Your cart is currently empty!
Revolutie in Wit-Rusland: waar staan we vandaag en taken voor socialisten

Sinds 10 augustus hebben heroïsche massaprotesten Wit-Rusland door elkaar geschud. De bevolking weigerde toe te geven aan de openlijke terreur van het regime, het politiegeweld en de massale arrestaties. Wat is nu de weg vooruit?
Dossier door Supratsiwlenine pratsownykh (ISA-aanhangers in Wit-Rusland)
Sinds 10 augustus, toen de resultaten van de presidentsverkiezingen bekend werden gemaakt en Alexandr Loekasjenko beweerde meer dan 80% van de stemmen te hebben gewonnen, hebben heroïsche massaprotesten Wit-Rusland aan het wankelen gebracht. Ze werden geconfronteerd met politiegeweld en massa-arrestaties. Tot nu toe zijn er meer dan 30.000 mensen gearresteerd, veel oppositieactivisten zijn gedwongen het land te verlaten en anderen zijn gewond geraakt door het optreden van de politie.
Het duidelijk verzonnen resultaat van de verkiezingen, gevolgd door het brutale politiegeweld in de dagen erna, waren de directie aanleidingen voor de massastrijd. Eind augustus reageerde de arbeidersklasse op het geweld met ongeorganiseerde, spontane bijeenkomsten en stakingen. Ook al is de nationale staking verzwakt nadat het politiegeweld afnam, toch hebben vele segmenten van de arbeidersklasse en de onderdrukten zich bij de protesten aangesloten: fabrieksarbeiders, vrouwen, gepensioneerden, maar ook studenten, medisch personeel en onderwijsmedewerkers. Toen de betogers op zoek gingen naar nieuwe manieren om zich te organiseren, begonnen binnenplaatscomités, gebaseerd op de mensen die in de huizen rond de binnenplaatsen woonden, een belangrijke rol te spelen.
Crisis van het Loekasjenko-regime
Alexandr Loekasjenko is sinds juli 1994 aan de macht. Zijn regime heeft tot nu toe nog nooit zo’n diepe crisis doorgemaakt. De tegenstrijdigheden die tot deze crisis hebben geleid, hebben zich de afgelopen twintig jaar opgehoopt. De sluipende privatisering, de besparingen op de sociale uitgaven en de gevolgen van de wereldwijde economische crisis hebben allemaal een rol gespeeld. Werknemers hebben geen zekerheid meer van werk – ze werken met een tijdelijk contract – terwijl een hervorming van het pensioenstelsel onlangs is doorgedrukt. Een grote aanval, die in 2018 tot massale protesten leidde, was de ‘belasting op parasieten’, een heffing op een half miljoen werklozen, die volgens het regime de samenleving niets te bieden hebben.
De anti-regimegevoelens die zich opbouwden, werden verergerd door het coronavirus. Loekasjenko is een klassieke virusontkenner, die suggereert dat het voorkomen kan worden met een shot vodka.
De duidelijke verandering in het massabewustzijn voor de verkiezingen veroorzaakte een breuk in de heersende elite. Viktor Babariko, voormalig hoofd van de BelGazprombank, een dochteronderneming van de Russische Gazprom en Valery Tsapkalo, die in 1994 de presidentiële campagne van Loekasjenko leidde en vervolgens in zijn regering diende als ambassadeur en vervolgens als hoofd van het IT-park, kondigde aan dat zij zich bij de presidentsverkiezingen tegen hem zouden verzetten. Ze kregen gezelschap van de populaire blogger Sergej Tikhanovski. Het regime reageerde door een strafrechtelijke aanklacht tegen alle drie in te dienen. Tsapkalo is het land ontvlucht, de andere twee zijn gearresteerd. Vervolgens werd het aan Svetlana Tikhanovskaja overgelaten om de vlag van de oppositie bij de verkiezingen hoog te houden.
Het eigenaardige karakter van het Wit-Russische kapitalisme
In tegenstelling tot andere landen van de voormalige Sovjet-Unie volgde het Loekasjenko-regime in de jaren 1990 niet de weg van de ‘schoktherapie’ op basis van massale privatiseringen. Hij kon dit alleen doen omdat Wit-Rusland een belangrijke doorvoerroute is voor Russische olie en gas naar Europa. De inkomsten hiervan werden gebruikt om de economie van het land overeind te houden. Nog steeds in 2020 werkte 40% van de werkenden in Wit-Rusland bij ‘staatsondernemingen’. Ondanks hun status was er geen enkele vorm van arbeiderscontrole of zelfs maar betrokkenheid bij het beheren van de fabrieken, en ze zijn ook niet gebonden aan enige staatsplanning, zoals in de Sovjettijd. Deze staatsbedrijven moeten in het marktsysteem overleven en zich gedragen als private bedrijven. De staatsambtenaren die ze besturen, verschillen in wezen niet veel van de oligarchen en grootkapitalisten. Ze vinden verschillende manieren om geld in hun zakken te steken, waarbij ze zo min mogelijk naar de gemeenschap overmaken.
De werkenden, die geen echte onafhankelijke vakbonden hebben, hebben geen andere keuze dan in deze fabrieken te werken onder de door het management opgelegde voorwaarden. Het contractsysteem van Loekasjenko maakt de werkenden nog meer rechteloos, omdat ze op elk moment kunnen worden ontslagen en zelfs verplicht zijn een deel van hun inkomsten terug te geven. Werkgevers maken ten volle gebruik van deze situatie en suggereren dat werknemers de mogelijkheid hebben om een ‘eerlijkere’ werkgever te vinden als ze iets niet leuk vinden.
De superioriteit van de Sovjeteconomie lag in het feit dat deze gebaseerd was op staatseigendom en gecentraliseerde planning, met een arbeidsdeling tussen de landen van het Sovjetblok. Op deze basis werd de Sovjet-Unie getransformeerd van een achtergebleven, semi-feodaal land tot de tweede economische wereldmacht. Maar het bureaucratische wanbeleid, de enorme uitgaven voor de wapenwedloop en het onderhoud van staatsambtenaren, en vooral het gebrek aan een arbeidersdemocratie die de onevenwichtigheden in de productie kon corrigeren en het beleid van de arbeidersstaat kon veranderen, leidde uiteindelijk tot een complete crisis. Toen de bureaucratische lagen, die ver verwijderd waren van de massa, zich realiseerden dat ze meer konden winnen bij de invoering van het kapitalisme, besloten ze tot herstel.
De ineenstorting van het Sovjetsysteem liet de Wit-Russische economie achter zonder het sleutelelement dat de Sovjeteconomie dreef: de centrale planning. Met behoud van een grote publieke sector kon het Wit-Russische regime een economie in stand houden die gebaseerd was op winst uit de doorvoer van olie en gas, d.w.z. het daadwerkelijk ontvangen van subsidies van Rusland in ruil voor nauwe economische en diplomatieke betrekkingen. De middelen uit olie en gas werden enerzijds gebruikt om de sociale begroting te ondersteunen en anderzijds om de nieuwe oligarchen, de vrienden en verwanten van Loekasjenko, te verrijken. Dit systeem was min of meer stabiel totdat het werd getroffen door de wereldwijde economische crisis. De Russische olie- en gasoligarchen besloten de prijzen voor Wit-Rusland te verhogen, wat het begin van het einde betekende voor het hele Wit-Russische systeem.
Het Wit-Russische kapitalisme heeft tal van dollarmiljardairs gekoesterd, waarvan A. Milnichenko, D. Mizepin, A. Klyamko, V. Kisly, V. Peftiev de bekendste zijn. Loekasjenko wordt vaak “Batska” (vader in het Wit-Russisch) genoemd – hij is zeker de vader van het Wit-Russische kapitalisme. Hoezeer liberalen zich ook een ander, eerlijk kapitalisme voorstellen en beweren dat er een verkeerd soort kapitalisme in Wit-Rusland bestaat: Loekasjenko’s kapitalisme is het echte kapitalisme.
Vooruitzichten voor de Wit-Russische economie
Het BBP begon al te dalen voordat de protesten begonnen. Volgens de laatste voorspellingen zal het in 2020 met ongeveer 1,5 tot 2% zijn gedaald. De investeringen in de industrie zijn gedaald omdat mensen met geld in de hand bang zijn voor instabiliteit, terwijl er de afgelopen zes maanden ten minste 1,5 miljard dollar aan contant geld uit geldautomaten is opgenomen. Dit heeft bijgedragen tot een daling van de waarde van de Wit-Russische roebel met ongeveer 10%, wat de koopkracht van de lonen en pensioenen heeft beïnvloed. De 1,5 miljard dollar aan subsidies die Rusland heeft toegekend om de regering te redden, zijn verre van voldoende om de problemen van het land op te lossen.
Investeerders waarschuwen voor hun terughoudendheid om te investeren zolang de protesten en de instabiliteit voortduren, wat opnieuw aantoont dat het privékapitaal zich alleen maar bekommert om het maken van winst, en niet om democratische rechten. Zelfs geïsoleerd van andere invloeden van buitenaf zal de economie in deze situatie blijven stagneren.
Als de protesten even stilvallen en Loekasjenko aan de macht blijft, zal het voor hem niet gemakkelijk zijn om uit deze stagnatie te komen. Het is onwaarschijnlijk dat Rusland zijn subsidies drastisch zal verhogen, gezien de moeilijkheden waarmee de Russische economie nu al te kampen heeft. Het is ook niet waarschijnlijk dat de olie- en gasprijzen in de nabije toekomst ernstig zullen stijgen, waardoor de regering kan profiteren van de doorvoer. Loekasjenko heeft geen instrumenten om deze crisis te boven te komen.
Er is al een voorstel gedaan om de privatisering van belangrijke staatsbedrijven te versnellen. Maar de privatiseringen zijn de afgelopen tien jaar tot stilstand gekomen, niet omdat de regering de plannen van de Wereldbank niet wil uitvoeren, maar omdat er een algemeen gebrek is aan kapitaal dat bereid is om in Wit-Rusland te investeren. In deze situatie is de enige mogelijkheid om de economie open te stellen voor Russisch kapitaal. Dat is natuurlijk ook een optie, als iemand als Babariko, die dicht bij het Russische kapitaal staat, aan de macht komt. Dit zou de economie openstellen voor privatisering en het algemene beleid van Rusland, gebaseerd op verdere besparingen op de gezondheidszorg, het onderwijs en de sociale voorzieningen.
Maar ook in het andere geval zou er weinig veranderd zijn: als er een meer op de EU gerichte leider aan de macht was gekomen. Dezelfde neoliberale voorschriften zouden op de agenda staan: privatiseringen en besparingen. De Wit-Russische bevolking wordt al lang gezien als dicht aanleunend bij Rusland. In tegenstelling tot buurland Oekraïne is er geen sprake van een sterk nationaal vraagstuk. Zelfs tijdens de protesten was er geen pro-EU-stemming zoals die bestond tijdens de ‘Maidan’-protesten van Kiev in 2013-2014. De interventie van het Kremlin ter ondersteuning van Loekasjenko heeft echter wel geleid tot een duidelijke groei van pro-EU-gevoelens. Aan het eind van het jaar bleek uit een onderzoek van de ‘Belarusian Analytical Workshop’ dat 11 tot 40% van de Witrussen een alliantie met Rusland steunden en 25% van de Belarussen zich op de EU richtten.
Wit-Rusland maakt al lang deel uit van de wereldeconomie, die momenteel een van de ergste crises in de geschiedenis doormaakt. De klassenongelijkheid, die al op een historisch hoog niveau ligt, zal zelfs in de ‘ontwikkelde landen’ blijven toenemen en landen als Wit-Rusland zullen in wijdverbreide armoede vervallen.
Democratie, bonapartisme en kapitalisme
Elke kapitalistische elite geeft er de voorkeur aan om met democratische middelen te regeren. Het is niet alleen goedkoper. Het hebben van democratische instellingen in de vorm van parlementen, rechtbanken om de rijken en hun eigendommen te beschermen, biedt een extra verzekering voor hun heerschappij. Een dergelijk systeem biedt meestal de mogelijkheid om de leiders van de arbeidersklasse te neutraliseren door ze te integreren in de staats- en politieke structuren.
Maar zo’n democratie voor de elites is alleen mogelijk als de oligarchen en de verschillende lagen van de kapitalistische klasse het onderling eens kunnen worden, als ze niet bedreigd worden door stakingsbewegingen en massale ontevredenheid, als de economie in opkomst is. Anders kunnen de elites kiezen voor een Bonaparte, een dictator-scheidsrechter, die de macht in eigen handen concentreert en met zijn eigen autoritaire methoden de problemen van de heersende klasse oplost.
Dat was de rol van Loekasjenko in Wit-Rusland in de jaren 1990: een bureaucraat die het herstel van het kapitalisme tot een logisch einde moest brengen. Hij volgde een strategie van langzame privatisering die geen gewelddadig verzet zou oproepen van de werkende bevolking, maar ook intellectuelen, veel zelfstandigen en studenten. Hij sprak over een sociaal georiënteerd kapitalisme met nationale kenmerken, dat de opkomst van de nieuwe kapitalistische heersende klasse mogelijk maakte, terwijl hij populistische leuzen gebruikte om te doen alsof hij de belangen van de arbeidersklasse vertegenwoordigde.
Onder het kapitalisme bestaat er geen immuniteit voor tirannie. Zelfs in de meest ontwikkelde landen worden de democratische vrijheden van de massa’s vandaag aangevallen en nemen de autoritaire tendensen toe. Dit proces is versneld na de wereldwijde economische crisis van 2007-2008, en vooral met het uitbreken van de pandemie.
Het staatsapparaat in moderne “burgerlijke democratieën” – dat wil zeggen zijn ambtenaren, rechters, militaire generaals, parlementaire instellingen – is alleen neutraal in de zin dat ze de belangen van de hele kapitalistische klasse dienen, en hun loyaliteit wordt gekocht met hoge salarissen, privileges en prestige. Veel van dit alles is gelegitimeerd omdat de kapitalisten voor zichzelf al gunstige spelregels hebben vastgelegd. In tijden van economische crisis begint het staatsapparaat in te grijpen tegen de verarmde massa’s of in het belang van afzonderlijke delen van de kapitalistische klasse. De illusie van “democratie voor iedereen” begint snel te verdwijnen.
Er wordt ons verteld dat het alternatief voor het Bonapartisme van Loekasjenko de democratie is, wat een democratie voor de heersende klasse betekent. Maar het is geen uitweg, democratie op kapitalistische basis zal de sociale problemen, ongelijkheid, armoede niet oplossen.
Eisen en leiding van het protest
Weinig mensen verwachtten dat Loekasjenko een eerlijke verkiezing zou organiseren. Maar de bekendmaking van de resultaten, toen hij meer dan 80% van de stemmen opeiste, was de laatste druppel. Ontevredenheid over de economische situatie, de asociale tegenhervormingen en het gebrek aan basisvrijheden dwongen de massa om te protesteren. Gedreven door een verlangen naar verandering, begonnen ze de omverwerping van de dictatuur te eisen.
Wat begon als vreedzame en relatief rustige protesten werd al snel beantwoord met gewelddadige onderdrukking. Het gebruik van politiegeweld, vooral wanneer het gericht was tegen arbeiders, lokte woede uit in de grote fabrieken. De eis om het regime te ontmantelen, ging samen met oproepen om een “tribunaal voor de vervolgers” te organiseren. De slogan “vrijheid voor politieke gevangenen” begon nog luider te klinken.
De verschillende klassen en lagen die in het protest naar voren kwamen, hadden verschillende motieven. De liberale elite begreep dat de manipulatie van de verkiezingen een manoeuvre was om te voorkomen dat ze aan de macht zouden komen op een golf van massale ontevredenheid. Voor het overgrote deel van de bevolking, het zorgpersoneel en de arbeiders in de zware industrie, vele studenten en jongeren was het protest vooral gericht tegen het rampzalige economische en sociale beleid. Bij gebrek aan eigen organisaties van de massa, vooral die van de arbeidersklasse, was het de liberale elite die beweerde te spreken namens alle betogers.
Vanwege hun klassenpositie heeft de liberale elite haar eigen redenen om zich te ontdoen van deze dictator. Ze doen dit desnoods door op de arbeiders te leunen. Dit gebeurt op zo’n manier dat de arbeiders niet voldoende onafhankelijk worden en zich niet organiseren, zodat ze zich morgen niet tegen de nieuwe heersende elite – de kapitalisten en oligarchen – keren zoals ze dit tegen Loekasjenko deden. De oppositie-elite organiseerde snel de Coördinerende Raad, in de hoop dat dit orgaan de macht zou overnemen zodra de dictator was verdreven. Op een gegeven moment, toen honderdduizenden mensen in het hele land de straat op gingen, leek het erop dat het slechts een kwestie van tijd was. Toen Loekasjenko de situatie begon te stabiliseren, begon de oppositie te breken, waardoor andere instrumenten ontstonden, op zoek naar manieren om zichzelf te versterken.
De verschillende oppositie-elites die beweren namens de betogers te spreken, weerspiegelen de toestand van de liberale burgerij zelf in Wit-Rusland. Van alle politieke figuren heeft alleen Tikhanovskaja, een over het algemeen toevallig in de politiek gesleepte figuur, min of meer de stemming van de betogers kunnen vatten en een soort dialoog met hen kunnen aangaan. Ze begon te beloven dat als ze zou winnen er enkele verbeteringen zouden komen voor delen van de arbeidersklasse, maar het kwam te laat. Uiteindelijk had het publieke ultimatum dat zij eind oktober uitsprak met de oproep tot een nationale algemene staking, bedoeld om een beslissende aanval op het regime door de massa’s te lanceren als Loekasjenko niet zou aftreden, weinig effect. De rest van de liberale elite, die de massa’s niets anders kon bieden dan verdere neoliberale beleidsmaatregelen, stelde geen sociale of economische eisen die de positie van de massa’s konden verbeteren. Met andere woorden: ze zagen eruit als protestleiders, maar in werkelijkheid waren ze dat niet.
Had de beweging in dit stadium kunnen winnen?
Als de overwinning wordt gedefinieerd als Loekasjenko’s afzetting of nieuwe verkiezingen, had de protestbeweging in de eerste weken of zelfs dagen kunnen winnen, mits een bekwame leiding die duidelijke oproepen deed op basis van een strategie voor de strijd. Dit zou hebben betekend dat mensen werden betrokken bij het bespreken van tactieken, strategieën en eisen, bij het verspreiden van massale onrust om nog meer mensen ervan te overtuigen zich bij de strijd aan te sluiten. Zo sprak de arbeidersklasse bij de fabrieksbijeenkomsten over de noodzaak om het contractsysteem af te schaffen en contracten voor onbepaalde tijd in te voeren die de arbeiders echt beschermen, maar geen van de liberale elites durfde te beloven deze eis in te willigen. De Coördinerende Raad bracht in stilte een document uit waarin gesproken werd over het “verbeteren” (?) van het contractsysteem. Uiteindelijk werd het protest eenvoudigweg beperkt tot een wekelijkse rituele betoging.
Tegen het einde van het jaar, toen de protesten aan het afbrokkelen waren, begon Nexta, de populairste protestmedia, anarchistisch materiaal te publiceren dat neerkwam op oproepen tot de praktijk van kleinschalige stadsterreur tegen overheidsbeambten. Wit-Rusland heeft een zekere traditie van guerrillastrijd uit de Tweede Wereldoorlog, toen antifascistische strijders zich in de bossen verstopten toen ze acties voerden tegen de nazi-bezetting. Maar vandaag steunt niemand deze zinloze en provocerende oproepen tot guerrillastrijd, behalve de anarchisten zelf, hoewel sommigen wellicht hopen op een initiatief om de politiekantoren te bestormen.
De berichten van Nexta tonen echter dat er onder de betogers een zekere wanhoop is. De leiding van het protest is niet in staat om met een verklaring te komen voor het falen van de strategie die op het hoogtepunt van de beweging werd gevolgd, toen de liberale leiding de strijd beperkte tot ‘vreedzaam protest en het omhelzen van de oproerpolitie door hen bloemen te geven’.
Zelfs nu had de beweging kunnen winnen als ze een eigen structuren had gehad, strijdcomités met gekozen vertegenwoordigers van fabrieken en stakerscomités, universiteiten en binnenplaatscomités. Maar de oppositie-elite nam deze optie niet eens in overweging, omdat het hun positie in gevaar bracht.
Supratsiwlenine pratsownykh, de aanhangers van ISA in Wit-Rusland, riepen op om Loekasjenko te laten gaan en alle politieke gevangenen vrij te laten. We eisten het einde van de privatiseringen, het contractsysteem en de pensioenhervormingen, en dat de gezondheidszorg en het onderwijs weer gratis en van goede kwaliteit worden gemaakt. Met de arbeidersklasse aan het hoofd van deze strijd zou dit de basis vormen voor de oprichting van een massale arbeiderspartij met een socialistisch programma, het presenteren van kandidaten bij komende verkiezingen en het bijeenroepen van een grondwetgevende vergadering waarin gekozen vertegenwoordigers van alle werkenden beslissen hoe Wit-Rusland democratisch moet worden bestuurd in het belang van de arbeidersklasse, een democratisch, onafhankelijk en socialistisch Wit-Rusland als onderdeel van een bredere federatie van democratische socialistische staten.
Wat nu?
In de afgelopen maanden waren verschillende scenario’s mogelijk geweest.
De eerste mogelijkheid was de nederlaag van Loekasjenko en de ontmanteling van zijn regime. Dit was zeker een realistische optie als de massabeweging een echt leiderschap had, gebaseerd op de arbeidersklasse en met stakingen als belangrijk onderdeel van haar strategie. Maar zelfs zonder een dergelijk leiderschap had het regime, door het voortzetten van het geweld in de eerste dagen, de woede zodanig kunnen aanwakkeren dat geen enkele vorm van repressie de verdere verspreiding van het protest had kunnen stoppen. Dit had kunnen leiden tot een spontane omverwerping van het regime, zoals bijvoorbeeld gebeurde tijdens de bewegingen in Tunesië en Egypte tien jaar geleden.
Wij zijn natuurlijk geen pleitbezorgers van de aanpak ‘hoe harder de repressie, hoe sterker het protest.’ Alleen degenen die de arbeidersklasse niet vertrouwen, kunnen hopen dat het geweld van het regime het volk tot actie zal aanzetten. Het is heel goed mogelijk dat zulke gewelddadige acties van het regime leiden tot de volledige vernietiging van het protest, zoals dat in 2011 in Kazachstan gebeurde na de afslachting van stakende oliearbeiders in Zhanaozen.
De massale strijd, zoals die van de afgelopen vier maanden, ontwikkelt zich nooit lineair. Het heeft zijn ups en downs. Het is duidelijk dat er nu een periode van eb is. Dit zal een tijdelijke fase zijn, en hoe lang die zal duren zal afhangen van verdere gebeurtenissen. Loekasjenko lijkt zich voor te bereiden op een grondwetswijziging en stelt zelfs voor dat hij ontslag neemt nadat de veranderingen zijn aangenomen. Waarschijnlijk zullen de wekelijkse betogingen nog enige tijd in een of andere vorm doorgaan en de meest vastberaden activisten aantrekken.
Er kan een zeker element van demoralisatie en vermoeidheid worden verwacht. Maar dit mag geen reden tot wanhoop zijn. Het geeft activisten juist de tijd om na te denken over wat er is gebeurd, om zich beter te organiseren en voor te bereiden op de volgende fase. Dit moet gebeuren met het begrip dat de Wit-Russische samenleving niet zal terugkeren naar haar vorige staat, de massa’s zullen zich herinneren hoe ze zich maandenlang tegen het regime hebben verzet.
De rol van de socialisten in de “democratische” revolutie
De oppositie-elite beperkte het protest met democratische eisen voor “eerlijke verkiezingen”, waarbij de noodzaak van sociale en economische veranderingen werd genegeerd. De liberale oppositie spreekt over de belangen van de natie en de noodzaak om het volk te verenigen, maar daarmee bedoelen ze dat ze de leiding hebben, terwijl de rest het beleid dat ze willen voeren passief moet steunen. Met name het beleid van de liberale oppositie, dat elke werknemer die wil staken aanbeveelt om het management hierover te informeren, zelfs als dit leidt tot onmiddellijk ontslag, is misdadig. Het haalt de beste arbeidersactivisten uit de fabrieken terwijl ze er beter blijven om de andere werkenden te organiseren. De arbeidersbeweging mag niet in deze valkuil trappen. In plaats daarvan moeten de linkse krachten de Wit-Russische demonstranten een socialistisch alternatief bieden voor de mislukte tactieken van de liberalen en het kapitalisme, en alles in het werk stellen om de onafhankelijke organisatie van de werkplekken te ondersteunen.
Helaas is Wit-Russisch links erg zwak geweest en heeft het zich ernstig vergist. Anarchisten van de ‘Pramen’-groep lopen kritiekloos de liberalen achterna met het argument “eerst moet Loekasjenko weg en daarna zullen we een linkse agenda naar voren schuiven.” Anderen, zoals Pavel Katarzewski, een leider van de partij “Rechtvaardige Wereld” die zich begin september, toen de beweging op haar hoogtepunt was, voorstelde als links-sociaaldemocratisch, hebben gecapituleerd in passiviteit. Stalinisten en neomarxisten uit de verschillende ‘marxistische kringen’ weigerden een rol te spelen in de massabeweging, doorgaans met kinderachtige of ultralinkse excuses zoals ‘links mag niet meedoen omdat de liberalen het voortouw in het protest nemen.’
De taak van de socialisten in dergelijke situaties is om te pleiten voor zelforganisatie van de werkenden om op die basis een leidende rol in het protest te spelen. Alleen de zelforganisatie van de arbeiders kan ons in staat stellen het kapitalisme te verslaan en alleen zo kan de invoering van de meest progressieve vorm van democratie worden gewaarborgd.
We moeten de sektarische vergissing vermijden dat de arbeiders alleen in de grote fabrieken zitten. Nieuwe delen van de samenleving hebben zich aangesloten bij de arbeidersklasse. Medisch personeel heeft zichzelf in de voorste gelederen van de strijd geplaatst, studenten hebben zich georganiseerd om hun solidariteit met de arbeidersklasse te betuigen. Werknemers in de transport- en informatiesector hebben het vermogen om de economie effectief te stoppen als ze georganiseerd zijn.
Tegelijkertijd wordt over de Wit-Russische protesten vaak gezegd dat ze een “vrouwelijk gezicht” hebben, elke zaterdag zijn er de vrouwenmarsen geweest. We moeten niet vergeten dat het grootste deel van de arbeidersklasse uit vrouwen bestaat. Het percentage werkende vrouwen in Wit-Rusland, evenals vrouwen met een tweede baan, is hoger dan in Rusland of Oekraïne, terwijl vrouwen tegenwoordig een lager loon hebben dan mannen. We moeten alles in het werk stellen om een maximale eenheid van de arbeidersklasse te waarborgen, door ervoor te zorgen dat deze kwesties in de strijd worden opgenomen.
Het is de taak van socialisten om in de komende periode ons socialistische en revolutionaire politieke programma onder de arbeidersklasse te populariseren. We moeten de eis van de volledige ontmanteling van de dictatuur van Loekasjenko verdedigen, met de overgang naar arbeidersdemocratie op basis van de planning van de economie om de levensomstandigheden te verbeteren, en de eis dat alle fabrieken en grote ondernemingen in het land onder de controle en het beheer van de arbeidersorganisaties worden geplaatst.
Leon Trotski omschreef de strategische taak van revolutionaire socialisten in een periode van agitatie, propaganda en organisatie als: “het overwinnen van de tegenstellingen tussen de rijpheid van de objectieve voorwaarden voor de revolutie en de onrijpheid van het proletariaat en zijn voorhoede (de ontreddering en ontgoocheling van de oude generatie, gebrek aan ervaring van de jongeren). De massa’s moeten bij hun dagelijkse strijd geholpen worden de brug te slaan tussen hun directe eisen en het programma van de socialistische revolutie. Deze brug moet bestaan uit een systeem van overgangseisen die vertrekken van de huidige situatie en het huidig bewustzijn van de brede lagen van de arbeidersklasse en onveranderlijk tot één en dezelfde conclusie voeren: de verovering van de macht door het proletariaat.”
Hieruit volgt een begrip van de uitdagingen waar wij als revolutionaire socialisten voor staan in de komende periode, waarin de protestbeweging haar vroegere hoogtepunt niet zal bereiken en dus de mogelijkheid biedt om ons voor te bereiden op de volgende fase. In feite is het zo dat hoe meer tijd er is om zich voor te bereiden, hoe beter. Naarmate de mondiale crisis de wereld in zijn greep krijgt, zullen de taken echter dringender worden.
Misschien staan revolutionaire socialisten in Wit-Rusland, meer dan in enig ander land, voor een ‘dubbele uitdaging’. We moeten een arbeidersbeweging opbouwen en tegelijkertijd een revolutionaire politieke organisatie, een partij. We moeten de organisatie van stakerscomités en vakbondsstrijd op de werkvloer helpen, zodat de werkenden onafhankelijk van de liberale oppositie-elite worden georganiseerd. Die oppositie zal immers steeds proberen om de belangen van de werkenden ondergeschikt te maken aan die van henzelf.
Naarmate dit proces zich ontwikkelt, wat bijzonder snel kan gebeuren, zal het klassenbewustzijn, een bewustzijn van hoe de arbeidersklasse wordt uitgebuit door het kapitalisme, groeien. Het is noodzakelijk om ons programma openlijk en rechtstreeks onder de werkenden te populariseren, waarbij de klassenbelangen van de liberale elite worden blootgelegd en ervoor wordt gezorgd dat de arbeidersklasse een politiek en een socialistisch programma heeft dat in staat is om de maatschappij vooruit te helpen als de dictator wordt afgezet en het kapitalisme omver wordt geworpen.
Tegelijkertijd moeten we ons vooral richten op het aantrekken van mensen uit die lagen van de arbeidersklasse, in het bijzonder de jongeren, die voorop lopen in de strijd tegen het regime en het kapitalisme zelf, zoals degenen die met progressieve eisen deelnemen aan de protesten, aan stakingen, aan bijeenkomsten op de binnenplaatsen. We doen dit met het doel een op politieke kaders gebaseerde revolutionaire socialistische organisatie op te bouwen, onafhankelijk van de elite. Een organisatie die in staat is om toekomstige bewegingen te wapenen met een strategie en een revolutionair socialistisch programma waarmee een overwinning mogelijk wordt.
Voorlopig neemt het protest af, maar de woede van het Wit-Russische volk tegen het regime is niet verdwenen. De deelname aan de regelmatige betogingen is riskanter geworden, omdat de repressie is opgevoerd en de marsen kleiner zijn geworden. Het is niet langer mogelijk om openlijk politiek tussen te komen in deze activiteiten. Daarom is het noodzakelijk om het werk tijdelijk over te brengen naar de werkplaatsen, om contacten te leggen en een dialoog te voeren met de op protest gerichte collectieven.
Daarbij zullen we ons concentreren op de taken van partijvorming, het aantrekken van nieuwe mensen, het cultiveren van een politiek (theoretisch en hedendaags) begrip, het ontwikkelen van onze kaders gewapend met een perspectief, een programma en het eisen van een energieke interventie wanneer de volgende fase van deze beweging zich onvermijdelijk ontwikkelt.