Dit was 2010. Europese arbeiders in opstand

Vorige jaren werd Latijns-Amerika als toonbeeld van strijdbaarheid naar voor geschoven. Dit jaar is dit niet langer het geval. 2010 was het jaar van het Europese verzet tegen de besparingen. Een simpele opsomming van de grote betogingen en stakingen maakt dat punt duidelijk. We brengen dan ook een onvolledige opsomming en gaan na welke conclusies hieruit kunnen worden getrokken.

Deel 2 van het jaaroverzicht van socialisme.be

Het begon in het zuiden van Europa met opeenvolgende stakingen in Griekenland. Tussendoor volgden zowat alle andere landen, maar het eindigde opnieuw in Griekenland met de algemene staking van 15 oktober. Een onvolledig overzicht van het Europees verzet dit jaar.

  • Januari: staking van de Tekel-arbeiders in Turkije. Begin februari volgt een algemene staking in solidariteit met de Tekel-arbeiders.
  • 29 januari: 35.000 betogers in Brussel.
  • 5 februari: betoging openbare diensten in Portugal met 50.000 deelnemers.
  • 24 februari: Massale betogingen in Griekenland.
  • 2 maart: 600 vakbondsmilitanten betogen in Nederland tegen de verhoging van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar.
  • 7 maart: 93% van de IJslanders stemt in een referendum tegen de terugbetaling van failliete internetbanken.
  • 10 maart: Staking van de Britse ambtenaren.
  • 11 maart: Aalgemene staking in Griekenland.
  • eind maart: Staking bij British Airways.
  • 1 mei: Honderdduizenden betogen op het Taksimplein in Istanboel, Turkije.
  • 5 mei: Algemene staking in Griekenland.
  • 20 mei: Algemene staking in Griekenland.
  • 8 juni: Twee miljoen stakers in de Spaanse openbare diensten.
  • 13 juni: 45.000 betogers tegen besparingen in Duitsland.
  • 29 juni: Algemene staking in Griekenland.
  • juli: Arbeiders van FIAT-fabriek te Pomigliano (Italië) in actie.
  • 7 september: Frankrijk: nationale actiedag tegen de pensioenhervormingen.
  • 29 september: Europese betoging in Brussel met 100.000 deelnemers.
  • 29 september: algemene staking in Spanje.
  • 1 oktober: 100.000 betogers in Stuttgart tegen een prestigeproject.
  • 2 oktober: Nationale actiedag in Frankrijk met 2,9 miljoen betogers.
  • 12 oktober: 3,5 miljoen betogers in Frankrijk.
  • 16 oktober: Nationale actiedag in Frankrijk.
  • 19 oktober: 3,5 miljoen betogers in Frankrijk op nieuwe nationale actiedag.
  • 23 oktober: 4.000 vakbondsmilitanten betogen in Londen en in Schotland komen 20.000 mensen op straat.
  • 3 november: Studentenbetoging met 30.000 deelnemers in Dublin (Ierland).
  • 6 november: 1,2 miljoen betogers in Frankrijk.
  • 10 november: Studentenbetoging in Londen met 52.000 aanwezigen.
  • 24 november: Algemene staking in Portugal.
  • 24 november: 130.000 Britse studenten en scholieren betogen.
  • 27 november: 100.000 betogers in Dublin (Ierland).
  • December: Jongerenprotest in Italië.
  • 15 december: Algemene staking in Griekenland.

Enkele vaststellingen

Het bovenstaande overzicht is verre van volledig, maar het wijst alvast op een eerste belangrijke vaststelling en dat is dat de Europese arbeidersklasse op het strijdtoneel is verschenen. Aan strijdbaarheid en verzet was er geen gebrek. Er waren massale acties en daarbij werd ook teruggegrepen naar ordewoorden als die van de algemene staking. Het potentieel is dus zeker aanwezig.

De burgerij probeert hierop te antwoorden met alle mogelijke middelen: het zaaien van verdeeldheid (bijvoorbeeld tegen de Roma-zigeuners in Frankrijk), het uitzweten van de acties omdat er toch geen alternatief is of – en dat was een opvallend element dit jaar – een toename van repressieve maatregelen. In Griekenland werd het leger ingezet tegen stakende chauffeurs, in Spanje werd dit in december herhaald tegen stakende luchtverkeerleiders. De studentenprotesten in Groot-Brittannië en Ierland kregen eveneens met repressie te maken. In eigen land zagen we op beperktere schaal een zelfde ontwikkeling in het kader van de Europese vakbondsbetoging van 29 september.

Doorheen de acties en bewegingen bleek een actiebereidheid aan de basis maar ook een gebrek aan leiding die in staat is om bewegingen richting te geven qua acties en qua inhoudelijke eisen. De gevolgen van het neoliberale offensief van de afgelopen jaren aangevuld met de ideologische verwarring na de val van het Oostblok hebben de leidingen van de arbeidersbeweging zwaar schade toegebracht. Oude burgerlijke arbeiderspartijen werden volledig burgerlijke formaties, veel vakbondsleiders stapten in de logica van dit systeem en nieuwe linkse formaties bleken in veel gevallen niet in staat om antwoorden te bieden op de bewegingen. Deze kwestie zal in 2011 nog scherper op de agenda staan, de roep naar nieuwe arbeiderspartijen die met duidelijke eisen en slogans in bewegingen tussenkomen om er richting aan te geven en het gevecht om tot strijdbare en democratische vakbonden te komen, zal bovenaan de agenda moeten staan.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop