 tot 5 juli en het ter verantwoording roepen van alle rechterlijke autoriteiten, de zetbazen van het oude regime, die op dit moment verantwoordelijk zijn voor de onderzoeken tegen de arbeidersklasse [7]. De onmiddellijke vrijlating van alle gearresteerde revolutionairen en het zo snel mogelijk bijeenroepen van een openbaar proces rond alle gedane aanklachten.

    Een Sovjetcongres

    Wij vinden het noodzakelijk om te stellen dat de samenstelling van deze uitgeroepen bijeenkomst, de Democratische Vergadering, gebaseerd is geweest op volledig arbitraire gronden in de keuze van afgevaardigden.

    Alles bij elkaar zijn hier zetels ingeruimd voor de minst revolutionaire en meest verzoeningsgezinde elementen van de democratie, waar ze, gezien de huidige politieke rol die ze spelen, absoluut geen recht op hebben. De vertegenwoordiging vanuit de legerorganisaties schiet absoluut tekort; wat er zit komt uit de oude leiding en is in de afgelopen zes maanden nooit verkozen en staan dus ver af van de vele soldaten. De slechts gedeeltelijk hervormde Doema’s en Zemtvo’s, hier aanwezig vanwege hun speciale aanstelling, zijn een bijzonder kwalijke uitdrukking van de revolutionaire politieke ervaring van de democratie en haar opvattingen [8]. In nog grotere mate geldt dit voor de coöperatieven, waarvan de hier aanwezige geselecteerde leiders slechts een verwaarloosbare binding hebben met de opvattingen van de democratische massa’s en hoe haar opvattingen zich hebben ontwikkeld.

    Vergeleken met de zemstvo’s, de doema’s en de coöperatieven zijn de sowjets zeer ondervertegenwoordigd. Terwijl het juist die organisatie is die het beste de opvattingen van de arbeiders, de boeren en de soldaten weerspiegeld. Het waren juist de sovjets die, tijdens de meest kritieke dagen van de opstand van Kornilow, hun posities behielden en in veel plaatsen alle macht.

    Daarom geloven wij dat alleen die beslissingen en voorstellen van de huidige bijeenkomst kunnen worden doorgevoerd die gericht zijn op de afschaffing van het litsjnie-Kerenski regime [9]. Een Al-Russisch congres van arbeiders, boeren en soldaten afgevaardigden zou zulke maatregelen toejuichen. Het onmiddellijk bijeenroepen van zo’n congres is vanaf heden de belangrijkste taak.

     

    [divider]

    Verklarende noten:

    [1] Zie: Geschiedenis der Russische Revolutie; L Trotski, pag 930-960. De oude Russische kalender liep 13 dagen voor op de later ingevoerde ‘westerse’ kalender.

    [2] Litsjnie dvorijanin is de uitdrukking voor een bastaard van adellijke afkomst zonder rechten. In deze is het een ironische verwijzing naar de Voorlopige Regering. Voor zijn mislukte coup was Kornilow Opperbevelhebber van het leger in de Voorlopige Regering, waar hij taak van de opgestapte Generaal Alexeev had overgenomen.

    [3] Tsenzoviks; Stemgerechtigden in het Tsaristische Rusland vanwege hun bezit. In deze een synoniem voor de oude grootgrondbezitters.

    [4] Prins Lvov was het eerst hoofd van de Voorlopige regering, lid van de Kadettenpartij. Rodsjanko was een leider van de monarchistische Oktobristen partij en voormalig hoofd van de StaatsDoema.

    [5] Binnen de SociaalRevolutionaire Partij en de Mensjewieken was de meerderheid voor het voeren van de oorlog. Uit deze twee groepen werd ook steeds de kern van de Voorlopige Regering gevormd.

    [6] Staande de vergadering werden de navolgende 6 punten in de verklaring toegevoegd, die waren opgesteld door Lev Kamenev en  Elenea Stasova. Dit was een weerspiegeling van de meningsverschillen binnen de Bolsjewistische partij als gevolg van de aprilstellingen van Lenin. Lenin en Trotski waren tegen deelname aan de bijeenkomst net als daarna het voorlopig parlement en spraken zich uit voor een boycot. Kamenev en ook Stalin waren voor deelname, evenals de “oude bolsjewiki”, een uitdrukking van Lenin over partijleden van voor 1914, die zich tegen een breuk met de mensjewieken na februari 1917 en zijn aprilstellingen keerden.

    [7] Na de demonstraties in Juli greep de Voorlopige Regring haar kans om de Bolsjewiki zwaar te onderdrukken. De partijbladen werden verboden, Trotski en Kollontai werden gevangen genomen. Uit angst vermoord te worden, vluchtte Lenin naar Finland. Ook Zinoviev dook onder.

    [8] De Doema’s en Zemtvo’s waren semi-democratische organen uit de Tsaristische periode.

    [9] Alexander Kerenski, lid van de SR-en, was het hoofd van de Voorlopige Regering en na 4 september 1917 ook opperbevelhebber van het leger.

    [divider]

    21-22 oktober: Socialisme 2017

    Op Socialisme 2017 vormt de Russische Revolutie een rode draad. 100 jaar na de grootste gebeurtenis uit de menselijke geschiedenis is het evident dat we er grondig op terugblikken en lessen trekken voor strijd vandaag.

    >> Meer info

  • Rusland 1917: hoe kunst de revolutie mee vorm gaf

    Affiche voor de film ‘Pantserkruiser Potemkin’. Foto: Wikimedia

    De Russische Revolutie veegde in februari 1917 het dictatoriale bewind van de tsaar weg. In oktober volgde onder leiding van de Bolsjewieken een tweede revolutie waarna de eerste arbeidersstaat ter wereld werd opgezet. De samenleving werd overhoop gehaald: werkenden hadden de macht op basis van directe democratie in massale raden – in het Russisch: ‘sovjets’. Het was een tijd van bevrijding en hoop.

    Dossier door Manny Thain uit het magazine ‘Bad Art’ – te verkrijgen in onze webshop

    De opbouw van de fundamenten van een socialistische samenleving zou echter niet gemakkelijk zijn in zo’n arm land. De economie lag in puin door de rampzalige betrokkenheid in de Eerste Wereldoorlog als bondgenoot van het Britse en Franse imperialisme. Er volgde na de revolutie een burgeroorlog waarbij de reactionaire krachten van het oude regime gesteund werden door de militaire interventie van kapitalistische machten.

    De beperkte middelen moesten gebruikt worden voor de verdediging van de arbeidersstaat, de heropbouw van de economie en om in de basisnoden van de bevolking te voorzien.

    Ondanks die omstandigheden werd heel wat bereikt. In november 1917 werd het verstikkende monopolie van de kerk op onderwijs beëindigd. De onderwijsmethoden werden gemoderniseerd waardoor het relevant werd voor werkenden en jongeren op het platteland. Kinderen werden aangemoedigd om deel te nemen aan muziek, toneel, literatuur en kunst als onderdeel van een veelzijdige benadering van menselijke ontwikkeling. Het hoger onderwijs werd gratis.

    Vanaf augustus 1918 trokken agitatie-treinen door het land om nieuws over de doelstellingen van de revolutie te verspreiden: democratische besluitvorming, landhervorming, gelijkheid voor vrouwen, het recht op zelfbeschikking voor naties, internationale solidariteit.

    De treinstellen waren erg kleurrijk geschilderd rond verschillende thema’s. Ze versterkten de verbeelding in de debatten, het nieuws en de verslagen van de gebeurtenissen in Petrograd en Moskou. Ze gingen gepaard met tentoonstellingen, optredens en film. Het schip ‘Rode Ster’ had een cinema met 800 plaatsen.

    Onder de tsaar was er een strenge censuur en het oude establishment deed neerbuigend over vernieuwende kunst. Rebelse artiesten vonden aansluiting bij de sfeer van 1917 en de jaren erna. Ze speelden een grote rol. Een belangrijke taak was om het onderwijsniveau op te tillen. Het is voor mensen immers moeilijk om de samenleving te beheren als ze niet kunnen lezen of schrijven. Affichekunst speelde hierin een belangrijke rol.

    In 1918 richtte de avant-garde artieste Vera Ermolaeva het ‘Segodnia’ (Vandaag) collectief op in Petrograd. Dit was de eerste uitgever van kinderboeken in de Sovjet-Unie. Dit was op een ogenblik dat de regio’s waar papier geproduceerd werd, bezet waren door buitenlandse troepen waardoor de boekproductie stilviel.

    Toen de burgeroorlog eind 1920 voorbij was, gingen de drukkerijen in overdrive. Tegen 1922 waren er meer dan 300 uitgeverijen in Moskou en Petrograd.

    Ermolaeva werkte ook in het Stadsmuseum van Petrograd en hielp Kazimir Malevich bij het opzetten van door studenten geleide ‘Unovis’ (Creatoren van nieuwe kunst). Deze initiatieven hadden een directe band met de porseleinfabriek van Lomonosov waardoor kunst meteen op massale schaal kon verspreid worden. Er werd samengewerkt in het experimentele en interactieve Museum van Artistieke Cultuur dat tot doel had om kunst onder controle van de artiesten te plaatsen.

    De Jiddische literatuur speelde een belangrijke rol in het versterken van het onderwijs. Joden werden onder de tsaar vervolgd, maar artiesten als Marc Chagall speelden na de revolutie een grote rol. Dit was enkel mogelijk omdat de Bolsjewieken de tsaristische beperkingen op de Jiddische taal hadden opgeheven.

    In augustus 1918 werd Chagall commissaris van kunst in Vitebsk, zijn geboortestad (in het huidige Wit-Rusland). Hij organiseerde kunstscholen, musea, evenementen en conferenties. Hij zette een Volkskunstcollege op met 300 studenten. Dit deed hij in een groot gebouw dat overgenomen werd van een rijke financier.

    Een lokale krant kondigde aan: “Vanuit het rijke domein van bankier Vishnyak, dat gebouwd is met het bloed en zweet van honderden en duizenden mensen die uitgebuit werden, kwam een dageraad van een nieuwe cultuur boven Vitebsk.”

    Lyubov Popova paste haar vernieuwende kunst toe op ontwerpen voor de radicale theatermaker Vsevelod Meyerhold. Zijn stijl was visueel, stoutmoedig en energiek. Het publiek werd betrokken in de stukken, zonder neerbuigend of paternalistisch te zijn. Varvara Stepanova maakte een iconische affiche voor de revolutionaire film ‘Pantserkruiser Potemkin’ van Sergei Eisenstein. Popova en Stepanova werkten samen met de publieke textielfabriek in Moskou.

    Vernieuwing

    In 1918 werden er in Moskou gratis kunststudio’s opgezet. Eén van de leraars was Vladimir Tatlin, die een gebouw ontwierp met roterende verdiepingen. Het gebouw was bedoeld voor conferenties en als communicatiecentrum voor de Communistische Internationale die opgezet was om het socialisme wereldwijd te promoten en te organiseren. Het gebouw was transparant zodat alle werkzaamheden van de socialistische democratie door iedereen konden gevolgd worden.

    Een gebrek aan staal en technologische problemen maakten dat de toren van Tatlin op dat ogenblik niet kon gebouwd worden. Maar het ontwerp blijft een uitdrukking van de ambitie en het optimisme in die tijd.

    Ook de huisvestingscrisis was een dringend probleem. Vernieuwende oplossingen werden aangemoedigd. Zo waren er voorstellen van gemeenschappelijke ruimtes om samen te eten, ontspanningsruimtes en vergaderlokalen. De plannen omvatten vaak ook collectieve kinderopvang, winkels, bibliotheken en medische voorzieningen. Een centraal doel was om de gelijkheid van vrouwen en hun deelname aan de samenleving te promoten door vrouwen te bevrijden van het huishoudelijk werk in het isolement van het eigen huis.

    De algemene benadering was om kunst, architectuur, techniek en productie met elkaar te verbinden. Rigide opdelingen en hiërarchieën werden neergehaald. Er waren onvermijdelijk ook spanningen en jaloersheid in deze periode, de moeilijke omstandigheden en de oorsprong van veel van deze artiesten in de hogere middenklasse speelden daar een rol in.

    De nieuwe arbeidersstaat had de basis gelegd voor de uitbarsting van energie. Door het nationaliseren van de sleutelsectoren van de economie en de opmaak van een plan van productie werden de nodige middelen vrijgemaakt.

    De Sovjet-Unie werd gezien als een voorbeeld voor de hele wereld, zowel op sociaal, economisch als cultureel vlak. Het creëerde de meest moderne kunst op de planeet en betrok duizenden werkenden en jongeren in creatieve activiteiten, wetenschap en technologie.

    Tragisch genoeg botste deze nieuwe generatie op een bijna onoverbrugbaar obstakel. Het is onmogelijk voor een land om het socialisme op zichzelf te realiseren. Zeker Rusland had steun nodig van economisch meer ontwikkelde landen.

    Tussen 1918 en 1923 waren er revolutionaire bewegingen in Duitsland, maar deze maakten geen einde aan het kapitalistisch bewind. Andere massabewegingen in onder meer Italië, Groot-Brittannië, China, de VS, Frankrijk en Spanje slaagden er evenmin in om een doorbraak te maken.

    Het isolement van de revolutie in Rusland was problematisch voor de nieuwe arbeidersstaat. De druk was groot om de burgeroorlog te winnen en de economie herop te bouwen. Hierdoor hadden werkenden niet genoeg tijd en energie om zich ten volle te werpen op het beheer van de samenleving. Een bureaucratische kaste – met steeds meer steun van de veiligheidsdiensten – begon zich te consolideren aan de top.

    Onder leiding van Stalin baseerde een laag zijn privileges op de genationaliseerde geplande economie. Deze laag versterkte zijn greep op de macht en maakte in dit proces een einde aan de laatste overblijfselen van arbeidersdemocratie waarbij revolutionaire bewegingen in andere landen op een zijspoor werden gezet.

    De superioriteit van een geplande economie over het winstgedreven kapitalisme bleek uit de groei van de Sovjet-Unie tot een wereldmacht na de Tweede Wereldoorlog. Bovendien waren er belangrijke sociale verworvenheden op vlak van werkgelegenheid, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.

    Stalinisme

    Het strak van bovenaf gecontroleerde systeem onder Stalin maakte dat dit tegen een erg hoge prijs behaald werd: verspilde grondstoffen, ecologische rampen, ongelijke ontwikkeling en brutale repressie waarbij miljoenen levens verloren gingen.

    Leon Trotski, samen met Lenin één van de leiders van de Bolsjewistische revolutie van 1917, en veel andere Bolsjewieken en arbeiders vochten voor arbeidersdemocratie en ter verdediging van de internationale revolutie. Ze deden dit als onderdeel van de ‘Linkse Oppositie.’ Deze oppositie was gericht tegen Stalin en zijn ‘socialisme in één land’ waarmee hij de eigen belangen van de bureaucratische kaste verdedigde.

    De internationale revolutie viel echter stil en de bevolking was uitgeput door de oorlog. De betrokkenheid in de democratische structuren van de sovjet-regering en van de Bolsjewieken – dan al omgedoopt tot de Communistische Partij – nam af. De aanhangers van Stalin in de bureaucratie maakten gebruik van deze periode om de Linkse Oppositie te marginaliseren, met steeds meer fysieke repressie. Ze bouwden de democratische structuren af om toekomstige bewegingen te vermijden.

    De aanval van Stalin op de democratie ging gepaard met een algemene aanval op de vrijheid van expressie. In 1926 werd het Museum van Artistieke Cultuur gesloten. In 1927 werd Trotski uit de Communistische Partij gezet, een jaar later werd hij het land uitgezet. Malevich werd in 1930 opgepakt en zijn werk werd onderdrukt. Heel wat artistieke organisaties werden in 1932 gesloten. In 1934 verklaarde het stalinistische regime dat ‘socialistisch realisme’ de enige toegelaten artistieke stijl was, naast ‘proletarische literatuur.’ Artiesten en schrijvers kregen het bevel om het regime, en Stalin in het bijzonder, te verheerlijken. Trotski vatte het samen als “een soort concentratiekamp voor de kunst.”

    Er waren uitzonderlijke voorbeelden van vernieuwing en verzet – geen enkel regime kan een volledige controle opleggen. Maar deze voorbeelden moesten het land buiten gesmokkeld worden.

    Wie de stalinistische lijn niet wilde volgen, werd vervolgd. Artiesten, schrijvers en componisten zagen hoe hun werk gecensureerd en in beslag genomen werd. Ermolaeva werd in 1934 opgepakt onder de beschuldiging van ‘anti-Sovjet activiteiten.’ Ze werd veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf. Vlak voor ze zou vrijkomen, volgde de doodstraf. In 1937 werd ze geëxecuteerd in een strafkamp.

    In 1938 werd het theater van Meyerhold gesloten. In 1939 werd hij opgepakt en gemarteld. Hij werd ervan beschuldigd om zowel voor Groot-Brittannië als Japan te spioneren. Meyerhold werd in 1940 geëxecuteerd. Zinaida Reich, de actrice waarmee hij getrouwd was, werd vermoord in hun appartement, ongetwijfeld door agenten van de geheime politie.

    Er kunnen duizenden andere voorbeelden gegeven worden. Dit gebeurde op hetzelfde ogenblik als de Moskouse showprocessen waarmee Stalin op stelselmatige wijze revolutionairen uitschakelde.

    Trotski zette zijn strijd tegen deze contrarevolutie verder. In 1938, het jaar waarin hij de Vierde Internationale opzette om de revolutionaire ideeën die de Derde Internationale had verlaten te blijven verdedigen, stelde hij het ‘Manifest voor vrije revolutionaire kunst’ op. Dit manifest werd samen geschreven met André Breton, medestichter van de surrealistische beweging, en de artiest en revolutionair Diego Rivera. Het leidde tot de stichting van de Internationale Federatie voor Onafhankelijke Revolutionaire Kunst, een organisatie die antifascisten en antistalinisten bijeenbracht.

    Het was een opmerkelijk maar kortstondig initiatief. De Tweede Wereldoorlog en de moord op Trotski door agenten van Stalin in 1940 kwamen tussen. Het stalinisme kwam versterkt uit de oorlog, tot het in 1989-90 in elkaar zou storten.

    Trotski liet een belangrijke erfenis na: het levend houden van het in de praktijk bewezen idee dat de werkende klasse de macht kan nemen op een democratisch socialistisch en internationalistisch programma. Dat is het alternatief op het kapitalisme en ook op het stalinisme. De analyse die Trotski maakte van kunst en revolutie, kunst en de samenleving, droeg bovendien bij tot het marxistisch begrip.

     

    [divider]

    Kunst en revolutie op Socialisme 2017

    Tijdens Socialisme 2017 is er een traject over kunst en revolutie. Op zaterdag is er een werkgroep over de rol van kunst in revolutie met nadruk op 1917 en de daaropvolgende periode in de Sovjet-Unie. Er is ook een filmvertoning van ‘I am not your negro’ over de strijd voor zwarte bevrijding in de VS. Op zondag is er een begeleide wandeling door Brussel in de voetsporen van Marx.

    >> Meer info

  • [1917] Kerenski en de Landelijke Vergadering in Moskou. “Te vuur en te zwaard”

    Na de julidagen van 1917 met grote spontane betogingen in Petrograd gevolgd door een repressieve aanpak van de Bolsjewieken, probeerde de Voorlopige Regering de verloren autoriteit te herstellen. Eén van de instrumenten daartoe was een ‘Landelijke Vergadering’ in Moskou midden augustus 1917. Terwijl die vergadering plaatsvond gingen de werkenden van Moskou in staking. In de nasleep van de Landelijke Vergadering schreef Leon Trotski het artikel ‘Te vuur en te zwaard’ dat op 31 augustus 1917 in de krant Proletarii verscheen, de krant ‘Pravda’ van de Bolsjewieken was immers verboden. In dit artikel antwoordt Trotski op de argumenten van Kerenski en co die het gevaar op links en rechts op gelijke hoogte stelden. Dit artikel is nu voor het eerst in het Nederlands vertaald door Peter den Haan.

    TE VUUR EN TE ZWAARD [1]

    Elk intelligent persoon (of elke sukkel) weet dat om Rusland te redden er een genadeloos gevecht met het anarchisme op links en de contrarevolutie op rechts noodzakelijk is. Dit is kort samengevat de essentie van het complete programma van de kranten Izvestia, Delo Naroda, Rabotchaja Gazeta… De “historische” toespraak van Kerenski tijdens de “historische” Staatsconferentie[2] was slechts een variatie op dit thema. Te vuur en te zwaard tegen de anarchie op links en de contrarevolutie op rechts.

    Het klinkt natuurlijk prachtig en het heeft ook iets symmetrisch in zich. Maar klopt het wel? Wanneer zij het over de contrarevolutie hebben, denken ze niet aan een bepaalde houding of een aantal toevallige ongeregeldheden, maar aan bepaalde klassenbelangen die onverenigbaar zijn met het veiligstellen en verder ontwikkelen van de revolutie. Het zijn de grootgrondbezitters en het imperialistische kapitaal die de contrarevolutie ondersteunen. Maar welke klassen steunen de anarchie?

    De burgemeester van Moskou, de Sociaal-Revolutionair Roedniev gaf hier een duidelijk antwoord op. Hij verwelkomde de Staatsconferentie namens de “gehele”bevolking van Moskou –minus dan de anarchistische elementen die een algemene proteststaking in Moskou hadden georganiseerd [3]. Maar wie had de staking uitgeroepen? De vakbonden in Moskou. Tegen de wens van de Regering in en die van de Militaire autoriteiten, de Sociaal-Revolutionaire en Mensjewistische meerderheid in de Sowjet van Arbeiders, Boeren en Soldatenafgevaardigden van Moskou; verordonneerden en organiseerden de vakbonden een algemene staking tegen de poging van de Regering om een contrarevolutionair parlement aan Moskou op te dringen. De vakbonden zijn de meest pure en onvervalste organisaties van de arbeidersklasse, oftewel van die klasse die door haar onophoudelijk zwoegen de macht en rijkdom van Moskou hebben geschapen. En het zijn deze vakbonden die de ‘fine de fleur’ van de arbeidersklasse verenigen – de fundamentele drijvende kracht achter de huidige economie. En juist deze vakbonden werden door de burgemeester van Moskou, van Sociaal-Revolutionaire huize nota bene, anarchistische elementen genoemd! En het is dan ook dat tegen deze bedachtzame en gedisciplineerde arbeiders dat het zwaard van het regeringsgeweld wordt gericht.

    Hebben we niet hetzelfde in Petrograd gezien? De fabrieksraden zijn geen politieke organisaties. Zij worden niet opgericht na een kortstondige bijeenkomst. De overgrote meerderheid van de arbeiders kiezen juist hen die, plaatselijk, in het dagelijks leven, hun doorzettingsvermogen, daadkracht en toewijding aan het arbeidersbelang hebben bewezen. En uiteraard bestaan de fabrieksraden, zoals op de laatste conferentie weer eens werd bewezen, in overgrote meerderheid uit Bolsjewieken. In de vakbonden in Petrograd is het dagelijkse praktische werk, net als de ideologische leiding, geheel in lijn met de Bolsjewieken. In het arbeidersdeel van de Sowjet van Petrograd vormen de Bolsjewieken de overweldigende meerderheid. En dus: dat wordt er met “anarchie” bedoeld. Op dat gebied is Kerenski het helemaal eens met Miljoekov, Tseretelli met de zonen van Soevorin en Dan met de geheime politie. En zo is “anarchie” de georganiseerde vertegenwoordiging van de arbeidersklasse van Petrograd. En het is tegen deze klassenorganisatie van bewuste arbeiders dat Kerenski met zijn Avkentsievs, Bernatskies, Prokopovitjsjes, Skobejevs en andere Saltikovs te vuur en te zwaard belooft ten strijde te trekken.

    Het zou overigens een onvergeeflijke fout zijn om de leiders van de kleinburgerij te geloven als ze beloven even hard op te treden tegen links en rechts. Dat is niet wat er gebeurt en het zal ook nooit gebeuren. Ondanks haar numerieke grootte is de kleinburgerij als klasse zowel economisch als politiek zwak. Ze is buitengewoon ongecoördineerd, economisch afhankelijk en politiek instabiel. De kleinburgerlijke democratie heeft niet de positie om gelijktijdig het gevecht aan te gaan met twee zulke formidabele krachten als de revolutionaire arbeidersklasse en de contrarevolutionaire burgerij. Alle ervaringen uit het verleden zijn hier een bewijs van. Voor een serieus politiek gevecht heeft de huidige kleinburgerij in de steden en op het platteland niet alleen een bondgenoot maar ook een leider nodig. Zodra zij het gevecht met de “anarchie” aangaat, in de persoon van de georganiseerde arbeidersklasse, valt de “democratie” van Kerenski en Tseretelli, wat ze er zelf ook over zeggen, onvermijdelijk onder de leiding van de imperialistische bourgeoisie. Daarom komen de aanvallen tegen rechts niet verder dan het stadium van planning en worden ze uiteindelijk vervangen door nederige buigingen naar rechts.

    De Voorlopige Regering heeft de Pravda en ongeveer 10 andere Bolsjewistische kranten, die de leidende organen voor de arbeidersklasse waren, het zwijgen opgelegd. Avksentievs’ aanval naar rechts bestond uit het sluiten van de Narodnaja (Malenkaja) Gazeta. Maar was de Narodnaja Gazeta dan het leidende orgaan van de contrarevolutionaire bourgeoisie? Zeker niet. Het was niet meer dan de clandestiene spreekbuis voor de varkens van de Zwarte Honderd [4]. De rol die de Pravda speelde voor de revolutionaire arbeidersklasse wordt voor de imperialistische bourgeoisie gespeeld door de krant ‘Rech’. Maar is het niet overduidelijk dat alleen al bij de gedachte om de Rech te sluiten, onze heldhaftige gezagsdragers sidderen van angst? Ontegenzeggelijk is het Centrale Comité van de Kadettenpartij het hoofdkwartier van de burgerlijke contrarevolutie; zelfs in de ogen van de SR-en en de Mensjewieken. Maar toch zitten de vertegenwoordigers van dit hoofdkwartier nog in hun kantoor, terwijl de erkende vertegenwoordigers van de arbeidersleiding worden vervolgd. Dat is hoe het gevecht van de SR-en en Mensjewiki op twee fronten er feitelijk uitziet.

    Maar laten we even terugkeren naar de staking in Moskou. De Rabotsaja Gazeta, het meelijwekkend orgaan dat probeert Marx met Avksentiev te verzoenen, stort de gebruikelijke verwensingen over de stakers heen, dat ze de macht van de “revolutionaire democratie” vernietigen. Hier hebben we dan “het verraad”, het “mes in de rug” en de “anarchie”. Maar we weten inmiddels ook dat de oppermacht die de Moskouse arbeidersklasse aan het vernietigen is, de macht van de revolutionaire democratie is, minus de georganiseerde arbeidersklasse, wat betekent dat het alleen nog om de macht van de kleinburgerij gaat. En dus beschouwt de ‘Arbeiderskrant’(!!) de arbeiders als criminelen omdat ze weigeren om hun eigen klassenstrijd in al haar vormen ondergeschikt te maken aan de wensen van het niet-proletarische deel van de Sovjet van Moskou. De suprematie van de kleinburgerij over de arbeidersklasse wordt verheven tot het hoogste goed van de sociaaldemocratische principes. Dus om tot een coalitie met de imperialistische bourgeoisie te komen zijn Tseretelli en zijn partij bereid tot monsterlijke toegevingen en vernederingen. De coalitie van de kleinburgerij met de arbeidersklasse betekent voor hen niets anders dan het simpelweg ontkennen van de eigen klassenonafhankelijkheid door de arbeidersklasse. Met andere woorden: de leiders van de lagere middenklasse eisen van de arbeiders dezelfde houding tegenover de kleinburgerij, die zij zelf betonen ten aanzien van de vertegenwoordigers van het kapitaal.

    Het onafhankelijke beleid van de arbeidersklasse, dat feitelijk bestaat uit het pareren van imperialisme met internationalisme – dat is de “anarchie” die vijandig is tegenover de rijke klasse over de gehele wereld, onafhankelijk van de vorm van staatsorganisatie waarachter de belangen van het kapitaal schuilgaan. Tegelijkertijd wordt Avkentsiev, wiens wijsheid op niemand enige indruk maakte op de conferentie in Moskou, toch verstandig genoeg geacht om de arbeiderspers de mond te snoeren en Bolsjewieken gevangen te zetten op basis van “bovenwettelijke procedures”. Op hetzelfde ogenblik laat Kerenski zijn zwaard gelden tegen de partijen van de arbeidersklasse. Achter hem aan hobbelen de Tseretellis, Tskeidzes en Dans, terwijl ze het heilige water van het Mensjewisme over de onderdrukking door dictators sprenkelen, die buiten zinnen zijn en schandalige leugens verspreiden dat de georganiseerde arbeiders anarchie verspreiden over het land en aan het front. Maar de politieke afrekening is niet ver weg. Op hetzelfde moment dat Tseretelli, die door de Mensjewistische lakeien het geweten van de revolutie wordt genoemd, nederig zijn verontschuldigingen namens de democratie aanbood in Moskou, die, naar zijn zeggen, vanwege haar jeugd en onervarenheid te laat haar campagne van vernietiging van de Bolsjewieken was begonnen; op hetzelfde moment dat Tseretelli het applaus ontvangt van de verstokte vijanden van het volk – wordt in Petrograd, zelfs door Mensjewistische arbeiders, de naam van Tseretelli geschrapt van de kandidatenlijst voor de Stadsdoema.

    De afrekening zal niet lang op zich laten wachten. Ondanks dat we worden opgejaagd, achtervolgd en belasterd, is onze partij nog nooit zo snel gegroeid als op dit moment. En dit proces zal snel overslaan van de hoofdstad naar de provincies, van de steden naar het platteland en het leger. De boeren kunnen horen en zien dat het diezelfde autoriteiten zijn die, om dezelfde redenen, de landcomités onderdrukken, ook de Bolsjewieken vervolgen. De soldaten merken de wilde beschuldigingen tegen de Bolsjewieken en tegelijkertijd het steeds strakker worden van de contrarevolutionaire strop om hun nek. De hele werkende bevolking van het land zal op basis van de nieuwe ervaringen leren om hun lot te verbinden aan die van het lot van onze partij. Zonder ook maar een minuut op te houden de klassenorganisatie van de arbeidersklasse te zijn, maar integendeel pas nu haar rol volledig vervullend, zal onze partij onder het vuur van de onderdrukking de werkelijke leider, steun en toeverlaat van alle onderdrukte, vertrappelde, belazerde en vervolgde massa’s worden.

    Proletarii No. 5, 18 (31) augustus 1917

    1. Trotski.

    Verklarende Noten:

    1] De letterlijke vertaling van de Russische kop van het artikel is “Met bloed en IJzer” en verscheen op 18 augustus (oude Russische jaartelling) in Proletarii, omdat andere bladen, waaronder de Pravda, na de julidagen en de toenemende reactie werden verboden. In 1918 werd dit artikel, samen met een aantal andere van de hand van Lenin en Trotski, door Louis C. Fraina in New York uitgegeven onder de titel: ‘De proletarische revolutie in Rusland’ en bestond uit 4 secties. Deel 4 werd hierna heruitgegeven door de Workers International League in 1946, onder de titel What Next ( bron: Marxist Internet Archive). Deze vertaling is van de hand van Peter den Haan en het is voor het eerst dat dit artikel in het Nederlands verschijnt.

    2]  De Staatsconferentie of “Landelijke vergadering in Moskou werd in het Bolshoi theater gehouden van 13 t/m 15 augustus (26-28 augustus huidige kalender) en was een poging van Kerenski om zijn steun vanuit de rechtervleugel te vergroten. Er waren zo’n 2500 aanwezigen, waarvan alleen D.B. Rijazanov als Bolsjewiek erin was geslaagd om vanuit een vakvereniging vertegenwoordigd te worden en een verklaring namens de Bolsjewieken voor te lezen. Zelfs het Moskouse dagblad van de SR-en sprak haar verontwaardiging uit over de onevenredige vertegenwoordiging, omdat er vooral mensen vanuit de rechtervleugel aanwezig waren. Zie ook L Trotski, Gesch. v.d. R.R. deel 2, blz 735-777. Wel aanwezig was bijv. de anarchist Kropotkin, die zich aansloot “bij hen die opriepen eens en voor altijd met Zimmerwald te breken”.

    3]Ruim 400.000 arbeiders in Moskou gingen op 13 (28) augustus in politieke staking uit protest tegen de “Landelijke Vergadering” in Moskou, om aan Kerenski en de Voorlopige Regering duidelijk te maken dat zij geen Staatsconferentie en verschuiving van de regeringsmacht naar Moskou wenste te zien en uit protest tegen het beleid van de Regering en haar vervolging van de Bolsjewieken.

    4] Een verzameling van uiterst reactionaire groeperingen en knokploegen, opgezet en gesteund door Tsaar Nicolaas de 2e, erop gericht om met geweld (en gesteund door de geheime politie) organisaties van arbeiders, maar vooral ook van joden, te onderdrukken en te terroriseren middels zgn. pogroms. Volgens officiële cijfers waren de Zwarte Honderd verantwoordelijk voor minstens 50.000 vermoorde Joden (L.C. Fraina, The proletarian revolution in Russia, Communist Publications, N.Y. 1918)

  • Podcast: “Russian Revolution’s relevance today”

    Socialist Alternative, onze zusterorganisatie in de VS, publiceerde onderstaande Podcast over de Russische Revolutie en de relevantie ervan vandaag.

    Meer weten? Schrijf je in voor Socialisme 2017 op 21-22 oktober. Meer info

  • [1917] Leon Trotski: “De revolutie is in gevaar”

    Na de Juli-demonstraties van 3 tot 5 juli in de hoofdstad Petersburg werden de Bolsjewiki en andere marxisten zwaar vervolgd en hard onderdrukt. De reactionaire krachten verzamelden en versterkten zich, een militaire staatsgreep leek aanstaande. Deze ontwikkelingen werden door Leon Trotski geanalyseerd in het blad Vpered (Voorwaarts) nummer 7, 25 juli 1917. Voor het eerst in het Engels vertaald door Pete Dickenson, in het Nederlands door Peter den Haan. Een verkorte versie van dit artikel is eerder verschenen in Socialism Today nr.210, magazine van de Socialist Party (Engeland en Wales).

    De Revolutie is in gevaar- maar alleen van die kant waar ze werkelijk door bedreigd kan worden, van de zijde der contrarevolutie. Alle geruchten dat de contrarevolutie kan binnenkomen of binnenkomt door het ‘Bolsjewistische lek’ zijn in de praktijk inhoudsloze onzin. Op zijn best zou het kunnen betekenen dat de contrarevolutie altijd bereid is misbruik te maken van een of andere misstap van de revolutionaire partij. Maar de spil in dit verhaal is en blijft de contrarevolutie, haar klassensamenstelling, haar belangen, voornemens en kracht.

    De contrarevolutie bestaat vooral uit de Monarchie, de Bureaucratie (die van de Overheid en van de Kerk), het oude officierencorps, de adel, de Abdijen en, als laatste, de imperialistische bourgeoisie en haar neefje, de Europese diplomaten. De gebeurtenissen van 3 tot en met 5 juli hebben de contrarevolutie niet gecreëerd, alleen maar blootgelegd. De blinden en halfzienden werden gedwongen hun schellen van de ogen te werpen, alleen maar om te zien dat het werkelijke gevaar voor de revolutie van rechts kwam, van de kant van de reactionaire krachten. Die krachten in de samenleving die nog niet door de revolutie zijn ondermijnd en die hopen hun politieke macht te herwinnen.

    De eerste Voorlopige Regering en de tweede coalitie zagen het als haar voornaamste taak om het ‘land te leiden’ tot aan de Grondwettelijke Vergadering. In afwachting van haar bijeenroeping werden alle kwesties die tot de Revolutie hadden geleid uitgesteld. Het is precies dit beleid van vertragen en uitstellen dat onvermijdelijk de interne tegenstellingen verscherpte en tot een verschrikkelijke crisis leidde; ruim voordat de Grondwettelijke vergadering bijeen is geroepen.

    ‘In principe’ ging men er van uit dat Rusland een republiek zou worden. Maar de Voorlopige Regering durfde de republiek niet officieel uit te roepen en de gevolgen hiervan te aanvaarden, voor de rangen en standen van de adel, het grootgrondbezit, enzovoorts. De functie van hoofd van de regering bleef voorbehouden aan een prins en de titels van Groothertog en Groothertogin der Romanovs’ bleef gehandhaafd [1]. En dus bleef het karakter van de staat een vraagteken. Tegelijkertijd leidde het vooruitzicht van het uitroepen van een republiek tot hoogspanning onder de monarchistische elementen in de maanden die hen nog zouden resten en bij de eerste gelegenheid die zich voordeed  zetten ze alles op het spel.

    De leuze van overdracht van het land van de grootgrondbezitters aan het volk en dergelijke werden min of meer semiofficieel gepropageerd. Maar deze leus heeft nog niets opgeleverd in de zin dat het grootgrondbezit is afgeschaft en de bevolking feitelijk recht op een eigen stukje land heeft gekregen. Met het oog op de voortdurende economische controle van de landadel en het grootgrondbezit op het platteland, hebben de boeren maar weinig vertrouwen in de abstracte en heilzame werking van een revolutie wier centrale organen zich op zeer ruime afstand bevinden. Dit vormde de voedingsbodem voor de chaotische inbezitnames en oproer aan de ene kant en voor de Zwarte Honderd demagogie aan de andere [2]. De landheren kregen niet alleen een pijnlijke waarschuwing, maar ook een behoorlijke periode de tijd – tot aan de grondwettelijke vergadering – om hun krachten tegen dit gevaar te mobiliseren en, indien mogelijk, de revolutie uit het zadel te wippen.

    Hetzelfde treft men aan op allerhande gebied. Van boven af worden de democratische principes gebezigd, maar omdat alle reactionaire bureaucraten en rechters zijn blijven zitten, is het staatsapparaat in grote mate een verzamelplaats van antirevolutionaire krachten geworden, of een dekmantel hiervoor. Deze monsterlijke tegenstelling werd met hernieuwde scherpte gevoeld door hen, wier lichaam nog niet was hersteld van de ellende van de tsaristische ketenen. Bovendien haastte de contrarevolutionaire bureaucratie, de Zwarte Honderd en de Kadetten zich, gebruikmakend van hun officiële positie, om de revolutie ‘schipbreuk’ te laten leiden [3].

    Het leger heeft de zwaarste schokken te verduren gekregen van de revolutie. De oude ijzeren discipline verging tot stof. In militaire eenheden werd een democratisch regime gevestigd, alles werd besproken en bekritiseerd. Het vraagstuk van oorlog of vrede werd rechtstreeks aan de orde gesteld in het bewustzijn van de soldaten. Het programma dat door de Sowjets naar voren werd gebracht en in woorden door de regering werd overgenomen – voor vrede zonder annexaties en een herziening van de oude verdragen – versterkte in de hoofden van de soldaten alleen maar de haat voor alles en iedereen die de oorlog wenste te verlengen, de open of heimelijke aanhangers van annexaties en de voorstanders van een nieuw offensief tegen elke prijs. Terwijl alle hete hangijzers werden doorgeschoven tot na de grondwettelijke vergadering en de herziening van de oude verdragen met de bondgenoten onder in de la verdwenen, nam de regering de mogelijkheid van het uitstellen van het offensief juist niet in overweging.

    Het uiteenvallen van het leger, met alle tragische gevolgen van dien, resulteerde in de tegenstelling van aan de ene kant aangewakkerde hoop en de mooie voornemens van de regering en aan de andere kant haar volledige diplomatieke onmacht.

    Op een zeer directe manier voelde de massa de ondragelijke tegenstelling waarin de revolutie verzeild was geraakt. De pogingen van de massa’s om deze tegenstellingen op hun eigen manier te overwinnen werden van boven af beschouwd als ‘anarchie’. Toen de matrozen in Kronstad hun van bovenaf aangestelde commissaris, de Kadet Pepeljeva, eigenhandig weer afzette, brulde de complete media met voorop de Sociaalrevolutionairen en Mensjewiki, over de afsplitsing van Kronstad van Rusland. Een van de aanhangers van Alexinskie vervalste zelfs een ‘eenheidsmunt’ van Kronstad [4]. Op allerlei manieren werd geprobeerd de matrozen van Kronstad angst aan te jagen, zelfs zover dat de Sowjet van Boerenafgevaardigden dreigde om de broodvoorziening vanuit de dorpen te staken. De spanningen tussen de linkervleugel van de revolutie en het kleinburgerlijke centrum werd door dit soort praktijken enorm vergroot.

    De arbeiders van Petersburg, die zich in het centrum van het politieke leven van het land bevinden, ondervinden het scherpst de nadelige effecten van de economische ineenstorting en de mobilisatie van de contrarevolutionaire krachten, samenspannend met een in het binnenland machteloze regering. Toen de arbeiders van Petrograd in steeds grotere aantallen de overdracht van de macht aan de Sowjet eisten, verklaarden de SR-ren en de Mensjewiki dit uit de ‘achterlijkheid’ van de massa’s [5]. En zo bleek opeens dat het meest onontwikkelde deel van het grote revolutionaire leger het proletariaat van Petrograd was!

    Hiertegenover werd de autoriteit van de provincies en de boerenbevolking geplaatst en er werd gedreigd dat Rusland de ‘rekening zou vereffenen’ met Petrograd. In het gevecht voor een duidelijk niet levensvatbare ‘coalitiepolitiek’, zagen de leidende partijen in de Sowjet zich gedwongen de wereld op zijn kop te zetten en de Peterburgse voorhoede van de revolutie te brandmerken als de grootste vijanden van de boerenbevolking en de boeren-soldaten. Met als gevolg dat de revolutionaire waakzaamheid van de arbeiders van Petersburg omsloeg in nerveuze achterdocht. En dat was de noodzakelijke psychologische voorwaarde achter de gebeurtenissen van 3 tot en met 5 juli.

    Het demonstratieve opstappen van de Kadetten legde de volslagen onzinnigheid van de regeringscoalitie bloot, die de SR-en en Mensjewiki met een aan zelfmoord grenzende blindheid hadden gesteund. Waarom de Kadetten precies op 2 juli de coalitie verkozen op te blazen is op dit moment niet precies te zeggen. De kwestie rond de Oekraïne was maar een voorwendsel. Het is zeer wel mogelijk dat de Kadetten bepaalde toezeggingen van de Amerikaanse beurshandelaren hadden gekregen (Senator Root’s  werkbezoek!) dat zij geen geld zouden verstrekken aan een pure Sowjetregering. En dat ze met deze troefkaart in handen de ‘revolutionaire democratie’ poogden af te persen [6]. Maar het is ook mogelijk dat de Kadetten, als de belangrijkste aanstichters van het offensief aan het front en waar zij dus verantwoordelijk voor werden beschouwd en waarmee ze waren verbonden, grote haast hadden om zich uit de regering terug te trekken toen het offensief omsloeg in een tragische terugtocht. Uiteindelijk toonden de Kadetten door deze handelswijze hun ware aard als contrarevolutionaire afpersers en dat van de coalitieregering als tegen de bevolking gericht. Dat terwijl de Mensjewiki en SR-en aan de volksmassa’s de coalitie hadden voorgespiegeld als de enig mogelijke redder van revolutie.

    Toen wij zeiden en schreven dat de coalitieregering tot onvruchtbaarheid gedoemd was vanwege het interne gevecht van tegenstrijdige klassenkrachten werden we als demagogen bestempeld. Toen we beargumenteerden dat we in een alliantie met Konovalov en met Sjingarev zouden kunnen fluiten naar het afromen van 100% van de winsten, of zelfs maar 50% ervan en dat het onmogelijk was om de agrarische revolutie hand in hand met Prins Lvov door te voeren, werden we beschuldigd van het opwekken van ‘duistere krachten’ onder de gewone bevolking en van demagogie en aanstootgevend gedrag [7]. Maar toen de Kadetten uit de regering stapten en de deur dicht sloegen, waren de Mensjewiki en de SR-en gedwongen –zich verdedigend tegen de Kadetten en hen beschuldigend- alles te bevestigen dat wij eindeloos hadden herhaald sinds het begin van de coalitieregering.

    Neem bijvoorbeeld de Rabochaya Gazeta, een blad dat de strijdbijl tegen het Bolsjewisme heeft opgenomen. Op 13 juli schreef dit orgaan van de Mensjewiki; “Al twee maanden lang weigert de Voorlopige Regering het gevecht aan te gaan tegen de verschrikkelijke economische ineenstorting. Konovalov vond het gepast zich uit de regering terug te trekken, precies op het moment dat de regering bekend maakte dat het noodzakelijk was om het economische leven te reguleren. Waarom was het dan noodzakelijk om Konovalov te behouden, terwijl om hem tevreden te houden het noodzakelijk was af te zien van elke maatregel, gericht om de economische ramp te bestrijden?” Uiteraard was het helemaal niet nodig Konovalov te behouden. Dat hebben we op dat moment al uitgelegd.

    De Rabochaya Gazeta gaat verder: “De bondgenoten van Miljoekov in de regering, van de partij voor volksvrijheid, steunde zijn buitenlandse beleid volledig en diezelfde regeringsvertegenwoordigers betoonden hun solidariteit met de heer Konovalov.” Helemaal waar, precies zoals wij hebben gesteld.

    En de krant van de Mensjewiki vervolgt: “Dhr. Sjingarev bleef doof voor alle oproepen van de Sowjetdelegatie in het Nationale Voedselcomité over de noodzaak om de economische activiteit te reguleren. En het Ministerie van Handel en Industrie, onder leiding van de kadet Stepanov bleef, na het opstappen van Konovalov, een bastion in handen van de kapitalisten in hun strijd tegen de arbeiders en tegen het reguleren van het economische leven.” Wederom de spijker op z’n kop, precies zoals wij de rol van ‘kapitalistische ministers’ in de coalitieregering hadden gekarakteriseerd.

    “En toen”, zo stelt Rabochaya Gazeta, “botste de revolutie met diezelfde personen, door hun oppositie in de pogingen om de acute nationale problemen in de Oekraïne op te lossen, evenals in haar pogingen om de anarchistische inbeslagnames van de grote landerijen door de boeren te stoppen, door de autoriteit van de landcomités te versterken ter verdeling van het land en de geschillen rond landverdeling te slechten. Had ze de Kadetten of  Lvov haar zin moeten geven? Had ze de Oekraïne desnoods gewapenderhand moeten neerslaan in plaats van een compromis te sluiten, of had ze het gevecht moeten aangaan met de boeren, in plaats van onmiddellijk, voor een deel dan, de boeren tegemoet te komen?”

    En zo geeft de Rabochaya Gazeta openlijk toe dat de ‘socialistische ministers’ de boeren zelfs niet gedeeltelijk (!!) tegemoet konden komen omdat de kapitalistische ministers dit niet toelieten. Wij zeiden precies hetzelfde tegen de werkende bevolking en precies daarom werden we beschuldigd van demagogie door de gehele pers, de een na de ander, van Novoe Vremja tot de Rabochaya Gazeta.

    Op het Al-Russische Congres nam Tseretelli de verantwoordelijkheid voor de gehele regering op zich [8]. De officiële sprekers probeerden de afgevaardigden te laten geloven dat geen enkele maatregel die was voorgesteld door een ‘socialistische minister’ werd tegengehouden door de burgerlijke meerderheid. Pesjekonov rapporteerde dat de ‘tegenstand van de bourgeoisie was gebroken’ [9]. Skobolev bezwoer het congres dat het opstappen van Konovalov om ‘puur persoonlijke redenen’ was en dit op geen enkele manier een verschil van opvattingen betekende tussen het georganiseerde kapitaal en het economische beleid van de democratie [10]. Het waren allemaal leugens. Ze hebben de afgevaardigden en het hele volk misleid. En toen we probeerden de dingen te laten zien zoals ze werkelijk waren en zeiden dat de Rabochaya Gazeta of de Dyelo Naroda zich hierover moesten uitspreken, werden we beschuldigd van demagogie en het ondermijnen van de autoriteit van de revolutionaire regering [11].

    Als onder demagogie wordt begrepen de bevolking voorzien van valse informatie en het met voorbedachten rade achterhouden van belangrijke informatie met als doel om zo onder de bevolking op kunstmatige wijze een gunstige stemming te creëren voor de politieke plannen van partijen en groeperingen, dan was demagogie de kern van het beleid van de heersende groepen van de Sowjetmeerderheid. En als je, net als Lasalle, gelooft dat revolutionaire politiek begint met het stellen van ‘wat is’, dan was ons beleid revolutionair [12].

    De massa’s in Petrograd klopten aan op de deur van de Sowjet, meermaals een doortastender binnenlands en buitenlands beleid eisend. Ze werden onthaald op volledige desinteresse en vijandigheid. Ze kregen als antwoord dat ze de zaak van de contrarevolutie hielpen. Ondertussen kon het niet anders dan dat diezelfde massa’s zagen dat alle organen van de contrarevolutie waren gericht op het bitter vervolgen van de Bolsjewieken, de arbeiders uit Petrograd en degenen uit Kronstad. Novoe Vremya, Russkoe Volja, Petrogradski Listok, Malinkaja Gazeta en Rech namen woord voor woord de beschuldigingen van de Mensjewieken en SR-en tegen de Bolsjewiki over. Ze drukten het portret van Tseretelli af als ‘vernietiger van de Bolsjewiki’ en in kolom na kolom weefden ze een web van schandelijke laster tegen de revolutionaire internationalisten, zich systematisch verschuilend achter de autoriteit van de Sowjet en de socialistische ministers [13].

    Het is zeer wel mogelijk dat Zwarte Honderd avonturiers zich in de Bolsjewistische organisatie hebben weten te wurmen met als doel gebruik te maken van ‘haar actie’, op dezelfde manier hoe vroeger tsaristische schurken probeerden onze revolutionaire demonstraties om te vormen tot Zwarte Honderd pogroms. Maar dit leverde geen enkel ideologisch verband op tussen het Bolsjewisme en de reactie. Integendeel. Een van de taken van de huurlingen van de contrarevolutie was het compromitteren van haar linkervleugel, als de meest serieuze hindernis op de weg naar herstel van de monarchie.

    Deze avonturistische subversieve pogingen werden aangevuld met een informeel, maar niettemin echt, politiek blok van de volledige reactie met de Mensjewieken en de SR-en – tegen de Bolsjewiki. We kunnen het feit niet ontkennen dat elk anti-Bolsjewistisch artikel in de Rabochaya Gazeta of in Dyelo Naroda direkt werd overgenomen en herdrukt in alle zwarte en gele pers. En dat de Malinkaja Gazeta, lang voor de ‘onthullingen’ van Aleksinski en andere afpersers, in elke editie de arrestatie van kameraad Lenin eiste.

    De pogingen om de Bolsjewieken op een hoop te gooien met de “Duistere Krachten” waren juist daarom zo schandalig omdat het precies de vertegenwoordigers van de Bolsjewiki zijn geweest die het groeiende contrarevolutionaire gevaar bij het Democratisch Centrum met klem onder de aandacht hebben gebracht en onvermoeid het uitmesten van de nesten van de Zwarte Honderd hebben geëist. Het was juist in die geest dat de arbeiderssectie van de Sowjet van Petrograd een resolutie aannam op die tragische 3 juli.

    Het opstappen van de Kadetten uit de regering en de onmiddellijke uitbraak van onthullingen over het interne karakter van de coalitieregering maakten aan de arbeiders en soldaten van Petrograd duidelijk dat wij wel goed hadden begrepen wat er in de top gebeurde. Er was niets gedaan om de anarchie in de productie te stoppen, omdat de vertegenwoordigers van de stakingsbrekers in de regering dit voorkwamen. Er was niets gedaan met het agrarische vraagstuk omdat het niet mocht van Lvov. Er werd in de praktijk niets serieus ondernomen in het gevecht voor de vrede, omdat het volledige buitenlandse beleid van het revolutionaire Rusland nog via de oude imperialistische routes verliep. Dit alles werd in zijn geheel bevestigd op 2 juli. In de ogen van de bevolking was de coalitieregering van de afgelopen twee maanden een groot zwart gat. Hoeveel kostbare tijd is er niet verloren gegaan, verspild aan kunstige prietpraat om de bevolking een rad voor ogen te draaien over wat er werkelijk aan de hand was – en in het opjagen van de Bolsjewieken.

    De arbeiders en soldaten van Petrograd, juist omdat ze het voordeel hadden dichter op het vuur van de gebeurtenissen te zitten dan de rest van de bevolking, hadden juist daarom het gevoel van de noodzaak om direct op het zich ontwikkelen van de crisis in te grijpen. De meerderheid van de bevolking had er geen vertrouwen in dat de officiële leiders van de democratie de noodzakelijke conclusies uit de situatie zouden trekken en namen hun toevlucht tot heldhaftige maatregelen. “Verenig je met ons, in plaats van met de Kapitalisten!” Dat is wat de revolutionaire arbeiders in de richting van het revolutionaire centrum wilde schreeuwen, dat zich in het Taurische paleis had genesteld.

    Geen van de revolutionaire partijen of verantwoordelijke groepen heeft de arbeiders opgeroepen de straat op te gaan op 3 juli en al zeker niet met de wapens in de hand. Dit is officieel vastgesteld op de uitgebreide zitting van het Uitvoerend Comité door de rapporteur Voitinski. Het tegendeel was het geval, net als alle andere partijen riepen de Bolsjewieken de arbeiders en soldaten op thuis te blijven. Niettemin gingen de massa’s de straat op. Gewapenderhand.

    Welke rol  hebben de contrarevolutionaire provocaties of Duitse agenten hier in gespeeld? Op dit moment is dat zeer moeilijk vast te stellen. De gezamenlijke pers heeft zo’n dik rookgordijn van kwaadaardige leugens rond de gebeurtenissen van 3 en 4 juli gecreëerd, dat feiten of personen onzichtbaar bleven. Er zit niet anders op dan de resultaten van een officieel onderzoek af te wachten – niet datgene wat de hogepriesters der gerechtigheid in samenspraak met Aleksinski hebben geproduceerd. Maar het is al wel mogelijk om met zekerheid te zeggen dat de resultaten van zo’n onderzoek licht zullen werpen op het werk van de Zwarte Honderd bendes en de clandestiene rol van Duits, Engels of echt Russisch goud, het een of het ander, of alle drie. Maar geen enkel juridisch onderzoek kan de politieke betekenis van de gebeurtenissen veranderen.

    De arbeiders en soldatenmassa’s van Petrograd konden niet omgekocht worden en zijn niet omgekocht. Zij zijn niet in dienst van Wilhelm, Buchanan of Miljoekov [14]. Schurkachtige huurlingen zijn in staat om met meer of minder succes een beweging voor hun eigen doeleinden  te laten ontsporen. Maar de beweging zelf was voorbereid, door de oorlog, de dreigende hongersnood, de reactie die zijn kop weer oprichtte, de hersenloze regering, het avontuur van het offensief en door het politieke wantrouwen en de revolutionaire onrust van de arbeiders en de soldaten.

    De burgerlijke regeringspers heeft het over ‘gewapende opstand’ die is neergeslagen door de ‘werkelijke’ krachten van de revolutie. Er zijn geen greintje waarheid in dit officiële cliché dat al is neergezet om de gebeurtenissen van 3 en 4 juli te karakteriseren. De leus van de demonstratie was: “Alle macht aan de Sowjet”. De demonstranten paradeerden in optocht langs het gebouw van de Sowjet. Tegen wie was deze opstand gericht? De vervalsers, zich nergens wat van aantrekkend, hebben het over een poging om ‘de macht te grijpen’. Door wie? Hoe kwam deze poging tot machtsgreep tot uiting?

    Als beschuldiging gebruiken ze de poging van demonstranten om Kerenski, Tseretelli en Tsjernov te arresteren. Iemand claimt dat een bepaalde groep Kerenski wilde arresteren, maar deze kwam te laat op het station aan. Een deel van de arbeiders van de Putilov fabriek riep heetgebakerd dat Tseretelli het paleis uit moest komen om hun vragen te beantwoorden. En als laatste, was er een groep van verdachte personen die zich bewust rond de ingang van het Taurische paleis hadden verzameld, om achter de rug van de massa’s om,Tsjernov inderdaad vast te nemen. Maar het was de moeite waard om de demonstranten publiekelijk te betrekken bij deze poging die mislukte omdat het groepje relschoppers meteen uit elkaar viel en Tsjernov zo terug naar zijn paleis kon keren [15]. Dat is alles wat er werkelijk aan de hand was. Tienduizenden demonstranten hadden hier helemaal niets mee te maken. En de leiders van de demonstrerende fabrieken en regimenten hebben ongetwijfeld pas de volgende dag via de kranten voor het eerst van deze ‘pogingen’ tot arrestatie gehoord.

    Ongeacht alle verzinsels van de pers, de valse verklaringen en de fantasieën van de diverse geheime diensten, blijft het onbetwistbare feit staan, dat vele tienduizenden arbeiders en gewapende soldaten die bijna ongemoeid door de straten van Petrograd trokken op 3 en 4 juli, geen enkele poging hebben ondernomen om de macht over te nemen van een der staatsorganen of politieke instituten. Alleen al dit feit bewijst voor eens en altijd dat er op dat moment niet het minste teken van politieke voorbereidingen tot ‘machtsovername’ plaatsvond. Een opgewonden deel brak van de demonstratie om te protesteren. Dat ze wapens bij zich hadden was omdat ze bang waren voor een gewapende aanval van de  contrarevolutie. Laaghartige treiterij in de voorgaande maanden had de arbeiders en soldaten zeer achterdochtig gemaakt ten aanzien van Nevski Prospect en de gewapende elementen die daarbij hoorden. De enige gedachte van de demonstranten was om de contrarevolutie ondergronds te jagen door de wapens te tonen en zo de weg vrij te maken voor de demonstratieve optocht.

    Desalniettemin werden er schoten gelost en bloed gemorst en waren er slachtoffers. Welk geweer er als eerste afging zal wel nooit worden vastgesteld. Maar er is geen twijfel over dat er kogels tussen zaten die vooraf waren betaald met Duitse marken, Engelse ponden en zuivere Russische zilveren roebels. Deze schaamteloze clandestiene provocatie, die zwaar leunde op (legale) onschendbaarheid, speelde een fatale rol in de gebeurtenissen van 3 -5 juli. Deze rol klip en klaar bloot te leggen is de taak van een onderzoek. Maar ook dan, zelfs als het onderzoek diepgravend zal willen zijn, zal dat toch niet veel kunnen veranderen aan het politieke gezicht van de gebeurtenissen.

    Op 4 juli probeerden de Bolsjewieken, in een blok met de Interrayonisten, grip te krijgen op de spontaan ontwikkelende beweging, in een poging deze tot een vreedzame interventie en een politieke vorm te gieten [16]. Wij vinden dat we aan niemand excuus verschuldigd zijn, ook niet aan de platonische ‘kritiek’ van Novaya Dzjhizn – dat we geen stap terug hebben gedaan en ons niet aan de zijlijn hebben opgesteld – zodat Generaal Polovtsjev kon ‘praten’ met de demonstranten [17]. Hoe dan ook kon onze interventie, van welke kant je het ook bekijkt, het aantal slachtoffers niet hebben kunnen doen toenemen of de gewapende chaotische demonstratie hebben kunnen omzetten in een politieke opstand. Dat is volkomen duidelijk uit het hele plaatje rond de gebeurtenissen en vanuit  haar interne logica. Uit naam van het bewaken van de elementaire politieke integriteit zouden de eersten die hadden moeten opstaan tegen de standaard politieleugens de leiders van de SR-en en de Mensjewieken moeten zijn; als ze niet haar laatste restje van hun revolutionaire instinct hadden verloren, net als hun socialistische principes.

    Platonische criticasters zijn die commentatoren aan de zijlijn van de beweging,  wiens beweringen geen gevolgen hebben, tenzij voor hun eigen gemoedsrust. Zulke criticasters, niet verbonden met de werkelijke bewegingen van het klassenbestaan van het proletariaat, worden makkelijk verleid met het idee dat ze over alle problemen hun schouders op kunnen halen. Maar het is vaak zo dat diegenen die het doelwit zijn van deze kritiek al alles weten wat de criticaster ook weet en nog een beetje meer daar bovenop.

    Alleen simpele zielen kunnen geloven dat de gebeurtenissen van 3 tot 5 juli de revolutie tot een schipbreuk hebben geleid. Als de heftige politieke oproer in juli werkelijk het dak eraf heeft doen knallen, dan was dat een nep dak. Eentje dat de politieke werkelijkheid verhulde.

    Wat duidelijk is geworden is de enorme kloof tussen aan de ene kant de grote bazen van de ‘revolutionaire democratie’ en aan de andere kant de voorhoede van de arbeidersklasse. Precies op het moment dat de liberale bourgeoisie openlijk brak met de SR-en en de Mensjewiki, bleek dat de leiders van deze laatsten, de liberale bourgeoisie najagend, zich uiteindelijk keerden tegen de meest revolutionaire vleugel van werkende massa’s. In de leus “Alle macht aan de Sowjet”, wat een samenvatting was van de ongelukkige ervaringen met de coalitieregering, zagen de leiders van de Sowjet in de allereerste plaats een revolte tegen de wil van de ‘revolutionaire democratie’. In plaats van te trachten zich aan het hoofd van de beweging te plaatsen en zo de feitelijke lijn van de ontwikkeling van de gehele revolutie te volgen en politiek te leiden, kwamen Kerenski, Tseretelli en anderen tot de conclusie om politiemethodes toe te passen om de veranderingsgezinden te ontwapenen. En dus, als straf voor hun onbehoorlijk gedrag, werden die soldaten en arbeiders ontwapend, die op het moment van gevaar de revolutie met het grootste offer zouden hebben verdedigd. Hier kan geen twijfel over bestaan.

    Maar dat is nog  niet alles. Door Petrograd te ontwapenen hoopten de leiders van de Sowjet ongetwijfeld de liberale bourgeoisie af te kopen, door ze een stevig staaltje van hun krachtdadigheid te tonen en hun bestuurlijke rijpheid. Maar het resultaat was het tegenovergestelde. De liberale bourgeoisie had al concessies gedaan, uit angst dat de kleinburgerlijke democraten met haar zouden breken en samen zou gaan met het revolutionaire proletariaat. Hoe dieper de kloof tussen het SR en Mensjewiki centrum en de linkervleugel werd als gevolg van het beleid van slappe toegevingen, des te onwrikbaarder de bourgeoisie zich opstelde. De ontoegeeflijkheid van de bourgeoisie sloeg om in provocerende onbeschoftheid zodra Kerenski, Tseretelli en Tsjcheidse zich hadden ontdaan van hun linkervleugel door het revolutionaire Petrograd te ontwapenen.

    En hier boven op kwam de rampspoed aan het front. Al aan het begin van het Al-Russische Sowjet Congres in begin juni, hadden de Bolsjewistische fractie en de Verenigde internationalisten in hun verklaring gewaarschuwd dat het geplande offensief niet was voorbereid, noch materieel, noch ideologisch en dat zij voor het leger fataal kon worden, door haar interne samenhang te vernietigen. De roeptoeterende voorstanders van het offensief noemden deze waarschuwing een ‘belediging’ van het leger. Maar wederom moest vastgesteld worden dat officieel patriottisme slechts zelden gepaard gaat met inzicht. De voorspellingen die we toen hebben gemaakt zijn op een verschrikkelijke manier bevestigd.

    Zij die niets voorzagen – of nog erger, zij die naar de pijpen van de bondgenoten dansten en blind waren voor de realiteit en de noden van de revolutie, proberen nu vol schaamte de verantwoordelijkheid van de voortdurende ineenstorting aan het front op de Bolsjewieken af te wentelen. Maar deze aandrang verandert niets aan de situatie. De gok van het offensief leidde tot de rampspoed van de terugtocht en dreigt het leger en de revolutie te verslinden. En zelfs als Petrograd niet het drama van 3 tot 5 juli had doorgemaakt, dan nog hadden de gebeurtenissen aan het front de politiek van illusies en mooipraterij doorbroken. En haar belangrijkste vertegenwoordigers waren Tseretelli en Kerenski.

    Dit is dezelfde gedachtegang die de tsaristische generaals al toepasten op de Joden om hun eigen falen te verhullen. Het is voldoende om in de toespraken van bijvoorbeeld een Liber, het woord Jood door Bolsjewiek te vervangen en je hebt een typisch voorbeeld van de militaire pogrom literatuur [18]. En dat is geen toeval. De Libers, net als de tsaristische generaals, hebben hetzelfde motief. Om de aandacht van de massa’s af te leiden van het bakroet van hun beleid en de woede en frustratie af te schuiven op een derde partij. Het is een politiek van lafheid, impotentie en schande.

    Het tijdelijke evenwicht werd genadeloos vernietigd. Oog in oog met de contrarevolutie en de ineenstorting van het leger moesten er buitengewone maatregelen worden genomen. Het Centraal Uitvoerend Comité maakte bekend dat een bestuur zou worden georganiseerd, een regering voor de redding van de ‘revolutie’. De semi-officiële pers legde uit dat het hier om een revolutionaire dictatuur ging. Wiens dictatuur? Over wie? In wiens naam? Een dictatuur van de massa’s over de bezittende klasse? Of een dictatuur van de bourgeoisie over het leger, de boeren en de arbeiders?

    Na het vertrek van de Kadetten, probeerde de socialistische ministers toch bondgenoten te vinden onder de liberale bourgeoisie. Na hun afwijzing door de Kadetten waren ze bereid om met elke Bourgeois genoegen te nemen om hun leemtes aan te vullen. Het cartooneske karakter van deze nieuwe combinatie doet vermoeden dat het vooral was bedoeld om de geallieerde regeringen en de beurzen gerust te stellen. Het moge duidelijk zijn dat uit zulke omstandigheden nooit een revolutionaire dictatuur kan voort komen. Het proletariaat is vijandig en half verpletterd. De bourgeoisie deed op bittere wijze afstand van de macht om de kat uit de boom te kijken. In een bepaald opzicht is dit een opmaat naar een ‘supra-klasse’ Bonapartistische dictatuur. Maar om dit te doen slagen is het noodzakelijk dat er een passieve, conservatieve boerenklasse is en deze zich weerspiegelt in een ‘gedisciplineerd’ leger. Die omstandigheden bestaan bij ons nog niet. En daarom voelen Kerenski en Tseretelli, precies op het moment dat ze de volledige autoriteit toegeschoven kregen, zich duidelijk in het luchtledige rond hangen.

    Een revolutionaire dictatuur is ondenkbaar, zeker een die tegen het proletariaat is gericht, zonder een verenigde, doorgewinterde revolutionaire klasse die bereid is ‘tot het einde’ te gaan. Een Bonapartistische dictatuur is onmogelijk bij de afwezigheid van boeren die tevreden zijn met hun stukje grond en een zegevierend leger. Blijft over een derde type van dictatuur; een partij van “orde”, die heerst over het proletariaat, het leger en de arme dorpelingen.

    En precies daarop hebben Kerenski en Tseretelli hun energie gericht. Na het neerslaan van de Bolsjewistische centra, het ontwapenen van arbeiders en ‘onbetrouwbare’ soldaten, het herstellen van de doodstraf in het leger, traden de hoofden van de Sowjet direct in onderhandeling met onderhandelingen met de Kadetpartij en met vertegenwoordigers van de meest invloedrijke burgerlijke organisaties. De regering van ‘revolutionaire redding’’ begon met een voorstel om samen te werken met de organisaties van de contrarevolutie. Met de steun van de Staatsdoema, de beurscomités, de grote en kleine organisaties van fabriekseigenaren, etc. moest de Staatsconferentie in Moskou een nieuw hoofdstuk openen; een definitieve breuk met de leiders van de kleinburgerij en het proletariaat die in het begin juist werd gepromoot; een definitieve capitulatie aan het imperialistische kapitaal en een definitieve liquidatie van de revolutie uit naam van de kapitalistische orde [19].

    Maar men liep onderweg tegen grote problemen aan. De eisen van de bourgeoisie namen sneller toe dan de bereidheid van de leiders van de kleinburgerij om compromissen te sluiten. En het agrarische vraagstuk werd onmiddellijk een struikelblok.

    De minister van Landbouw, Tsjernov, deed geen enkele poging om in de geest van het programma van de SR-en te handelen, waarin werd beloofd dat de partij niet alleen in de Grondwettelijke Vergadering voor landhervormingen zou opkomen, maar ook in de huidige revolutionaire periode. Tsjernov sprak zich uit tegen ‘aparte’(?!) oplossingen en volledig bezwijkend aan de druk vanuit de burgerlijke partijen, drong hij aan om alle problematische zaken uit te stellen tot na de grondwettelijke vergadering. Desondanks had hij, toen hij werd aangesteld als minister, toegezegd dat hij een decreet zou afkondigingen waarin allerlei grondtransacties na 1 maart zouden worden verboden, opdat grondbezitters en speculanten, gebruikmakend van echte dan wel fictieve transacties, niet de kans zouden krijgen om de verhoudingen in de landbouw te verstoren en de grondwettelijke vergadering voor een onmogelijke opgave zou plaatsen. Maar het bleek dat Tsjernov machteloos was om het decreet in de coalitieregering door te voeren, waarvoor de Sowjet de steun van de boeren had gevraagd. Uiteindelijk waren er de val van de coalitieregering, de tragische ongeregeldheden van 3 tot 5 juli en het aftreden van Lvov voor nodig om het decreet, zij het in gewijzigde vorm, alsnog van kracht te laten worden.

    Het is buitengewoon onthullend dat zelfs de Narodnoe Volja, die zich op de uiterste rechtervleugel van de SR-en bevindt, het decreet als mosterd na de maaltijd beschouwt. Deze krant stelde: “Dit alles aanschouwend (een orgie van landverkopingen) kon de bevolking niet kalm blijven en nam in veel gevallen het recht in eigen hand. De gevolgen hiervan zijn maar al te goed bekend en zullen duidelijk aan het licht komen als de oogsttijd is aangebroken. Er is alle reden om aan te nemen dat de tegenvallende oogst dit jaar tot grote tekorten zal leiden. Deze teloorgang van de landbouw en in de economie had niet hoeven plaatsvinden en had, in alle gevallen, niet zo’n desastreuze omvang gekregen, als de Voorlopige Regering in de eerste dagen van haar bestaan voldoende doorzettingsvermogen en vasthoudendheid had betoond.”

    “Had zij zich maar niet beperkt tot de enkele verklaring dat het agrarische vraagstuk door de Grondwettelijke Vergadering zou worden opgelost, maar onmiddellijk een aantal maatregelen had genomen die het doorvoeren van het decreet zouden garanderen! Zoals we weten is dit niet gebeurd. Pas na vier en een halve maand en na twee regeringswijzigingen, nadat de agrarische rampspoed zich over bijna geheel Rusland uitbreidde en, in essentie alle schade al was aangericht, bleek het mogelijk een decreet te publiceren, waarvan de noodzaak door onze partij en talloze boerencongressen meermalen werd aangegeven. Het is nu al duidelijk dat het decreet nog nauwelijks enig belang zal hebben, omdat wat er al gebeurd is, niet meer veranderd kan worden”, aldus Narodnoe Volja op 16 juli.

    Naar onze mening zijn deze woorden, die duidelijk het werk van de coalitieregering opsommen en van bovenaf de algemene anarchie op het platteland propageert, te pessimistisch in haar conclusies. De landcomités, als ze de werkelijke macht over het land in handen krijgen, zouden veel van de malversaties kunnen ontrafelen en veel van de grondspeculaties in deze overgangsperiode terug kunnen draaien. Het enige waar het aan ontbreekt is een echte revolutionaire macht in het centrum. En precies om dat te voorkomen wil de bourgeoisie de leiding over de agrarische hervormingen in eigen hand houden en eist ze het aftreden van zelfs iemand als de zeer geduldige en bescheiden Tsjernov. De kleinburgerlijke ‘socialisten’ – die klaar staan om de Bourgeoisie de leiding te geven over het leger, over de internationale toekomst van Rusland en de binnenlandse “rust en orde”- zijn door hun besluiteloosheid tot stilstand gekomen. Voor hoe lang? Totdat de boeren alle hoop hebben verloren over de verdeling van het land. Daar ligt nu de sleutel in de hele politieke situatie.

    ‘De revolutie is in gevaar!’ zo stelt het Centraal Uitvoerend Comité. En zij loopt inderdaad gevaar. Niet omdat de arbeiders en soldaten van Petrograd, met wapens in de hand, de straat opgingen omdat zij vreesden voor het lot van de revolutie. Niet omdat bepaalde criminele bendes zinloze schietpartijen veroorzaakten in de straten. Maar omdat de officiële leiders van de boeren, na een periode van verwarring en aarzeling, besloten het pad van de contrarevolutionaire orde in te slaan. Toen Kerenski, Tseretelli en Tsjernov, het Centraal Comité van de revolutionaire sociaaldemocratie, zich onderwierpen aan een samenscholing van de politie, in onderhandeling traden met het centraal comité van de contrarevolutionaire partij van Miljoekov, dan is de revolutie inderdaad in gevaar. Met name in gevaar voor hen, die voor haar redding een dictatuur willen opzetten, machteloos in al haar heftigheid.

    Gegeven dat een echte economische crisis en de ineenstorting van het leger aanstaande zijn, kan een heerschappij het land naar een hogere trap van ontwikkeling leiden, maar alleen als een heerschappij van de revolutie. Door de uitvoering van grote en kleine bestuurlijke, economische en agrarische hervormingen als urgente kwestie en haar zwaard tegen rechts te keren, tegen de contrarevolutionaire samenzwering van de burgerlijke gevestigde orde, de adel en de monarchistische officieren. Alleen de georganiseerde arbeidersklasse, in alliantie met de ploeterende massa’s op het platteland en de bewuste delen van het leger zijn in staat om zo’n bewind te vestigen.

    De politieke taak is om de ervaringen van het verleden te gebruiken om de boerenmassa’s en de onderontwikkelde lagen van de arbeiders te bevrijden van de leiding van de “slechte herders”, die de revolutie op dit moment op een presenteerblaadje aanbieden aan haar grootste vijanden. De taak van de proletarische voorhoede is om haar rijen nauwer en sterker te verzamelen onder het banier van de strijd om politieke macht. Dwars door alle laster heen, waarmee de reactie probeert om de partij van het proletariaat in een isolement te drukken, om onze weg te vinden naar de breedste lagen van de  bevolking in de steden, aan het front en op het platteland. We moeten en zullen alle manieren van campagne, strijd en agitatie voeren moeten gebruiken, die voortvloeien uit de interne noodzaken van de revolutie en het proletarisch socialisme. Met alle maatregelen zullen we de structuren van de arbeiders, boeren en soldatenorganisaties verdedigen tegen de aanvallen van de progromistische reactie. We willen deze organisatiestructuren juist versterken, ontwikkelen en verbreden.

    Het hangt in de eerste plaats van de Sowjet van Arbeiders, boeren en soldatenafgevaardigden zelf af, welke plaats zij zal innemen in het gevecht rond de ontwikkeling en vestiging van een heerschappij voor de gewone bevolking. In die mate dat de meerderheid samenwerkt, of zich laat meevoeren door de contrarevolutie en de pogromistische laster tegen de proletarische partij, zal zij snel worden weggevaagd door de politieke ontwikkelingen. Zolang wij nog binnen deze Sowjets actief kunnen zijn, zullen we natuurlijk met al onze energie vechten om deze van binnenuit te vernieuwen en hun beleid fundamenteel te veranderen. Wij zullen er alles aan doen om ervoor te zorgen dat de Sowjet toegerust zal zijn op de taken van de revolutie van morgen, door te reflecteren op die van nu. Maar hoe belangrijk de toekomst en het lot van de huidige sowjets ook zijn, voor ons zijn zij volledig ondergeschikt aan het gevecht om de politieke macht en voor de revolutionaire heerschappij van het proletariaat en de halfproletarische massa’s in de steden, het leger en het platteland.

    Tijdens al deze arbeid zullen we vertrouwen op de ontwikkeling van de revolutie in Europa. In ons gevecht voor revolutionaire eenheid met de boerenbevolking, zullen we op geen enkel moment vergeten dat onze directe en meest dichtstbijzijnde bondgenoot de Europese arbeidersklasse is. Wij zullen geen enkele stap zetten die de nauwe banden die nu weer worden aangehaald met de revolutionaire arbeiders van alle landen kunnen doen verzwakken of verbreken. Juist met zo’n tactiek zullen we de Russische revolutie en dus ook de vrijheid en onafhankelijkheid van de Russische bevolking de grootste dienst bewijzen. ‘De Russische Revolutie is in gevaar!’. Zij kan alleen gered worden door het verder ontwikkelen van haar interne krachten, een urgent oplossen van haar taken en haar overgang van een Russische naar een internationale revolutie.

     

    Verklarende Aantekeningen:

    1] Romanov was de familienaam van de Tsaar.

    2] De Zwarte Honderd waren antisemitische moordbendes, oorspronkelijk gesteund door Tsaar Nicolaas de 2e.

    3] Kadetten (Constitutionele Democratische partij); een pro-Russische imperialistische liberale partij, geleid door Pavel Miljoekov.

    4] De matrozen van Kronstad, de marinebasis vlakbij Petrograd, waren de meest strijdbare supporters van de revolutie. Gregory Aleksinki, lid van de Mensjewieken, was een belangrijke aanstichter van de laster tegen de Bolsjewistische partij in juli 1917.

    5] De op de boerenbevolking gebaseerde Sociaal Revolutionaire partij en de Mensjewistische socialistische rechtervleugel vormden de linkerflank van de Voorlopige Regeringscoalitie en de leiding van de Sowjet van Petrograd en de Al-Russische sowjets.

    6] Voormalig staatsecretaris van de Verenigde Staten, Elihu Root, leidde een handelsmissie naar Petrograd in juni, om druk uit te oefenen op de Voorlopige regering om de oorlog tegen Duitsland en de As-mogendheden te intensiveren.

    7] Alexander Knovalov en Andrei Sjingarev waren leidende industriëlen in de Voorlopige Regering. Prins Lvov was haar eerste Minister-president.

    8] Irakli Tseretelli; leidend mensjewiek, voorzitter van de Sowjet van Petrograd en Minister van Post en Telegrafie in de regering.

    9] Alexej Pesjekhonov; leider van de Socialistische Volkspartij en Minister van Voedselvoorziening.

    10] Matvey Skobelev; voormalig aanhanger van Trotski die in prominente mensjewiek werd in de sowjet van Petrograd en Minister van Arbeid in de Voorlopige  Regering.

    11] Dyelo Naroda was een krant van de Sociaal Revolutionairen (SR-en).

    12] Ferdinand Lasalle was de oprichter van de Duitse arbeiderspartij in de 19e eeuw.

    13] Socialistische Ministers; dit is een verwijzing naar Tseretelli en Nicolai Tsjcheidse, leiders van de Mensjewistische partij en Alexander Kerenski en Victor Tsjerov, die de Sr-en leidde. Kerenski werd hoofd van de Voorlopige Regering na Prins Lvov en was ook Minister van oorlog.

    14] Wilhelm verwijst naar de  Duitse keizer, Sir George Buchanan was de Britse ambassadeur in Petrograd.

    15] een verwijzing naar een incident toen Tsjernov werd ingesloten door de menigte voor het Taurische paleis en Trotski persoonlijk ingreep om hem te ontzetten en zijn leven te redden.

    16] Mezhraiontsi; de Interrayonale Organisatie, geleid door Trotski en Loenatsarki.

    17] Novaja Dzjizn; krant onder redactie van Maxim Gorki, leider van de Verenigde Internationalisten.

    18] Michael Liber was lid van de Mensjewieken en van de Bund; de Algemene Joodse Arbeidersvereniging. Tijdens de zuiveringen werd hijin 1937 in opdracht van Stalin vermoord.

    19] De Staatsdoema was de naam van het raadgevende parlement tijdens de tsaristische periode, zij werd door de revolutie overvleugeld. De Staatsconferentie was een georkestreerd evenement in Moskou dat zwaar in het voordeel was opgezet voor de kapitalistische en monarchistische afgevaardigden. Een poging om de revolutie te omzeilen. Zij werd tijdens haar zitting geconfronteerd met een algemene staking in Moskou.

  • [1917] De juliopstand

    In juli 1917 kwamen de arbeiders van Petrograd in opstand. De bolsjewieken vonden een nieuwe revolutionaire opstand op dat ogenblik prematuur. “Het is niet omdat de voorhoede gewonnen is voor een revolutionair programma dat de tijd voor de werkelijke machtsovername rijp is. Eerst moet op zijn minst de meerderheid van de arbeiders en als het even kan, de meerderheid van de bevolking, bewust geworden zijn van de noodzaak tot een werkelijke machtsovername. Toegepast op de concrete situatie anno 1917 in Rusland betekende dit: een opstand van de Petersburgse arbeiders kon de macht althans in Petrograd zelf wel veroveren, maar slechts tijdelijk behouden. In een dergelijk stadium zou de contrarevolutie nog steeds voldoende krachten uit de maatschappij kunnen opzuigen om de revolutie neer te slaan.”

    Onderdeel van het dossier over 1917 door Peter Van der Biest

  • [1917] De “Juli-dagen” in 1917 – lessen voor vandaag

    Tussen februari 1917 en oktober 1917 waren er heel wat belangrijke veranderingen in de situatie in Rusland. In april werd een voorlopige regering gevormd met “socialisten” – de Sociaal Revolutionairen (SR) en de Mensjewieken (minderheid) – en kapitalistische ministers die de bloedige wereldoorlog verder zetten.

    => Dossier door Peter Taaffe op revolutie1917.com

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop