Kerry versus Bush: de onmogelijke keuze

Een maand voor de presidentsverkiezingen op 2 november geven de peilingen aan dat het een nek-aan-nekrace zal worden. Ondanks de enorme polarisatie in de samenleving, de lage steun voor Bush zijn politiek (niet meer dan 40-45%), de schandalen rond de oorlog in Irak, de enorme belastingsverlagingen voor de rijken en big business (meer dan 2 triljoen dollar), de groeiende kloof tussen arm en rijk, historisch grote protesten,… slagen de Democraten en Kerry er niet in om Bush een verpletterende nederlaag toe te brengen.

Bart Vandersteene

Waarom slagen de Democraten er niet in om Bush te verslaan?

Bij de vorige presidentsverkiezingen ging slechts 50% van de Amerikanen stemmen. De Democraten slagen er niet in om aan de bevolking duidelijk te maken waarom een Democratische president een echt verschil zou maken voor het leven van de gewone Amerikanen en de wereldbevolking. De reden voor dit gebrek aan enthousiasme ligt dan ook uitsluitend bij hen.

In een opinieblad van de patroons werd Kerry omschreven als “het politieke equivalent van valium”. Men blaast een aura rond Kerry, die een held uit de Vietnam-oorlog en later de beweging tegen de oorlog in Vietnam zou zijn. In de feiten is hij een van de vele rijke, machtsbeluste Democraten, gestuurd door big business. Hij is niet enkel de rijkste senator, in de Senaat stemde hij consistent voor de belangen van het patronaat.

Over de oorlog in Irak hanteert hij vage en loze anti-oorlogspraat. Hij stemde wel voor de oorlog en voor de fondsen van de bezetting. Op één van zijn persconferenties stelde Kerry zelfs dat zijn eerste beslissing zou zijn om 40.000 extra troepen naar Irak te sturen. Af en toe probeert hij gebruik te maken van het wijdverspreide anti-oorlogsgevoel in de VS. Anderzijds moet hij zich tegenover van de heersende elites bewijzen als een betere en betrouwbare beheerder van het systeem.

De primaries en de ruk naar rechts bij de Democraten

Tijdens de primaries, waarbij de presidentskandidaat voor de Democraten werd aangeduid, profileerden verschillende kandidaten zich als de absolute tegenpool van Bush. Vooral Howard Dean, die lange tijd voorop lag in de opiniepeilingen, had gemerkt wat het potentieel was van het anti-Bush gevoel dat leefde in de samenleving. Hij bouwde een anti-oorlogscampagne op die enthousiast werd ontvangen onder delen van de bevolking. Daardoor werd ook Kerry verplicht om radicalere slogans te hanteren.

De leiding van de Democraten had een immense schrik van Dean. Zijn campagne zou wel eens grote verwachtingen kunnen opwekken, die de Democraten nooit konden inlossen.

Vandaar hun resoluut verzet tegen Dean en hun zoektocht naar een geschiktere kandidaat: Kerry. Sinds Kerry echter aangeduid werd als kandidaat voor de Democraten is hij in één ruk opgeschoven naar rechts. Elke illusie dat de Democratische Partij zou kunnen worden gebruikt als instrument voor een andere politiek werd direct met de grond gelijk gemaakt.

De tikkende tijdbom in de VS

In een periode van economische crisissen zal het kapitalisme steeds trachten de crisissen te exporteren naar andere landen, of voor zich uit te duwen in de tijd. Dit was de basis van Bush’ economische politiek. Hij bracht de rentevoeten naar een historisch laagtepunt, nl. 1%, om de Amerikaanse consument aan het consumeren te houden, onder andere door het aangaan van leningen. Maar elke dollar die vandaag geleend wordt moet ooit worden terugbetaald. Voor elke dollar economische groei tussen 2001 en 2003 werd er 3,19 dollar extra schuld opgebouwd (door de bedrijven, de overheid of de consument). De schuldgraad van zowel de overheid, de bedrijven als de consumenten scheert nooit geziene toppen. Deze zeepbel moet ooit barsten.

Zowel Kerry als Bush zullen drastisch snoeien in de sociale voorzieningen, met alle gevolgen van dien. Onder Bush steeg het aantal officiële armen van 40 tot 45 miljoen mensen. Voor de meeste Amerikanen, stoelend op een zwak uitgebouwde welvaartstaat, zal de aankomende crisis heel zwaar toeslaan. Voor hen zal blijken dat het land van de American Dream en van “vrijheid en democratie” niet langer in staat is om hen een toekomst te bieden. Het idee van een maatschappelijk alternatief zal dan niet enkel worden bediscussieerd door een beperkte laag, maar zal het wezen uitmaken van elk maatschappelijk debat. Spectaculaire omwentelingen in de manier van denken en handelen van de Amerikanen worden dan mogelijk.

Het noodzakelijke einde van het tweepartijensysteem

Het tweepartijensysteem doorbreken is een absolute voorwaarde voor verandering in de VS. De kandidatuur van Ralph Nader legt de instabiliteit van dit systeem bloot. Socialist Alternative, de Amerikaanse zusterorganisatie van de LSP, voert daarom energiek campagne voor Nader, die in 2000 met de steun van de Groenen 2,7 miljoen stemmen behaalde. Vandaag moet hij het stellen zonder de steun van de Groenen. Zij hebben een eigen kandidaat, die enkel opkomt in die staten waar de uitslag reeds op voorhand vastligt en dus van geen enkel belang is. In die staten waar Bush en Kerry nek-aan-nek racen, roepen ze op om Kerry te stemmen.

Ralph Nader is een linkse populist, die een gedurfde campagne voert tegen big business en het twee-partijensysteem. Zijn programma heeft een belangrijke aantrekkingskracht omdat het een aantal radicale eisen bundelt: tegen de oorlog in Irak en de bezetting, afschaffing van de Patriot Act (inperking van de democratische rechten na 11/09), het creëren van miljoenen jobs via overheidsinvesteringen, een minimumloon van 10 dollar per uur, een volledige gezondheidsverzekering voor iedereen, uitbreiding van arbeidersrechten, afschaffing van de anti-vakbondswetgeving (Taft-Hartley Act), zelfde huwelijksrechten voor holebi’s, afschaffing van de doodstraf, stemrecht vanaf 16 jaar,…

In tegenstelling tot dat van de Democraten is zijn programma de basis waarrond tienduizenden linkse activisten kunnen worden verenigd. Helaas worden velen gebeten door het “Anyone But Bush”-syndroom, waaronder Michael Moore. Voor hen zijn de problemen in de wereld en in de VS toe te schrijven aan één persoon. Ze zijn niet de uitdrukking van een maatschappelijke kracht – de heersende elite – die haar politieke belangen versneld wil opleggen aan de wereldbevolking, wat ze ook deed op basis van de angstsfeer na 09/11. Bush is hiervan slechts de vertolker. Het “Anyone But Bush”-schrikbeeld negeert de vraag wat en wie die “anyone” dan wel zou moeten zijn.

Voor de Amerikanen betekenen deze verkiezingen de keuze tussen Pepsi Cola of Coca Cola. Meestal kiest men voor het origineel en niet de slechte kopie. Nader vertolkte het zo: “Er zijn geen vrije verkiezingen in dit land. We hebben 1 big business partij met 2 hoofden, die elk een verschillende ‘make up’ dragen, die onze verkiezingen en onze regering verkopen aan de hoogste bieder”.

Desondanks weigert Nader tot op dit moment nog altijd om de noodzakelijke structuur, een partij, uit te bouwen om het verzet van vele Amerikanen vorm te geven. Als hij deze politiek blijft volgen, kan er enkel een politieke tegenbeweging worden uitgebouwd om de 4 jaar. Socialist Alternative, daarentegen, roept Nader op om na de verkiezingen een conferentie samen te roepen die de anti-oorlogsactivisten, syndicalisten, gediscrimineerde minderheidsgroepen en verontwaardigde Democratische stemmers kan samenbrengen om een nieuwe partij te lanceren. Zo’n partij zou ervoor kunnen zorgen dat elke beweging tegen Bush of Kerry een politieke vertaling krijgt op lokaal, regionaal en nationaal niveau. Dit is van een immens belang voor de volledige wereldbevolking. In de VS zal immers een beslissende strijd moeten worden gevoerd als we een andere, socialistische samenleving willen opbouwen.

Het kopen van een president

Voor hun verkiezingscampagne beschikken Bush en Kerry samen over maar liefst meer dan 1 miljard dollar! Nader, die elke gift van bedrijven weigert, haalde deze zomer al meer dan 1 miljoen dollar op. Een peulschil, zeker in een uitgestrekt land als de VS. 90% van de giften voor Nader waren kleine giften van minder dan 100 dollar. Ondanks het enorme financiële voordeel van Bush en Kerry, slaat Naders programma veel beter aan bij die delen van de bevolking die in staat zijn om er echt kennis mee te maken – en niet via de valse voorstellingen die de Democraten en Republikeinen ervan maken. Volgens de opiniepeilingen van deze zomer zou voor elke dollar die Nader nodig had om een stem te winnen, Bush 15,43 dollar moeten spenderen en Kerry 11,29 dollar. Beeld je in wat mogelijk zou zijn als elke kandidaat gelijke kansen zou hebben.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop