Your cart is currently empty!
Ineenstorting autoproductie in ons land
De crisis slaat hard toe in de automobielsector. Het dagblad De Tijd publiceerde gisteren een dossier over deze sector in ons land. Daaruit blijkt dat de vier grote assemblagefabrieken (Ford Genk, Volvo Gent, Opel Antwerpen en Audi Brussel) in de eerste zes maanden van dit jaar 35,4% minder wagens produceerden dan een jaar voorheen. Het gaat om 140.000 wagens.
De ineenstorting van de autoproductie in ons land wordt toegeschreven aan de dalende autoverkoop, maar dat is slechts één element. Er is al jarenlang een wereldwijde overproductie in de sector waardoor verschillende bedrijven van de crisis gebruik maken om fors te snoeien in hun productie. Het opdrijven van de productiviteit heeft ertoe geleid dat minder minder arbeiders meer wagens kunnen worden gemaakt. Dat werd niet gebruikt om de beschikbare arbeid te verdelen over alle arbeiders, maar wel door het afdanken van een pak arbeiders. De afgelopen jaren gingen duizenden jobs verloren in onder meer Vilvoorde met de sluiting van Renault en bij de herstructureringen van Ford in Genk (2003), Volkswagen en nadien Audi in Vorst, en ook Opel in Antwerpen.
De productie bij Opel-Antwerpen is op een jaar tijd gehalveerd. Bij Ford-Genk daalde de productie met 46,4%. Dat zijn de bedrijven waar de grootste klappen vallen. Bij Audi in Brussel was er in de eerste zes maanden een productiedaling van 15,5%, maar zorgde het succes van de Polo en de Audi A3 voor een opleving. Dat succes was grotendeels een gevolg van de schrootpremies in onder meer Duitsland. De klappen in de sector kunnen niet enkel worden toegeschreven aan de dalende verkoop. De autoverkoop nam in de eerste zes maanden af met 17,4%, de productie met 35,4%.
De afname van de productie werd opgevangen door economische werkloosheid waardoor het nog niet tot grote herstructureringen kwam. De dreiging van zo’n herstructurering of sluiting blijft natuurlijk wel reëel. Voor Opel-Antwerpen ziet de toekomst er bijzonder onzeker uit. Magna, de grootste kanshebber om Opel over te nemen in Europa, maakte al duidelijk dat het de Antwerpse Opel-fabriek wil omvormen tot een fabriek waar andere merken auto’s in een kleinere oplage kunnen produceren. Het is maar de vraag of er veel interesse zal zijn in een dergelijke productie. Sommigen hopen op Aziatische en vooral Chinese wagens, maar de wereldwijde economische crisis maakt dat scenario toch onzeker.
Volgens De Tijd is de vrije val van de autoproductie afgeremd door de schootpremies in onder meer Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland en Groot-Brittannië. Wie daar een oude auto aan de kant zet, krijgt een premie bij de aankoop van een nieuwe wagen. In ons land bestaat dit stelsel niet en zou het ook minder impact hebben, onder meer omdat het percentage (nieuwere) bedrijfswagens hier veel hoger ligt wegens fiscale redenen (een bedrijfswagen is in realiteit een stuk loon waarop geen of amper belastingen worden betaald). Bovendien zou een schrootpremie de assemblagesector in eigen land slechts beperkt beïnvloeden aangezien een groot deel van die productie niet in dit land blijft.
De invoering van schrootpremies in de buurlanden zou de ineenstorting van de autoproductie in ons land hebben afgeremd: van -35,8% in het eerste kwartaal tot -32,1% in het tweede kwartaal. Dat is niet bepaald hoopgevend. Het blijft een grote daling en bovendien is het effect van een schrootpremie in de tijd beperkt.