Recensie. De terugkeer van de natuur

Recensie van “The return of nature” geschreven door John Bellamy Foster, uitgegeven door Monthly Review Press (2020)

John Bellamy Foster’s baanbrekende boek uit 2000 over de ecologie van Marx toonde aan dat het marxisme zich vanaf het begin bezighield met ecologische vraagstukken. Het langverwachte vervolg, “The return of nature: socialism and ecology”, ontwikkelt deze ideeën vanaf de dood van Marx en Darwin tot de jaren ’60, waarbij een continue rode draad van het dialectische denken over het milieu naar voren wordt gebracht.  Het is een nauwgezette studie van de gezamenlijke evolutie van socialisme en ecologie, waarbij een enorme rijkdom aan bronnen wordt aangehaald, zoals de bijdragen van Engels, de linkse Darwinist Ray Lankester, en de romantische marxist William Morris.

Recensie door Keishia Taylor (Socialist Party – ISA in Ierland)

Een groot deel van de 19e eeuwse wetenschap vierde de overheersing van de mens over de natuur. Engels legde uit dat de scheiding tussen mens en natuur niet onvermijdelijk of permanent was, maar een direct gevolg van het ontstaan van privé-eigendom, aangezien de plundering van de aarde het fundament van het economische systeem was. Nochtans is de menselijke samenleving een onderdeel van en ontstaan uit de natuur, terwijl zij tegelijkertijd handelt op basis van de natuur; de mensheid creëert en werkt volgens haar eigen wetten, maar is nog steeds onderworpen aan de natuurwetten van de fysica. Er is geen absolute tegenstelling tussen de natuur en de maatschappij; met een dialectisch materialistische benadering is het mogelijk om de veranderende en tegenstrijdige aard van het bestaan in de wereld te verklaren.

In Anti-Duhring schreef Engels: “De natuur is het bewijs van de dialectiek, en voor de moderne wetenschap moet worden gezegd dat zij dit bewijs heeft geleverd met zeer rijke materialen die met de dag toenemen.” De Darwinistische evolutie was een baanbrekend voorbeeld, maar Engels wees er ook op dat de zogenaamde constanten van de natuurkunde vaak de punten zijn waarop een kwantitatieve verandering kwalitatieve verandering wordt, zoals de vries- en kookpunten van water. Een ander voorbeeld is de omzetting van koolwaterstoffen in afzonderlijke verbindingen door de keten van koolstofatomen te verlengen of te verkorten.

Voor Marx en Engels waren de materialistische opvatting van de natuur en de materialistische opvatting van de geschiedenis onlosmakelijk met elkaar verbonden, net zoals de vervreemding van de natuur en de vervreemding van de arbeid. William Morris breidde het begrip vervreemding uit met het argument dat de kapitalistische productie en arbeidsverdeling een diepe ontkoppeling van de arbeidersklasse van hun werk, zichzelf, de natuurlijke wereld en het behoren tot een breder ecologisch geheel veroorzaakten. Als romantisch socialist schreef hij dat kunst het plezier, de vrijheid en de individualiteit van de arbeider is in zijn dagelijks noodzakelijke werk, iets wat door het kapitalisme wordt verpletterd.

Foster documenteert de brutale voorwaarden die aan de arbeidersklasse worden opgelegd, te beginnen met Engels boek: “De toestand van de arbeidersklasse in Engeland” geschreven in 1845. In industriesteden leefden en werkten de arbeiders in vuiligheid en ellende, met een gebrek aan sanitaire voorzieningen of gezondheidszorg, lucht- en watervervuiling, slechte voeding en voedselvergiftigingen, met een constant risico op werkongevallen en uiteindelijk vroegtijdige dood. Engels omschreef vroegtijdig overlijden van arbeiders als gevolg van hun omgeving en omstandigheden als ‘sociale moord’ door toedoen van de kapitalisten.

Morris schreef over de inherente verspilling van het kapitalisme, onder meer over de doelloze goederen die worden geproduceerd voor de rijken, de sociaal onnodige arbeid die wordt verricht, de ellende en verspilde levens van de arbeiders, de zinloze bureaucratie en de vernietiging van het milieu. Hij was een van de velen die kritiek hadden op de roofzuchtige vernietiging van de bossen, de uitputting van de voedingsstoffen in de bodem, de plundering van de zeeën en de vervuiling van de lucht en de rivieren met rook en rioolwater, veroorzaakt door het industriële kapitalisme. Sommigen waarschuwden voor de omvang van de menselijke inmenging in de complexe ecologische systemen, die het metabolisme van de natuur uit balans bracht met onbekende gevolgen. Deze socialisten verwierpen de Malthusiaanse benadering die de verantwoordelijkheid toeschrijft aan overbevolking. Ze leggen de schuld terecht bij het kapitalistische streven naar expansie en winst, in plaats van de mensheid als geheel.

Aan het eind van de 19e eeuw benadrukte Lankester dat de mensheid op het randje van een ecologische afgrond liep, maar we zijn ondertussen al ver op weg naar een totale ramp. In een maatschappij die gedomineerd wordt door winstbejag op korte termijn, kapitalistische expansie en met de macht die geconcentreerd is bij een steeds kleinere groep kapitalisten, kunnen wetenschap, technologie en productie gevaarlijke resultaten opleveren. Het kapitalisme is niet in staat een evenwicht te vinden tussen de behoeften van de winst en de werkelijke behoeften van de samenleving als geheel. Dat is gewoon niet mogelijk.

De opwarming van de atmosfeer, de vernietiging van de bossen in de wereld door agro-industrie en branden, het enorme verlies van habitats en biodiversiteit, extreme weersomstandigheden en de vervuiling van de watersystemen met microplastics; deze realiteiten worden al decennialang genegeerd of ontkend door kapitalistische instellingen. Vandaag is het wereldkapitalisme kwetsbaar en wordt het geconfronteerd met allerlei crises – pandemie, economische depressie, massale werkloosheid en armoede, interimperialistische concurrentie, klimaatcatastrofe en, onze enige hoop, het potentieel van massale actie door de arbeidersklasse.

“The return of nature” vertelt over een eeuw van dialectische ecologische wetenschap, die een instrument is om ons begrip van de diepe stroming van het ecologische denken in de opkomst van socialistische ideeën te ontwikkelen. Helaas schiet het boek tekort om een soort gids voor actie te zijn. Toch schetst Foster in de laatste zinnen onze dringende taak: “Wat we vandaag moeten onttronen, is de afgod van het kapitaal zelf, de geconcentreerde macht van de op klassen gebaseerde inhaligheid, die nu de ecologie van de aarde in gevaar brengt.”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop